Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2002Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 91 of 246

87
Als u geen brandstoflekkage waar-
neemt en de auto kan nog verder rij-
den, herstel dan de werking van het
systeem en ga daarbij als volgt te
werk:
– draai de contactsleutel in stand
S;
– neem de contactsleutel uit;
– steek de contactsleutel vervolgens
weer in het slot en start de motor op
de normale manier.HANDREM
(fig. 99)
U kunt de handrem inschakelen
door de hendel Aomhoog te trekken,
totdat de auto niet meer kan rollen.
Als de contactsleutel in stand M staat,
gaat het waarschuwingslampje x
branden.– houd de knop ingedrukt en laat
de hendel zakken. Het lampje x
dooft.
Om onverwachtse bewegingen van
de auto te voorkomen, moet bij het
bedienen van de handrem het rem-
pedaal worden ingetrapt.
BELANGRIJKDe handremhendel
Ais voorzien van een beveiligings-
mechanisme. Dit mechanisme voor-
komt dat per ongeluk de handrem
wordt uitgeschakeld als bij aange-
trokken hendel knop Bwordt inge-
drukt. Voor het uitschakelen van de
handrem moet u daarom niet alleen
knop Bindrukken, maar ook de
hendel Aiets omhoog trekken, zodat
het beveiligingsmechanisme uitscha-
kelt. Zet vervolgens de hendel geheel
omlaag. De auto moet geblok-
keerd zijn als de handrem
enkele tanden is aange-
trokken. Als dit niet het geval is,
laat dan de Lancia-dealer de
handrem afstellen.
Handrem uitschakelen:
– trek de hendel Aiets omhoog en
druk op knop B;
fig. 99
L0B0072b
Page 92 of 246

88
Trek bij ingeschakelde handrem
knop B(fig. 100) uit en zet daarna
de hendel geheel omlaag. Op deze
manier blijft de werking van de
handrem gehandhaafd (geremd).ELEKTRONISCHE SNELHEIDSREGELING
(indien aanwezig - fig. 101)
De elektronische snel-
heidsregeling mag uit-
sluitend worden gebruikt
als de verkeersomstandigheden
en het traject van dien aard zijn
dat, over een voldoende lange
afstand, volledig veilig een con-
stante snelheid kan worden aan-
gehouden. ALGEMENE INFORMATIE
De elektronische snelheidsregeling
(CRUISE-CONTROL) maakt het
mogelijk een constante, vooraf inge-
stelde snelheid aan te houden, zon-
der het gaspedaal in te trappen. Op
deze manier wordt het rijden, vooral
op lange trajecten, minder vermoei-
end omdat de ingestelde snelheid
automatisch gehandhaafd blijft.
BELANGRIJKHet systeem kan
alleen worden ingeschakeld bij een
snelheid boven de 40 km/h in de IV
of V versnelling.Snelheid opslaan: (alleen met
versnellingsbak in 4
eof 5 eversnel-
ling en een snelheid boven 40
km/h): zet de bedieningsknop Ain
stand ON; de huidige snelheid van
de auto wordt aangehouden en
opgeslagen en op het instrumenten-
paneel gaat het lampje 1branden.
fig. 100
L0B0224b
fig. 101
L0B0073b
Page 93 of 246

