Hyundai Santa Fe 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2011, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2011Pages: 410, PDF Size: 32.38 MB
Page 131 of 410

451
Kenmerken van uw auto
D150303AFD
WaarschuwingslampjeABS
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet en gaat na
ongeveer 3 s uit als het systeem in orde
is.
Als het waarschuwingslampje ABS blijft
branden, gaat branden tijdens het rijden
of niet gaat branden als het contact in
stand ON wordt gezet, is er een storing in
het ABS aanwezig.
Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur. Het
normale remsysteem werkt in dat geval
nog wel maar het antiblokkeersysteemniet. Waarschuwingslampje EBD
Als tijdens het rijden twee
waarschuwingslampjes
gelijktijdig gaan branden, zit
er een probleem in het ABS-en EBD-systeem.
In dat geval werken het
antiblokkeersysteem en het
remsysteem misschien niet normaal.
Laat de auto zo snel mogelijk controleren
door een officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur.
D150304ACM
Waarschuwingssysteem
voor de veiligheidsgordels (indien van toepassing)
Als herinnering voor bestuurder gaat
telkens als het contact
in stand ON wordt gezet het
waarschuwingslampje van de
veiligheidsgordels gedurende 6
seconden knipperen of branden.
Zie voor meer informatie
Veiligheidsgordels in hoofdstuk 3.
Richtingaanwijzers
De knipperende groene pijlen geven aan
aan welke kant van de auto de
richtingaanwijzers knipperen. Als de pijl
gaat branden maar niet knippert, sneller
knippert dan normaal of helemaal niet
gaat branden, is er een defect in het
richtingaanwijzersysteem aanwezig.
Neem voor reparatie contact op met uw
dealer. Dit controlelampje gaat ook knipperen
wanneer de schakelaar voor de
alarmknipperlichten ingedrukt wordt.
WAARSCHUWING
Als zowel het
waarschuwingslampje ABS als het
waarschuwingslampje remsysteem
brandt en blijft branden, zal hetremsysteem niet normaal werken.
Er kan dus een onverwachte en
gevaarlijke situatie ontstaan bij
plotseling remmen. Vermijd in dit
geval hard rijden en plotseling
remmen. Laat uw auto zo snel
mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur.
Page 132 of 410

Kenmerken van uw auto
52
4
D150306AUN
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden als het
grootlicht wordt ingeschakeld of een
lichtsignaal wordt gegeven.
Controlelampje lichten aan
(indien van toepassing)
Het lampje gaat branden wanneer de
achterlichten of koplampen branden. D150307AFD
Oliedruklampje
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
oliedruk van de motor laag is.
Als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg
en breng de auto tot stilstand.
2. Controleer het motoroliepeil wanneer de motor uit is. Vul indien nodig olie bij
wanneer het peil laag is.
Neem contact op met een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur als het
waarschuwingslampje na het bijvullen blijft
branden of als er geen olie beschikbaar is.
OPMERKING
Als het oliedruklampje blijft branden terwijl de motor draait, kan
er ernstige motorschade ontstaan. Het oliedruklampje gaat brandenals de oliedruk te laag is. Onder normale omstandigheden moet het
lampje gaan branden als het contact in stand ON gezet wordt enmoet het uit gaan als de motor
gestart is. Als het oliedruklampjeblijft branden terwijl de motor draait, is er sprake van een ernstigdefect.
Breng in dat geval de auto zo snelmogelijk op een veilige plaats tot stilstand, zet de motor uit encontroleer het motoroliepeil. Vul indien nodig olie bij tot het juiste
niveau en start de motor. Zet de motor direct weer uit als het lampjeblijft branden. Als het oliedruklampje blijft branden terwijl
de motor draait mag er niet verder met de auto worden gereden zolangde motor nog niet door een officiële HYUNDAI Erkend Reparateur
gecontroleerd is.
OPMERKING
Als de motor niet direct uit wordt gezet nadat het oliedruklampje isgaan branden, kan er ernstige
motorschade ontstaan.
Page 133 of 410

