service Lancia Delta 2011 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2011, Model line: Delta, Model: Lancia Delta 2011Pages: 290, PDF Size: 8.39 MB
Page 168 of 290

VEILIGHEID167
2
BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-airbags kunnen worden
geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzijde van de car-
rosserie, bijvoorbeeld bij zware botsingen tegen drempels of
stoepranden of obstakels op het wegdek of als de auto terecht
komt in grote gaten of verzakkingen in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbag in werking treedt, komt er een klei-
ne hoeveelheid poederachtige rook vrij. Deze poederachige rook
is niet schadelijk en duidt niet op brand; bovendien kan het op-
pervlak van het opgeblazen kussen en het interieur van de au-
to bedekt zijn met een laagje poeder: dit poeder kan de huid en
de ogen irriteren. Als u hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen. De geldigheidsduur
van de pyrotechnische lading en die van het spiraalmechanis-
me zijn vermeld op het betreffende plaatje op het bestuurder-
sportier. Laat voor het verstrijken van deze termijn het systeem
door het Lancia Servicenetwerk vervangen.BELANGRIJK Het in werking treden van de gordelspanners, de
frontairbags en de zij-airbags wordt door de elektronische rege-
leenheid bepaald, afhankelijk van het type ongeval. Als een van de-
ze onderdelen niet in werking treedt, dan duidt dat niet op een sto-
ring in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebo-
gen tegen het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tijdens het
opblazen te voorkomen. Steek nooit het hoofd, de armen
of de ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij een of meerdere airbags
zijn geactiveerd, dient u contact op te nemen met het Lancia Ser-
vicenetwerk om de geactiveerde airbags te laten vervangen en
de werking van het systeem te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging van
de airbag moeten door het Lancia Servicenetwerk worden uit-
gevoerd. Aan het einde van de lange levensduur van uw auto,
moet u contact opnemen met het Lancia Servicenetwerk om
het systeem buiten werking te laten stellen. Bovendien moet bij
verkoop van de auto de nieuwe eigenaar op de hoogte gesteld
worden van het gebruik en de instructies, en moet hij het in-
structieboekje ontvangen.
Page 169 of 290

168VEILIGHEID
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de
borst en houd vooral geen pijp, potlood enz. in de
mond. Bij een ongeval waarbij de airbag in wer-
king treedt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Rijd altijd met beide handen op de stuurwiel-
rand, zodat bij het in werking treden van de air-
bag, het systeem niet wordt gehinderd door
obstakels die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Rijd
niet met voorover gebogen lichaam maar ga goed recht-
op zitten en steun tegen de rugleuning.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij
beschadiging of als de auto bij een overstroming
onder water is geweest, het airbagsysteem door
het Lancia Servicenetwerk controleren.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het
lampje¬gaat niet branden of blijft branden tij-
dens het rijden, dan is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet geactiveerd worden bij een ongeval
of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juiste
wijze geactiveerd worden. Voordat u verder rijdt, dient u
contact op te nemen met het Lancia Servicenetwerk om
het systeem direct te laten controleren.
Bedek de rugleuning van de voorstoelen niet met hoezen
of kleden bij aanwezigheid van sidebags.
Page 174 of 290

STARTEN EN RIJDEN173
3
Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start. Als met
de contactsleutel in stand MAR het lampje
Yop het instru-
mentenpaneel samen met het lampje Ublijft branden, raden
wij u aan de sleutel in stand STOP te draaien en vervolgens weer
in stand MAR; als het lampje nog steeds blijft branden, probeer
het dan met de andere geleverde sleutels.
Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het Lancia Ser-
vicenetwerk.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan;
❍zet de versnellingspook in de vrijstand;
❍draai de contactsleutel in stand MAR; op het instrumenten-
paneel gaan de controlelampjes
men
Ybranden;
❍wacht tot de lampjes
Yen
mgedoofd zijn. Hoe warmer
de motor, hoe sneller de lampjes doven;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV direct nadat het lamp-
je
mgedoofd is. Als u te lang wacht, zijn de voorgloei-
bougies weer afgekoeld.
Laat de sleutel los zodra de motor is aangeslagen.BELANGRIJK Bij een koude motor mag het gaspedaal niet wor-
den ingetrapt als u de contactsleutel in stand AVV draait.
Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start. Als met de
contactsleutel in stand MAR het lampje
Yblijft branden, ra-
den wij u aan de sleutel in stand STOP te draaien en vervolgens
weer in stand MAR; als het lampje nog steeds blijft branden, pro-
beer het dan met de andere geleverde sleutels. Als de motor nog
niet aanslaat, wendt u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
Als het lampje
mgedurende 60 seconden gaat
knipperen na het starten of tijdens een langduri-
ge startpoging, dan duidt dat op een storing in
het voorgloeisysteem. Als de motor aanslaat, kunt u de
auto op de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo
snel mogelijk tot het Lancia Servicenetwerk.
Page 176 of 290

