dashboard Lancia Musa 2005 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2005, Model line: Musa, Model: Lancia Musa 2005Pages: 338, PDF Size: 5.29 MB
Page 138 of 338

137
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
CONTROLESYSTEEM VOOR
BANDENSPANNING TPMS (indien
aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem
voor de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System). Dit systeem beschikt over een
sensor die op radiogolven werkt, in de band van elk
wiel. Deze sensor stuurt informatie over de
spanning van iedere band naar de regeleenheid.
BELANGRIJK De regeleenheid controleert de
spanning van de vier gemonteerde banden en niet
die van het noodreservewiel. Wij raden u daarom
aan bij het controleren van de bandenspanning ook
altijd die van het noodreservewiel te controleren.BELANGRIJK Het systeem waarschuwt alleen
wanneer de bandenspanning lager is dan de
voorgeschreven waarde (zie de paragraaf
“Bandenspanning” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”). Wees zeer zorgvuldig bij het controleren
of herstellen van de bandenspanning. Een te hoge
spanning vermindert de grip op het wegdek,
verhoogt de belasting op de wielophanging en de
wielen en veroorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden.
BELANGRIJK De spanning van de banden moet bij
stilstaande auto en koude banden gecontroleerd
worden; als om wat voor reden dan ook de spanning
bij warme banden gecontroleerd wordt, verminder
dan de spanning niet, ook als deze boven de
voorgeschreven waarde ligt, maar controleer de
spanning opnieuw bij koude banden.
ATTENTIE
Ook als de auto is uitgerust met het TPMS-systeem moet de bestuurder
regelmatig de spanning van de banden en die van het reservewiel (zie de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”) controleren.
Page 139 of 338

AANWIJZINGEN VOOR HET
GEBRUIK VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgeslagen en
worden dus niet aangegeven als de motor wordt
uitgezet en vervolgens weer wordt gestart. Als de
storingen blijven bestaan, stuurt de regeleenheid de
betreffende meldingen pas naar het
instrumentenpaneel als de auto een korte tijd rijdt.
BELANGRIJK Het TPMS is niet in staat om te
waarschuwen voor een plotselinge vermindering van
de bandenspanning (bijvoorbeeld bij een
klapband). Zet in dat geval de auto stil door
voorzichtig te remmen en maak daarbij geen
plotselinge stuurbewegingen.
BELANGRIJK Het omwisselen van de voorwielen
en de achterwielen of het vervangen van de normale
banden door winterbanden en omgekeerd, vereist
ook een aanpassing van het TPMS, die uitsluitend
door de Lancia-dealer mag worden uitgevoerd.
BELANGRIJK Het TPMS vereist het gebruik van
speciale apparatuur. Raadpleeg de Lancia-dealer
over de accessoires die geschikt zijn voor het
systeem (wielen, wieldeksels enz.) Het gebruik van
andere accessoires kan de normale werking van het
systeem verhinderen.
Vanwege de speciale eigenschappen van de
ventielen mag er voor de reparatie van bandenalleen afdichtvloeistof gebruikt worden die
goedgekeurd is door Lancia; het gebruik van andere
vloeistoffen kan de juiste werking van het systeem
verhinderen.
BELANGRIJK De bandenspanning kan variëren
afhankelijk van de buitentemperatuur. Het TPMS
kan tijdelijk een te lage bandenspanning signaleren.
Controleer in dat geval de bandenspanning bij
koude banden en herstel, indien nodig, de juiste
spanning.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met het
TPMS moeten bij het monteren/demonteren van de
banden en/of de velgen speciale voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen. Om te voorkomen
dat de sensoren beschadigen of verkeerd
gemonteerd worden, mogen de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespecialiseerd personeel
vervangen worden. Wendt u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met het
TPMS moet bij het demonteren van een band, ook
het rubber van het ventiel vervangen worden.
Wendt u tot de Lancia-dealer.
BELANGRIJK Als na het gebruik van de snelle
reparatieset Fix&Go en na het herstel van de
oorspronkelijke situatie, op het instrumentenpaneel
de melding van de lekke band blijft weergegeven,
wendt u dan tot de Lancia-dealer.
138
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Page 140 of 338