453
Kenmerken van uw auto
D150350ACM
Waarschuwingslampjemotoroliepeil (dieselmotor,
indien van toepassing)
Het waarschuwingslampje motoroliepeil
gaat branden wanneer het motoroliepeil
moet worden gecontroleerd.
Controleer als het lampje gaat branden
het motoroliepeil zo snel mogelijk en vulindien nodig motorolie bij.
Giet de aanbevolen olie voorzichtig in
een trechter. (Hoeveelheid olie:
ongeveer 0,6 ~ 1,0 l)
Gebruik alleen de voorgeschreven
motorolie. (Zie "Aanbevolen
smeermiddelen en hoeveelheden" inhoofdstuk 8.)
Vul niet te veel motorolie bij, zorg dat het
oliepeil niet boven het merkteken F op de
peilstok komt.
✽✽ AANWIJZING
Page 134 of 410

Kenmerken van uw auto
54
4
Uw auto is uitgerust met een diagonaal
gescheiden remsysteem. Dat betekent
dat als er in een van de remcircuits een
probleem optreedt, u de auto met het
overgebleven remcircuit tot stilstand kunt
brengen. Als er een van de remcircuits is
uitgevallen, wordt de slag van het
rempedaal groter en moet er meer druk
op het rempedaal worden uitgeoefendom de auto tot stilstand te brengen.
Verder zal in dat geval de remweg
toenemen. Schakel bij een defect in het
remsysteem terug om sterker op demotor af te kunnen remmen en breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand.
Controleer of het waarschuwingslampje
van het remsysteem in orde is en brandtals het contact in stand ON staat. D150331AFDControlelampje TPMS
(controlesysteem lage andenspanning)
(indien van toepassing)
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Waarschuwingslampje positie lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat gedurende 3
seconden branden nadat het contact in
stand ON is gezet.
De waarschuwingslampjes lage bandenspanning en positie lage
bandenspanning gaan branden als de
spanning van een of meer banden
aanzienlijk te laag is.
Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden nadat het
ongeveer 1 minuut heeft geknipperd
wanneer er een probleem aanwezig is inhet controlesysteem lage bandenspanning.
Laat in dat geval het systeem zo snel mogelijk controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie TPMS in hoofdstuk 6.
WAARSCHUWING
- Veilig stoppen
Het TPMS waarschuwt niet voor ernstige en plotselinge schade
aan de banden veroorzaakt door
externe factoren.
Als de auto instabiel aanvoelt, haal dan onmiddellijk uw voet
van het gaspedaal, trap het
rempedaal licht in en breng uw
auto op een veilige plaats totstilstand.
WAARSCHUWING - Te
lage bandenspanning
Een te lage bandenspanning zorgt
ervoor dat de auto instabiel wordt
en kan ervoor zorgen dat u de
controle over de auto verliest en
dat de remweg wordt verlengd. Doorrijden op banden met een te
lage spanning heeft oververhitte en
defecte banden tot gevolg.
WAARSCHUWING
Rijden met een auto waarvan het
waarschuwingslampje brandt, is
gevaarlijk. Laat het remsysteem
direct controleren en repareren
door een officiële HYUNDAI ErkendReparateur als het
waarschuwingslampje remsysteem
blijft branden.
Page 135 of 410

