service Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2011Pages: 290, PDF Size: 8.39 MB
Page 20 of 290
WEGWIJS IN UW AUTO19
1
Te lage bandenspanning
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampj branden. Na enkele seconden moet het lampje (of
het symbool) doven. Het lampje (geel) of het symbool op het dis-
play (rood) gaat branden als de spanning van een of meer banden
onder een bepaalde drempelwaarde komt. Op deze manier waar-
schuwt het TPMS-systeem de bestuurder op het mogelijk leeglo-
pen van de band(en) en dus op een mogelijke lekke band (zie de
paragraaf “TPMS-systeem” in dit hoofdstuk).
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere zachte ban-
den omdat de rijveiligheid van de auto in gevaar kan worden ge-
bracht. Stop de auto zonder bruusk te remmen en vermijd hef-
tige stuurbewegingen. Vervang onmiddellijk het wiel door het
noodreservewiel (voor bepaalde uitvoeringen/markten) of repa-
reer de band met de daarvoor bestemde kit (zie de paragraaf
“Wiel verwisselen” in hoofdstuk “4”) en wendt u zo snel moge-
lijk tot het Lancia Servicenetwerk.
Controle bandenspanning
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) branden. Na enkele se-
conden moet het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel (of het symbool op het
display) gaat branden om een te zachte band aan te geven (zie
de paragraaf “TPMS-systeem” in dit hoofdstuk).
n
Als er twee of meer banden te zacht zijn, dan wordt achtereen-
volgens iedere band apart aangegeven. In dit geval raden wij u
aan om zo snel mogelijk de juiste bandenspanning te herstellen
(zie de paragraaf “Bandenspanning in koude toestand” in hoofd-
stuk “6”).
Bandenspanning niet aangepast aan snelheid
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje
(voor bepaalde uitvoeringen/markten) branden. Na enkele se-
conden moet het lampje doven.
Wanneer constant harder dan 160 km/h wordt gereden, moet de
bandenspanning verhoogd worden overeenkomstig de waarde
die aangegeven staat in de paragraaf “Bandenspanning” in
hoofdstuk “6”.
Als het TPMS-systeem (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
signaleert dat de spanning van een of meer banden niet is aan-
gepast aan de snelheid van de auto, gaat het lampje of het sym-
bool branden (op het display verschijnt ook een melding) (zie
de paragraaf “Te lage bandenspanning” in dit hoofdstuk) en
blijft branden, totdat de snelheid van de auto weer onder de
drempelwaarde komt (zie de paragraaf “TPMS-systeem” in dit
hoofdstuk).
BELANGRIJK Verlaag in dat geval onmiddellijk de snelheid,
omdat door te warme banden de prestaties en de levensduur van
de banden in gevaar kunnen worden gebracht, en zelfs, in een
beperkt aantal gevallen, tot een klapband kunnen leiden.
Page 22 of 290
WEGWIJS IN UW AUTO21
1
Grootlicht (blauw)
Het lampje gaat branden als het grootlicht wordt in-
geschakeld.
1
Cruise-control (snelheidsregelaar) (groen)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lamp-
je doven. Het lampje op het instrumentenpaneel brandt als de
draaiknop van de cruise-control in stand ON staat.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
Ü
DISPLAY
De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel of een in-
stelbaar multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige in-
formatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor
de gewenste gegevens.
BEGINSCHERM MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
Uitvoeringen zonder Start&Stop fig. 4
Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven:
A. Datum
B. Eventuele inschakeling elektrische stuurbekrachtiging Dual-
drive
C. Informatie over Sport-functie (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten)
D. Tijd
E. Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)
F. Melding kans op gladheid
G. Buitentemperatuur
H. Afstand tot de volgende servicebeurt
I. Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is
ingeschakeld)
fig. 4
L0E1000g
Page 26 of 290
WEGWIJS IN UW AUTO25
1
BELANGRIJK Bij de knoppen ÕenÔhangt de werking van het
volgende af:
– binnen het menu kunt u het menu naar boven of beneden door-
lopen;
– tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of verlagen.
