Hyundai Santa Fe 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: 2016, Model line: Santa Fe, Model: Hyundai Santa Fe 2016Pages: 729, PDF Size: 67.42 MB
Page 501 of 729

553
Rijden met uw auto
Uitschakelen
Druk op de Auto Hold-schakelaar om de
Auto Hold-functie uit te schakelen.
De AUTO HOLD-indicator zal uitgaan.
Druk om het Auto Hold-systeem uit te
schakelen als de auto stilstaat op de
Auto Hold-schakelaar terwijl u het
rempedaal ingetrapt houdt.
✽✽AANWIJZING
Het Auto Hold-systeem werkt niet als: - De veiligheidsgordel van debestuurder niet omgedaan is en het
bestuurdersportier open staat
- De motorkap wordt geopend terwijl
de selectiehendel in stand D staat.
- De achterklep wordt geopend
terwijl de selectiehendel in stand R
staat.
- De selectiehendel in P (parkeren) staat
- De EPB geactiveerd is
Uit veiligheidsoverwegingen schakelt
het Auto Hold-systeem automatisch
over naar EPB in onderstaande
gevallen:
- De veiligheidsgordel van debestuurder niet omgedaan is en het
bestuurdersportier open staat
- De motorkap wordt geopend terwijl de selectiehendel in stand D staat.
- De achterklep wordt geopend terwijl de selectiehendel in stand R
staat.
- De auto staat langer dan 10 minuten
stil
- De auto staat stil op een steile helling
- De auto is meerdere keren in beweging gekomen
(Vervolg)(Vervolg)
In deze gevallen gaat het
waarschuwingslampje voor het
remsysteem branden, verandert de
kleur van de AUTO HOLD-indicator
van groen naar wit en klinkt er een
waarschuwingssignaal en wordt er
een melding weergegeven om u te
informeren dat de EPB automatisch
geactiveerd is. Trap voor het weer
wegrijden het voetrempedaal in,
controleer de omgeving rond uw auto
en deactiveer de parkeerrem
handmatig met de EPB-schakelaar.
Als de AUTO HOLD-indicator geel brandt werkt het Auto Hold-systeem
niet goed. We adviseren u contact op
te nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
Mogelijk hoort u een mechanisch geluid wanneer Auto Hold is
geactiveerd. Dit is echter een normaal
werkingsgeluid.
ODM052021
LLLLaaaammmmppppjjjjeeee uuuuiiiitttt
Page 502 of 729

Rijden met uw auto
54
5
Antiblokkeersysteem (ABS)(Vervolg)
Probeer de werking van het ABS (of
ESC) van uw auto niet uit bij hoge
snelheden of tijdens het nemen van
een bocht. Hiermee kunt u zichzelf
en anderen in gevaar brengen.
OPMERKING
Als er een probleem aanwezig is
met het systeem dat signaleert ofhet bestuurdersportier, demotorkap of de achterklep
openstaat, werkt het Auto Hold-systeem wellicht niet goed. Weadviseren u contact op te nemen met een officiële HYUNDAI-dealer.
WAARSCHUWING
ABS (of ESC) kan geen ongelukken
voorkomen die het gevolg zijn van
gevaarlijk rijgedrag. Hoewel de autobij een noodstop beter onder
controle gehouden kan worden, is
het toch noodzakelijk voldoende
afstand tot uw voorligger te
bewaren. U moet uw rijsnelheidaltijd aanpassen aan deomstandigheden en zo nodig uw
snelheid verlagen.
De remweg van auto’s met ABS (of
ESC) kan in de volgende situaties
langer zijn dan van auto’s zonder
een dergelijk systeem.
Rijd in dergelijke situaties met een
gereduceerde snelheid:
Op slechte wegen, wegen met steenslag of wegen die met sneeuw bedekt zijn.
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn.
Op wegen met kuilen of met hoogteverschillen.
(Vervolg)
WAARSCHUWING
Trap het gaspedaal langzaam in als u wilt wegrijden.
Schakel uit veiligheidsoverwegingen het
Auto Hold-systeem uit als u
heuvelaf rijdt, achteruit rijdt of de
auto parkeert.
Page 503 of 729