455
Kenmerken van uw auto
D150312ACM
Schakelstand-indicator (indien vantoepassing)
In het display wordt weergegeven welke
van de stand van de selectiehendel
geselecteerd is.
(P, R, N, D en sportstand)
Schakelstandindicator
handgeschakeldetransmissie (indien van toepassing)
Dit controlelampje geeft aan in welke
versnelling u het beste kunt rijden om
brandstof te besparen.
Bijvoorbeeld
: Geeft aan dat opschakelen naar de 3eversnelling wenselijk is.
(De selectiehendel staat in de 2e
versnelling.)
: Geeft aan dat terugschakelen naar de 3e versnelling wenselijk is.
(De selectiehendel staat in de 4e
versnelling.)
✽✽ AANWIJZING
Wanneer het systeem niet correct
functioneert, wordt er geen pijl omhoog,pijl omlaag of geselecteerde versnellingweergegeven.
D150313AFD
Waarschuwingslampje laadsysteem
Dit waarschuwingslampje duidt op een
storing in de dynamo of in hetlaadsysteem.
Handel als volgt als het lampje gaat
branden tijdens het rijden:
1. Rijd naar de dichtstbijzijnde veilige locatie.
2. Schakel de motor uit en controleer of de dynamoriem onvoldoende
spanning heeft of gebroken is.
3. Als de dynamoriem in orde is, bevindt het probleem zich in het laadsysteem.
Laat de auto zo snel mogelijk
repareren door een officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur.
Page 136 of 410

Kenmerken van uw auto
56
4
Waarschuwingslampje
open portier
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als een portier niet goed gesloten is (in
alle standen van het contact).
Waarschuwingslampjeopen achterklep
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de achterklep niet goed gesloten is
(in alle standen van het contact).
Controlelampjestartblokkeersysteem
(indien van toepassing)
Zonder Smart Key-systeem
Dit lampje gaat branden als de sleutel in
het contact gestoken wordt en naar
stand ON wordt gedraaid.
Op dat moment kunt u de motor starten. Het lampje dooft nadat de motor isaangeslagen. Laat het systeem controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer wanneer hetlampje gaat knipperen als het contact instand ON staat en de motor nog niet is
gestart. Met Smart Key-systeem
Als een van de volgende situaties zich
voordoet bij uitvoeringen met de Smart
Key, gaat het controlelampje van het
startblokkeersysteem branden, knipperenof uit.
Wanneer de Smart Key zich in de auto
bevindt, als de toets ENGINE START/
STOP in stand ACC of ON staat, zal
het lampje ongeveer 30 seconden
branden om aan te geven dat u de
motor kunt starten. Wanneer de Smart
Key zich echter niet in de auto bevindt,
knippert het lampje een paarseconden als u op de toets ENGINE
START/STOP drukt, om aan te geven
dat u de motor niet kunt starten.
Laat het systeem nakijken door een officiële HYUNDAI-dealer als hetcontrolelampje slechts 2 seconden
brandt en daarna uitgaat wanneer u de
toets ENGINE START/STOP in de stand
ON zet en de Smart Key zich in de auto
bevindt.
Wanneer de accu bijna leeg is, en als de toets ENGINE START/STOP wordt
ingedrukt, knippert het lampje en kunt u
de motor niet starten. U kunt de motor
echter wel starten door de Smart Key in
de Smart Key-houder te plaatsen. Als er
een storing zit in onderdelen van het
Smart Key-systeem, knippert het
controlelampje. D150318ACM
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat
de brandstoftank bijna leeg is. Als dit
lampje gaat branden, moet u zo spoedig
mogelijk tanken. Doorrijden met een
brandend waarschuwingslampje voor
een laag brandstofniveau of een lager
brandstofniveau dan "E" op de
brandstofmeter, kan leiden tot overslaan
van de motor en beschadiging van de
katalysator.
D150319AUN
Controlelampje laag niveauruitensproeiervloeistof (indien van toepassing)
Dit controlelampje geeft aan dat het
sproeierreservoir bijna leeg is. Vul zo snel
mogelijk ruitensproeiervloeistof bij.
Page 137 of 410