BELANGRIJK Bij het openen van een voorportier wordt het dis-
play verlicht en wordt enkele seconden de tijd en de kilometer-
/mijltotaalteller weergegeven.SETUP-MENU
Het menu bestaat uit een aantal functies; de functies kunnen met
de knoppen
ÕenÔworden gekozen, waarna u de opties kunt
selecteren of instellingen (setup) kunt aanpassen. Bij enkele op-
ties is er een submenu. Het setup-menu kan worden geactiveerd
door de knop SET kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
– MENÙ
– VERLICHTING
– BEEP SNELHEID
– SCHEMERSENSOR (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– CORNERING LIGHTS (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– INSCHAKELEN/GEGEVENS TRIP B
– TIJD INSTELLEN
– DATUM INSTELLEN
– EERSTE PAGINA (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
– ZIE RADIO
– AUTOCLOSE
– MEETEENHEID
– TAAL
– VOLUME GELUIDSSIGNALEN
– VOLUME TOETSEN
– BEEP/BUZZ. GORDELS
– SERVICE
– AIRBAG / BAG PASSAGIER
– DAGVERLICHTING
– MENÙ VERLATEN
Page 33 of 290
32WEGWIJS IN UW AUTO
Taal (Taal instellen)
U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Duits, Engels,
Spaans, Frans, Portugees en Nederlands.
Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert de eerder
ingestelde “taal”;
–druk op de knop
ÕofÔom de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Volume geluidssignalen (Volume geluidssignaal
storingen/waarschuwingen instellen)
Het volume van het akoestische signaal (buzzer) dat klinkt voor
het melden van een storing of waarschuwing, kan ingesteld wor-
den op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert het “ni-
veau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop
ÕofÔom de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.Volume toetsen (Volume toetsen instellen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van de knop-
pen SET,
ÕenÔkan worden ingesteld op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert het “ni-
veau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop
ÕofÔom de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Beep/Buzz. Gordels
(Herinschakeling buzzer voor melding SBR-systeem)
De functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem door
het Lancia Servicenetwerk is uitgeschakeld (zie de paragraaf
“SBR-systeem” in hoofdstuk “2”).
Page 34 of 290
WEGWIJS IN UW AUTO33
1
Service (Geprogrammeerd onderhoud)
Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilometers
nog resteren voordat een servicebeurt moet worden uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET; op het display knippert de afstand
in km of mijl, afhankelijk van de instelling (zie de paragraaf
“Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop SET om terug te keren naar het menu-
scherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar
het beginscherm.
BELANGRIJK Het “Geprogrammeerd onderhoudsschema” voor-
ziet elke 35.000 km (of gelijke afstand in mijl) in een service-
beurt; deze weergave verschijnt automatisch als de sleutel in
stand MAR staat, vanaf 2.000 km (of gelijke afstand in mijl).
De weergave wordt elke 200 km (of gelijke afstand in mijl) op-
nieuw weergegeven. Onder de 200 km wordt de weergave met
kleinere intervallen weergegeven. De weergave in km of mijl is
afhankelijk van de ingestelde meeteenheid. Als u dicht bij de vol-
gende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand MAR
draait, verschijnt op het display het opschrift “Service” gevolgd
door het aantal kilometers/mijlen dat resteert tot de volgende
servicebeurt. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk voor het
uitvoeren van de werkzaamheden van het “Onderhoudsschema”
en voor het op nul zetten van deze weergave (reset).Airbag/Bag passagier
Met deze functie kan de passagiersairbag worden in-/uitge-
schakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop SET en druk, na het verschijnen op het dis-
play van de melding (Bag pass: Off) (voor uitschakelen) of de
melding (Bag pass: On) (voor inschakelen) door op de knop
Õ
ofÔte drukken, nogmaals op de knop SET;
– op het display verschijnt de melding om de instelling te be-
vestigen;
– selecteer door het indrukken van de knop
ÕofÔ(Ja) (voor
bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om te
annuleren);
– druk kort op de knop SET; er verschijnt een bevestiging van
de gekozen instelling en er wordt teruggekeerd naar het menu-
scherm of, wanneer de knop even ingedrukt wordt gehouden,
naar het beginscherm zonder op te slaan.
