Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2002Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 101 of 246

97
OPBERGVAK IN HET MIDDEN
MET BLIKJESHOUDER (fig. 112)
Open het vak in de richting van de
pijl. Het vak is voorzien van een
bekerhouder A. OPBERGVAKKEN ONDER DE
VOORSTOELEN (fig. 113)
Voor gebruik moet u het vak met
behulp van de handgreep Aomhoog
tillen en het vak naar buiten trek-
ken.OPBERGVAKKEN
De interieuruitrusting wordt
gecompleteerd met de volgende
opbergvakken:
– open vak A(fig. 114) onder het
stuur voor het opbergen van de
documentatie van de auto;
Rijd niet met een geo-
pend dashboardkastje:
hierdoor kan de voorpas-
sagier verwondingen oplopen bij
een ongeval.
fig. 112
L0B0090b
fig. 113
L0B0092b
fig. 114
L0B0089b
Page 102 of 246

98
–flessenhouder - bekerhouder -
blikjeshouder in de zijpanelen van
de tweede (fig. 116) en derde rij
(fig. 117); in de flessenhouder kan
ook een uitneembaar afvalbakje
worden geplaatst C;– documentenvakken D(fig. 118)
in de zijpanelen van de derde rij
(indien aanwezig). De vakken moe-
ten worden gebruikt, zoals wordt
aangegeven door de pijl.UITKLAPBAAR TAFELTJE
(fig. 119)
Het uitklapbare tafeltje Ais in de
rugleuning van de voorstoelen
geplaatst; voor gebruik moet het
tafeltje worden uitgeklapt zoals in de
afbeelding is aangegeven.
fig. 116
L0B0096b
fig. 117
L0B0091b
fig. 118
L0B0094b
fig. 119
L0B0095b
Rijd niet met een uitge-
klapt tafeltje: hierdoor
kan de passagier verwon-
dingen oplopen bij een ongeval.
Page 103 of 246

99
ZONNEKLEPPEN (fig. 120)
De zonnekleppen bevinden zich
aan beide zijden naast de achteruit-
kijkspiegel. Ze kunnen voor de voor-
ruit, zoals is afgebeeld, of voor de
zijruit worden gedraaid.
Op de achterzijde van de zonne-
kleppen bevindt zich een spiegeltje
dat verlicht wordt door een plafond-
lampje A; open het schuifklepje B
om het spiegeltje te gebruiken.
STEUNHANDGREPEN
(fig. 121)
De interieuruitrusting wordt
gecompleteerd met steunhandgrepen
A. De handgrepen achter zijn voor-
zien van een kledinghaakje B.ZONNESCHERMEN (fig. 122)
De zonneschermen kunnen worden
uitgerold en zijn voorzien van rol-
automaten en veren. Om de scher-
men te gebruiken, moeten ze moeten
vastgehaakt worden aan de bovenste
borgingen A.BAGAGENET (indien aanwezig)
Het net bevindt zich achter de stoe-
len van de tweede rij en kan aan de
vloer worden bevestigd door middel
van de betreffende haken, zoals
staat afgebeeld in (fig. 123), of aan
de zijkant in stand “hangmat” zoals
staat afgebeeld in (fig. 124).
fig. 120
L0B0084b
fig. 121
L0B0085b
fig. 122
L0B0036b
fig. 123
L0B0108b
fig. 124
L0B0289b
Page 104 of 246

100
ELASTISCHE BANDEN
(fig. 125)
De voorstoelen zijn voorzien van
elastische bandenAvoor het vast-
houden van kleine voorwerpen (bijv.
een boodschappentas). Haak de
banden in de voorbereide openingen
in de stoelen zoals staat aangegeven
in de afbeelding.AANSTEKER (fig. 126)
Druk voor gebruik van de aanste-
ker, met de sleutel in stand Mop
knop A; na enige seconden springt
de knop in de beginstand en is de
aansteker klaar voor gebruik.ASBAK (fig. 126)
fig. 125
L0B0018b
fig. 126
L0B0082b
De aansteker wordt erg
heet. Gebruik de aanste-
ker voorzichtig en voor-
kom dat hij gebruikt wordt door
kinderen: risico op brand en/of
brandwonden. Controleer altijd
of de aansteker na het indrukken
ook uitschakelt.
Gebruik de asbak niet
als prullenbak voor
papiertjes; als deze in
contact komen met peuken kan
er brand ontstaan.
Trek om de asbak te gebruiken het
bakje Buit en til het deksel Cop.
Verwijder voor het legen van de
asbak het bakje D; als het bakje is
uitgetrokken kan het vakje als
bekerhouder gebruikt worden.
Page 105 of 246

