JEEP GRAND CHEROKEE 2017 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: JEEP, Model Year: 2017, Model line: GRAND CHEROKEE, Model: JEEP GRAND CHEROKEE 2017Pages: 414, PDF Size: 6.11 MB
Page 211 of 414

LET OP!
• Vul nooit de tank nooit met iets anders
dan DEF – met name vormen van kool-
waterstof, zoals dieselbrandstof, brand-
stofadditieven, benzine of andere pro-
ducten op oliebasis. Zelfs een zeer
kleine hoeveelheid hiervan, minder dan
100 deeltjes per miljoen of minder dan
1 oz. per 78 gallon (295 liter) zal het
hele DEF-systeem dusdanig verontreini-
gen dat het moet worden vervangen. Als
eigenaars een jerrycan, trechter of
mondstuk gebruiken tijdens het vullen
van de tank, moeten deze nieuw zijn of
alleen zijn gebruikt voor het vullen met
DEF. Mopar levert een aansluitbaar
mondstuk mee met DEF voor dit doel-
einde.3.
Stop onmiddellijk met het vullen van de
DEF-tank wanneer een van de volgende
dingen gebeurt: de DEF stroomt niet meer
uit de vulfles in de DEF-vulopening, er spat
DEF uit de vulopening of het DEF-vulpistool
wordt automatisch uitgeschakeld.
4. Plaats de dop weer op de DEF-vulopening.
209
Page 212 of 414

TREKKEN VAN EEN AANHANGER
Trekgewichten (maximale aanhangergewichten) — Niet-SRT
In de onderstaande tabel worden de maximale aanhangergewichten voor uw type aandrijflijn weergegeven.
Motor/versnellingsbakMax. toelaatbaar aanhangergewicht —
met aanhangerremMax. toelaatbaar aanhangergewicht —
zonder aanhangerremDisselgewicht (zie de opmerking)
3.6-liter benzine — stan-
daard koelsysteem1588 kg (3500 lbs) 750 kg (1653 lbs) 79 kg (174 lbs)
3.6-liter benzine — heavy-
duty koelsysteem2268 kg (5000 lbs) 750 kg (1653 lbs) 141 kg (310 lbs)
5.7-liter benzine — stan-
daard koelsysteem2268 kg (5000 lbs) 750 kg (1653 lbs) 113 kg (250 lbs)
5.7-liter benzine — heavy-
duty koelsysteem (m.u.v.
Summit)3500 kg (7716 lbs) 750 kg (1653 lbs) 175 kg (386 lbs)
5.7-liter benzine —
Summit-modellen met
heavy-duty koelsysteem2949 kg (6500 lbs) 750 kg (1653 lbs) 175 kg (386 lbs)
STARTEN EN RIJDEN
210
Page 213 of 414

Motor/versnellingsbakMax. toelaatbaar aanhangergewicht —
met aanhangerremMax. toelaatbaar aanhangergewicht —
zonder aanhangerremDisselgewicht (zie de opmerking)
3.0-liter diesel - modellen
met achterwielaandrijving2949 kg (6500 lbs) 750 kg (1653 lbs) 147 kg (324 lbs)
3.0-liter diesel - modellen
met aandrijving op alle wie-
len (m.u.v. Summit)3500 kg (7716 lbs) 750 kg (1653 lbs) 175 kg (386 lbs)
3.0-liter diesel -—
Summit-modellen2949 kg (6500 lbs) 750 kg (1653 lbs) 147 kg (324 lbs)
Bij het trekken van een aanhanger mag het technisch toegestane gewicht in volledig beladen toestand niet met meer dan 10% of 100 kg
(220 lbs) worden overschreden, waarbij de laagste waarde geldig is en op voorwaarde dat de snelheid wordt beperkt tot 100 km/u (62 mph) of
lager.
OPMERKING:
Het disselgewicht van de aanhanger moet worden opgeteld bij het gewicht van inzittenden en lading en mag nooit hoger zijn dan de waarde die is
aangegeven op de band- en beladingsinformatiesticker. Raadpleeg de paragraaf "Banden" in het hoofdstuk "Service en onderhoud" voor meer in-
formatie.
Trekgewichten (maximale aanhangergewichten) — SRT
In de onderstaande tabel worden de maximale aanhangergewichten voor uw type aandrijflijn weergegeven.
Motor/versnellingsbak Maximaal toelaatbaar treingewicht
(GCWR)Frontaal oppervlak Max. GTW (toelaatbaar aanhan-
gergewicht)Max. disselgewicht van aan-
hanger (zie opmerking)
6.4L automaat 13.003 lbs (5898 kg) 55 sq ft (5,11 m2) 6.501 lbs (2.948 kg) 146 kg (324 lbs)
Bij het trekken van een aanhanger mag het technisch toegestane gewicht in volledig beladen toestand niet met meer dan 10% of 99 kg (220 lbs)
worden overschreden, waarbij de laagste waarde geldig is en op voorwaarde dat de snelheid wordt beperkt tot 100 km/u (62 mph) of lager.
Raadpleeg de plaatselijk geldende verkeerswetgeving voor de maximumsnelheid als u een aanhanger trekt.
211
Page 214 of 414

