Hyundai Santa Fe 2005 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2005, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2005Pages: 244, PDF Size: 10.07 MB
Page 41 of 244
1- 30 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HSM445Afdekking verankeringspunt Verankeringspunt voorkinderstoeltje
1. Open de afdekkap van de Tether
Anchor bevestiging die gemonteerd is in de vloer van de kofferruimte.
B230C04O-AXT Kinderzitje met "Tether Anchor-
age" systeem bevestigen
Op de laadvloerbodem achterin
bevinden zich drie houders voor dehaken van het kinderzitje.
Dit symbool geeft de plaats aan van
de gebruiksklare riembevestiging.
B230B02O
B230B02A-GXT Kinderzitje met "Tether Anchor-
age" systeem gebruiken Voor kleine kinderen en baby's wordt het gebruik van een kinderzitje ofbabyzitje sterk aanbevolen. Dit kinderzitje of babyzitje moet passend zijn voor de lengte van het kind enmoet overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden aangebracht. Verder wordt aanbevolen om het zitjeop de achterbank te plaatsen, omdat hierdoor de veiligheid belangrijk wordt verhoogd. Uw auto is voorzien vandrie bevestigingen voor een kinderzitje. B230B01HP
Bout, bevestiging (5/16"-30 mm) Ring, conische veer
Bevestiging, haak van veiligheidssysteem voor kinderen Bevestigingsring
Page 42 of 244
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 31
B230B01OVoorzijde van auto
Haak bevestiging
2. Leg de gordel van het kinderzitje
over de rugleuning van de achterbank.Bij auto's met verstelbarehoofdsteunen moet de gordel onderde hoofdsteun tussen de beide stangen door aan het bevestigingspunt worden gehaakt.
Laadvloerbodem achterin
Verankering- spunt voorkinderstoeltje
!WAARSCHUWING:
Om veiligheidsredenen moet de stoel bij het bevestigen van het kinderzitje zo ver mogelijk naar achteren staan met de rugleuningin verticale stand, niet achterover.
3. Bevestig de haak van de gordel
aan het kinderzitje en trek de gordelstrak. B230C04E-GXT Kinderzitje met "ISOFIX" systeem en "Tether Anchorage"systeem bevestigen
B230F01O
ISOFIX is een gestandaardiseerde bevestigingsmethode voor kinderzitjes. Hierdoor hoeft het kinderzitje niet meer met de standaard aanwezigeveiligheidsgordel te worden bevestigd. Op deze wijze wordt een veilige en solide bevestiging verkregen diebovendien eenvoudig en snel kan worden gemonteerd. Een ISOFIX-zitje kan alleen worden aangebracht als de auto voldoet aande ECE-R44 norm. Voor uw Hyundai is de Hyundai ISOFIX GR 1 / Hyundai
Page 43 of 244
1- 32 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
HSM418
Kinderzitje aanbrengen
1. Druk het slot van het zitje bij het aanbrengen in de ISOFIX bevestiging. Er moet een "klik" hoorbaar zijn.
2. Bevestig de haak van de bovenste bevestigingsband aan de houderaan en trek de band aan om het zitje goed vast te zetten. Raadpleeg"Kinderzitje met Tether Anchorage Systeem bevestigen" op bladzijde 1-30.
Aan beide zijden van de achterbank,
tussen de zitting en de rugleuning,bevinden zich een paar ISOFIX-bevestigingspunten, terwijl aan de hoedenplank bevestigingspunten voor de bovenzijde van het zitje zijnaangebracht. Druk het zitje bij het aanbrengen zodanig op de bevestiging dat het hoorbaar aangrijpt (controleerde bevestiging door er aan te trekken!) en bevestig het zitje met de bovenste bevestigingsband aan de hoedenplank.Volg bij het aanbrengen en het gebruik van het kinderzitje de aanwijzingen in de montagehandleiding voor hetISOFIX-zitje. N.B.:
Een ISOFIX-zitje kan alleen worden
aangebracht als de zitting in de auto voldoet aan de ECE-R44 norm.Voordat een ISOFIX-zitje wordt gebruikt dat voor een andere auto is bestemd, moet aan uw Hyundai-dealer worden gevraagd of dat type zitje voor uw Hyundai is goedgekeurd en aanbevolen.
