Hyundai Matrix 2007 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2007, Model line: Matrix, Model: Hyundai Matrix 2007Pages: 232, PDF Size: 8.49 MB
Page 51 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
40
B240C01HP
!
o Het stootvlak kan worden gereinigd
met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt met water zonder enige toevoeging. Oplosmiddelen ofreinigingsmiddelen kunnen een negatief effect hebben op het stootvlak van het stuurwielalsmede op de goede werking van systeem.
o Er mogen geen voorwerpen over of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, het instrumentenpaneel of de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijk voorwerpletsel kan verooraken bij een aanrijding die ernatig genoeg is om de airbags in werking te latentreden.
o Als de airbag in werking is
getreden, moet deze wordenvervangen door een officiële Hyundai dealer.
WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitgevoerd aan de diverse componenten en de bedrading van het airbagsystem, inclusief het aanbrengen van voorwerpen ophet stootvlak van het stuurwiel of wijzigingen worden uitgevoerd aan het stuurwiel, kan de werking vanhet airbagsysteem worden beïnvloed en persoonlijk letsel tot gevolg hebben. o Aan de diverse componenten en
aan de bedrading van hetairbagsysteem mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl deze ook nietmogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan dit persoonlijk letsel tot gevolg hebben omdat deairbag abusievelijk in werking kan treden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag geen veiligheidssysteem voor kinderenworden gemonteerd. Op devoorstoel mag nooit een kinderstoeltje worden geplaatst. Het kind kan letsel oplopen als deairbag bij een aanrijding wordt geactiveerd.
Page 52 of 232

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
41
o Als componenten van het
airbagsysteem tot schroot worden verwerkt, of als de wagen tot schroot wordt verwerkt, moeten bepaalde veiligheidsvoorschriftenworden opgevolgd. Uw Hyundai dealer is met deze veiligheidsvoorschriften bekenden kan u de noodzakelijke informatie verstrekken. Als deze voorschriften en procedures nietworden opgevolgd, kan dit persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
o Bij verkoop van de wagen moet de nieuwe eigenaar van dezebelangrijke informatie op dehoogte worden gebracht en moet deze handleiding in de wagen achterblijven als deze aan denieuwe eigenaar wordt overhandigd.
o De bumper of delen van de bumper alleen vervangen door origineleHyundai-onderdelen. Anders kan dit de werking van het SRS-systeem negatief beïnvloeden en tot letsel leiden.
Page 53 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
42INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN
B260A02FC-GXT BENZINEMOTOR
B260A02FC-1
Page 54 of 232

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
43
1. Koelvloeistoftemperatuurmeter
2. Toerenteller
3. Snelheidsmeter
4. Digitale klok
5. Kilometerteller/Dagteller/Boordcomputer (Indien gemonteerd)
6. Brandstofmeter
7. Controlelamp richtingaanwijzers
8. Verlichting schakelkwadrant van automatische transmissie (Alleen automatische transmissie)
9. Controlelamp startblokkering
10. Controlelamp airbag 11. Controlelampen elektronisch stabiliteitsprogramma
(Indien gemonteerd)/Traction control controlelampen(Indien gemonteerd)
12. Controlelamp overdrive uitgeschakeld (Alleen automatische transmissie)
13. Controlelamp handrem/remvloeistofpeil
14. Controlelamp laadstroom
15. Controlelamp brandstofreserve
16. Controlelamp grootlicht
17. Waar schuwingslamp geopend achterklep
18. Controlelamp niet goed gesloten portier
19. Controlelamp oliedruk
20. Storingslamp (MIL)
21. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
Page 55 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
44
B260B02FC-GXT DIESELMOTOR
B260B02FC-1
Page 56 of 232