AUTORADIO (indien aanwezig)
Raadpleeg voor de werking van de autoradio met CD- of MP3 CD-
speler het supplement dat bij dit instructieboekje is geleverd.
INBOUWVOORBEREIDING (indien aanwezig)
Het pakket bestaat uit:
❒kabels voor voeding van de autoradio
❒kabels voor voeding van de luidsprekers voor en achter
❒kabel voor voeding van de antenne
❒2 tweeter luidsprekers in de voorstijlen met elk een piekvermogen
van 30W;
❒2 mid-woofer luidsprekers in de voorportieren, met een diameter
van 165 mm en met elk een piekvermogen van 30W;
❒2 full-range luidsprekers in de achterportieren, met een diameter
van 165 mm en met elk een piekvermogen van 30W.
❒1 storingsfilter (bij dit instructieboekje geleverd). Als u een eigen
autoradio hebt, is de installatie van dit filter noodzakelijk voor een
goede ontvangst van de AM-band. Zie voor de installatie van het
storingsfilter de bijgeleverde aanwijzingen (of wendt u tot de
Lancia-dealer).
Autoradio inbouwen
De autoradio moet worden ingebouwd op de plek van het opbergvak
middenonder. De voedingskabels liggen achter dit opbergvak.
Verwijder het vak door op de aangegeven punten bij de borgingen te
drukken.
139
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0120m
Het is raadzaam de autoradio en het storingsfilter door de Lancia-dealer te laten installeren.
Page 141 of 338

INBOUWVOORBEREIDING MOBIELE TELEFOON (indien aanwezig)
De inbouwvoorbereiding voor de telefoon die is gekoppeld aan de autoradio met CD-speler of MP3 CD-speler,
bestaat uit de volgende onderdelen:
❒antenne met dubbele functie (autoradio + mobiele telefoon 900/1800 MHz) op het dak van de auto;
❒antennekabel voor de antenne met dubbele functie en een kabel met een 10-polige stekker.
De stekker is ingebouwd tussen de stuurkolom en de middenconsole.
140
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
De handsfree kit dient door u zelf te worden aangeschaft, omdat de kit geschikt moet zijn voor uw
mobiele telefoon. Wij raden u aan de microfoon dichtbij het plafondlampje voor te monteren.
ATTENTIE
Laat de installatie van de mobiele telefoon en de aansluiting op de
inbouwvoorbereiding in de auto uitsluitend door de Lancia-dealer uitvoeren.
Zo wordt voorkomen dat de rijveiligheid in gevaar wordt gebracht.
ATTENTIEDe antenne is geschikt voor een zendvermogen tot 20W.
Page 142 of 338

EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt
monteren die constante voeding nodig hebben
(autoradio, anti-diefstalsatellietbewaking enz.), of
accessoires die de elektrische installatie zwaar
belasten, wendt u dan tot de Lancia-dealer. Deze
kan u de meest geschikte installaties aanraden uit
het Lancia Lineaccessori-programma en controleren
of de elektrische installatie van de auto geschikt is
voor het extra stroomverbruik of dat het
noodzakelijk is een accu met een grotere capaciteit
te monteren.RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en
dergelijke) mogen alleen in de auto worden gebruikt
met een aparte antenne aan de buitenkant van de
auto.
Het gebruik van dergelijke apparaten in de auto
(zonder buitenantenne) kan niet alleen schadelijk
zijn voor de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische systemen van de
auto veroorzaken. Hierdoor wordt de veiligheid in
gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangstkwaliteit
aanzienlijk beperkt door de isolerende
eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele telefoons
(GSM, GPRS, UMTS) met het officiële EU-
keurmerk, strikt aan de instructies die door de
fabrikant van de mobiele telefoon zijn bijgeleverd.
141
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ATTENTIE
Let op bij de montage van spoilers, lichtmetalen velgen en niet standaard wieldoppen:
ze kunnen de ventilatie van de remmen verminderen en daarmee hun doelmatigheid
tijdens krachtig en veelvuldig remmen; bijvoorbeeld tijdens een lange afdaling.
Controleer bovendien of de slag van de pedalen niet beperkt wordt (door matten enz.).
Page 143 of 338

ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE”
De auto is uitgerust met de elektrische stuurbekrachtiging
“Dualdrive”. De elektrische stuurbekrachtiging werkt alleen als de
contactsleutel in stand MAR staat en de motor draait. Met het systeem
kan de bestuurder de hulpkracht voor het verdraaien van het stuur
aanpassen aan de rij-omstandigheden.
IN-/UITSCHAKELEN (CITY-functie)
Druk voor het in-/uitschakelen van de functie op de knop CITY op
het middelste deel van het dashboard.
Als deze functie wordt ingeschakeld, verschijnt het opschrift CITY op
het multifunctionele display.
Met ingeschakelde CITY-functie draait het stuur heel licht, waardoor
makkelijker kan worden geparkeerd: deze instelling van de
stuurbekrachtiging is dus zeer geschikt voor het rijden in de stad.
142
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0122m
ATTENTIEHet is streng verboden om demontage-/montagewerkzaamheden uit te voeren,
waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij
montage van een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties van het
systeem, de garantie en de veiligheid in gevaar worden gebracht en voldoet de
auto niet meer aan de typegoedkeuring.
Page 144 of 338

STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in het systeem worden
aangegeven door het branden van het lampje gop
het instrumentenpaneel (op het multifunctionele
display verschijnt ook een bericht - zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Bij een storing in het systeem blijft de auto
mechanisch bestuurbaar. Wendt u echter zo snel
mogelijk tot de Lancia-dealer.BELANGRIJK De benodigde stuurkracht kan
toenemen bij langdurige parkeermanoeuvres; dit is
een normaal verschijnsel om oververhitting van de
motor voor de stuurbekrachtiging te voorkomen. In
deze situatie zijn er geen reparaties vereist. Als u de
auto vervolgens weer gebruikt, zal de
stuurbekrachtiging weer normaal werken.
143
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ATTENTIE
Zet altijd de motor uit en verwijder de contactsleutel uit het contactslot, waardoor
het stuurwiel wordt vergrendeld, voordat er onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd, vooral als de auto met de wielen los van de grond staat. Als dit niet
mogelijk is (als de sleutel in stand MAR moet staan of de motor moet draaien),
moet de hoofdzekering van de elektrische stuurbekrachtiging worden verwijderd.
Page 145 of 338

PARKEERSENSOREN (indien aanwezig)
Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto en attenderen de
bestuurder via een repeterend akoestisch signaal op de aanwezigheid van
obstakels achter de auto.
ACTIVERING
De sensoren worden automatisch geactiveerd als de achteruit wordt
ingeschakeld. Als de afstand tot het obstakel achter de auto kleiner
wordt, neemt de frequentie van het akoestische signaal toe.
AKOESTISCH WAARSCHUWINGSSYSTEEM
Als de achteruit wordt ingeschakeld, klinkt er automatisch een
onderbroken geluidssignaal.
Het geluidssignaal:
❒klinkt vaker naarmate de afstand tot het obstakel vermindert;
❒klinkt ononderbroken als de afstand tot het obstakel minder is dan
ongeveer 30 cm en stopt onmiddellijk als de afstand tot het
obstakel groter wordt;
❒blijft constant als de gemeten afstand onveranderd blijft, terwijl,
als deze situatie zich voordoet bij de sensoren aan de zijkant, het
signaal na 3 seconden onderbroken wordt, om bijvoorbeeld
signalen te voorkomen als u langs een muur rijdt.
Meetbereik
Het meetbereik in het midden varieert afhankelijk van de uitvoering
van de auto: het meetbereik is 140 cm, terwijl bij kleine obstakels (of
bij parkeerobstakels met ronde vormen) het meetbereik 70 cm is. Het
meetbereik aan de zijkant is 60 cm.
Als de sensoren meerdere obstakels signaleren, dan reageren zij alleen
op die obstakels die zich het dichtst bij de auto bevinden.
144
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0123m
Page 146 of 338