OPMERKING:
Het disselgewicht van de aanhanger moet
worden opgeteld bij het gewicht van inzitten-
den en lading en mag nooit hoger zijn dan de
waarde die is aangegeven op de band- en
beladingsinformatiesticker.
Trekhaakkap verwijderen (Summit-
modellen) — indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een trek-
haakkap, die moet worden verwijderd om
toegang te krijgen tot de trekhaak (indien
aanwezig). Deze trekhaakkap bevindt zich in
het midden aan de onderkant van het achter-
paneel.
1. Draai de twee vergrendelingen aan de
onderkant van de trekhaakkap een kwart-
slag naar links.
OPMERKING:
Gebruik een indien nodig geschikt ge-
reedschap zoals een munt in de sleuf van
de vergrendeling voor extra hefboomwer-
king.2. Trek de onderkant van de kap naar buiten
(naar u toe) en omlaag om de nokken aan
de bovenkant van de trekhaakkap los te
maken.Om de trekhaakkap weer aan te brengen
herhaalt u de procedure in omgekeerde volg-
orde.
OPMERKING:
Zorg er vóór de montage voor dat alle nokken
van de trekhaakkap in de bumper zijn ver-
grendeld.
Trekhaakkap
1 — Locaties van nok van trekhaakkap
2 — Vergrendelingen
Trekhaakkap
STARTEN EN RIJDEN
212
Page 215 of 414

Trekhaakkap verwijderen (SRT-modellen)
— indien aanwezig
Uw auto is mogelijk uitgerust met een trek-
haakkap, die moet worden verwijderd om
toegang te krijgen tot de trekhaak (indien
aanwezig). Deze trekhaakkap bevindt zich in
het midden aan de onderkant van het achter-
paneel.
1. Draai de twee vergrendelingen aan de on-
derkant van de trekhaakkap een kwartslag
naar links.
OPMERKING:
Gebruik een indien nodig geschikt gereed-
schap zoals een munt in de sleuf van de
vergrendeling voor extra hefboomwerking.
Trekhaakkap
1 — Locaties van nok van trekhaakkap
2 — Vergrendelingen
Trekhaakkap
1 — Bevestigingsnokken van trekhaak-
kap
2 — Trekhaakkap
3 — Vergrendelingen
213
Page 216 of 414

2. Trek de onderkant van de kap naar buiten
(naar u toe).
3. Trek omlaag om de nokken aan de boven-
kant van de trekhaakkap los te maken en
trek de kap naar buiten om deze te verwij-
deren.Om de trekhaakkap weer aan te brengen
herhaalt u de procedure in omgekeerde volg-
orde.
OPMERKING:
Zorg er vóór de montage voor dat alle nokken
van de trekhaakkap in de bumper zijn ver-
grendeld.
Trekhaakkap
Trekhaakkap
1 — Bevestigingsnokken van trekhaak-
kap
2 — Trekhaakkap
3 — Vergrendeling
STARTEN EN RIJDEN
214
Page 217 of 414

DE AUTO SLEPEN ACHTER EEN CAMPER
Slepen van deze auto achter een ander voertuig
Sleepmethode Wielen LOS van de grond Uitvoeringen met tweewiel-
aandrijvingModellen met vierwielaan-
drijving zonder 4-LO groepModellen met vierwielaan-
drijving met 4-LO groep
Slepen met alle wielen op
de grondGEEN NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAANZie instructies
• Versnellingsbak in PARK
• Tussenbak in NEUTRAL
(N)
• Slepen in voorwaartse
richting
• Minkabel van accu los-
koppelen
Slepen met behulp van dolly VoorNIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Achter OKNIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Op aanhanger ALLE OK OK OK
OPMERKING:
Slepen achter een camper is niet toegestaan
voor SRT-voertuigen.
Deze voertuigen kunnen op een dieplader of
een voertuigtrailer worden getrokken mits
alle vier wielenVANde grond zijn.OPMERKING:
• Bij het slepen van uw auto dient u zich
altijd aan de geldende lokale verkeersvoor-
schriften te houden. Neem contact op met
een kantoor van de landelijke en provinci-
ale Highway Safety voor meer informatie.• Auto's uitgerust met Quadra-Lift moeten
in de stand Transport worden gezet voordat
de auto wordt vastgemaakt (aan de carros-
serie) op een aanhanger op autoambu-
lance. Raadpleeg voor meer informatie de
paragraaf "Quadra-Lift" in het hoofdstuk
"Starten en rijden". Als het voertuig niet in
de transportstand kan worden gezet (bij-
voorbeeld omdat de motor niet kan
draaien), moeten de sjorbanden worden
215
Page 218 of 414