B230D02O
ISOFIX- bevestiging
ISOFIX- bevestiging positie-indicator
Duo/ Römer ISOFIX GR1 en de Römer Duo ISOFIX / Britax Duo ISOFIX goedgekeurd overeenkomstigde ECE-R44 norm. Dit zitje is door Hyundai uitgebreid getest en aanbevolen voor uw Hyundai. N.B.: Op dit moment is dit zitje het enige dat aan de normen voldoet. In het geval dat andere fabrikanten een overeenkomstige goedkeuringkunnen overleggen, zal Hyundai dat zitje zorgvuldig beoordelen en aanbevelen als het aan de normenvoldoet. Raadpleeg uw Hyundai dealer voor meer informatie over dit onderwerp.
Page 44 of 244
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 33
!WAARSCHUWING:
o Breng geen kinderzitje met gebruikmaking van de ISOFIX bevestigingspunten op demiddelste zitplaats op de achterbank aan. De ISOFIX bevestigingspunten worden alleenvoor de linker en rechter buitenste zitplaats geleverd. Gebruik de ISOFIX-bevestigingspunten nietop de verkeerde manier door een kinderzitje op de middelste zitplaats aan de ISOFIX bevestigingspunten te bevestigen.
De ISOFIX gordels van hetkinderzitje zijn misschien niet sterk genoeg om bij een ongeval het zitje op de middelste zitplaatsvast te houden en kunnen breken, met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
o Als gebruik wordt gemaakt van het “ISOFIX”-systeem om eenkinderzitje op de achterbank teinstalleren, dan moeten de metalen gespen vast in de gordelsluitingen worden geplaatsten moet de riem achter het
kinderzitje worden getrokken, zodat het kind een losse veiligheidsriem niet kan bereiken. Door losse metalen gespen kanhet kind mogelijk een niet- uitgetrokken veiligheidriem bereiken, waardoor het kind inhet zitje verwurgd zou kunnen worden met ernstige verwondingen of zelfs de doodals gevolg.
o Bevestig niet meer dan één
kinderzitje met een enkelvoudige gordel aan het onderste bevestigingspunt. Door dehogere belasting kunnen de bevestigingspunten of kan de gordel breken, met ernstig ofdodelijk letsel als gevolg.
o Bevestig ISOFIX of ISOFIX
vergelijkbare kinderzitjes alleen op de afgebeelde plaatsen.
o Volg altijd de montage- en gebruiksvoorschriften van defabrikant van het kinderzitje op. B230H04A-GXTGeschiktheid van veiligheidssysteem voorkinderen voor zitplaatsen Gebruik een veiligheidssysteem voor kinderen dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is. Raadpleeg de volgende tabel bij het gebruik van kinderstoelen.
Achter,midden
Leeftijdsgroep Zitplaats
UX
XUX
X U, L1 U F XU FUF
Achter,
buitenzijde
Voorpas-
sagier
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden)0+ : Tot 13 kg (0 ~ 2 jaar) I : 9 kg tot 18kg (9 maanden~4 jaar)II & III : 15 kgtot 36 kg (4 ~ 12 jaar) X
Page 45 of 244
1- 34 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
ing Retractor = noodblokkering- ssysteem). Als de auto sterk wordt afgeremd of als de inzittende zich tesnel naar voren beweegt, blokkeert de veiligheidsgordel.
Bij een voldoende zware frontale
aanrijding wordt de gordelspanner geactiveerd, waardoor deveiligheidsgordel strakker tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken.
Als de gordelspanner is geactiveerd
en het systeem een grote spanningop de gordel van de bestuurder of devoorpassagier registreert, vermindert de gordelkrachtbegrenzer in de gordelspanner de spanning op debetreffende gordel.
B180B01O
1
2 3
Airbageenheid voor bestuurderszijde
Airbageenheid voor passa-gierszijde
B180B01O-GXT Veiligheidsgordel met gordelspanner(Indien gemonteerd) Uw Hyundai is voorzien van
veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en de voorpassagier. De gordelspanner zorgt er bij een
zware frontale aanrijding voor dat deveiligheidsgordel strak tegen het lichaam van de inzittende wordt getrokken. De gordelspanners kunnenworden geactiveerd met de airbags.
