Hyundai Sonata
Manufacturer: HYUNDAI, Model Year: , Model line: , Model:Pages: 139, PDF Size: 2.23 MB
Page 21 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-9
ZB060E1-AX Lendesteun (Indien gemonteerd) (alleen bestuurdersstoel)
B080E03Y
1
2
De lendesteun wordt harder door de knop naar
voren te draaien en zachter door deze knop naar achteren te draaien. ZB060F1-AX Hoogte van voorstoel verstellen (Indien gemonteerd)(alleen bestuurdersstoel)
B080F02Y
Voor het verstellen van de zittinghoogte moet
de draaiknop in de gewenste richting worden gedraaid. B090A01Y-AXT ELEKTRISCH BEDIENDE BESTUURDERSSTOEL (indien aanwezig) De stand van de bestuurdersstoel kan worden
ingesteld met de knop aan de linkerzijde van de stoel. Stel de stand van de stoel zodanig in dathet stuurwiel, de pedalen en debedieningsorganen op het dashboard goedbereikbaar zijn. VOORZICHTIG: Bedien de twee knoppen niet tegelijkertijd.
WAARSCHUWING:
o Verander de stand van de stoel niet tijdens het rijden. Hierdoor kunt u de controleover de auto verliezen waardoor eendodelijk ongeval, letsel of schade kanontstaan.
o Zit niet onnodig dicht bij de airbag (i.v.m. een betere bescherming tijdens eenaanrijding).
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
9
Page 22 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-10 YB070C1-AX Verstellen zittinghoogte (Indien gemonteerd)
YB070D1-AX Rugleuning verstellen (Indien gemonteerd) Draai het bovenste gedeelte van de schakelaar
in de gewenste richting om de rugleuning naar voren of naar achteren te bewegen. Als deschakelaar wordt losgelaten, wordt de rugleuningin de betreffende stand vergrendeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op persoonlijk letsel bij een
aanrijding of noodstop te voorkomen, moeten tijdens het rijden zowel de leuningvan de bestuurders- als van depassagiersstoel zo rechtop mogelijk zijngeplaatst. De door de veiligheidsgordelgeboden beveiliging kan drastisch afnemenals de leuning schuin wordt geplaatst, omdathet mogelijk is dat de persoon onder deveiligheidsgordel doorglijdt, met als gevolgernstig letsel bij een noodstop of aanrijding.
HEF-182HEF-181
Beweeg het voorste gedeelte van de schakelaar
in de gewenste richting om de voorzijde van de zitting naar boven of beneden te bewegen.Beweeg het achterste gedeelt van de schakelaarin de gewenste richting om de achterzijde vande zitting naar boven of beneden te bewegen.
YB070B1-AX Voorstoel in lengterichting verstellen (Indien gemonteerd)
HEF-180
1
2
Druk de schakelaar naar voren of naar achteren
om de stoel naar voren of naar achteren in de juiste stand te plaatsen. Als de schakelaarwordt losgelaten, wordt de stoel in die standvergrendeld.
1. Schakelaar voor verstellen rugleuning.
2. Schakelaar voor verstellen stand van zitting en zittinghoogte.
WAARSCHUWING:Controleer of de stoel goed is vergrendeld
door hem naar voren en achteren te drukken zonder de bedieningsschakelaar te bedienen.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
10
Page 23 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-11
YB070E1-AX STOELVERWARMING (Indien gemonteerd) YB300C2-FX NEERKLAPBARE VAN DE ACHTERBANK (Indien gemonteerd)
o On de leuning te ontgrendelen moet de knop in de rugleuning worden ingedrukt, waarna de leuning naar voren kan worden geklapt.
o Bij het weer omhoog klappen van de leuning moet worden gecontroleerd of deze weergoed vergrendeld is, door hem aan debovenzijde naar voren en achteren tedrukken.