457
Kenmerken van uw auto
D150320ACM
Controlelampjemotormanagement (MIL)
Dit controlelampje maakt deel uit van het
motorregelsysteem dat verschillende
onderdelen van het emissieregelsysteem
in de gaten houdt. Als dit lampje tijdens
het rijden gaat branden, geeft het aan dat
een mogelijk probleem gesignaleerd is inde emissieregelsystemen.
Dit lampje gaat ook branden als het
contact in stand ON wordt gezet en gaateen paar seconden nadat de motor
gestart is weer uit. Laat uw auto door de
dichtstbijzijnde officiële HYUNDAI
Erkend Reparateur controleren als het
lampje tijdens het rijden gaat branden of
als het niet gaat branden als het contact
in stand ON wordt gezet.
Over het algemeen kunt u, als dit lampje
gaat branden, nog wel verder rijden met
uw auto maar moet u het systeem zosnel mogelijk door een officiële
HYUNDAI Erkend Reparateur latencontroleren.
OPMERKING - Dieselmotor
(indien van toepassing met DPF)
Wanneer het storingslampje gaat knipperen, ga dan gedurende een
bepaalde tijd (ongeveer 25 minuten) rijden met een snelheid van tenminste 60 km/h of in een hogere versnelling dan de tweede met een
toerental van 1.500 - 2.000 omw/min. Het lampje zal mogelijkstoppen met knipperen. Ga naar
een officiële HYUNDAI-dealer alshet storingslampje desondanks blijft knipperen en laat het DPF-systeem nakijken. Indien u
gedurende lange tijd blijftdoorrijden terwijl hetstoringslampje knippert, kan hetDPF-systeem beschadigd raken en het brandstofverbruik toenemen.
OPMERKING
Wanneer u langere tijd met eenbrandend controlelampje
motormanagement blijft doorrijden,kan schade aan deemissieregelsystemen ontstaan. Dit kan een nadelige invloed hebben op
de rijprestaties en/of hetbrandstofverbruik.
OPMERKING
- B
enzinemotor
Wanneer het controlelampjemotormanagement gaat branden, kan de katalysator beschadigd zijn. Hierdoor kan het motorvermogen
teruglopen. Laat hetmotorregelsysteem zo snelmogelijk controleren door eenofficiële HYUNDAI-dealer.
Page 138 of 410

Kenmerken van uw auto
58
4
Controlelampje ESP
(voertuigstabiliteitsregeling) (indien van toepassing)
Het controlelampje EPS gaat branden op het moment dat het contact in stand ON
wordt gezet en moet na ongeveer 3
seconden weer doven. Als de
voertuigstabiliteitsregeling is
ingeschakeld, registreert dit systeem de
rijomstandigheden. Zolang deze normaal
zijn, blijft het controlelampje ESP uit.
Zodra het systeem registreert dat de
wielen door willen gaan slippen, wordt de
voertuigstabiliteitsregeling geactiveerd engaat het controlelampje ESP knipperen.
Maar als het ESP-systeem defect is, gaat
het controlelampje branden en blijft aan. Laat de auto controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje ESP OFF(indien van toepassing)
Het controlelampje EPS OFF gaat
branden op het moment dat het contact
in stand ON wordt gezet en moet na
ongeveer 3 seconden weer doven. Druk
op de schakelaar ESP OFF om de
voertuigstabiliteitsregeling uit te
schakelen. Het controlelampje ESP OFF
gaat branden om aan te geven dat het
systeem is uitgeschakeld.
OPMERKING - Dieselmotor
Wanneer het controlelampje motormanagement knippert, duidt
dit op een storing in de regeling vande inspuithoeveelheid hetgeen kanresulteren in teruglopend motorvermogen, motorlawaai en
schadelijke uitlaatgasemissies.
Laat het motorregelsysteem zo snelmogelijk controleren door eenofficiële HYUNDAI-dealer.
Page 139 of 410