555
Rijden met uw auto
Het ABS registreert continu de snelheid
van de wielen. Zodra de wielen dreigen
te blokkeren, vermindert het ABS de
hydraulische remdruk op de wielen.
In dat geval is een tikkend geluid hoorbaar in het remsysteem en kan het
rempedaal gaan trillen. Dit is normaal.
Het betekent dat het ABS in werking is
getreden. Om in een noodsituatie hetmaximale rendement uit het ABS te
halen, dient u niet zelf "pompend" te
gaan remmen. Trap het rempedaal zo
hard mogelijk in en laat het ABS verder
het werk doen.
✽✽AANWIJZING
Na het starten van de motor en het
wegrijden kan er in de motorruimte een
klikkend geluid hoorbaar zijn. Dat is
normaal en geeft aan dat het ABS op de
juiste manier werkt.
Zelfs met het antiblokkeersysteem heeft uw auto nog steeds voldoende
remweg nodig. Bewaar altijd een
veilige afstand tot de auto voor u.
Rem altijd af voor een bocht. Het antiblokkeersysteem kan geen
ongevallen voorkomen die het gevolg
zijn van te snel rijden.
Op wegen met los grind of wegen die niet vlak zijn kan het
antiblokkeersysteem voor een langere
remweg zorgen dan bij auto’s zonder
antiblokkeersysteem.
OPMERKING
Wanneer het
waarschuwingslampje ABSbrandt en blijft branden, is er
mogelijk een probleem aanwezigin het ABS. In dat geval werken de remmen echter wel normaal.
Het waarschuwingslampje ABS gaat nadat het contact om standON is gezet ongeveer 3 seconden branden. Het ABS voert dan eenzelfdiagnose uit en het lampje zal
doven wanneer alles in orde is.Wanneer het lampje blijft branden, is er mogelijk een probleemaanwezig in het ABS. We
adviseren u contact op te nemenmet een officiële HYUNDAI-dealer.
W-78
Page 504 of 729

Rijden met uw auto
56
5
✽✽
AANWIJZING
Als u de auto met een hulpaccu moet
starten doordat de accu is leeggeraakt,
draait de motor mogelijk niet soepel
rond en kan bovendien het
waarschuwingslampje ABS gaan
branden. Dit komt door de lage
accuspanning. Het betekent niet dat er
een storing in het ABS is.
Rem niet “pompend”!
Laat de accu bijladen voordat u wegrijdt.
Voertuigstabiliteitsregeling
(Electronic Stability Control-ESC)
(indien van toepassing)
Het ESC-systeem is ontworpen om de
stabiliteit van de auto in bochten te
verbeteren. Het ESC controleert in welke
richting u stuurt en in welke richting de
auto daadwerkelijk beweegt. Het ESC
remt de wielen gericht af en grijpt indien
nodig in in het motormanagement
-systeem om de auto te stabiliseren.
OPMERKING
Als u op een weg rijdt waar erg
weinig grip is, bijvoorbeeld bij
vorst, en voortdurend de remmenbedient, is het ABS voortdurendin werking en kan het waarschuwingslampje ABS gaan
branden. Zet de auto stil op eenveilige plaats en zet de motor uit.
Start de motor opnieuw. Als het waarschuwingslampje ABS dooft,
is het ABS in orde. Anders is ermogelijk een storing in het ABS.We adviseren u contact op tenemen met een officiële
HYUNDAI-dealer.WAARSCHUWING
Rijd niet harder dan de toestand
van de weg toelaat en neem
bochten niet met een te hoge
snelheid. De voertuigstabiliteits
-regeling (ESC) kan aanrijdingen
niet voorkomen. Te hoge
bochtensnelheden, abrupteuitwijkmanoeuvres en aquaplaningop een nat wegdek kunnen nog
steeds leiden tot ernstige
ongelukken. Alleen een bestuurderdie veilig en oplettend rijdt kan
aanrijdingen voorkomen doormanoeuvres te vermijden die
kunnen leiden tot het verlies van
grip van de banden. Neem ook bij
een auto die is uitgerust met ESC
de normale voorzorgsmaatregelen
in acht en pas uw snelheid altijdaan aan de omstandigheden.
ODM052046
Page 505 of 729