101
De asbak kan gebruikt worden
voor de zitplaatsen achter door het
bakje Din het uitneembare afval-
bakje Ete plaatsen zoals is afgebeeld
in (fig. 127).INTERIEURVERLICHTING
De auto is uitgerust met een tijdge-
schakelde plafondverlichting die
geleidelijk gaat branden/dooft.
De bedieningsschakelaar D(fig.
128) bevindt zich op de hemelbekle-
ding:
å= interieurverlichting altijd uit;
= interieurverlichting altijd aan;
ú= interieurverlichting beschik-
baar. Als de schakelaar in deze stand
staat, gaat de interieurverlichting
branden als u met de afstandsbedie-
ning de portieren ontgrendelt, als u de
afstandsbediening met de lokalisatie-
functie bedient, als u de achterklep
opent of als u de contactsleutel in
stand Sdraait (of de sleutel uit het
contactslot neemt).BELANGRIJKControleer voordat
u de auto verlaat of de schakelaar in
stand ústaat. Op deze manier zullen
de lampjes van de plafondverlichting
doven bij het sluiten van de portieren,
en voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Werking
Als de portieren met de afstandsbe-
diening worden ontgrendeld of door
de sleutel in het slot te draaien, gaan
de lampjes in het midden en de spot-
jes van alle drie de rijen branden. De
werking is tijdgeschakeld; na enkele
seconden, zonder de portieren te
openen, doven de lampjes geleide-
lijk.
Als u het knopje op de afstandsbe-
diening voor het vergrendelen van
de portieren even ingedrukt houdt,
wordt de “lokalisatie”-functie inge-
schakeld: de gehele interieurverlich-
ting gaat samen met de richtingaan-
wijzers enkele seconden branden.
Deze functie wordt door het systeem
herkend op een afstand van onge-
veer 30 meter van de auto.
fig. 127
L0B0291b
Page 106 of 246

102
Als u de contactsleutel in stand S
draait (of de sleutel uit het contact-
slot neemt), gaat de plafondverlich-
ting voor van de eerste rij branden.
De werking is tijdgeschakeld; na
enkele seconden doven de lampjes
geleidelijk.
Als u een voorportier opent, gaan
het middelste lampje, zonder de
spotjes, van de plafondverlichting en
de dorpelverlichting op de portieren
branden. De werking is tijdgescha-
keld; enkele seconden na het sluiten
van de portieren doven de lampjes
geleidelijk. Bij het starten van de
motor zullen de lampjes na enkele
seconden geleidelijk doven.
Als u een portier achter opent, gaat
het middelste lampje, zonder de
spotjes, van de plafondverlichting
branden. Enkele seconden na het
sluiten van de portieren doven de
lampjes geleidelijk.
Als u de achterklep opent, gaat
automatisch de bagageruimtever-
lichting branden. De verlichting
dooft geleidelijk als u de achterklep
sluit.Plafondverlichting voor (fig. 128)
De plafondverlichting bestaat uit
een lampje in het midden en twee
spotjes aan de zijkant en een bijbe-
horende bedieningsschakelaar.
Met de knoppen A, Ben Cworden
de lampjes afzonderlijk ingescha-
keld.Plafondverlichting in het midden
en achter (fig. 129)
De plafondverlichting bestaat uit
een lampje in het midden en twee
spotjes aan de zijkant en een bijbe-
horende bedieningsschakelaar.
Met de knoppen A, Ben Cworden
de lampjes afzonderlijk ingescha-
keld.
fig. 128
L0B0076b
fig. 129
L0B0077b
Page 107 of 246

103
Verlichting zonneklepspiegel
(fig. 130)
Als u met de contactsleutel in stand
Mhet afsluitschuifje Bopent, gaat
de verlichting Aaan de zijkant van
het spiegeltje branden. Door de ver-
lichting kan het spiegeltje ook bij
weinig licht gebruikt worden.Verlichting dashboardkastje
(fig. 131)
Met de contactsleutel in stand M
gaat de verlichting Aautomatisch
branden als het dashboardkastje
wordt geopend. Dorpelverlichting (fig. 132)
De verlichting Ain de voorportie-
ren gaat automatisch branden als
het betreffende portier wordt geo-
pend, ongeacht de stand van de con-
tactsleutel.
fig. 130
L0B0086b
fig. 131
L0B0258b
fig. 132
L0B0259b
Page 108 of 246

