Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2011Pages: 410, PDF Size: 32.38 MB
Page 151 of 410

471
Kenmerken van uw auto
De mistlampen worden ingeschakeld
wanneer het parkeerlicht is ingeschakeld
en de schakelaar van de mistlampen
wordt ingedrukt (het controlelampje op
de schakelaar gaat branden). Druk de
schakelaar nogmaals in om de
mistlampen uit te schakelen.D190800ACM
Mistachterlicht
(indien van toepassing)
Druk de schakelaar in om het
mistachterlicht in te schakelen als het
dimlicht is ingeschakeld (het
controlelampje op de schakelaar gaat
branden).
De mistachterlichten gaan branden als
de schakelaar van de mistlampen voor in
de stand ON is gezet en de schakelaar
voor de verlichting in de stand
parkeerlicht staat. Druk nogmaals op de
schakelaar of zet de verlichting uit om het
mistachterlicht uit te schakelen.D190900AUN
Motorvoertuigverlichting overdag
(MVO)
(indien van toepassing)
Door motorvoertuigenverlichting overdag
(MVO) kunnen medeweggebruikers uw
auto overdag beter zien. MVO kan onder
verschillende rijomstandigheden handig
zijn, maar vooral in de periode rond
zonsopgang en zonsondergang.
De MVO wordt uitgeschakeld wanneer:
1. De parkeerlichten worden
ingeschakeld.
2. De motor wordt afgezet.
OCM051019L
OPMERKING
De mistlampen gebruiken zeer veel stroom. Gebruik de mistlampenalleen bij slecht zicht.
Page 152 of 410

Kenmerken van uw auto
72
4
D191000ACM
Koplampverstelling
(indien van toepassing)
De koplamphoogte kan worden afgesteld
en worden aangepast aan het aantal
inzittenden en de hoeveelheid bagage in
de auto door de schakelaar voor de
koplamphoogte te verdraaien. Hoe hoger het nummer op de
schakelaar, hoe lager de hoogte van de
lichtbundel. Zorg ervoor dat de
koplampen niet te hoog staan om
verblinding van andere weggebruikers te
voorkomen.
Hieronder staan voorbeelden van een
correcte afstelling. Stel bij een andere
mate van belasting dan hieronder
vermeld de koplampen af volgens de
situatie in het overzicht die zoveel
mogelijk aansluit bij de actuele situatie.
OCM051028L
Beladingstoestand Alleen bestuurderBestuurder +
voorpassagierBestuurder +
Voorpassagier + Alle
passagiers op de 3e zitrij*
Alle zitplaatsen bezet
Alle zitplaatsen bezet +Maximaal toelaatbarebeladingBestuurder + Maximaaltoelaatbare belading
Stand schakelaar
0 0 1 12 3
*: indien van toepassing
Page 153 of 410

473
Kenmerken van uw auto
Koplampsproeier
(indien van toepassing)
Bedien de schakelaar voor de
koplampsproeiers om de
koplampsproeiers in te schakelen. De
sproeier werkt als de achterlichten of
koplampen branden en als het contact in
stand ON staat. De sproeiervloeistof
wordt op de koplampen gesproeid.
Als u de ruitenwisserhendel naar u toe
trekt, wanneer de koplampen aan zijn,
zal de koplampsproeier werken. (indien
van toepassing)
✽✽AANWIJZING
Page 154 of 410

Kenmerken van uw auto
74
4
A : Snelheidsregelknop ruitenwissers
·
MIST / – Eénmaal wissen
· OFF / O – Uit
· INT (---) / AUTO* – Intervalstand/ Automatisch wissen
(Intervalstand)*
· LO / 1 – Normale wissersnelheid · HI / 2 – Hoge wissersnelheid
B : Instellen Interval of Automatische wissersnelheid (Instelling lengte
Interval)
C : Sproeien en kort wissen
D : Achterruitenwisser en -sproeier · – Sproeien
· / ON – Normale wisserbediening· O / OFF – Uit
· – Sproeien en kort wissen
* indien van toepassing
RUITENWISSERS EN RUITENSPROEIERS
OCM040128/OCM040128L/OCM040129/OCM040129L
Ruitenwisser en -sproeier
Type B
Type AType B
Type A
Achterruitenwisser en -sproeier
(indien van toepassing)
Page 155 of 410

