Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2016, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2016Pages: 729, PDF Size: 67.42 MB
Page 531 of 729

583
Rijden met uw auto
Om harder te rijden dan de ingestelde
snelheid moet u het gaspedaal ver
intrappen (verder dan voor ongeveer
80%) totdat het kick-downmechanisme
met een klikkend geluid in werking
treedt. Dan wordt de ingestelde snelheid
knipperend weergegeven en klinkt de
zoemer totdat u weer langzamer gaat
rijden dan de ingestelde snelheid.
✽✽AANWIJZING
Als het gaspedaal voor minder dan ongeveer 50% ingetrapt wordt, zal de
auto niet harder gaan rijden dan de
ingestelde snelheid.
Een klikkend geluid van het kick-
downmechanisme bij het geheel
intrappen van het gaspedaal is
normaal.U kunt de snelheidslimietregeling
op een van de volgende manieren
uitschakelen:
Druk nogmaals op de toetssnelheidslimiet .
Druk op de toets CRUISE (als U schakelaar CRUISE indrukt zal het
cruise control-systeem ingeschakeld
worden)
ODMEDR2009
ODM056102L
Page 532 of 729

Rijden met uw auto
84
5
Als u de toets CANCEL één keer indrukt,
annuleert u de ingestelde
snelheidslimiet; het systeem blijft echter
ingeschakeld. Als u de snelheidslimiet
opnieuw wilt instellen, beweeg dan dehendel omhoog (naar RES+) of omlaag
(naar SET-) tot de gewenste snelheid isbereikt.
OPMERKING
Bij een probleem in het
snelheidsbegrenzingssysteem gaathet controlelampje “---” knipperen.
Als dit gebeurt adviseren we u hetsysteem te laten controleren door
een officiële HYUNDAI-dealer.
ODMEDR2005ODM056101L
Page 533 of 729

585
Rijden met uw auto
Het Blind Spot Detection-systeem (BSD)
maakt gebruik van een radarsensor om
de bestuurder te waarschuwen.
Het systeem bewaakt het gedeelte
achter de auto en levert informatie aan
de bestuurder.(1) BSD (Blind Spot Detection)
Het detectiebereik is afhankelijk van
de rijsnelheid.
Als uw auto sneller rijdt dan de
andere voertuigen, waarschuwt hetsysteem u niet.
(2) LCA (Lane Change Assist) Als er een voertuig met hoge
snelheid nadert, waarschuwt hetsysteem u.
(3) RCTA (Rear Cross Traffic Alert) Als uw auto achteruit rijdt en de
sensor een naderend voertuig van
links of rechts signaleert, waarschuwthet systeem u.
BLIND SPOT DETECTION-SYSTEEM (BSD) (INDIEN VAN TOEPASSING)
ODM056122L
Dode hoek-gebied
Naderen met hoge snelheid
WAARSCHUWING
Houd tijdens het rijden altijd de wegomstandigheden in de gaten,
zelfs wanneer het Blind SpotDetection-systeem (BSD) in
werking is. Zo bent u voorbereid
op onverwachte situaties.
Het Blind Spot Detection- systeem (BSD) is een aanvullend
systeem dat u helpt. Vertrouw
niet blindelings op het systeem.
Let voor uw eigen veiligheid altijdgoed op tijdens het rijden.
Het Blind Spot Detection- systeem (BSD) is geen
vervanging voor een juist en
veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en wees voorzichtig bij het
wisselen van rijstrook of
achteruitrijden. Het Blind SpotDetection-systeem (BSD)
signaleert mogelijk niet alleobjecten naast de auto.
Page 534 of 729

Rijden met uw auto
86
5
BSD (Blind Spot Detection)/LCA
(Lane Change Assist)
(indien van toepassing)
Werking
Inschakelen:
Druk op de BSD/LCA-schakelaar terwijl
het contact in stand ON staat. Het
controlelampje in de schakelaar gaat
branden. Als de rijsnelheid hoger wordt
dan 30 km/h wordt het systeem
geactiveerd. Uitschakelen:
Druk nogmaals op de BSD/LCA-
schakelaar. Het controlelampje in de
schakelaar gaat uit. Schakel het systeem
met behulp van de schakelaar uit
wanneer het systeem niet in gebruik is.
✽✽
AANWIJZING
Als de motor wordt uitgezet en weer wordt gestart, keert het BSD-systeem
terug naar de vorige status.
Als het systeem wordt ingeschakeld,
brandt er gedurende 3 seconden een
waarschuwingslampje in de
buitenspiegel.
Type waarschuwing
Het systeem wordt geactiveerd als:
1. Het systeem is ingeschakeld.
2. De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 30 km/h.
3. Er worden voertuigen achter de auto gesignaleerd.
ODM056125
Page 535 of 729