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
45
1. Koelvloeistoftemperatuurmeter
2. Toerenteller
3. Snelheidsmeter
4. Digitale klok
5. Kilometerteller/Dagteller/Boordcomputer (Indien gemonteerd)
6. Brandstofmeter
7. Waarschuwingslamp water in brandstoffilter (Dieselmotor)
8. Controlelamp richtingaanwijzers
9. Controlelamp startblokkering
10. Controlelamp airbag
11. Controlelamp voorgloeien (Dieselmotor) 12. Controlelampen elektronisch stabiliteitsprogramma
(Indien gemonteerd)/Traction control controlelampen(Indien gemonteerd)
13. Controlelamp handrem/remvloeistofpeil
14. Controlelamp laadstroom
15. Controlelamp brandstofreserve
16. Controlelamp grootlicht
17. Waar schuwingslamp geopend achterklep
18. Controlelamp niet goed gesloten portier
19. Controlelamp oliedruk
20. Storingslamp (MIL)
21. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
Page 57 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
46INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN
SB210G1-FX Controlelamp Richtingaanwijzers
Als de richtingaanwijzers worden ingeschakeld gaat deze groenecontrolelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, sneller knippert dan normaal of niet brandt,geeft dit een storing in de richtingaanwijzerinstallatie aan.
SB210C1-FX Onderhoudsindicatie (SRI) van airbagsysteem
De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in destand "ON" is gedraaid of nadat de motor is gestart en dooft vervolgens. Deze onderhoudsindicatie gaateveneens branden als het airbagsysteem niet correct werkt. Als bij het aanzetten van het contact of hetstarten van de motor de onderhoudsindicatie niet gaat branden of continu blijft branden nadat zegedurende 6 seconden heeft geknipperd, of wanneer ze gaat branden tijdens het rijden, moet het airbagsysteem wordengecontroleerd door een officiële Hyundai dealer. B260C02E-GXT
Traction Control Controlelampen(Indien gemonteerd)
De tractiecontrole-indicator functioneert afhankelijk van de stand van het contactslot en of het systeem isingeschakeld. Hij gaat ook branden wanneer het con- tact wordt aangezet en gaat vervolgensbinnen enkele seconden uit. Als de TCS-indicator blijft branden moet u uw Hyundai dealer het systeem latencontroleren. Zie deel 2 voor meer informatie over het TCS-systeem.
B260C01A-AXT Controlelamp Overdrive (Alleen automatische transmissie)
Als de overdriveschakelaar in de stand "ON" staat en de vierde versnelling is ingeschakeld dooft deze controlelamp. Deze controlelamp gaat branden zodrade overdriveschakelaar in de stand "OFF" staat.
B260U01TB-GXT Controlelamp Immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Deze controlelamp gaat enkele seconden branden nadat de contactsleutel in stand "ON" is gedraaid. U kunt nu de motor starten. Decontrolelamp dooft zodra de motor loopt. Als de controlelamp dooft voordat de motor wordt gestart, moet u decontactsleutel in stand "LOCK" draaien en de motor opnieuw starten. Als de controlelamp gedurende 5 secondengaat knipperen wanneer de sleutel in stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat het imobilizersysteem niet werkt. Raadpleeg de uitleg van de "Limphome"-procedure (noodloopprocedure,zie pag. 1-5) of wend u tot uw Hyundai- dealer.
Page 58 of 232

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
47
!
SB210L2-FX
Controlelamp Handrem/ Remvloeistofpeil Als deze lamp tijdens het rijden gaat branden mag niet meer met de wagenworden gereden. Het remvloeistofpeil in het reservoir is dan beneden het minimum niveau gedaald. Vulremvloeistof bij die voldoet aan de DOT 3 of DOT 4 specificatie. Na het bijvullen kan voorzichtig naar een dealer wordengereden voor nadere controle. Bij een ernstig defect moet de wagen door een sleepbedrijf naar een dealer wordengesleept. Uw Hyundai is voorzien van een diagonaal gescheiden remsysteem. Alséén van beide circuits defect is, wordt de wagen nog op de andere wielen afgeremd. Is dit het geval dan is meerkracht voor het remmen vereist en is de remweg langer dan normaal. Bij een defect aan het remsysteem moetworden teruggeschakeld zodat gebruik wordt gemaakt van het remvermogen van de motor.
WAARSCHUWING:
Bij storingen aan het remsysteem moet de oorzaak direct door een Hyundai dealer worden opgespoord.Het rijden met een defect remsysteem (in het elektrische of hydraulische gedeelte) is uiterst gevaarlijk. Werking van de controlelamp Deze lamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet, de motor wordt gestart en als de handrem wordtaangetrokken. Na het starten van de motor moet de lamp doven zodra de handrem wordt vrijgezet. Als de handremniet is aangetrokken moet de lamp flauw gaan branden bij het aanzetten van het contact of bij het starten van demotor.
SB210M1-FX Controlelamp Laadstroom
Deze controlelamp moet gaan branden als het contact wordt aangezet en dovenals de motor draait. Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden is er een defect in het elektrische systeem. Alsdeze lamp onder het rijden gaat branden moet u stoppen, de motor afzetten en de aandrijfriem van de dynamocontroleren. Controleer of de aandrijfriem op zijn plaats zit. Als dit het geval is, controleer dan de spanning van de riem.Laat het systeem vervolgens door uw Hyundai dealer controleren.
LET OP:
Als met de wagen wordt gereden terwijl de aandrijfriem van de dy- namo slap staat, gebroken is of ontbreekt, kan de motor oververhitraken omdat deze riem eveneens de koelvloeistofpomp aandrijft.
!
Page 59 of 232