HXG229
De veiligheidsgordel met
gordelspanner werkt op dezelfde wijze als de veiligheidsgordel metoprolautomaat ELR (Emergency Lock-
U : Geschikt voor "universele"
categorie veiligheidssystemengoedgekeurd voor gebruik in dezegewichtsklasse
UF : Geschikt voor in voorwaartse
richting geplaatste "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in dezegewichtsklasse
L1 : Geschikt voor "Römer ISOFIX
GR1" goedgekeurd voor dezegewichtsgroep(Goedkeuringsnr.: E1 R44-03301133)
X : Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse
Page 46 of 244
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 35
N.B.:
o Zowel de gordelspanner voor de
bestuurder als de voorpassagier worden onder bepaalde omstandigheden bij een frontale aanrijding geactiveerd. Degordelspanners kunnen alleen worden geactiveerd, of als de frontale aanrijding ernstig genoegis, samen met de airbags.
o Bij het activeren van de
gordelspanners is er een hard geluid hoorbaar en komt er fijne stof (dat op rook kan lijken) vrijin de auto. Dit is normaal en niet gevaarlijk.
o Hoewel het ongevaarlijk is kan de huid door de fijne stof geïrriteerd raken en moet het nietgedurende langere tijd worden ingeademd. Daarom moeten de handen en het gezicht zorgvuldigworden gewassen nadat bij een aanrijding de gordelspanners zijn geactiveerd.
!
Het systeem van veiligheidsgordels
met gordelspanner bestaat uit de volgende belangrijke onderdelen. Demontageplaatsen zijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met gordelspanner
3. SRS regeleenheid
WAARSCHUWING:
Om maximaal te profiteren van de
veiligheidsgordel met gordelspan-ner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af. LET OP:
o De sensor die de SRS-airbag activeert is verbonden is met gordelspanners.Het SRS-airbag waarschuwings-lampje knippert ongeveer 6seconden nadat het contact is ingeschakeld (stand "ON") of de motor is gestart is. Daarna moethet uitgaan.
o Als de gordelspanners een stor-
ing vertonen blijft ditwaarschuwingslampje ook branden. Zelfs als er geen stor- ing in de SRS airbag is. Als hetSRS airbag waarschuwings- lampje niet ongeveer 6 seconden knippert bij inschakeling van hetcontact of het starten van de motor. Of tijdens het rijden blijft branden, laat dan zo snelmogelijk het SRS airbag en gordelspannersysteem door een Hyundai dealer inspecteren.
!
Page 47 of 244
1- 36 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B240A01O
B240A04F-GXT AIRBAGSYSTEEM
Uw Hyundai is uitgerust met een airbagsysteem. Dit is herkenbaar aanhet opschrift "SRS Airbag" op de afdekking van de airbag in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. De airbags zijn aangebracht onder de afdekking van het stootvlak in het stuurwiel en de afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. De airbag zorgt ervoor dat de bestuurder en/of de voorpassagier bijeen frontale aanrijding meer bescherming wordt geboden dan alleen met behulp van de veiligheidsgordelsmogelijk is. Airbageenheid voor bestuurderszijde
o Tracht niet om onderhoud of
reparaties aan de veiligheidsgordel met gordelspanner uit te voeren.
o Als de gordel met gordelspanner onjuist wordt behandeld en de genoemde waarschuwingen (niettegen de gordelspanner tikken, de veiligheidsgordel met gordelspanner niet wijzigen,controleren, vervangen, onderhoud of reparaties uit voeren) niet worden opgevolgd,kan dit een onjuiste werking van gordelspanner tot gevolg hebben of kan hij ongewild in werkingtreden en ernstige verwondingen veroorzaken.
o Tijdens het rijden moeten de veiligheidsgordels zowel door debestuurder als de passagiers worden gebruikt.!WAARSCHUWING:
o De gordelspanners zijn ontworpen om maar eenmaal te werken. Nadat de gordelspannerszijn geactiveerd, moeten de gordels met gordelspanners worden vervangen. Alleveiligheidsgordels, van elk type, moeten altijd worden vervangen als ze tijdens een aanrijding zijngedragen.
o Het mechanisme van de gordelspanner wordt bij het activeren zeer warm. Raak de gordelspanner de eerste minutenna het activeren niet aan.
o Tracht niet om de veiligheidsgordel metgordelspanner zelf te controleren of te vervangen. Laat dit door een Hyundai dealer uitvoeren.
o Tik niet tegen de veiligheidsgordel metgordelspanner.
