Lancia Flavia 2012 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2012, Model line: Flavia, Model: Lancia Flavia 2012Pages: 257, PDF Size: 2.8 MB
Page 211 of 257

LET OP!
Spoel het systeem van de airconditi-
oning niet met chemicaliën, omdat
daardoor de onderdelen van de air-
conditioning beschadigd kunnen ra-
ken. Dergelijke schade wordt niet
gedekt door de standaardgarantie.WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitenddoor de fabrikant goedgekeurde
compressorsmeermiddelen en
koudemiddelen. Sommige niet-
goedgekeurde koudemiddelen
zijn brandbaar en explosief en
kunnen daardoor ernstig letsel
veroorzaken. Andere niet-
goedgekeurde koudemiddelen of
smeermiddelen kunnen het sys-
teem beschadigen, wat hoge repa-
ratiekosten met zich meebrengt.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het aircosysteem bevat een kou-
demiddel onder hoge druk. Om
persoonlijk letsel of schade aan
het systeem te voorkomen mag
het bijvullen van koudemiddel, of
andere reparaties waarbij leidin-
gen moeten worden losgekoppeld,
alleen worden uitgevoerd door een
vakbekwame monteur.
Koudemiddel opvangen en
recyclen
Het airconditioningsysteem van uw
auto bevat R-134a, een door het En-
vironmental Protection Agency goed-
gekeurd koelmiddel van fluorkoolwa-
terstof (HFK) dat de ozonlaag niet
aantast. De fabrikant raadt u aan het
onderhoud aan het airconditioning-
systeem te laten uitvoeren door een
erkende dealer of een vakgarage die
beschikt over de uitrusting om het
koudemiddel op te vangen en te laten
recyclen.
OPMERKING:
Gebruik uitsluitend vloeibare af-
dichtingsmiddelen voor aircosys-
temen, producten voor het stoppen van lekken, afdichtingsconditio-
ners, compressorolie of koude-
middelen die goedgekeurd zijn
door de fabrikant.
AIRCOLUCHTFILTER
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen
te gebruiken. Voer geen onderhoud
uit als u geen ervaring hebt.WAARSCHUWING!
Verwijder het luchtfilter van het air-
cosysteem niet wanneer de aanjager
is ingeschakeld. Anders kan per-
soonlijk letsel het gevolg zijn.
204
Page 212 of 257

Het luchtfilter van het aircosysteem
bevindt zich in de luchtinlaat achter
het handschoenenkastje. Volg de on-
derstaande procedure om het filter te
vervangen:
1. Open het handschoenenkastje en
neem alle voorwerpen eruit.
2. Druk op de zijwanden van het
handschoenenkastje en laat de klep
zakken.
3. Maak de gasveer van het hand-
schoenenkastje los van aan de zijkant
van het kastje. Pak hiertoe de gasveer-
connector (aan de buitenzijde van het
kastje) en het uiteinde van de connec-
torpen (aan de binnenzijde van het
kastje) met uw duim en wijsvinger
vast en trek ze naar buiten terwijl u de
klep met uw andere hand licht naar
boven beweegt. Na het losmaken trekt
de gasveer zich onder het instrumen-
tenpaneel samen als u hem loslaat.
4. Draai het handschoenenkastje om-
laag.
5. Maak de twee houders los waar-
mee het filterdeksel aan de ventilatie-
behuizing is bevestigd en verwijder
het deksel.6. Verwijder het luchtfilter van de
airco door het recht uit de behuizing
te trekken.
7. Installeer het luchtfilter van de
airco met de pijl op het filter naar
beneden wijzend. Bij het terugplaat-
sen van het filterdeksel zorgen dat het
deksel goed in de houders klikt en vast
wordt gezet.
LET OP!
Het luchtfilter van de airco is voor-
zien van een pijl die de richting van
de luchtstroom door het filter aan-
geeft. Als het filter niet op de juiste
wijze wordt geïnstalleerd, moet het
wellicht vaker worden vervangen.8. Breng de gasveer van de klep van
het handschoenenkastje en het hand-
schoenenkastje aan.