WAARSCHUWING: Het neerklappen van de leuningen van de
achterbank is bedoeld voor het vervoeren van lange voorwerpen. Het is niet toegestaandat passagiers tijdena het rijden op eenneergeklapte leuning plaats nemen. Dit kanbij een aanrijding of een noodstopverwondingen tot gevolg hebben, omdatgeen goede zitpositie kan worden
1MS104009-1
De functie van de stoelverwarming is het
verwarmen van de voorstoel bij koud weer. Druk bij aangezet contact de schakelaar op demiddenconsole in om de bestuurdersstoel ofpassagiersstoel te verwarmen. Als het inverband met de weersomstandigheden ofandere omstandigheden niet noodzakelijk is datde stoelen verwarmd worden, moeten deschakelaars in de stand "OFF" blijven staan.
B140A02Y
YB300B2-AX HOEDENPLANK Voor de veiligheid van de passagiers in het van belang dat bagage of andere voorwerpen nietboven de rugleuning van de achterbankuitsteken.
HEF-135
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
11
Page 24 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-12 ZB090A1-FX OPMERKINGEN MET BETREKKING TOT DE VEILIGHEIDSGORDELS Het is verplicht de veiligheidsgordels te gebruiken.Als deze belangrijke veiligheidsvoorziening nietwordt gebruikt is de kans op verwondingen ende ernst ervan bij een aanrijding aanzienlijkhoger. Let bovendien op de volgendeaanbevelingen: ZB090C1-FX Oudere kinderen Kinderen t/m 12 jaar moeten altijd op de achterbank worden meegenomen. Het isverplicht de veiligheidsgordels te gebruiken. Leterop dat het kind tijdens het rijden niet tussende beide voorstoelen gaat staan of op de zittinggaat staan of knielen. ZB090D1-AX Gebruik tijdens zwangerschapOm de kans op verwondingen bij een aanrijding te voorkomen, is het dragen van deveiligheidsgordel ook tijdens zwangerschapverplicht. Hierbij moet er op worden gelet dathet heupgedeelte zo laag mogelijk wordtgedragen (niet over de buik). Raadpleeghieromtrent tevens uw arts.
ZB090E1-AX Meenemen van een gewondeOok als een gewonde wordt vervoerd moet de
veiligheidsgordel worden gebruikt. Raadpleeg zonodig een arts.
ZB090F1-AX Een persoon per gordelHet gebruik van een gordel door twee personen
(kinderen) is niet toegestaan. Ingeval van een aanrijding is de kans op verwondingenaanzienlijk groter.
ZB090G1-AX Zit rechtop Voor een maximale bescherming van alle
passagiers is het van belang dat ze rechtop zitten. De beschermende werking van deveiligheidsgordel gaat grotendeels verloren alsde rugleuning van de voorstoelen te ver naarachteren staat of als een passagier op deachterbank niet goed rechtop zit.
ZB090H1-AX ONDERHOUD VAN DE VEILIG-
HEIDSGORDELS De veiligheidsgordel mag nooit worden
gedemonteerd en ook mogen geen wijzigingen aan de gordel worden uitgevoerd. Bovendienmoet er op worden gelet dat de gordels, desloten en de verankeringspunten niet door onjuistgebruik worden beschadigd.
gewaarborgd en geen gebruik kan worden gemaakt van veiligheidsgordels bijneergeklapte rugleuningen.
YB300D1-FX VEILIGHEIDSVERGRENDELING
LEUNING VAN ACHTERBANK
(Indien gemonteerd)
Als de vergrendelknop van de leuning van de
achterbank (aan de achterzijde van de leuning) zich in de stand "LOCK" bevindt als de leuningenomhoog staan, is het niet mogelijk de leuningneer te klappen m.b.v. de ontgrendelknop. Omde rugleuning neer te kunnen klappen moet devergrendelknop in de stand "FREE" wordengeplaatst. De vergrendelknop is bedoeld omongewilde toegang tot de kofferruimte tevoorkomen.
HEF-137
FREE
LOCK
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
12
Page 25 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-13
ZB090I1-AX Regelmatige inspectieHet is aan te bevelen de veiligheidsgordels
regelmatig op beschadigingen en slijtage te laten controleren. Beschadigde onderdelenmoeten zo snel mogelijk worden vervangen.