557
Rijden met uw auto
Het ESC-systeem (Electronic Stability Control) is een elektronisch systeem dat
ontworpen is om de auto onderongunstige omstandigheden beter onder
controle te kunnen houden. Het systeem
is geen vervanging voor een veilig
rijgedrag. Zaken als snelheid, conditie
van de weg en stuurcommando’s van de
bestuurder hebben invloed op de mate
waarin het ESC verlies van controle over
de auto kan voorkomen. Het blijft te allen
tijde de verantwoordelijkheid van debestuurder de snelheid aan te passen
aan de omstandigheden en te zorgen
voor een juiste veiligheidsmarge.
In dat geval is een tikkend geluid hoorbaar in het remsysteem en kan het
rempedaal gaan trillen. Dit is normaal.
Het betekent dat het ESC in werking isgetreden.
✽✽AANWIJZING
Na het starten van de motor en het
wegrijden kan er in de motorruimte een
klikkend geluid hoorbaar zijn. Dat is
normaal en geeft aan dat het ESC op de
juiste manier werkt.
Werking voertuigstabiliteitsregeling
Voertuigstabiliteitsregeling ingeschakeld wordt gezet, gaan de controlelampjes ESC en ESC
OFF gedurende ongeveer 3
seconden branden, waarna
de voertuigstabiliteitsregeling
wordt ingeschakeld.
-stabiliteitsregeling uit te
schakelen, de schakelaarESC OFF ten minste 0,5
seconden ingedrukt nadat het
contact in stand ON is gezet.(Het controlelampje ESC
OFF gaat branden.) Druk op
de schakelaar ESC OFF om
de voertuigstabiliteitsregeling
in te schakelen (hetcontrolelampje ESC OFFdooft).
motor is mogelijk een zacht
tikkend geluid hoorbaar. Dit isde automatische
zelfdiagnosefunctie van de
voertuigstabiliteitsregeling en
duidt niet op een storing. In werking
Als de voertuigstabiliteits
-regeling in werking treedt, gaat het controlelampje ESCknipperen.
-regeling werkt, voelt u
mogelijk lichte trillingen in de
auto. Dit wordt veroorzaakt
door het aansturen van de
remmen en is normaal.
modderige of gladde weg
neemt het motortoerental
mogelijk niet toe, ook al trapt
u het gaspedaal volledig in.
Dit dient om de stabiliteit en
tractie van de auto tebehouden en duidt niet op
een probleem.
-
Page 506 of 729

Rijden met uw auto
58
5
Voertuigstabiliteitsregeling
uitschakelen
Voertuigstabiliteitsregeling uitgeschakeld
Deze auto heeft 2
verschillende modi waarin de
voertuigstabiliteitsregeling is
uitgeschakeld.
Als de motor uit wordt gezet
wanneer de
voertuigstabiliteitsregeling is
uitgeschakeld, blijft de
voertuigstabiliteitsregeling
uitgeschakeld. Pas wanneer de
motor opnieuw wordt gestart,zal de
voertuigstabiliteitsregeling
automatisch weer worden
ingeschakeld.
Voertuigstabiliteitsregeling
uitgeschakeld 1
Druk, om de voertuigstabiliteitsregeling
uit te schakelen, de toets ESC OFF
(ESC OFF ) kort in (controlelampje
ESC OFF (ESC OFF ) gaat
branden). In deze modus werkt hetmotorregelsysteem niet.
Dat betekent dat de anti-
doorslipregeling niet werkt. Alleen de
remfunctieregeling werkt.
Voertuigstabiliteitsregeling
uitgeschakeld 2 Houd, om de
voertuigstabiliteitsregeling uit te
schakelen, de toets ESC OFF (ESC
OFF ) ten minste 3 seconden
ingedrukt. Het controlelampje ESC
OFF (ESC OFF ) gaat branden en
de waarschuwingszoemer ESC OFF
klinkt. In deze modus werken hetmotorregelsysteem en de
remfunctieregeling niet. Dat betekent
dat de voertuigstabiliteitsregeling niet
langer werkt.
Controlelampje
Als het contact in stand ON wordt gezet,
gaat het controlelampje branden. Als hetsysteem in orde is dooft het lampje na
enige tijd weer.
Het controlelampje ESC knippert als het
ESC werkt of gaat branden als het ESC
niet in werking treedt. Het controlelampje ESC OFF gaat
branden als het ESC wordt
uitgeschakeld met de schakelaar.
■ESC Controlelampje
■ ESC OFF Controlelampje
Page 507 of 729