SMEREN VAN
CARROSSERIEDELEN
De sloten en alle scharnierpunten aan
de carrosserie, zoals de stoelrails, por-
tierscharnieren en -rollers en motor-
kapscharnieren, moeten voor een
stille en soepele werking en bescher-
ming tegen corrosie en slijtage regel-
matig worden gesmeerd met een vet
op lithiumbasis. Voordat carrosserie-
delen worden gesmeerd, moeten de
desbetreffende punten goed worden
gereinigd. Verwijder na het smeren
overtollig vet of olie. Besteed vooral
aandacht aan de onderdelen voor ver-
grendeling van de motorkap, om ze-
ker te zijn van een correcte werking.
Als u werkzaamheden onder de mo-
torkap verricht, moet u de motorkap-
vergrendeling reinigen en indien no-
dig smeren.
Smeer de buitenste portierslotcilin-
ders twee keer per jaar, bij voorkeur in
het voorjaar en in het najaar. BrengVervanging luchtfilter airconditioning
205
Page 213 of 257

een kleine hoeveelheid smeermiddel
van hoge kwaliteit direct aan in de
slotcilinder.LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen
te gebruiken. Voer geen onderhoud
uit als u geen ervaring hebt.
RUITENWISSERBLADEN
Reinig de rubberdelen van de wisser-
bladen en de voorruit regelmatig met
een spons of zachte doek en een mild
niet-schurend reinigingsmiddel of
ruitensproeiervloeistof. Zo verwijdert
u strooizout, vet of olieaanslag en ver-
mindert u de kans op streepvorming
en vlekken.
Als de ruitenwissers langdurig worden
gebruikt terwijl de ruit droog is, zul-
len de wisserbladen sneller slijten. Ge-
bruik altijd ruitensproeiervloeistof als u met de wissers strooizout of vuil van
een droge voorruit wilt verwijderen.
Gebruik de ruitenwissers nooit om
rijp of ijs van de voorruit te verwijde-
ren. Controleer alvorens te wissen of
de wisserbladen niet aan de voorruit
zijn vastgevroren, om beschadiging te
voorkomen.
OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisserbla-
den is afhankelijk van de geografi-
sche regio en de mate van gebruik.
Wanneer u merkt dat de ruitenwis-
sers klapperen of (water) sporen of
natte plekken achterlaten, dan
duidt dit op een slechte werking van
de ruitenwisserbladen. Wanneer
een van deze symptomen zich voor-
doet, reinig of vervang dan de rui-
tenwisserbladen.RUITENSPROEIER-
VLOEISTOF BIJVULLEN
De ruitensproeiers vóór en achter ma-
ken gebruik van hetzelfde vloeistofre-
servoir. Het vloeistofreservoir bevindt
zich in de motorruimte. Controleer
regelmatig de inhoud van het reser-
voir. Vul het reservoir met een ruiten-sproeieroplossing (geen radiateur-
antivries) en laat het systeem enkele
seconden werken om het restwater
weg te spoelen.
Als u het vloeistofreservoir bijvult,
breng dan een kleine hoeveelheid
vloeistof aan op een (hand)doek en er
veeg de wisserbladen mee schoon. Dit
verbetert de wiswerking.
Om te voorkomen dat uw ruiten-
sproeiersysteem bij koud weer be-
vriest, dient u een oplossing of meng-
sel te kiezen dat geschikt is voor het
klimaat in uw omgeving. Deze infor-
matie treft u aan op de meeste flessen
met ruitensproeiervloeistof.
WAARSCHUWING!
In de handel verkrijgbare ruiten-
sproeiervloeistof is brandbaar. Deze
kan ontbranden en brandwonden
veroorzaken. Wees daarom voor-
zichtig als u het reservoir bijvult of
in de buurt van het reservoir werkt.
206
Page 214 of 257

LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen
te gebruiken. Voer geen onderhoud
uit als u geen ervaring hebt.
UITLAATSYSTEEM
De beste bescherming tegen koolmo-
noxidevergiftiging is een goed onder-
houden uitlaatsysteem.
Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid
is veranderd, uitlaatgassen in de auto
ruikt of als de onder- of achterzijde
van de auto is beschadigd, laat dan
een erkende monteur het volledige
uitlaatsysteem en de naburige carros-
seriedelen controleren op breuk,
schade, slijtage of verplaatsingen.
Open naden of losse verbindingen
kunnen ertoe leiden dat uitlaatgassen
binnendringen in het interieur. Laat
het uitlaatsysteem ook altijd controle-
ren wanneer de auto op een hefbrug
wordt gezet voor het verversen van smeervet of olie. Laat indien nodig
onderdelen vervangen.
WAARSCHUWING!Uitlaatgassen kunnen gezondheids-
problemen veroorzaken of zelfs dode-
lijk zijn. Ze bevatten koolmonoxide
(CO), een kleur- en geurloos gas. Het
inademen ervan kan bewusteloosheid
en vergiftiging veroorzaken. Om in-
ademen van koolmonoxide (CO) te
voorkomen raadpleegt u "Veiligheid-
stips/uitlaatgas" in "Zaken die u moet
weten voordat u de motor start" voor
meer informatie.LET OP!
Vanwege de katalysator mag uit-
sluitend loodvrije benzine worden
getankt. Door gelode benzine ver-
liest de katalysator zijn regelende
werking voor de uitlaatgassen en
kunnen de motorprestaties aan-
zienlijk afnemen met ernstige mo-
torschade tot gevolg.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
De katalysator kan worden be-
schadigd als u de auto niet in
goede conditie houdt. Bij een mo-
torstoring, vooral bij het over-
slaan van de motor of duidelijke
vermogensverliezen, moet u de
auto meteen laten repareren. Als u
doorrijdt met een ernstige storing
kan de katalysator oververhit ra-
ken waardoor deze en de auto be-
schadigd raken.
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den heeft de katalysator geen onder-
houd nodig. Het is echter van belang
dat de dealer de motorafstellingen re-
gelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen.
OPMERKING:
Opzettelijk knoeien aan het uit-
laatgasregelsysteem is strafbaar en
kan leiden tot strafrechtelijke ver-
volging.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer
ernstige motorschade) kan een door-
dringende geur duiden op een ernstige
en abnormale oververhitting van de
katalysator. Als dit zich voordoet, 207
Page 215 of 257

breng dan de auto tot stilstand, zet de
motor af en laat hem afkoelen. Laat
onmiddellijk daarna onderhouds-
werkzaamheden uitvoeren, met inbe-
grip van het afstellen van de motor
volgens specificaties van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om
mogelijke schade aan de katalysator
tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten ofhet contact uitschakelen tijdens het
rijden en wanneer de versnellings-
bak in een versnelling is gescha-
keld.
Probeer de auto niet te starten door deze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien als een of meerdere bougies
zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests,
of gedurende langere perioden
waarbij de motor zeer onregelmatig
stationair draait of sprake is van
afwijkende bedrijfsomstandighe-
den. KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden gaat ver-
richten in de buurt van de radia-
torventilator, moet u de ventila-
tormotor loskoppelen of de
contactschakelaar in de stand
LOCK zetten. De ventilator is
temperatuurgeregeld en kan op
elk moment gaan draaien als de
contactschakelaar in de stand ON
staat.
Hete koelvloeistof (antivries) en
stoom uit de radiateur kunnen
ernstige brandwonden veroorza-
ken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen
nadat de radiateur voldoende is
afgekoeld. Open nooit de vuldop
van het koelsysteem als de radi-
ateur heet is.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen
te gebruiken. Voer geen onderhoud
uit als u geen ervaring hebt.
Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries)
ieder jaar (bij voorkeur voordat de
vorst invalt). Als de koelvloeistof (an-
tivries) vuil of roestig lijkt, moet het
systeem worden afgetapt en doorge-
spoeld en daarna met nieuwe koel-
vloeistof (antrivries) worden gevuld.
Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insecten-
resten, bladeren, enz. Spuit de voor-
zijde van de condensor indien nodig
voorzichtig verticaal vanaf de boven-
kant schoon met een tuinslang.Controleer de slangen van het koel-
vloeistofreservoir op broos rubber, bar-
sten, scheuren, insnijdingen en vloei-
208
Page 216 of 257

stofdichte aansluiting aan reservoir- en
radiateurzijde. Controleer het hele sys-
teem op lekkage.Koelsysteem – aftappen, spoelen
en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als
er veel bezinksel aanwezig is. Voer
daarna een grondige spoelbeurt uit
om alle afzettingen en chemicaliën te
verwijderen. Voer afgewerkte koel-
vloeistof (antivries) op de juiste wijze
af.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik door de fabrikant aanbevo-
len koelvloeistof of een gelijkwaardig
product. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeermiddelen en ori-
ginele onderdelen" in "Onderhoud
van uw auto" voor meer informatie
hierover.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof(antivries) met andere dan de ge-
specificeerde HOAT-koelvloeistof
(antivries) kan beschadiging van
de motor veroorzaken en de be-
scherming tegen roest verminde-
ren. Als u in een noodsituatie een
andere koelvloeistof (antivries)
aan het koelsysteem hebt toege-
voegd dan wordt voorgeschreven,
is het verstandig deze zo snel mo-
gelijk te laten vervangen door de
voorgeschreven koelvloeistof (an-
tivries).
Gebruik geen koelvloeistoffen (an-
tivries) op basis van alleen water of
alcohol. Gebruik geen roestrem-
mers of andere anticorrosie-
producten, omdat deze mogelijk
niet geschikt zijn voor de gebruikte
koelvloeistof (antivries) en verstop-
ping van de radiateur kunnen ver-
oorzaken.
(Vervolgd)
LET OP! (Vervolgd)
Deze auto is niet ontworpen voor
het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van pro-
pyleenglycol. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op
basis van propyleenglycol wordt
afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
Uw auto wordt af-fabriek geleverd
met een verbeterde koelvloeistof (an-
tivries) die grotere onderhoudsinter-
vallen mogelijk maakt. Deze koel-
vloeistof kan maximaal vijf jaar of
168.000 km gebruikt worden vóór
verversing. Gebruik altijd dezelfde
koelvloeistof (antivries). Daarmee
voorkomt u dat dit verlengde onder-
houdsinterval wordt verkort.
Houd rekening met het volgende
wanneer u koelvloeistof (antivries)
bijvult:
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water,
zoals gedistilleerd of gedeïoniseerd
water, voor het verdunnen van de
koelvloeistof (antivries). Water van
lagere kwaliteit kan de corrosiebe-
scherming in het motorkoelsysteem
verminderen.
209
Page 217 of 257

Het is de taak van de eigenaar van de
auto om de concentratie van de koel-
vloeistof aan te passen aan de buiten-
temperatuur.
OPMERKING:
Het mengen van verschillende ty-
pen motorkoelvloeistof (antivries)
verkort de levensduur van de koel-
vloeistof (antivries) en leidt tot
kortere verversingsintervallen.
Vuldop van het koelsysteem
Draai de vuldop goed vast, zodat
wordt voorkomen dat er koelvloeistof
(antivries) wordt gemorst en de koel-
vloeistof (antivries) terugloopt naar
de radiateur via het koelvloeistofre-
servoir.
Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zicht-
baar zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
Als waarschuwing is de tekst "DONOT OPEN HOT" (NIET OPE-
NEN, HEET) op de vuldop van
het koelsysteem aangebracht. Vul
nooit koelvloeistof (antivries) bij
als de motor oververhit is. Draai
nooit de vuldop los om een over-
verhitte motor te laten afkoelen.
Door de hitte komt het koelsys-
teem onder druk te staan. Om
brandwonden en ander letsel te
voorkomen, mag u nooit de vul-
dop verwijderen van een koelcir-
cuit dat heet is of onder druk
staat.