ZB090J1-AX Houd de gordels schoon en droogDe veiligheidsgordels moeten schoon en droog
worden gehouden. De gordels kunnen worden gereinigd met warm water waaraan een zachtezeep is toegevoegd. De gordels mogen nooitmet bleekmiddelen, verf, oplosmiddelen ofschurende produkten worden behandeld, omdatdeze middelen het weefsel aantasten.
B170A01Y
ZB090T1-HX 3-PUNTS VEILIGHEIDSGORDEL
YR10301B
Trek de gordel gelijkmatig uit het
oprolmechanisme en steek de slottong in het slot. De slottong moet hoorbaar aangrijpen.
De lengte van de veiligheidsgordel past zich
automatisch aan de zitpositie aan. Hetoprolmechanisme blokkeert de veiligheidsgordelbij een noodstop of een aanrijding, maar ook bijabrupte bewegingen naar voren.
ZB090K1-AX Vervangen van de veiligheidsgordelsHet is van belang dat de gehele veiligheidsgordel
wordt vervangen als hij ten gevolge van een aanrijding zwaar is belast. Dit geldt ook alsuiterlijk geen beschadigingen zichtbaar zijn.Raadpleeg hieromtrent uw Hyundai dealer. B170A04A-AXT IN HOOGTE VERSTELBARE VEILIGHEIDSGORDELS, VOOR(Indien gemonterrd) U kunt de hoogte van de schoudergordel-
verankering in een van de vier posities instellen. Als de hoogte te dicht bij de hals is ingesteld,
heeft u niet de optimale bescherming. Het schoudergedeelte moet zodanig wordeningesteld dat hij over de borst loopt en over deschouder, dichter bij het portier dan bij de hals.
Verplaats de verankering van de
veiligheidsgordel naar boven of naar benedenom de hoogte in de gewenste stand af testellen. Trek de verankering omhoog om hemhoger in te stellen. Druk hem naar beneden metingedrukte hoogte-instelknop om de verankeringte verlagen.
Laat de knop los om de verankering te
vergrendelen. Probeer de knop te verplaatsenom te controleren of hij goed is vergrendeld. WAARSCHUWING:
o Het verstelmechanisme moet tijdens het rijden zijn vergrendeld.
o Een onjuiste afstelling van de schouderhoogte van de veiligheidsgordelkan er toe leiden dat de gordel nietoptimaal functioneert bij een aanrijding.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
13
Page 26 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-14 B220A01Y-GXT VEILIGHEIDSGORDELS – Middelste zitplaats op achterbank, 3-puntsgordel met gordelblokkering
1. Controleer voordat de gordel voor de middelste zitplaats op de achterbank wordt vastgemaakt, of de metalen slottong (a) enhet slot (b) in elkaar aangrijpen.
2. Trek, als dit in orde is, de veiligheidsgordel uit het oprolmechanisme en steek de metalenslottong (c) in het slot (d).
Er is een "klik" hoorbaar als de slottong in het
slot aangrijpt. De veiligheidsgordel wordt alleenautomatisch op de juiste lengte afgesteld, nadat
B220A02Y
WAARSCHUWING:
o Bij gebruik van de middelste veiligheidsgordel voor de achterbank, moeten alle slottongen en sloten zijnvergrendeld. Als één van de metalenslottongen of sloten niet is vergrendeld,neemt de kans op verwondingen bij eenaanrijding toe.
o De metalen slottong (a) en het slot (b) mogen alleen in de volgende gevallenworden losgemaakt.
De veiligheidsgordel wordt ontgrendeld door deknop in het slot in te drukken. De gordel wordtdan door het oprolmechanisme opgerold. Is ditniet het geval, dan moet worden gecontroleerdof de gordel niet is verdraaid.