475
Kenmerken van uw auto
D200100ACM
Ruitenwissers voor
De werking is als volgt als het contact in stand ON staat.
MIST / : Druk voor een enkelewisbeweging de
bedieningsschakelaar naar
boven vanuit stand O(OFF)
en laat hem weer los. De
ruitenwissers zullen blijven
werken zolang de
schakelaar naar boven
wordt gedrukt en wordt
vastgehouden.
OFF / O : Ruitenwisser is uitgeschakeld
INT / --- : De ruitenwissers werken met regelmatige intervallen.
Gebruik deze stand bij
motregen of mist. Draai aan desnelheidsregelknop om desnelheid te wijzigen.
LO / 1 : Normale wissersnelheid
HI / 2 : Hoge wissersnelheid
✽✽ AANWIJZING
Maak de ruit vrij van sneeuw en ijs
alvorens de ruitenwissers te gebruiken
of ontdooi de voorruit gedurende 10
min. Anders werken de ruitenwissersmogelijk niet goed en kunnen zebeschadigd raken.
D200101AFD
Auto Control (indien van toepassing)
De regensensor bovenaan op de voorruit
registreert de hoeveelheid regen en
schakelt de ruitenwisser automatisch in
met de juiste snelheid/intervaltijd.Hoe harder het regent, hoe hoger de
wissersnelheid. Als het ophoudt met
regenen, wordt de ruitenwisser
automatisch uitgeschakeld. Draai aan desnelheidsregelknop om de snelheid tewijzigen (1). Als het contact in stand ON wordt gezet
terwijl de ruitenwisserschakelaar in stand
AUTO staat, of als het contact in stand
ON staat en de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO wordt gezet, of als de
snelheidsregelknop omhoog wordt
gedraaid en de ruitenwisserschakelaar in
stand AUTO staat, voert het systeem een
zelfcontrole uit. Zet de schakelaar in
stand O(OFF) als de ruitenwisser niet
nodig is.
OCM040131L
Regensensor
■
Type A
■ Type B
OPMERKING
Als het contact in stand ON staat en
de schakelaar voor de
ruitenwissers vóór in de standAUTO, neem dan onderstaande aanwijzingen in acht om letsel tevoorkomen:
Raak het bovenste deel van de voorruit, waar de regensensorzich bevindt, niet aan.
Veeg het bovenste deel van de voorruit niet schoon met eenvochtige doek.
Oefen geen druk uit op de voorruit.
Page 156 of 410

Kenmerken van uw auto
76
4
D200200AFD
Ruitensproeier voorruit
Trek de hendel naar voren om de
ruitensproeier in te schakelen. Als de
ruitenwisser in stand O(OFF) staat, zal
deze 1-3 wisslagen maken.
Gebruik deze functie om de voorruit te reinigen. De ruitensproeier en de ruitenwissers
blijven werken tot u de hendel loslaat.
Controleer het peil van de
ruitensproeiervloeistof als de
ruitensproeiers niet werken. Vul het
reservoir met een geschikte, niet
schurende ruitensproeiervloeistof
wanneer het peil te laag is.
De vulpijp van het reservoir bevindt zich
vooraan in de motorruimte aan
passagierszijde.
OPMERKING
Zet de schakelaar tijdens het
wassen van de auto in stand
O(OFF) om te voorkomen dat deruitenwissers in dat gevalautomatisch worden ingeschakeld.
Als de ruitenwissers tijdens hetwassen worden ingeschakeld, raken ze mogelijk beschadigd.
Verwijder de behuizing van deregensensor bovenaan de voorruit aan passagierszijde niet. Eventuele
schade aan onderdelen diehierdoor kan ontstaan, valt nietonder de fabrieksgarantie.
Zet de ruitenwisserschakelaar 'swinters voor het starten van de
motor in stand O(OFF). Als de ruitenwissers worden ingeschakeldterwijl de wisserbladenvastgevroren zijn, kunnen deze
beschadigd raken. Verwijder allesneeuw en ijs van de voorruitvoordat de ruitenwissers wordeningeschakeld.
OPMERKING
Gebruik de ruitensproeiers niet
wanneer het reservoir leeg is, om beschadiging van de ruitensproeierpomp te voorkomen.
WAARSCHUWING
Gebruik de ruitensproeiers niet bij temperaturen onder het vriespunt
zonder eerst de voorruit met behulp
van de voorruitontwaseming te
hebben verwarmd; de vloeistof kan
anders op de voorruit bevriezen en
uw uitzicht belemmeren.
OCM040133
OCM040133L
Type B
Type A
Page 157 of 410