559
Rijden met uw auto
Voertuigstabiliteitsregelinguitschakelen
Tijdens het rijden
Het verdient aanbeveling om de voertuigstabiliteitsregeling waar
mogelijk ingeschakeld te houden.
Schakel de voertuigstabiliteitsregeling tijdens het rijden alleen uit als u op een
vlakke weg rijdt.
✽✽ AANWIJZING
Schakel de voertuigstabiliteitsregeling uit (controlelampje ESC OFF brandt)
als de auto op een rollenbank getest
wordt. Als dat niet gebeurt, kan het
toerental van de wielen mogelijk niet
verhoogd worden, waardoor een
foutieve diagnose zou kunnen worden
gesteld.
Het uitschakelen van de voertuigstabiliteitsregeling heeft geen
gevolgen voor een correcte werking
van het ABS en het remsysteem.
WAARSCHUWING
De voertuigstabiliteitsregeling is
slechts een hulpmiddel bij het
rijden. Pas op bochtige en gladde
wegen uw rijsnelheid aan. Rijd
voorzichtig en probeer niet te
accelereren als het controlelampje
ESP knippert of als u op een gladdeweg rijdt.
WAARSCHUWING
Druk nooit op de schakelaar
ESC OFF als de voertuig
-stabiliteitsregeling in werking is
(controlelampje ESC knippert). Als
het systeem in dat geval toch wordt
uitgeschakeld, kan de auto gaanslippen.
OPMERKING
Als er banden en/of velgen met een verschillende maat onder de auto
gemonteerd zijn, kan dat dewerking van het ESC in negatievezin beïnvloeden. Zorg er daarom voor dat als de banden onder uw
auto vervangen moeten worden, zedezelfde maat hebben als deoriginele banden.
Page 508 of 729

Rijden met uw auto
60
5
Vehicle stability management
(VSM) (indien van toepassing)
Dit systeem zorgt voor nog meer stabiliteit en een betere stuurreactie bij
het rijden op een glad wegdek of
wanneer de auto tijdens het remmen een
verschil in weerstand waarneemt tussen
de rechter- en linkerwielen.
Werking VSM
Als het VSM in werking is:
Het controlelampje ESC ( )
(Electronic Stability Control) zal knipperen.
Het stuurwiel kan verdraaid worden.
Als het Vehicle Stability Management
werkt, voelt u mogelijk lichte trillingen in
de auto. Dit wordt veroorzaakt door het
aansturen van de remmen en is normaal.
Het VSM werkt niet wanneer:
Op een hellend wegdek wordt gereden, bijvoorbeeld helling op of helling af
Achteruit wordt gereden
Het controlelampje ESC OFF ( ) in het instrumentenpaneel blijft branden
Het controlelampje EPS (Elektrische
stuurbekrachtiging) in het
instrumentenpaneel blijft branden
VSM uitschakelen
Als u op de toets ESC OFF drukt om het
ESC uit te schakelen, wordt ook het VSM
uitgeschakeld en gaat het controlelampje
ESC OFF ( ) branden.
Druk nogmaals op de toets om het VSM
weer in te schakelen. Het controlelampjeESC OFF dooft.
Controlelampje Storing
Zelfs wanneer u de toets ESC OFF niet
indrukt, wordt het VSM mogelijk
uitgeschakeld. Dit geeft aan dat er
ergens in de EPS (elektrische
stuurbekrachtiging) of het VSM-systeem
een storing is waargenomen. Laat, als
het controlelampje ESC ( ) of het
waarschuwingslampje EPS blijft
branden, We adviseren u contact op te
nemen met een officiële HYUNDAI-
dealer.
✽✽ AANWIJZING
Het VSM dient in werking te treden bij een snelheid van ten minste 15
km/h bij het nemen van bochten.
Het VSM dient in werking te treden bij een snelheid van ten minste 30
km/h wanneer de auto remt op een
split-mu-weg. Een split-mu-weg is een
weg waarbij de wrijvingscoëfficiënt
voor de wielen (links en rechts)
verschillend is.
WAARSCHUWING
Het Vehicle Stability Management -systeem is geen vervanging
voor een veilig rijgedrag en dient
slechts als hulpmiddel. Het is de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder om altijd de snelheid
en de afstand tot de voorligger in
de gaten te houden. Houd het
stuurwiel tijdens het rijden stevig
vast.
Uw auto dient naar de wens van de bestuurder te werken, ook
wanneer deze met VSM is
uitgerust. Neem altijd de normale
voorzorgsmaatregelen in acht enpas uw snelheid altijd aan aan de
omstandigheden, zoals slechtweer en een glad wegdek.
Als er banden en/of velgen met een verschillende maat onder de
auto gemonteerd zijn, kan dat de
werking van het VSM in negatieve
zin beïnvloeden. Zorg er daarom
voor dat als de banden onder uw
auto vervangen moeten worden,
banden worden gebruikt die
dezelfde maat hebben als deoriginele banden.
Page 509 of 729