STARTEN EN RIJDEN175
3
HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voorstoelen.
Om de handrem in te schakelen, moet u de hendel omhoog trek-
ken zodat de auto blokkeert.
De auto moet geblokkeerd zijn als de handrem
enkele tanden is aangetrokken. Als dit niet het
geval is, laat dan het Lancia Servicenetwerk de
handrem afstellen.
Als de handrem is aangetrokken en de contactsleutel in stand
MAR staat, gaat op het instrumentenpaneel het waarschu-
wingslampje
xbranden.
Handrem uitschakelen:
❍trek de hendel iets omhoog en druk op de ontgrendelknop
A-fig. 1;
❍houd de knop A ingedrukt en laat de hendel zakken. Het
lampje
xop het instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachte bewegingen van de auto te voorkomen, moet
bij het bedienen van de handrem het rempedaal worden inge-
trapt.PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❍zet de motor uit en trek de handrem aan;
❍schakel een versnelling in (de 1e als de weg omhoog loopt,
de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet de voorwielen
iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen dan
met stenen of wiggen.
Laat de contactsleutel nooit in stand MAR staan omdat hierdoor
de accu ontlaadt en neem bovendien de sleutel altijd uit het con-
tactslot als u de auto verlaat.
Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. Neem de sleutel al-
tijd uit het contactslot als u de auto verlaat en neem de sleutel
mee.
fig. 1
L0E0072m
Page 181 of 290

180STARTEN EN RIJDEN
BELANGRIJK Als u winterbanden gebruikt waarvan de maxi-
mum toegestane snelheid lager is dan de topsnelheid van de au-
to (met een marge van 5%), dan dient u in het interieur van de
auto een voor de bestuurder duidelijk zichtbaar waarschu-
wingsplaatje te plaatsen met de maximum toegestane snelheid
wanneer met die winterbanden wordt gereden (overeenkomstig
de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelfde merk en
profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het rijden en remmen
en voor een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
Bij winterbanden met de indicatie “Q” mag niet
sneller worden gereden dan 160 km/h; echter de
lokaal geldende wettelijke snelheidsbeperkingen
moeten altijd worden gerespecteerd.
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de stan-
daard geleverde banden.
Het Lancia Servicenetwerk kan u adviseren welke band het meest
geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt gebruiken.
Houdt u voor de bandenmaat, de bandenspanning en het type
winterbanden exact aan de gegevens die staan vermeld in de pa-
ragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “6”. De specifieke eigenschap-
pen van winterbanden verminderen aanzienlijk als de profieldiepte
minder is dan 4 mm. In dat geval is het veiliger ze te vervangen.
Door de specifieke eigenschappen van winterbanden zijn de pres-
taties onder niet-winterse omstandigheden of wanneer er lange af-
standen op de snelweg worden gereden, minder dan die van de
standaard gemonteerde banden. Beperk het gebruik van winter-
banden tot die omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd.
Page 184 of 290

4
NOODGEVALLEN183
Motor starten .................................................................................... 184
Fix&Go Automatic snelle bandenreparatieset ................................... 186
Wiel verwisselen ............................................................................... 193
Gloeilamp vervangen ........................................................................ 200
Gloeilamp buitenverlichting vervangen ............................................. 204
Gloeilamp interieurverlichting vervangen ......................................... 209
Zekeringen vervangen ...................................................................... 213
Accu opladen .................................................................................... 220
Opkrikken van de auto ..................................................................... 221
Slepen van de auto ........................................................................... 221 In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen dat in de Service- en garantiehandleiding
vermeld staat. U kunt ook de site www.lancia.com
raadplegen voor de dichtstbijzijnde vestiging van het Lancia Servicenetwerk.
Page 185 of 290

184NOODGEVALLEN
MOTOR STARTEN
Als het lampje Yop het instrumentenpaneel constant blijft
branden, wendt u dan onmiddellijk tot het Lancia Servicenet-
werk.
STARTEN MET EEN HULPACCU fig. 1
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulp-
accu, die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de le-
ge accu.
fig. 1
L0E0074m
Gebruik voor een noodstart beslist nooit een
accusnellader: de elektronische systemen kun-
nen beschadigen; in het bijzonder de regeleenhe-
den van de ontsteking en de inspuiting.
Laat deze procedure door gespecialiseerd perso-
neel uitvoeren. Onjuiste handelingen kunnen lei-
den tot vonken. De vloeistof in de accu is giftig en
corrosief. Vermijd het contact met de huid en de ogen.
Kom ook niet dicht bij een accu met open vuur of een
brandende sigaret en veroorzaak geen vonken.
Page 186 of 290