de heupgordel met de hand zonder speling overde heupen is getrokken. Wanneer langzaam enrustig voorover wordt gebogen, wordt de gordel
uitgetrokken en kan de inzittende zich bewegen.Bij een onverhoedse stop of een aanrijdingwordt de gordel in de stand geblokkeerd. Hijblokkeert ook als de inzittende zich te snel naar voren beweegt.B220A02Y
(a)
(b) (c)
(d)
ZB090V1-AX Het losmaken van de veiligheidsgordel
YR10321B
Het heupgedeelte moet over het bekken liggen
en niet over de buik. Als de gordel te hoog zit, bestaat de kans dat u bij een aanrijding onderde gordel doorschuift. De schoudergordel moetover de schouder liggen en niet onder de oksel. ZB090U1-AX Gordel verstellen
YR10311B
efholl-1.p65
6/20/2008, 10:34 AM
14
Page 27 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-15
B220C01Y-GXT Veiligheidsgordel losmaken Voor het losmaken van de veiligheidsgordel
moet de knop in het slot worden ingedrukt.
WAARSCHUWING:
Het slotmechanisme voor de middelste
veiligheidsgordel van de achterbank, is
anders dan dat voor de schoudergordels.Controleer bij het vastmaken van demiddelste gordel of de schoudergordels of (1) Wanneer de neerklapbare rugleuning
wordt neergeklapt.
(2) Wanneer de achterste veiligheid- sgordels door andere voorwerpenkunnen worden beschadigd.
o Sluit de metalen slottong (a) onmiddellijk weer op het slot (b) aan nadat de
rugleuningen rechtop zijn geplaatst. de slottongen in de juiste sloten wordenaangebracht, zodat een maximalebescherming van de veiligheidsgordelswordt verkregen en een goede werking isgewaarborgd.
B220C02Y
B230A02A-AXT VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR
KINDEREN Kinderen moeten in de auto altijd op de
achterbank in een veiligheidssysteem worden meegenomen, zodat de kans op verwondingenbij een aanrijding, plotseling afremmen ofplotselinge manoeuvres wordt beperkt. Volgensongevalstatistieken zijn kinderen veiliger als zeop de juiste wijze in een veiligheidsvoorzieningop de achterbank dan op de voorstoel wordenmeegenomen. Grotere kinderen moeten eenvan de aanwezige veiligheidsgordels gebruiken.
Volgens de wet moet voor kinderen een
veiligheidssysteem voor kinderen wordengebruikt. Kleine kinderen moeten in de auto ineen veiligheidssysteem (kinderzitje) wordenmeegenomen. Kinderen kunnen bij een aanrijding gewond
raken als hun veiligheidssysteem niet correct isbevestigd. Voor kleine kinderen en baby's moeteen kinderzitje of babyzitje worden gebruikt.Voordat een bepaald veiligheidssysteem voorkinderen wordt aangeschaft, moet wordengecontroleerd of het systeem voor uw auto ende veiligheidsgordels geschikt is en passend isvoor uw kind. Volg bij het installeren van hetveiligheidssysteem voor kinderen alle instructies die door de fabrikant van het systeem wordengegeven. WAARSCHUWING:
o Een veiligheidssysteem voor kinderen moet op de achterbank worden bevestigd. Een kinder- of babystoeltje mag nooit opde voorstoel worden bevestigd. Als bij de een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijde in werking treedt, kanhet kind of de baby in het kinder- ofbabystoeltje levensgevaarlijk gewondraken. Gebruik daarom eenveiligheidssysteem voor kinderen alleenop de achterbank.
o Omdat een veiligheidsgordel of een veiligheidssysteem voor kinderen in eenafgesloten stilstaande auto zeer warmkan worden, moeten de stoelhoes en degordelsloten worden gecontroleerd,voordat het kind in de auto wordtgeplaatst.
o Als het veiligheidssysteem voor kinderen niet in gebruik is, moet het in debagageruimte worden opgeborgen ofzodanig worden vastgezet dat het bij sterkafremmen of een aanrijding niet naarvoren wordt geslingerd.
o Kinderen die te groot zijn voor het veiligheidssysteem voor kinderen,moeten op de achterbank in de aanwezigegordel zitten.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
15
Page 28 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-16 B230D01E-AXT Bevestiging van een kinderzitje met "ISOFIX"-systeem (indien gemonteerd) Sommige fabrikanten maken kinderzitjes die worden aangeduid als ISOFIX of ISOFIX-vergelijkbaar. Deze zitjes zijn voorzien van tweestarre of gevlochten gordels waarmee de tweeISOFIX-bevestigingen op de specifieke puntenin uw auto kunnen worden bevestigd. Bij dittype kinderzitje zijn geen veiligheidsgordelsnodig om het zitje in voorwaartse stand tebevestigen.Uw auto is voorzien van ISOFIX-bevestigingspunten. De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich op deachterbank op de linker en de rechter zitplaats.De middelste zitplaats heeft geen ISOFIX-bevestigingspunt. De montageplaatsen zijn inde afbeelding aangegeven.