vastgemaakt aan de wielen (niet aan de
carrosserie). Als u deze aanwijzingen niet
opvolgt, kunnen er storingscodes worden
aangemaakt en/of worden de sjorhaken
mogelijk niet strak genoeg bevestigd.
Slepen achter een camper - modellen met
tweewielaandrijving
Deze auto NIET slepen met alle vier de wielen
op de grond. Dit zal beschadiging van de aan-
drijflijn veroorzaken.
Slepen achter een camper (voor modellen
met tweewielaandrijving) is ALLEEN toege-
staan als de achterwielen van de grond zijn.
Dit kan met behulp van een dolly of een
aanhanger plaatsvinden. Volg de volgende
procedure wanneer u een dolly gebruikt:
1. Bevestig de dolly correct aan het slepende
voertuig, volg de instructies van de fabri-
kant van de dolly.
OPMERKING:
Als het voertuig is uitgerust met Quadra-
Lift luchtvering, controleert u of het voer-
tuig op de normale rijhoogte is ingesteld.2. Rijd de achterwielen op de dolly.
3. Trek de handrem stevig aan. Schakel naar
PARK.
4. Zet de contactschakelaar in de stand OFF.
5. Zet de achterwielen stevig op de dolly
vast, volg de instructies van de fabrikant
van de dolly.
6. Zet de contactschakelaar in de stand ON/
RUN, maar start de motor niet.
7. Controleer of de stuurkolom is
ontgrendeld.
8. Breng een geschikte klem aan, die is
ontworpen voor het slepen, om de voor-
wielen vast te zetten in de stand recht
vooruit.
9. Koppel de minkabel van de accu los en
zet hem vast uit de buurt van de accupool.
OPMERKING:
Het loskoppelen van de accu wist voorkeur-
zenders en kan van invloed zijn op andere
voertuiginstellingen. Het kan ook verschil-
lende storingscodes activeren, waardoor
het storingslampje kan gaan branden nadat
de accu weer is aangesloten.
LET OP!
Slepen met de achterwielen op de grond
veroorzaakt ernstige schade aan de ver-
snellingsbak. Beschadigingen, veroor-
zaakt door onjuist slepen, vallen niet on-
der de garantie van de auto.
Slepen achter een camper — Quadra-Trac I
(tussenbak met één versnelling) modellen
met vierwielaandrijving
Slepen achter een camper is verboden.Deze
modellen hebben geen neutraalstand (N) in
de tussenbak.
OPMERKING:
Deze auto kan op een dieplader of een auto-
trailer getrokken worden mits alle vier wielen
VANde grond zijn.
LET OP!
Wanneer dit voertuig in strijd met de bo-
venvermelde voorschriften wordt getrok-
ken, kan er ernstige beschadiging van de
versnellingsbak en/of de tussenbak optre-
STARTEN EN RIJDEN
216
Page 219 of 414