477
Kenmerken van uw auto
D200300AFD
Schakelaar achterruitenwisser en
-sproeier (indien van toepassing)
De schakelaar voor de
achterruitenwisser en -sproeier bevindt
zich aan het uiteinde van de
ruitenwisser- en sproeierschakelaar.Zet de schakelaar in de gewenste stand
om de achterruitenwisser en -sproeier tebedienen.
- Ruitensproeiervloeistof opspuitenen wissen
/ ON - Normale ruitenwisserbediening
O / OFF - Ruitenwisser uitgeschakeld - Ruitensproeiervloeistof opspuitenen wissen
OPMERKING
Schakel de ruitenwissers niet in
als de ruit droog is ombeschadiging van de wissers en
de voorruit te voorkomen.
Gebruik geen benzine, petroleum, thinner of andere oplosmiddelen
in de buurt van deruitenwisserbladen om
beschadiging te voorkomen.
Probeer de ruitenwissers nooit met de hand te bewegen ombeschadiging van de
ruitenwisserarmen en van andereonderdelen te voorkomen.
OCM040132
OCM040132L
Type B
Type A
Page 158 of 410

Kenmerken van uw auto
78
4
D210000AUN
D210100ACM Leeslampje
(indien van toepassing)
Druk op de schakelaar van het
leeslampje in om de verlichting in of uit te
schakelen. Dit lampje heeft een gerichte
lichtbundel waarmee de bestuurder en
de passagier in het donker een kaart of
iets anders kunnen lezen.Interieurverlichting
De verlichting wordt als volgt in- en
uitgeschakeld als de schakelaar wordt
ingedrukt of bewogen.
INTERIEURVERLICHTING
OPMERKING
Laat de interieurverlichting niet te
lang branden als de motor nietdraait.
Hierdoor kan de accu ontladenraken.
OCM052077
OCM052081
Achter (indien van toepassing)
Voor
OCM040079
OXM049132
Type B
Type A
Page 159 of 410

479
Kenmerken van uw auto
: De verlichting blijft altijd uit.
: De verlichting blijft altijd aan.
DOOR: De verlichting gaat brandenwanneer een portier (of de
achterklep) wordt geopend,
ongeacht de stand van het
contact. Als de portieren
worden ontgrendeld met de
afstandsbediening (of Smart
Key), blijft de interieurverlichtinggedurende 30 seconden
branden als er geen portier
geopend wordt. De
interieurverlichting gaat
ongeveer 30 seconden na het
sluiten van het portier langzaam
uit. Als het contact in stand ON
staat of alle portieren zijn
vergrendeld als het portier
wordt gesloten, zal de
interieurverlichting echter directuitgaan.
Als er een portier wordtgeopend en het contact in
stand ACC of LOCK staat, blijft
de verlichting nog ongeveer 20
minuten branden. Als er een
portier wordt geopend terwijlhet contact in stand ON staat,
blijft de verlichting echter
continu branden. D210300ACM
Bagageruimteverlichting
(indien van toepassing)
: De verlichting blijft altijd uit.
: De verlichting blijft altijd aan.
DOOR: De bagageruimteverlichting
gaat branden zodra de
achterklep geopend wordt. Instapverlichting
(indien van toepassing)
De instapverlichting gaat branden zodra
het portier geopend wordt om het in- en
uitstappen te vergemakkelijken. Deze
verlichting waarschuwt tevens
achteropkomend verkeer dat het portieris geopend.
OXM049136OCM040134
Page 160 of 410

Kenmerken van uw auto
80
4
D210500AUN
Verlichting dashboardkastje
(indien van toepassing)
De verlichting in het dashboardkastje
gaat branden als het dashboardkastje
wordt geopend.
De verlichting in het dashboardkastje
werkt alleen als de parkeerlichten of
koplampen in de stand ON staan. D210600AUN
Verlichting make-upspiegel
(indien van toepassing)
Door het openen van het klepje van de
make-upspiegel wordt de verlichting
automatisch ingeschakeld.
OCM040179OEN046081