459
Kenmerken van uw auto
Controlelampje CRUISE (indien van toepassing)
Controlelampje CRUISE
Het controlelampje gaat branden
wanneer het cruise control-systeem
wordt ingeschakeld.
Het controlelampje CRUISE in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar op het
stuurwiel wordt ingedrukt. Het controlelampje gaat uit als de
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van de cruise control "Cruisecontrol-systeem" in hoofdstuk 5.
Controlelampje SET
Het controlelampje gaat branden als de
functie -SET of RES+ van de cruise
control is ingeschakeld. Het controlelampje SET in het
instrumentenpaneel gaat branden als de
cruise control-schakelaar (-SET of
RES+) wordt ingedrukt.
Het controlelampje SET brandt niet als
de cruise control-schakelaar (CANCEL)
is ingedrukt of als het systeem is
uitgeschakeld. D150327AUN
Waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot"
(indien van toepassing)
Als het bestuurdersportier geopend wordt en de contactsleutel zich nog in het
contactslot bevindt in stand LOCK of ACC,
zal de waarschuwingszoemer "sleutel in
contactslot" klinken. Dit om te voorkomendat u de auto afsluit en de sleutel in het
contactslot laat zitten. De zoemer klinkt
totdat de sleutel verwijderd is of het
bestuurdersportier gesloten wordt. D150328AFD
Controlelampje voorgloeien
(dieselmotor)
Het controlelampje gaat branden zodra
het contact in stand ON wordt gezet. De
motor kan gestart worden zodra het
controlelampje voorgloeien uitgaat. De
voorgloeitijd is afhankelijk van de
koelvloeistoftemperatuur, de
luchttemperatuur en de conditie van deaccu.
✽✽ AANWIJZING
Als de motor niet binnen 10 seconden wordt gestart nadat het voorgloeien is
voltooid, zet het contact dan gedurende10 seconden terug in stand LOCK en
vervolgens weer in stand ON om de
motor opnieuw voor te gloeien.
OPMERKING
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door een officiëleHYUNDAI Erkend Reparateur wanneer het controlelampjevoorgloeien blijft branden of gaat
knipperen nadat de motor opbedrijfstemperatuur is of als het lampje gaat branden tijdens hetrijden.
SET
CRUISE
Page 140 of 410

Kenmerken van uw auto
60
4
D150329ACM
Waarschuwingslampje
brandstoffilter (dieselmotor)
Dit waarschuwingslampje gaat
gedurende 3 s na het in stand ON zetten
van het contact branden en gaat
vervolgens weer uit. Als het lampje gaat
branden bij een draaiende motor, wil dat
zeggen dat er teveel water in het
brandstoffilter aanwezig is. Als dat het
geval is, moet het water in het
brandstoffilter worden afgetapt. Zie voor
meer informatie "Brandstoffilter" inhoofdstuk 7.
Waarschuwingslampje4WD-systeem (indien van toepassing)
Wanneer het contact in stand ON wordt
gezet, gaat het controlelampje 4WD
branden en na een paar seconden gaat
het weer uit.
Als het waarschuwingslampje voor het
4WD-systeem gaat branden, geeft dit
aan dat er een storing is in het 4WD-
systeem. Laat in dat geval uw auto zosnel mogelijk controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje 4WD LOCK(indien van toepassing)
Het controlelampje 4WD LOCK gaat
branden als op de toets 4WD LOCK
wordt gedrukt. Het doel van de stand
4WD LOCK is het verhogen van de
aandrijfkracht bij het rijden over natte,
besneeuwde of onverharde wegen. Hetcontrolelampje 4WD LOCK gaat uit als er
nogmaals op de toets wordt gedrukt.
OPMERKING
Gebruik de stand 4WD LOCK nietop droge, verharde wegen of desnelweg. Dit kan leiden totbijgeluiden, trillingen en
beschadiging van onderdelen vande vierwielaandrijving.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje
brandstoffilter brandt kan hetmotorvermogen (rijsnelheid enstationair toerental) afnemen. Als u
blijft rijden met een brandendwaarschuwingslampje, kan er schade ontstaan aan de motor ofaan onderdelen van het common
rail-systeem. Laat in dat geval uw auto zo snel mogelijk controlerendoor een officiële HYUNDAI ErkendReparateur.