587
Rijden met uw auto
Eerste waarschuwing
Als er een auto wordt gedetecteerd
binnen de grenzen die door het systeemzijn gesteld, zal er een
waarschuwingslampje gaan branden in
de buitenspiegel. Als het gesignaleerde
voertuig zich niet in het
waarschuwingsbereik bevindt, verdwijnt
de waarschuwing overeenkomstig de
rijomstandigheden.Tweede waarschuwing
De tweede waarschuwing wordt
geactiveerd als:
1. De eerste waarschuwing is gegeven.
2. De richtingaanwijzer knippert om aan
te geven dat er van rijstrook wordt
gewisseld. Als de tweede waarschuwing wordt
gegeven, zal er een
waarschuwingslampje gaan knipperen in
de buitenspiegel.
Als u de richtingaanwijzer uitzet, stopt de
tweede waarschuwing.
ODM056130
■
Links
■ Rechts
ONC055010
■ Links
■ Rechts
Page 536 of 729

Rijden met uw auto
88
5
Detectiesensor
De sensoren bevinden zich in de
achterbumper. Om het systeem goed te kunnen laten
werken, moet de achterbumper te allentijde schoon zijn.
Waarschuwingsmelding
Deze waarschuwingsmelding
verschijnt mogelijk als:
- Er vuil op de achterbumper aanwezigis
- Als er in buitengebieden gereden wordt met weinig verkeer of in open
terrein met grote lege stukken
- Bij hevige sneeuw of regen
Het lampje in de schakelaar dooft en het
systeem wordt automatisch
uitgeschakeld. Als de melding wordt weergegeven
omdat er vuil op de achterbumper
aanwezig is, moet dit vuil worden
verwijderd. Als u na het verwijderen van
het vuil ongeveer 10 minuten rijdt, werkt
het systeem weer normaal. Als het
systeem niet normaal werkt nadat het
vuil verwijderd is of als er geen sprake is
van een van bovenstaande situaties,
adviseren we u het systeem te laten
controleren door een officiële HYUNDAI-
dealer.
ODM056069LODM056117L
Page 537 of 729

589
Rijden met uw auto
Als er een probleem in het BSD-systeem
aanwezig is, wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven en
gaat het lampje in de schakelaar uit. Het
systeem wordt automatisch
uitgeschakeld. We adviseren u de auto telaten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.RCTA (Rear Cross Traffic Alert)
Als uw auto achteruit een parkeervak
uitrijdt en de sensor een naderend
voertuig van links of rechts signaleert,
waarschuwt het systeem u.
Werking
Inschakelen: Ga naar de modus
Gebruikersinstellingen (Driving Assist)
en selecteer RCTA (Rear Cross Traffic
Alert) in het LCD-display. (
Zie "LCD-
display" in hoofdstuk 3 voor meer
informatie. ) Het systeem wordt
automatisch ingeschakeld en in de
stand-bymodus gezet om te worden
geactiveerd. Het systeem wordt
geactiveerd als de rijsnelheid lager isdan 10 km/h en de selectiehendel in
stand R (achteruit) staat.
✽✽ AANWIJZING
Het detectiebereik van de RCTA (Rear
Cross Traffic Alert) is ongeveer 0,5 - 20m.
Een voertuig wordt gesignaleerd als de
rijsnelheid van dat voertuig 4 - 36 km/h
is in het detectiebereik. Het
detectiebereik kan echter worden
beïnvloed door de omstandigheden. Let
altijd op de omgeving.■ Type A■Type B
ODM056070L/ODM056071L
Page 538 of 729