Gebruik geen andere vuldop dan
de voorgeschreven vuldop voor
uw auto. Dit kan leiden tot per-
soonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van afgewerkte
koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de milieuvoor-
schriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om inslikken door kinderen of dieren te
voorkomen, dient u koelvloeistof (an-
tivries) met ethyleenglycol nooit in
open reservoirs te bewaren. Laat de
vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in als een kind
of huisdier koelvloeistof heeft inge-
slikt. Verwijder gemorste vloeistof on-
middellijk.
Koelvloeistofpeil
Viercilindermotoren –
aan het koel-
vloeistofreservoir kunt u snel en dui-
delijk zien of er voldoende koelvloei-
stof (antivries) in het koelsysteem
aanwezig is. Bij stationair toerental en
warme motor moet het koelvloeistof-
peil (antivries) in het reservoir tussen
de lijnen "ADD" en "FULL" op het
reservoir staan.
Omdat de radiateur normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiateurdop te verwijderen,
tenzij u de koelvloeistof (antivries)
wilt controleren op vriespunt of wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuur
van de motor in orde is, hoeft u het
koelvloeistofreservoir slechts eenmaal
210
Page 218 of 257

per maand te controleren. Als de koel-
vloeistof (antivries) moet worden bij-
gevuld, doet u dit via de vulopening
van het koelvloeistofreservoir. Vul
nooit te veel vloeistof bij.
Belangrijk
OPMERKING:
Wanneer u na enkele kilometers
de auto tot stilstand brengt, ziet u
mogelijk waterdamp opstijgen
vanuit de voorzijde van het motor-
compartiment. Dit is meestal het
gevolg van een hoge luchtvochtig-
heid, of van regen of sneeuw die op
de radiator is achtergebleven en
verdampt wanneer de thermo-
staatklep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van het mo-
torcompartiment blijkt dat de radi-
ateur en de slangen geen defecten ver-
tonen, kunt u gerust met de auto gaan
rijden. De damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in hetkoelvloeistofreservoir.
Controleer het vriespunt van de koelvloeistof (antivries) in de radi- ateur en in het koelvloeistofreser-
voir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook
de inhoud van het expansiereser-
voir worden beschermd tegen be-
vriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het koelvloeistofreservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloei-
stofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, houd dan de voor-
zijde van de condensor schoon. Vervang nooit de thermostaat door
een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het voorgeschre-
ven type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere modellen kunnen
onvoldoende koelprestaties leveren
en een hoger brandstofverbruik en
hogere emissiewaarden teweeg-
brengen.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen
van het remsysteem regelmatig wor-
den gecontroleerd. Raadpleeg het
hoofdstuk "Onderhoudsschema"
voor de juiste onderhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!Rijden met uw voet op het rempedaal
is gevaarlijk en kan leiden tot een
aanrijding. Rijden met uw voet op het
rempedaal veroorzaakt abnormaal
hoge remtemperaturen, verhoogt de
slijtage van de remvoering en kan
leiden tot schade aan het remsys-
teem. U beschikt dan in noodgevallen
niet over het volledige remvermogen.
211
Page 219 of 257

LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen
te gebruiken. Voer geen onderhoud
uit als u geen ervaring hebt.
Hoofdremcilinder – controle van
remvloeistofpeil
Controleer onmiddellijk het vloeistof-
peil in de hoofdremcilinder als het
waarschuwingslampje voor het rem-
systeem gaat branden.
Controleer het vloeistofpeil telkens
wanneer u werkzaamheden onder de
motorkap uitvoert.
Maak de bovenzijde van de hoofd-
remcilinder schoon voordat u de dop
verwijdert. Vul indien nodig vloeistof
bij tot aan het vereiste merkteken op
het remoliereservoir.Overvullen van remvloeistof moet wor-
den voorkomen, omdat de vloeistof dan
naar het remsysteem kan weglekken. Het vloeistofpeil daalt naarmate de
remblokken slijten. Controleer het rem-
vloeistofpeil wanneer de remblokken
worden vervangen. Een laag vloeistof-
peil kan echter ook worden veroorzaakt
door lekkage en controle kan noodza-
kelijk zijn.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen, smeermidde-
len en originele onderdelen" in "Onder-
houd van uw auto" voor meer informa-
tie hierover.