104
Bagageruimteverlichting
(fig. 133)
Als u de achterklep opent, gaat
automatisch de bagageruimtever-
lichting A(één lampje aan iedere
zijde) branden. Deze lampjes bevin-
den zich in de bekleding aan de zij-
kant van de bagageruimte.
Bij het sluiten van de achterklep
gaat de verlichting automatisch uit.
BELANGRIJKDe verlichting
dooft bij geopende achterklep in
ieder geval na enkele minuten, om te
voorkomen dat de accu ontlaadt.STEKKERDOZEN (fig. 134)
Deze werken alleen als de contact-
sleutel in stand Mstaat en bevinden
zich:
– stekkerdoos Aop het rechter
paneel van de derde rij.
– stekkerdoos Bop de achterzijde
van de stoelbescherming aan
bestuurderszijde, onder het bevesti-
gingspunt van de veiligheidsgordels.
Voor het gebruik moeten de
beschermdeksels worden geopend.ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
De ruitbediening is voorzien van
een anti-letselfunctie. De elektroni-
sche regeleenheid van dit systeem
kan met behulp van sensoren in de
ruitrubbers een eventueel obstakel
waarnemen als de ruit sluit. In dat
geval onderbreekt het systeem de
ruitbeweging en wordt de ruit
onmiddellijk geopend.
BELANGRIJKMet de contactsleu-
tel in stand Sof uitgenomen, blijft
de ruitbediening nog ongeveer 1
minuut actief.
BELANGRIJKAls de accu ont-
koppeld is geweest en u de schake-
laar voor het sluiten indrukt en de
ruitbediening niet werkt, dan moet
het systeem geïnitialiseerd worden;
laat de schakelaar los en druk er
nogmaals op totdat de ruit geheel
geopend is; houd aan het einde van
de slag de knop nog een seconde
ingedrukt. Hierna herneemt het sys-
teem zijn normale werking.
fig. 134
L0B0087b
fig. 133
L0B0079b
Page 109 of 246

105
Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruitbe-
diening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet verwond kun-
nen worden door de bewegende
ruiten, hetzij direct door contact
met de ruit, hetzij door voorwer-
pen die door de ruit worden mee-
gesleept of geraakt. Verwijder
altijd de sleutel uit het contact-
slot als u de auto verlaat, om te
voorkomen dat een onverwachte
inschakeling van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert
voor de achtergebleven passa-
giers.PORTIER BESTUURDERSZIJDE
(fig. 135)
Op het sierpaneel van het portier
aan bestuurderszijde zijn vijf bedie-
ningsschakelaars gemonteerd waar-
mee u, met de contactsleutel in stand
M, de zijruiten bedient:
A- openen/sluiten zijruit links-
voor;
B- openen/sluiten zijruit rechts-
voor.
C- openen/sluiten zijruit linksach-
ter;
D- openen/sluiten zijruit rechts-
achter;
E- uitschakeling werking bedie-
ningsschakelaars voor de ruiten op
de achterportieren, uitschakeling
werking bedieningsschakelaars voor
het openen/sluiten van de schuif-
deuren en (indien aanwezig) uit-
schakeling werking bedieningsscha-
kelaars van de opendaken achter.Druk voor het openen of het sluiten
van de ruit op de betreffende scha-
kelaar; als u de schakelaar loslaat,
stopt de ruit op het punt waar het
zich op dat moment bevindt.
De ruit aan de bestuurderszijde
kan “automatisch” worden geopend
en gesloten (alleen bij een draaiende
motor). Hiervoor hoeft u de schake-
laar Aslechts kort in te drukken,
zodat de ruit geheel opent of sluit: de
ruit stopt in de gewenste stand als u
de schakelaar nogmaals indrukt.
Houd de schakelaar niet
ingedrukt als de ruit aan
het einde van zijn slag is.
fig. 135
L0B0047b
Page 110 of 246

106
PORTIER PASSAGIERSZIJDE
(fig. 136)
Op het sierpaneel van het portier is
een bedieningsschakelaar Agemon-
teerd om de betreffende ruit te
bedienen.
SCHUIFDEUREN (fig. 137)
Druk voor het openen/sluiten van
de ruit op de betreffende schakelaar
A.UITZETRUITEN ACHTER
(3° rij)
Sluiten:
– ga in omgekeerde volgorde te
werk totdat u de ruit hoort vergren-
delen als de hendel Aop de juiste
wijze is teruggeplaatst. Openen/sluiten (fig. 138)
Openen:
– plaats de hendel Azoals staat
afgebeeld in de figuur en druk de
hendel vervolgens naar buiten, tot-
dat de ruit geheel geopend is;
– druk de hendel naar achteren tot-
dat de vergrendeling inspringt.
fig. 136
L0B0046b
fig. 137
L0B0048b
fig. 138
L0B0049b