Page 36 of 290
WEGWIJS IN UW AUTO35
1
Kans op gladheid
Als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager wordt
dan 3 °C, dan knippert de temperatuuraanduiding
en verschijnt het symbool
❄op het display om aan
te geven dat er kans op gladheid bestaat.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.Adaptieve verlichting niet beschikbaar
Op het display verschijnt de bijbehorende melding als
de functie Adaptieve verlichting niet beschikbaar is.
Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk. Storing buitenverlichting (geel)
Het symbool op het display gaat branden bij een sto-
ring in de remlichten.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
W
❄
Rijstrookbewaking ingeschakeld
Op het display verschijnt de bijbehorende melding
als de functie voor rijstrookbewaking wordt inge-
schakeld.
ef
Stuurkoerscorrectie niet beschikbaar
(DST – Dynamic Steering Torque)
Op het display verschijnt de bijbehorende melding
als er een storing is in de stuurkoerscorrectie.
Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
è
Onderhoudsinterval verstreken
Op het display verschijnt de bijbehorende melding
om aan te geven dat het interval voor een onder-
houdsbeurt van het geprogrammeerd onderhoud is ver-
streken.
Snelheidslimiet overschreden
Op het display verschijnt de bijbehorende melding als de inge-
stelde limiet wordt overschreden (voor Arabische landen is de
snelheidslimiet 120 km/h). Het symbool op het display toont de
ingestelde snelheidslimiet.
õ
Page 40 of 290
WEGWIJS IN UW AUTO39
1
LANCIA CODE-SYSTEEM
Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uit-
gerust met een elektronische startblokkering. Het systeem scha-
kelt automatisch in als de contactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die
bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speci-
ale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het sig-
naal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en
vervolgens aan de regeleenheid van de Lancia CODE gezon-
den, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor
mogelijk maakt.
WERKING
Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait,
dan stuurt het Lancia CODE-systeem een code naar de regel-
eenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blok-
kering van de functies opheft.
De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het sys-
teem de door de sleutel verzonden code heeft herkend.
Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt
de Lancia CODE de functies van de elektronische regeleenheid
van de motor uit.
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het in-
strumentenpaneel het waarschuwingslampje Y(of het symbool
op het display) branden. Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens in
stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan op-
nieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die in de re-
geleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. Voor het
opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht) moet u zich tot het
Lancia Servicenetwerk wenden. Hierbij moeten alle in uw be-
zit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en het
kentekenbewijs worden meegenomen. Als tijdens het opslaan
van een nieuwe sleutelcode de reeds opgeslagen sleutelcodes niet
opnieuw worden ingevoerd, worden ze uit het geheugen gewist,
zodat eventueel verloren of gestolen sleutels niet meer gebruikt
kunnen worden voor het starten van de motor.
Brandend lampje Y(of het symbool op het display)
tijdens het rijden
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) gaat bran-
den, betekent dit dat het systeem zichzelf controleert (bijv.
bij een vermindering van de spanning).
❍Als het lampje Y(of het symbool op het display) blijft bran-
den, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische
componenten in de sleutel beschadigd worden.
Page 41 of 290
40WEGWIJS IN UW AUTO
DE SLEUTELS
CODE CARD
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Samen met de sleutels hebt u een CODE-card fig. 9 ontvangen,
die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan het Lancia Service-
netwerk moet worden overlegd.
BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen
in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe
zonnestraling worden blootgesteld.MECHANISCHE SLEUTEL
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De sleutel is uitgerust met een metalen baard A-fig. 10 en dient
voor:
❍het start-/contactslot;
❍de portiersloten.
fig. 9
L0E0102mfig. 10L0E0103m
Als de auto wordt verkocht, moet de sleutel en de
CODE-card overhandigd worden aan de nieuwe
eigenaar.