89
De ingestelde snelheid kan, indien
nodig, verhoogd worden door op het
gaspedaal te trappen (bijv. bij inha-
len); zodra u het pedaal weer loslaat,
wordt de opgeslagen snelheid weer
aangehouden.
Handmatig verhogen of verlagen
van de snelheid: houd bij ingescha-
kelde cruise-control knop Bof C
ingedrukt om de snelheid respectie-
velijk te verlagen of te verhogen.
Systeem uitschakelen: druk op
knop Daan het uiteinde van de hen-
del.
Het systeem schakelt ook uit als u
het rem- of koppelingspedaal
intrapt.Opgeslagen snelheid oproepen:
druk na het intrappen van het rem-
of koppelingspedaal of na uitschake-
ling van het systeem, op knop Dom
de laatst opgeslagen snelheid op te
roepen.
Wissen van een snelheid:zet
voor het wissen van alle opgeslagen
snelheden knop van stand ON in
stand OFF.
BELANGRIJKGebruik de cruise-
control uitsluitend als de verkeer-
somstandigheden of het wegdek een
constante snelheid toelaten.HANDGESCHAKEL-
DE VERSNEL-
LINGSBAK
Om de versnellingen in te schake-
len, moet u het koppelingspedaal
geheel intrappen en vervolgens de
versnellingspook in één van de in het
schema aangegeven standen plaat-
sen. Dit schema staat ook op de
knop van de pook.
BELANGRIJKDe achteruit kan
alleen bij een stilstaande auto wor-
den ingeschakeld. Wacht bij een
draaiende motor en een geheel inge-
trapt koppelingspedaal minstens
twee seconden, voordat u de achter-
uit inschakelt. Hiermee wordt voor-
komen dat de tandwielen beschadi-
gen.
Page 94 of 246

90
U zet de pook vanuit de vrijstand
op de volgende wijze in achteruit
(R):
– verplaats bij de benzine-uitvoe-
ringen de pook naar rechts en ver-
volgens naar achteren (fig. 102);
– trek bij de JTD-uitvoeringen de
schuifring A(fig. 103) onder de
knop omhoog en verplaats de pook
naar links en vervolgens naar voren.ELEKTRONISCH
GEREGELDE
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGS-
BAK
De versnellingsbak wordt elektro-
nisch geregeld en is uitgerust met
vier versnellingen vooruit plus een
versnelling achteruit. De versnel-
lingsbak past zich automatisch aan
de rijstijl van de bestuurder aan op
basis van de verkeersomstandighe-
den en de belading van de auto.
BELANGRIJKLees alle informatie
die volgt zorgvuldig door, zodat u
voordat u met de auto gaat rijden,
op de hoogte bent van de juiste wer-
king van onder andere de beveili-
gingssystemen Shift-lock en Key-
lock, waarmee de elektronisch gere-
gelde automatische transmissie is
uitgerust.
fig. 102
L0B0074b
fig. 103
L0B0075b
Om op de juiste wijze te
schakelen, moet u het
koppelingspedaal geheel
intrappen. Daarom mag er niets
onder het pedaal liggen dat dit
kan verhinderen: Let erop dat de
vloermatten niet zijn dubbelge-
vouwen en zo de slag van de
pedalen kunnen beperken.
Page 95 of 246

91
SELECTORHENDEL (fig. 104)
P= Parkeren.
R= Achteruit.
N= Vrijstand.
D= Drive, automatisch vooruit rij-
den.
M= Sequentiële werking+= Opschakelen bij sequentiële
werking.
–= Terugschakelen bij sequentiële
werking.
DISPLAY (fig. 105)
Op het display kan het volgende
worden weergegeven:
– bij automatische werking de
geselecteerde versnelling (P, R, Nof
D);
– bij sequentiële werking de hand-
matig ingeschakelde hogere of lage-
re versnelling, respectievelijk door
middel van de aanduidingof .STANDEN VAN DE HENDEL
Drive, automatisch vooruit rij-
den (D)
U gebruikt stand Din de stad en op
buitenwegen.
fig. 104
L0B0252b
fig. 105
L0B0253b
De hendel mag uitslui-
tend van P naar D (P6D),
van N naar D (N6D) en
van R naar D (R6D) worden ver-
plaatst als de auto stilstaat, de
motor stationair draait en het
rempedaal geheel is ingetrapt
(beveiligingssysteem shift-lock).
Page 96 of 246