B230F01E
WAARSCHUWING:
o Breng geen kinderzitje met
gebruikmaking van de ISOFIX- bevestigingspunten op de middelstezitplaats op de achterbank aan. DeISOFIX-bevestigingspunten wordenalleen voor de linker en rechter buitenstezitplaats geleverd. Gebruik de ISOFIX-bevestigingspunten niet op de verkeerdemanier door een kinderzitje op demiddelste zitplaats aan de ISOFIX-bevestigingspunten te bevestigen. DeISOFIX-gordels van het kinderzitje zijnmisschien niet sterk genoeg om bij eenongeval het zitje op de middelste zitplaatsvast te houden en kunnen breken, meternstig of dodelijk letsel als gevolg.
o Bevestig niet meer dan één kinderzitje met een enkelvoudige gordel of aan hetonderste bevestigingspunt. Door dehogere belasting kunnen debevestigingspunten of kan de gordelbreken, met ernstig of dodelijk letsel alsgevolg.
o Bevestig ISOFIX of ISOFIX-vergelijkbare kinderzitjes alleen op de afgebeeldeplaatsen.
o Volg altijd de montage- en gebruiksvoorschriften van de fabrikantvan het kinderzitje op.
o Let erop dat het schoudergedeelte van
de buitenste driepuntsgordel in hetmidden van de schouder ligt, nooit tegende nek. Door het kind dichter bij hetmidden van de bank te plaatsen, kan eenbetere aanligging van de gordel wordenverkregen. Het heupgedeelte van dedriepuntsgordel of de middelsteheupgordel moet zo laag mogelijk op deheup van het kind en zo prettig mogelijkaanliggen.
o Als de veiligheidsgordel niet volledig passend is voor het kind, moet eengoedgekeurde zitblok op de achterbankworden gebruikt, zodat de zithoogte vanhet kind wordt aangepast aan deaanwezige veiligheidsgordel.
o Laat nooit een kind op de zitting staan of knielen.
o Gebruik nooit een babydrager of kinderzitje dat over de rugleuning"haakt"; het kan bij een aanrijdingonvoldoende bescherming geven.
o Laat onder het rijden een inzittende nooit een kind in de armen houden; hierdoorkan het kind bij een aanrijding of eensterke afremming ernstig gewond raken.Het vasthouden van een kind tijdens hetrijden biedt geen enkele vorm vanbescherming, zelfs niet als de betreffendepersoon de veiligheidsgordel heeftomgegespt.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
16
Page 29 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-17
De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich
tussen de leuning en het zitkussen van de achterbank op de rechter en linker zitplaats.
Volg de voorschriften van de fabrikant van het
kinderzitje voor het correct aanbrengen van hetkinderzitje met ISOFIX of ISOFIX-vergelijkbareaansluitingen.
Controleer na het aanbrengen van het ISOFIX
kinderzitje of het correct op de ISOFIX- engordelbevestigingen is aangesloten. Controleertevens het kinderzitje voordat het kind in hetzitje wordt gezet. Probeer het zitje naar beidezijden te kantelen. Probeer tevens of het zitjevoorover kan kantelen. Controleer of debevestigingen het zitje op vasthouden.
WAARSCHUWING: Wanneer het kinderzitje niet correct is
bevestigd, neemt de kans op ernstige of dodelijk letsel bij een ongeval sterk toe. N.B.:
o Raadpleeg de aanwijzingen van de fabrikant voordat het veiligheidssysteemvoor kinderen in de auto wordtaangebracht.
o Als de veiligheidsgordel niet overeenkomstig de beschrijving werkt,moet het systeem direct door uw Hyundaidealer worden gecontroleerd.