WAARSCHUWING!
Gebruik door de fabrikant aanbevo-
len remvloeistof of een gelijkwaar-
dig product. Raadpleeg de para-
graaf "Vloeistoffen, smeermiddelen
en originele onderdelen" in "Onder-
houd van uw auto" voor meer infor-
matie hierover. Gebruik van de ver-
keerde remvloeistof kan ernstige
schade veroorzaken aan uw remsys-
teem en/of de werking ervan nadelig
beïnvloeden.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!
(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen door
materiaal of vocht van buitenaf,
dient u uitsluitend nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of remvloei-
stof uit een hermetisch afgesloten
reservoir. Zorg ervoor dat de dop
van het reservoir van de hoofdrem-
cilinder altijd is vastgedraaid.
Remvloeistof in een open reservoir
neemt vocht op uit de lucht, waar-
door de remvloeistof een lager
kookpunt krijgt. De remvloeistof
kan hierdoor gaan koken tijdens
stevig of langdurig remmen, waar-
door de kans bestaat dat de rem-
men plotseling niet meer werken.
Dit kan een aanrijding tot gevolg
hebben.
(Vervolgd)
212
Page 220 of 257

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het bijvullen van het vloeistofre-
servoir met te veel remvloeistof
kan leiden tot het morsen van
vloeistof op hete motoronderde-
len, waardoor de remvloeistof
vlam kan vatten. Remvloeistof
kan ook schade toebrengen aan
gelakte oppervlakken en vinyl.
Let er daarom op dat er geen rem-
vloeistof op deze oppervlakken te-
recht komt.
Zorg dat er geen vloeistof op basis
van aardolie in de remvloeistof te-
rechtkomt. De afdichtingen van het
remsysteem kunnen hierdoor wor-
den aangetast, waardoor de rem-
men hun werking gedeeltelijk of ge-
heel kunnen verliezen. Dit kan een
aanrijding tot gevolg hebben.
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
De automatische versnellingsbak en
de differentieeleenheid bevinden zich
in een enkele behuizing.
Het vloeistofpeil in de automatische
versnellingsbak moet bij elke onder-
houdsbeurt worden gecontroleerd.
Wanneer met een te laag vloeistofni-
veau wordt gereden, kan de levens-
duur van de vernsnellingsbak en de
vloeistof sterk afnemen.
Keuze van smeermiddel
Het is belangrijk het juiste smeermid-
del voor de versnellingsbak te kiezen,
om een optimale werking van de ver-
snellingsbak te garanderen. Gebruik
door de fabrikant aanbevolen trans-
missievloeistof of een gelijkwaardig
product. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeermiddelen en ori-
ginele onderdelen" in "Onderhoud
van uw auto" voor meer informatie
hierover. Het is belangrijk dat de
transmissievloeistof het vereiste peil
heeft en dat u de aanbevolen vloeistof
gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere transmissie-
vloeistof gebruikt dan aanbevolen
door de fabrikant of een gelijkwaar-
dige vloeistof, kan daardoor de scha-
kelwerking van de versnellingsbak
achteruitgaan en/of grijpt de kop-
pelomvormer schokkend aan. Wan-
neer u een andere transmissievloei-
stof gebruikt dan aanbevolen door
de fabrikant of een gelijkwaardige
vloeistof, zullen de vloeistof en het
filter vaker moeten worden vervan-
gen. Raadpleeg de paragraaf "Vloei-
stoffen, smeermiddelen en originele
onderdelen" in "Onderhoud van uw
auto" voor meer informatie hierover.
Speciale additieven
Automatische transmissievloeistof
(ATF) is een geavanceerd en hoog-
waardig product waarvan de presta-
ties door additieven nadelig kunnen
worden beïnvloed. Daarom raden we
u aan geen additieven aan de trans-
missievloeistof toe te voegen. De enige
uitzondering op deze regel vormt het
toevoegen van speciale kleurstof om
lekkage op te sporen. Gebruik ook
213