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
48
SB210P1-FX
Controlelamp Benzinereserve
Deze lamp gaat branden zodra de reserveinhoud van de tank wordt bereikt.Tank in dit geval zo spoedig mogelijk. Als de naald van de benzinemeter op "E" of lager staat, kan dit het overslaanvan de motor en daarmee een storing aan de katalysator tot gevolg hebben. SB210J1-FX Controlelamp Grootlicht
Deze controlelamp gaat branden zodra het grootlicht wordt ingeschakeld of alseen lichtsignaal wordt gegeven.B260K01B-GXT Waarschuwingslamp geopend achterklep
Deze waarschuwingslamp brandt totdat de achterklep volledig gesloten is. SB210O1-FX Controlelamp Voor Niet Goed Gesloten Portieren
Als een portier niet geheel gesloten is gaat deze controlelamp branden.SB210K1-FX Controlelamp Oliedruk
LET OP:
Als deze lamp bij draaiende motor gaat branden moet de motor directworden afgezet teneinde ernstige motorschade te voorkomen. Deze controlelamp gaat branden als deoliedruk te laag is. De lamp gaat branden zodra het contact wordt aangezet, maar moet doven als demotor is gestart. Blijft deze lamp bij draaiende motor branden, dan bevindt zich een ernstige storing inhet smeersysteem van de motor. Is dit het geval, dan moet de motor direct worden afgezet en moet hetoliepeil worden gecontroleerd. Als het oliepeil te laag is, moet de voorgeschreven olie wordenbijgevuld en moet de motor opnieuw worden gestart. Als de controlelamp blijft branden moet de motor directworden afgezet. Raadpleeg in dat geval een officiële Hyundai dealer.
!
Page 60 of 232

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
49
B260N02FC-GXT Storingscontrolelamp
Deze lamp brandt als er een storing is geregistreerd die invloed heeft op de uitlaatgassen; hiermee wordt aangegeven dat de storing in hetsysteem een negatieve invloed heeft op de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Hij gaat branden wanneerhet contact wordt aangezet en hij gaat vervolgens uit na het starten van de motor. Als hij gaat branden tijdens hetrijden of wanneer hij niet gaat branden als het contact wordt aangezet, moet u het systeem door de dichtstbijzijndeHyundai dealer laten controleren.
!
B260P02Y-GXT Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, zal de controlelampvoor het ABS gaan branden en na enkele seconden doven. Als de controlelamp blijft branden, gaat brandentijdens het rijden of niet gaat branden als de contactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid, betekent dit dat er eenstoring in het ABS systeem is opgetreden. Laat uw auto in dit geval zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren. Het normale remsysteem blijft echter werken, maar zonder de assistentie van het ABS systeem.
WAARSCHUWING:
Als de waarschuwingslampen voor ABS SRI en handrem/ remvloeistofpeil beiden blijven brande met het contactslot in destand "ON", of tijdens het rijden gaan branden, betekent dit dat er mogelijk een storing is in het EBD-systeem(elektronische remkrachtverdeling). B265A01B-GXT
Waarschuwingslamp Water InBrandstoffilterrode
(Dieselmotor)
Deze lamp gaat branden zodra het con- tact in de stand "ON" wordt gezet en gaat weer uit zodra de motor draait. Indien deze lamp oplicht terwijl de mo-tor draait, betekent dit dat zich water in het brandstoffilter heeft verzameld; tap dit water uit het filter af. (Zie het hoofdstuk"6-35p").
Indien dit het geval is moet sterk afremmen worden voorkomen enmoet de auto zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer worden gecontroleerd.