Page 48 of 244
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 37
B240D01O
o De airbags, vóór, worden niet geactiveerd bij aanrijdingen van opzij of van achteren of bij het over de kop slaan. Bovendien worden ze niet geactiveerd bijfrontale botsingen die beneden de drempelwaarde liggen.
o Voor een maximale veiligheid bij alle typen aanrijdingen moeten alle inzittenden, inclusief debestuurder, altijd de veiligheidsgordel dragen. Dit geldt ook indien hun zitplaats isvoorzien van een airbag. Aanrijding van achteren
Aanrijding van opzij Over de kop slaan
!
N.B.:
Lees de informatie over de airbag op de stickers aan de achterzijdevan de zonneklep en in het dashboardkastje.
WAARSCHUWING:
o De airbag is bedoeld als aanvulling op dedriepuntsgordels van de bestuurder en de voorpassagieren niet als een vervanging hiervoor. Daarom moet tijdens het rijden ten allen tijde de veiligheidsgordel worden gedragen. De airbag treedt alleenin werking bij een frontale aanrijding met een dusdanige snelheid dat de kans opverwondingen groot is.
o De airbags treden alleen in werking bij een aanrijding ondereen hoek die kleiner is dan 30°, gezien vanaf de lengte-as van de auto. De airbags treden niet inwerking bij een aanrijding van opzij, van achteren of bij het over de kop slaan van de auto. B240B03A-GXT Componenten en werking van airbagsysteem Het airbagsysteem bestaat uit de volgende componenten:
- Airbageenheid voor bestuurderszijde
- Airbageenheid voor passagierszijde
- SRS onderhoudsindicatie (SRI)
- SRS airbagmoduul (SRSCM)
B240B01L
Page 49 of 244
1- 38 BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
B240B02L
Het airbagmoduul controleert bij aangezet contact continu alle omstandigheden om te bepalen ofeen frontale aanrijding of een aanrijding onder een hoek ernstig genoeg is om de airbag in werking te laten treden. De SRS onderhoudsindicatie (SRI) in het instrumentenpaneel knippert ca. 6 seconden nadat de contactsleutel in de stand "ON" is gedraaid of nadat demotor is gestart en dooft vervolgens.
De airbageenheden bevinden zich in
het midden van het stuurwiel en achterde afdekking boven hetdashboardkastje aan passagierszijde. Als het airbagmoduul een frontale aanrijding van een bepaalde krachtregistreert, worden de airbags automatisch geactiveerd.
B240B03L
Bij het in werking treden doorbreekt
de airbag de breukpunten in het stootvlak van het stuurwiel, hierna wordt het stootvlak geheel geopenden wordt de airbag volledig opgeblazen. Een volledig opgeblazen airbag in
combinatie met een correct gedragen veiligheidsgordel zal de voorwaartsebeweging van de bestuurder of de voorpassagier dempen, waardoor de kans op verwondingen aan het hoofdof het bovenlichaam wordt verminderd.
Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij
onmiddellijk weer beginnen metleeglopen, zodat de bestuurder weernaar voren kan kijken en de wagen kan besturen.
Page 50 of 244
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1- 39
B240B01O
Airbag voor passagierszijde
!!
B240B05L
Airbag voor passagierszijde
LET OP:
Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij het instrumentenpaneel of op het dash- board worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboard ofaanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd. WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luideknal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en isniet gevaarlijk. De rook die bij het in werking treden van de airbag vrijkomt kan echterhuidirritatie veroorzaken. Na een aanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten dehanden en het gezicht grondig met lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen. o SRS functioneert alleen als het
contact in de "ON" stand staat.Als het SRS-lampje niet knippert,of na zes seconden knipperen, dan wel bij het starten van de motor en/of tijdens het rijdenblijft branden, werkt SRS niet naar behoren. Laat uw auto in zo'n geval direct door uwHyundai dealer inspecteren.
o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" wordengedraaid of worden verwijderd. Vervang nooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in destand "ON" staat. Als deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, gaat deonderhoudsindicatie branden.