NOODGEVALLEN185
4
Ga voor het starten als volgt te werk:
❍verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de beide
accu's met een startkabel;
❍sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de
hulpaccu en op de massakabel
Eop de motor of de ver-
snellingsbak van de auto die gestart moet worden;
❍start de motor;
❍neem als de motor draait, de startkabels in de omgekeerde
volgorde los.
Raadpleeg voor de uitvoeringen met Start&Stop-systeem de pa-
ragraaf “Start&Stop-systeem” in hoofdstuk “1” voordat de au-
to met een hulpaccu wordt gestart.
Als de motor na enkele pogingen niet aanslaat, blijf dan niet pro-
beren maar wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee accu's niet
direct met elkaar: eventuele vonken kunnen het explosieve gas
ontsteken dat uit de accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu is
geïnstalleerd aan boord van een andere auto, mogen tussen de-
ze auto en de auto met de lege accu niet per ongeluk metalen de-
len met elkaar in verbinding staan.ROLLEND STARTEN
Probeer auto's nooit te starten door ze aan te duwen, te slepen
of van een helling af te laten rijden.
Op die wijze kan er onverbrande brandstof in de katalysator
terechtkomen, waardoor deze onherstelbaar zal beschadigen.
BELANGRIJK Houd er rekening mee dat de rem- en stuurbe-
krachtiging (indien aanwezig) niet werken zolang de motor niet
is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is voor de bediening
van het rempedaal en het stuur.
Page 190 of 290

NOODGEVALLEN189
4
❍controleer of de schakelaar D-fig. 5 van de compressor in
stand 0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stek-
ker E-fig. 6 in de 12 V-stekkerdoos en schakel de compres-
sor in door de schakelaar D-fig. 5 in stand I (ingeschakeld)
te zetten;
❍Pomp de band op tot de juiste bandenspanning is bereikt (zie
de paragraaf “Bandenspanning in Koude toestand” in hoofd-
stuk “6”). Controleer de bandenspanning op de manome-
ter F-fig. 5. Voor een nauwkeurige aflezing moet de com-
pressor worden uitgeschakeld;❍als u er niet in slaagt binnen 5 minuten de bandenspanning
op ten minste 1,5 bar te krijgen, koppel dan de compressor
los van het ventiel en de stekkerdoos en verplaats vervolgens
de auto ongeveer 10 meter naar voren of naar achteren, zo-
dat de afdichtvloeistof in de band verdeeld wordt; pomp de
band vervolgens weer op;
❍als u er ook dan niet in slaagt om, binnen 5 minuten na
inschakeling van de compressor, de spanning op ten minste
1,8 bar te brengen, mag niet verder worden gereden, om-
dat de band te erg beschadigd is en de reparatieset de ver-
eiste wegligging niet kan garanderen; wendt u tot het Lan-
cia Servicenetwerk;
❍als de band op de juiste spanning is gebracht (zie de para-
graaf “Bandenspanning in Koude toestand” in het hoofdstuk
“6”), vertrek dan onmiddellijk;
fig. 5
L0E0078m
Page 191 of 290

190NOODGEVALLEN
❍stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-
denspanning; vergeet niet de handrem aan te trekken;❍als een spanning van ten minste 1,8 bar wordt gemeten, her-
stel dan de correcte bandenspanning (met draaiende motor
en aangetrokken handrem) en rijd verder;
❍rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats van
het Lancia Servicenetwerk.
Plaats de sticker op een voor de bestuurder goed
zichtbare plaats om aan te geven dat de band
behandeld is met de snelle bandenreparatieset.
Rijd voorzichtig vooral in bochten. Rijd niet harder dan
80 km/h. Vermijd bruusk accelereren en remmen.
Als de bandenspanning onder 1,8 bar is gedaald,
mag niet verder worden gereden: de snelle ban-
denreparatieset Fix & Go automatic kan de ver-
eiste wegligging niet garanderen omdat de band te erg
beschadigd is. Wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
U moet absoluut aangeven dat de band is gere-
pareerd met de snelle bandenreparatieset.
Overhandig de informatiefolder aan het perso-
neel dat de band moet repareren die behandeld is met de
snelle bandenreparatieset.