92
Vrijstand (N)
Deze stand komt overeen met de
vrijstand van een mechanische ver-
snellingsbak.Achteruit (R)
Schakel de achteruit
alleen in als de auto stil-
staat, de motor stationair
draait en het gaspedaal geheel is
losgelaten. U dient zich boven-
dien aan de voorschriften en aan-
wijzingen te houden die in de
paragraaf “Motor starten” in dit
hoofdstuk beschreven staan.
Met de hendel in stand Rkan de
motor niet gestart worden.
Parkeren (P)
In stand Pworden de aangedreven
wielen mechanisch geblokkeerd.
Schakel deze stand alleen in als de
auto stilstaat en trek ook de hand-
rem aan. Houdt u bij het inschake-
len aan de voorschriften en aanwij-
zingen die in de paragraaf “Motor
starten” in dit hoofdstuk beschreven
staan.
BELANGRIJKAls de selectorhen-
del onjuist geplaatst is, knippert op
het display de laatst ingeschakelde
stand.MOTOR STARTEN
Het is zeer gevaarlijk om
de motor in een afgesloten
ruimte te laten draaien.
De motor verbruikt zuurstof en
produceert koolmonoxide en
andere giftige stoffen.
– Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken en de selectorhendel
in stand Pof Nstaat: het starten is
alleen mogelijk met de hendel in
deze standen.
– Draai de contactsleutel in stand
Dzonder het koppelingspedaal in te
trappen. Om de hendel vanuit N
te verplaatsen, moet de
voet van het gaspedaal
worden gehaald en de motor sta-
tionair draaien. U dient zich
bovendien aan de voorschriften
en aanwijzingen te houden die in
de paragraaf “Motor starten” in
dit hoofdstuk beschreven staan.
Met de hendel in stand Nkan de
motor gestart worden.
Page 97 of 246

93
Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand Svoordat u
opnieuw start.
Als met de contactsleutel in stand
Mhet lampje op het dashboard blijft
branden, raden wij u aan de sleutel
in stand Ste draaien en vervolgens
weer in stand M; als het lampje nog
steeds blijft branden, probeer het
dan met de andere geleverde sleu-
tels.
Als de motor nog niet aanslaat,
voer dan zelf een noodstart uit (zie
het hoofdstuk “Noodgevallen”) of
wendt u tot een Lancia-dealer.
BELANGRIJKLaat de contact-
sleutel niet in stand Mstaan als de
motor stilstaat, zodat de accu niet
onnodig wordt ontladen.WEGRIJDEN MET DE AUTO
Ga voor het wegrijden met de auto
als volgt te werk:
– trap het koppelingspedaal geheel
in;
– kies de gewenste stand;
– geef geleidelijk gas; de auto gaat
rijden en de versnellingsbak schakelt
automatisch in de gekozen stand in.SEQUENTIËLE WERKING
Verplaats de hendel vanuit stand D
naar rechts in stand M:
• verplaats de hendel naar +:
opschakelen;
• verplaats de hendel naar –: terug-
schakelen.
Iedere ingeschakelde versnelling
wordt op het display weergegeven en
iedere mogelijke fout wordt uitgeslo-
ten door de continue controle door
de regeleenheid, waardoor alleen een
lagere versnelling kan worden inge-
schakeld als het toerental van de
motor dit toestaat.
Bij sequentiële werking werkt de
elektronisch geregelde automatische
versnellingsbak als een handgescha-
kelde versnellingsbak.
De elektronische regeleenheid wij-
zigt de overbrengingsverhoudingen
als het motortoerental het toegestane
minimum of maximum toerental
overschrijdt. De selectorhendel kan
uitsluitend uit stand P
verplaatst worden, als de
contactsleutel in stand M staat en
het rempedaal is ingetrapt
(beveiligingssysteem Shift-lock).
Page 98 of 246