Page 43 of 290
42WEGWIJS IN UW AUTO
Druk de knop B-fig. 11 alleen in als de sleutel
ver genoeg verwijderd is van het lichaam (speci-
aal de ogen) en van voorwerpen die snel bescha-
digen (bijvoorbeeld kledingstukken). Laat de sleutel
nooit onbeheerd achter om te voorkomen dat anderen,
met name kinderen, de sleutel kunnen gebruiken en per
ongeluk op de knop drukken.
Extra afstandsbedieningen bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen.
Als u in de loop der tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt,
kunt u zich tot het Lancia Servicenetwerk wenden. Neem dan
alle in uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteits-
bewijs en het kentekenbewijs van de auto mee.
fig. 12
L0E0105m
Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu.
Ze moeten in een daarvoor bestemde chemobox
of afvalbak worden gedeponeerd. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Lancia Servicenetwerk, dat
vervolgens voor de afvoer zorgt.
Batterij van de sleutel met afstandsbediening vervangen
fig. 12
Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:
❍druk op de knop A en klap de metalen baard B uit;
❍draai de schroef C in stand
Ëm.b.v. een kleine schroeven-
draaier;
❍trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij
E; let daarbij goed op de polariteit;
❍plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de schroef
C in stand
Á.
Als onbedoeld het vergrendelknopje Ávanuit het
interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat,
worden uitsluitend de gebruikte portieren ont-
grendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor het her-
stellen van de centrale portiervergrendeling moet u de
ver-/ontgrendelknopjes
Á/Ëopnieuw indrukken.
Page 45 of 290
44WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJK De startblokkering wordt uitgevoerd door de Lan-
cia CODE en wordt automatisch ingeschakeld als de contact-
sleutel uit het start-/contactslot wordt genomen.
ALARM INSCHAKELEN
Richt bij gesloten portieren, achterklep en motorkap en con-
tactslot in stand STOP of met uitgenomen sleutel, de sleutel met
afstandsbediening in de richting van de auto. Druk op de knop
Áen laat de knop weer los.
U hoort een akoestisch signaal (“BIEP”) (behalve bij uitvoe-
ringen voor bepaalde markten) en de portieren worden ver-
grendeld.
Het inschakelen van het alarm wordt voorafgegaan door een zelf-
diagnose: als het systeem een storing vindt, dan klinkt nogmaals
een akoestisch signaal en verschijnt op het display een melding
(zie het hoofdstuk “Lampjes op het instrumentenpaneel”).
Schakel in dit geval het diefstalalarm uit door de knop
Ëin te
drukken, controleer of de portieren, de motorkap en de achter-
klep goed gesloten zijn en schakel het alarm opnieuw in met de
knop
Á.
Als de portieren, motorkap en/of achterklep niet goed gesloten
zijn, worden ze niet door het diefstalalarm gecontroleerd.
Als bij goed gesloten portieren, motorkap en achterklep het
akoestisch signaal wordt herhaald, dan is er een storing gesig-
naleerd in de werking van het systeem. Wendt u tot het Lancia
Servicenetwerk.BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de
sleutel centraal worden vergrendeld, schakelt het alarm niet in.
BELANGRIJK Bij aflevering van de nieuwe auto voldoet het dief-
stalalarm aan de wettelijke normen van het land van gebruik.
DIEFSTALALARM UITSCHAKELEN
Druk op de knop
Ëvan de sleutel met afstandsbediening.
Het volgende gebeurt (met uitzondering van bepaalde markten):
❍de richtingaanwijzers knipperen twee keer kort;
❍u hoort twee korte akoestische signalen (“BIEP's”);
❍de portieren worden ontgrendeld.
BELANGRIJK Als de portieren met de metalen baard van de
sleutel centraal worden ontgrendeld, schakelt het alarm niet uit.