Rijden met uw auto
90
5
Type waarschuwing
Als het voertuig dat door de sensoren is
gesignaleerd uw auto nadert, klinkt de
waarschuwingszoemer, knippert het
waarschuwingslampje in de
buitenspiegel en verschijnt er een
melding in het LCD-display.
✽✽
AANWIJZING
Als het gesignaleerde voertuig buiten het detectiebereik van uw auto is, rijd
dan langzaam weg van het
gesignaleerde voertuig; de
waarschuwing zal verdwijnen.
Het systeem werkt mogelijk niet goed door andere factoren of
omstandigheden. Let altijd op uw
omgeving.
Als de linker- of rechterzijde van de bumper wordt afgeschermd door een
vangrail of een voertuig, neemt de
gevoeligheid van het systeem mogelijkaf.
■Links■Rechts
ODM056075L/ODM056073L
WAARSCHUWING
Het waarschuwingslampje in de buitenspiegel gaat branden wanneer er door het systeem
achteropkomend verkeer wordt
gedetecteerd. Vertrouw nietalleen op het
waarschuwingslampje maar
houd ook de omgeving rond de
auto goed in de gaten, om
aanrijdingen te voorkomen.
Rijd veilig, ook al is de auto uitgerust met het Blind SpotDetection-systeem (BSD) en Rear
Cross Traffic Alert (RCTA).
Vertrouw niet blindelings op het
systeem, maar controleer altijd
de omgeving bij het wisselen van
rijstrook of achteruitrijden. Het
systeem waarschuwt de
bestuurder mogelijk niet in alle
gevallen, dus houd de omgevingtijdens het rijden altijd goed in degaten.
(Vervolg)
Page 539 of 729

591
Rijden met uw auto
✽✽AANWIJZING
Het systeem werkt mogelijk niet goed wanneer de bumper is vervangen of
reparatiewerkzaamheden zijn
uitgevoerd in de buurt van de sensor.
Het detectiebereik is afhankelijk van
de breedte van de weg. Als de weg
smal is, kan het systeem mogelijk
andere voertuigen signaleren op de
naastliggende rijstrook.
Het systeem wordt mogelijk uitgeschakeld ten gevolge van
elektromagnetische golven.Gevallen waarbij het systeem niet
mag worden gebruikt
De bestuurder kan mogelijk niet via de
buitenspiegel worden gewaarschuwd
wanneer:
- Het buitenspiegelhuis is beschadigd of vuil.
- De ruit is vuil.
- De ruiten sterk getint zijn
(Vervolg)
Het Blind Spot Detection- systeem (BSD) en Rear Cross
Traffic Alert (RCTA) zijn geen
vervanging voor een juist en
veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en wees voorzichtig bij het
wisselen van rijstrook of
achteruitrijden. Het Blind SpotDetection-systeem (BSD)
signaleert mogelijk niet alleobjecten naast de auto.
Page 540 of 729

Rijden met uw auto
92
5
AANDACHT VAN DE BESTUURDER
De bestuurder dient in onderstaande
situaties voorzichtig te zijn, omdat het
systeem onder bepaalde
omstandigheden andere voertuigen of
objecten mogelijk niet signaleert.
- De auto rijdt op een bochtige weg of
door een tolpoort.
- De sensor is bedekt met water, sneeuw,
modder, enz.
- De achterbumper, waarin de sensor is
ondergebracht, is bedekt of
geblokkeerd door een object, zoals een
sticker, bumperbeschermer,
fietsendrager, enz.
- De achterbumper is beschadigd of de sensor bevindt zich niet meer in zijn
oorspronkelijke positie.
- De voertuighoogte is lager of hoger
dan normaal door zware lading in de
bagageruimte, een abnormale
bandenspanning, enz.
- De auto rijdt in slecht weer, zoals
hevige regen of sneeuw.
- Er bevindt zich een vast voorwerp in
de buurt van de auto, zoals een
vangrail.
- Er is een groot voertuig in de buurt, zoals een bus of vrachtwagen.
(Vervolg)(Vervolg)
- Er is een (motor)fiets in de buurt.
- Er bevindt zich een platte aanhanger
in de buurt.
- Als uw auto gelijktijdig weggereden is
met de auto naast u en geaccelereerd
heeft.
- Als het andere voertuig met zeer hoge snelheid passeert.
- Tijdens het wisselen van rijstrook.
- Tijdens het op- of afrijden van een steile weg waar de hoogte van de
rijstroken verschillend is.
- Als het andere voertuig zeer dicht
nadert.
- Er hangt een aanhanger of
fietsendrager achter de auto.
- De temperatuur van de achterbumper
is (te) hoog.
- Als de sensoren geblokkeerd worden
door andere voertuigen, wanden of
pilaren rond de parkeerplaats.
- Wanneer het gesignaleerde voertuig ook achteruitrijdt terwijl uw auto
achteruitrijdt.
- Als er kleine objecten zijn, zoals een
winkelwagen of kinderwagen.
- Lage voertuigen, zoals sportwagens.
- Als andere voertuigen zich dicht bij uw auto bevinden.
(Vervolg)(Vervolg)
- Als het voertuig op de naastliggende
rijstrook één rijstrook opschuift ten
opzichte van u OF als het voertuig op
de tweede rijstrook naast u opschuift
naar de naastliggende rijstrook.