LET OP!
den. Beschadigingen, veroorzaakt door on-
juist slepen, vallen niet onder de garantie
van de auto.
Slepen achter een camper — Quadra–Trac
II/Quadra–Drive II modellen met
vierwielaandrijving
Bij slepen achter een camper moet de tus-
senbak in de stand NEUTRAL (N) en de
versnellingsbak in de stand PARK (P) worden
geschakeld. De selectieknop NEUTRAL (N)
bevindt zich tegenover de tussenbakschake-
laar. De tussenbak kan in en uit de NEUTRAL
(N) worden geschakeld vanuit iedere modus-
stand van de tussenbakschakelaar.
LET OP!
• Voertuigen met vierwielaandrijving NIET
slepen met een dolly. Als het voertuig
met slechts de voor- of achterwielen op
de grond wordt gesleept, kan de versnel-
lingsbak en/of de tussenbak ernstig be-
schadigd raken. Sleep met alle vier de
LET OP!
wielen OP de grond, of VAN de grond
(met een oplegger).
• Sleep alleen in voorwaartse richting.
Achterwaarts slepen van dit voertuig kan
ernstige schade aan de tussenbak ver-
oorzaken.
• Bij slepen achter een camper moet de
versnellingsbak in de stand PARK wor-
den geschakeld.
• Voer vóór slepen achter een camper de
procedure onder "Naar neutraalstand
(N) schakelen" uit, om er zeker van te
zijn dat de tussenbak in de neutraal-
stand (N) staat. Anders ontstaat inwen-
dige schade.
• Wanneer dit voertuig in strijd met de
bovenvermelde voorschriften wordt ge-
trokken, kan er ernstige beschadiging
van de versnellingsbak en/of de tussen-
bak optreden. Beschadigingen, veroor-
zaakt door onjuist slepen, vallen niet
onder de garantie van de auto.
• Gebruik geen aan de bumper bevestigde
trekstangen op het voertuig. Hierdoor
wordt de bumperbalk beschadigd.
Naar de stand NEUTRAL (N) schakelen
WAARSCHUWING!
Als u de auto zonder toezicht achterlaat
terwijl de tussenbak in de stand NEUTRAL
(N) staat en de handrem niet helemaal is
aangetrokken, kunnen u of anderen (dode-
lijk) gewond raken. In de NEUTRAL-stand
(N) van de tussenbak wordt het contact
met de aandrijflijn van zowel de aandrijfas
voor als achter verbroken, zodat de auto
kan rollen, zelfs als de versnellingsbak in
de stand PARK is gezet. De handrem moet
altijd aangetrokken zijn als de bestuurder
niet in de auto zit.
Gebruik de volgende procedure om uw voertuig
voor te bereiden op slepen achter een camper.
LET OP!
Deze stappen moeten worden opgevolgd,
om er zeker van te zijn dat de tussenbak in
de neutraalstand (N) staat alvorens het voer-
tuig achter een camper wordt gesleept, om
schade aan inwendige onderdelen te voorko-
men.
217
Page 220 of 414

1. Breng het voertuig volledig tot stilstand,
terwijl de motor draait.
2. Houd het rempedaal ingetrapt.
3. Schakel de versnellingsbak in NEUTRAL.
4. Als het voertuig is uitgerust met Quadra-
Lift luchtvering, controleert u of het voer-
tuig op de normale rijhoogte is ingesteld.
5. Gebruik een balpen of soortgelijk voor-
werp en houd daarmee gedurende vier
seconden de verzonken knop NEUTRAL
(N) van de tussenbak (deze bevindt zich
bij de modusschakelaar) ingedrukt. Het
lampje achter het N-symbool gaat knippe-
ren om aan te geven dat wordt gescha-
keld. Het lampje stopt met knipperen (en
blijft branden) nadat het schakelen naar
NEUTRAAL (N) voltooid is. Het bericht
“FOUR WHEEL DRIVE SYSTEM IN NEU-
TRAL” (vierwielaandrijfsysteem in neu-
traal) verschijnt op het display in de
instrumentengroep.6. Nadat het schakelen voltooid is en het
NEUTRAL (N)-lampje blijft branden, laat
u de knop NEUTRAL (N) los.
7. Schakel de versnellingsbak in REVERSE
(achteruit).
8. Laat het rempedaal gedurende vijf secon-
den los en zorg ervoor dat de auto niet
gaat rollen.
9. Houd het rempedaal ingetrapt. Schakel
de transmissie weer naar de stand
NEUTRAL.10. Trek de handrem stevig aan.
11. Met de transmissie en de tussenbak in
de stand NEUTRAL, houdt u de knop
START/STOP ingedrukt totdat de motor
wordt uitgeschakeld.
12. Zet de schakelhendel in de stand PARK.
Laat het rempedaal los.
13. Druk twee keer op de knop STOP/START
(zonder het rempedaal in te trappen) om
het contact in de stand OFF te zetten.
14. Bevestig het voertuig aan het slepend
voertuig met een geschikte trekhaak.
15. Zet de handrem vrij.
16. Zet de contactschakelaar in de stand
ON/RUN, maar start de motor niet.
17. Controleer of de stuurkolom is
ontgrendeld.
18. Koppel de minkabel van de accu los en
zet hem vast uit de buurt van de minpool
van de accu.
NEUTRAAL (N)-schakelaarSTARTEN EN RIJDEN
218