561
Rijden met uw auto
Trailer Stability Assist (TSA)
(indien van toepassing)
De Trailer Stability Assist werkt op
dezelfde manier als de elektronische
stabiliteitsregeling. De Trailer Stability
Assist probeert de auto en de aanhangerte stabiliseren als de aanhanger
uitbreekt of begint te slingeren. Het
uitbreken of slingeren van een
aanhanger kan verschillende oorzaken
hebben. Het slingeren gebeurt meestal
bij hogere rijsnelheden, maar het risico is
het grootst bij zijwind, windstoten en/ofonjuiste belading.
Oorzaken van slingeren: - Hoge snelheid- Harde zijwind
- Te zware of onjuist verdeelde lading- Plotselinge uitwijkmanoeuvres
- Oneffenheden in het wegdekDe Trailer Stability Assist houdt de
stabiliteit van de auto en de aanhanger
constant in de gaten. Als de Trailer
Stability Assist signaleert dat de
aanhanger begint te slingeren, worden
automatisch de voorwielen van de autoafgeremd om de combinatie te
stabiliseren. Als dat niet voldoende is,
worden alle wielen automatisch
afgeremd en wordt het motorvermogen
voor zover nodig verminderd. Zodra de
stabiliteit van de combinatie is hersteld,
stopt de werking van de Trailer StabilityAssist.
Hill-start Assist Control (HAC)
(indien van toepassing)
Een auto heeft de neiging om achteruit te
rijden als u wegrijdt op een helling. De
Hill-start Assist Control (HAC) voorkomt
dat de auto dan achteruitrijdt, doordat de
remmen automatisch ongeveer 2
seconden bediend worden. De remmen
worden weer gelost wanneer het
gaspedaal ingetrapt wordt of na
ongeveer 2 seconden.
✽✽
AANWIJZING
De HAC werkt niet wanneer de selectiehendel in stand P of N staat.
De HAC wordt wel geactiveerd
wanneer het ESC-systeem
uitgeschakeld is, maar niet wanneer
er een storing in het ESC-systeem is
opgetreden.
WAARSCHUWING
De HAC werkt maar ongeveer 2
seconden. Trap dus altijd hetgaspedaal in wanneer de auto in
beweging komt.
Page 510 of 729

Rijden met uw auto
62
5
Noodstopsignaal
(Emergency Stop Signal-ESS)
(indien van toepassing) Het Emergency Stop Signal-systeem
waarschuwt achteropkomendebestuurders door het remlicht te laten
knipperen wanneer de auto plotseling
sterk afremt. Het systeem wordt
geactiveerd als:
De auto plotseling afremt (rijsnelheid is
hoger dan 55 km/h en de deceleratie
van de auto is groter dan 7 m/s 2
)
Het ABS in werking treedt Het lampje stopt met knipperen
wanneer de rijsnelheid lager is dan 40
km/h en het ABS wordt gedeactiveerd
of de auto niet meer sterk afremt. In
plaats daarvan gaan de
alarmknipperlichten automatisch
branden. In plaats daarvan gaan de
alarmknipperlichten automatisch
branden.
De alarmknipperlichten doven
wanneer de rijsnelheid hoger is dan 10
km/h zodra de auto weer begint te
rijden. De alarmknipperlichten doven
ook wanneer de auto langere tijd met
een lage snelheid rijdt. U kunt de
lichten uitschakelen door de
schakelaar van de alarmknipperlichten
in te drukken. Downhill Brake Control (DBC)
(indien van toepassing) ❈
Dit onderdeel wijkt mogelijk af van de afbeelding.
De Downhill Brake Control (DBC)
ondersteunt de bestuurder bij het afrijden
van een steile helling, zonder dat debestuurder het rempedaal hoeft in te
trappen. De DBC vertraagt de auto tot
minder dan 10 km/h, zodat de bestuurderalleen maar de auto hoeft te besturen.
De DBC is standaard uitgeschakeld
wanneer het contact ingeschakeld wordt.
U kunt DBC in- of uitschakelen met de toetsOPMERKING
Het ESS-systeem werkt niet wanneer de alarmknipperlichten al
zijn ingeschakeld.
ODM056047