STORINGSMELDINGEN
Zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”.
WERKING MET AANHANGER
De werking van de sensoren wordt automatisch
uitgeschakeld als de stekker van de elektrische
kabel van de aanhanger wordt aangesloten op de
stekkerdoos van de trekhaak.
De sensoren worden automatisch weer ingeschakeld
als u de aanhangerstekker loskoppelt.ALGEMENE OPMERKINGEN
❒Controleer tijdens parkeermanoeuvres of zich
geen obstakels op of onder de sensoren bevinden.
❒Obstakels die zich dicht bij de achterkant van de
auto bevinden, worden onder bepaalde
omstandigheden niet door het systeem
gesignaleerd en kunnen dus de auto beschadigen
of zelf beschadigd worden.
❒De metingen van de sensoren kunnen beïnvloed
worden/zijn door beschadiging van de sensoren
zelf, door vuil, sneeuw of ijs op de sensoren of
door ultrasone systemen (bijv. luchtdrukremmen
van vrachtwagens of pneumatische hamers) die
zich in de nabijheid bevinden.
145
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Voor een juiste werking van het systeem moeten de sensoren altijd schoon zijn. Wees voorzichtig
bij het reinigen van de sensoren om krassen of beschadigingen te voorkomen; gebruik geen droge,
grove of harde doek. De sensoren moeten worden gereinigd met schoon water, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. In wastunnels waar gebruik wordt gemaakt van stoom of
hogedrukreiniging, moeten de sensoren kort worden gereinigd. Houd hierbij de straalpijp op meer
dan 10 cm afstand.
ATTENTIE
De verantwoordelijkheid tijdens het parkeren en andere gevaarlijke handelingen
ligt altijd en overal bij de bestuurder. Controleer als u de auto parkeert of zich geen
personen, dieren of obstakels in de buurt van de auto bevinden. De parkeersensoren
moeten als een hulpmiddel voor de bestuurder beschouwd worden. De bestuurder
moet tijdens eventueel gevaarlijke parkeermanoeuvres altijd volledig zijn aandacht
behouden, ook als de manoeuvres met lage snelheid worden uitgevoerd.
Page 147 of 338

TANKEN MET DE LANCIA MUSA
BENZINEMOTOREN
Tank uitsluitend loodvrije benzine.
Om vergissingen te voorkomen is de diameter van
de vulpijp van de tank kleiner, zodat het vulpistool
voor loodhoudende benzine er niet in past. Het
octaangetal van de benzine moet ten minste 95
RON zijn.
BELANGRIJK Een beschadigde katalysator laat
schadelijke stoffen in het uitlaatgas achter,
waardoor het milieu wordt vervuild.
BELANGRIJK Tank met de auto nooit, niet in
noodgevallen en ook niet een klein beetje,
loodhoudende benzine. U zou de katalysator
onherstelbaar beschadigen.JTD-MOTOREN
Bij lage buitentemperaturen kan de vloeibaarheid
van de dieselbrandstof verminderen door de
vorming van paraffine, waardoor het
brandstofsysteem niet meer goed werkt.
Om dit probleem te voorkomen wordt er,
afhankelijk van het seizoen, dieselbrandstof
geleverd die speciaal voor de zomer, voor de winter
en voor zeer lage temperaturen (bergachtige
gebieden) is ontwikkeld.
Als dieselbrandstof wordt getankt die niet
toereikend is voor de gebruikstemperatuur, raden
wij aan de dieselbrandstof te mengen met het
vorstbeveiligingsmiddel DIESEL MIX in de
verhouding die in de gebruiksaanwijzing van het
middel is aangegeven. Doe eerst het middel in de
tank en voeg daarna de dieselbrandstof toe.
U moet het vorstbeveiligingsmiddel DIESEL MIX
door de dieselbrandstof mengen voordat de
dieselbrandstof door de kou van samenstelling is
veranderd. Achteraf toevoegen heeft geen enkel
effect.
146
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Tank bij auto’s met dieselmotor uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen die voldoet aan
de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor
onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben. Mocht u onverhoopt
een ander type brandstof tanken, dan mag de motor niet worden gestart en moet de brandstoftank
worden afgetapt. Ook als de motor slechts kort heeft gedraaid, moet naast de brandstoftank, ook
alle brandstof uit de brandstofleidingen worden afgetapt.