WAARSCHUWING: Bevestig geen veiligheidssysteem voor
kinderen op de voorstoel. Als bij een aanrijding de zij-airbag aan passagierszijdein werking treedt, kan het kind of de baby inhet kinder- of babystoeltje levensgevaarlijkgewond raken. Gebruik daarom eenveiligheidssysteem voor kinderen alleen opde achterbank.
B230G01Y-AXT Montage op de achterbank
YR10400B
Trek de driepuntsgordel uit het oprolmec-hanisme
om het kinderzitje op de buitenste plaats van de achterbank aan te kunnen brengen. Breng hetkinderzitje aan, sluit de veiligheidsgordel en trekde gordel strak. Let erop dat de heupgordel strakom het kinderzitje zit en dat de schoudergordelzodanig is aangebracht dat deze niet tegen hethoofd of de nek van het kind kan komen. Trachthet kinderzitje na het aanbrengen in alle richtingente bewegen, om te controleren of het zitje veiligis bevestigd. Als de gordel strakker moet worden getrokken,
trek dan de gordel naar het oprolmechanisme.Wanneer de veiligheidsgordel wordt losgemaakten kan oprollen, zal het oprolmechanisme deveiligheidsgordel automatisch weer in de standvoor gebruik door een normaal zittendepassagier brengen.
B230D01Y
ISOFIX bevestiging
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
17
Page 30 of 139

BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-18
B180B02S
2 Airbageenheid voor
bestuurderszijde3
Airbageenheid voor passagierszijde
1
wordt de gordelspanner geactiveerd, waardoor de veiligheidsgordel strakker tegen het lichaamvan de inzittende wordt getrokken. Het systeem van veiligheidsgordels met gordelspanner bestaat uit de volgendebelangrijke onderdelen. De montageplaatsenzijn in de afbeelding aangegeven.
1. SRS airbag controlelamp
2. Veiligheidsgordel met gordelspanner
3. SRS regeleenheid
WAARSCHUWING:Om maximaal te profiteren van de veiligheidsgordel met gordelspanner:
1. Gesp de veiligheidsgordel altijd correct om.
2. Stel de veiligheidsgordel correct af.
B180B01S
De veiligheidsgordel met gordelspanner werkt op dezelfde wijze als de veiligheidsgordel metoprolautomaat ELR (Emergency Locking Re-tractor = noodblokkeringssysteem). Als de autosterk wordt afgeremd of als de inzittende zich tesnel naar voren beweegt, blokkeert deveiligheidsgordel.Bij een voldoende zware frontale aanrijding
B180B01HP-AXT Veiligheidsgordel met gordelspanner (Indien aanwezig) Uw Hyundai is voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners voor de bestuurder en devoorpassagier. De gordelspanner zorgt er bij een zware frontale aanrijding voor dat de veiligheidsgordel straktegen het lichaam van de inzittende wordtgetrokken. De gordelspanners kunnen alleenworden geactiveerd of, als de frontale aanrijdingernstig genoeg is, samen met de airbags.
UF
X
0 : Tot 10 kg (0 ~ 9 maanden)0+ : Tot 13 kg(0 ~ 2 jaar)I : 9 kg tot 18 kg(9 maanden~4 jaar) II & III : 15 kg tot 36 kg (4 ~ 12 jaar)
B230H01Y-GXT GESCHIKTHEID VAN
VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN VOOR ZITPLAATSEN Gebruik een veiligheidssysteem voor kinderen
dat officieel is goedgekeurd en dat voor uw kinderen geschikt is.
Leeftijdsgroep ZitplaatsVoorpas-
sagier Achter,
buitenzijde Achter,
midden
XUU F
XUU F
XUU F
UF
U : Geschikt voor "universele" categorie veiligheidssystemen goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsklasse
UF : Geschikt voor in voorwaartse richting geplaatste "universele" categorieveiligheidssystemen goedgekeurd voorgebruik in deze gewichtsklasse
X : Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichtsklasse
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
18