94
AUTOMATISCHE WERKING
Bij sequentiële werking kan stand
Dworden gekozen onder alle rij-
omstandigheden.
De optimale overbrengingsverhou-
ding wordt door de elektronische
regeleenheid van de versnellingsbak
gekozen op basis van de snelheid en
de motorbelasting (stand van het
gaspedaal).
Als weinig van de motor wordt ver-
langd, wordt een lange overbren-
gingsverhouding gekozen, waarbij
het brandstofverbruik beperkt blijft.
Als vervolgens meer van de motor
wordt verlangd door het intrappen
van het gaspedaal, wordt de kortst
mogelijke overbrengingsverhouding
gekozen met de beste prestaties bij
het wegrijden en de acceleratie; in
dit geval is het brandstofverbruik
hoger.Voor een snelle acceleratie:
– druk het gaspedaal voorbij het
zware punt in de slag, waardoor de
kick-down in werking treedt voor
maximale prestaties (acceleratie).
Dit gaat natuurlijk wel ten koste van
het brandstofverbruik.
BELANGRIJKAls op wegen wordt
gereden met weinig grip (sneeuw,
ijs, enz.), moet voorkomen worden
dat de kick-down inschakelt.
Met sneeuw of ijs rijden
Bij weinig grip (sneeuw, ijs, enz)
raden wij u aan knop A(fig. 106) in
te drukken:
– op het display verschijnt de aan-
duiding ò (fig. 107) en bij het ver-
trekken van de auto wordt gebruik
gemaakt van de tweede versnelling.BELANGRIJKDit kan alleen als
de selectorhendel in stand Dstaat;
als de hendel vanuit Dverplaatst
wordt, wordt deze versnelling auto-
matisch uitgeschakeld. Deze ver-
snelling kan ook worden ingescha-
keld als de auto rijdt, mits de snel-
heid lager is dan 45 km/h.
fig. 106
L0B0254b
Page 99 of 246

95
STORINGSMELDINGEN
Een storing in de elektronisch gere-
gelde automatische versnellingsbak
wordt aangegeven door een melding
op het display van het CONNECT
Nav+.
Wendt u zo snel mogelijk naar de
Lancia-dealer om de storing te
laten verhelpen.PARKEREN
Trek de handrem aan en plaats de
hendel in stand P. Zet de wielen iets
uitgestuurd. Als de auto op een stei-
le helling staat, blokkeer de wielen
dan met stenen of wiggen.
Laat de contactsleutel niet in stand
Mstaan omdat zo de accu kan ont-
laden. Neem bij het verlaten van de
auto altijd de contactsleutel uit het
slot.
fig. 107
L0B255b
AUTO STILZETTEN
Auto stilzetten:
– laat het gaspedaal los;
– trap het rempedaal in.
BELANGRIJKAls de auto met
draaiende motor bergopwaarts
staat, houd de auto dan uitsluitend
op zijn plaats met het rempedaal;
trap het gaspedaal niet in.
Als de auto geparkeerd wordt met
draaiende motor en de selectorhen-
del in stand D, Rof M(sequentiële
werking) moet het rempedaal inge-
trapt worden gehouden, om te voor-
komen dat de auto in beweging
komt bij stationair draaiende motor.
Zet de hendel in stand Pals de
auto langdurig stilstaat.Laat kinderen nooit
alleen achter in de auto.
AKOESTISCH WAARSCHU-
WINGSSYSTEEM
Met uitgenomen contactsleutel of
in stand Shoort u een akoestisch
signaal als u de portieren opent en
de hendel niet in stand Pstaat.
Page 100 of 246

96
INTERIEURUIT-
RUSTING
ONDERSTE DASHBOARDKAST-
JE (fig. 108)
Trek, voor het openen van het
kastje, aan de handgreep A.
Door het draaien van de sleutel
kunt u het slot van het kastje ver- of
ontgrendelen.Met deze aansluiting kunnen de
eerder gefilmde beelden op het dis-
play van het systeem worden weer-
gegeven.
VERZONKEN BOVENSTE DASH-
BOARDKASTJE (fig. 110 - 111)
Druk voor het openen van de dash-
boardkastjes op knop A.
Rijd niet met geopend
dashboardkastje: hier-
door kan de passagier
verwondingen oplopen bij een
ongeval.Rijd niet met geopende
dashboardkastjes: hier-
door kan de voorpassa-
gier verwondingen oplopen bij
een ongeval.
fig. 108
L0B0088b
fig. 110
L0B0256b
fig. 111
L0B0257b
AUDIO-VIDEO AANSLUITING
(indien aanwezig - fig. 109)
In het dashboardkastje bevindt
zich een AUDIO-VIDEO stekker A
voor de aansluiting van een videoca-
mera op het CONNECT Nav+ tele-
matica-infosysteem (functie op dit
moment nog niet beschikbaar).
fig. 109
L0B0293b