Lancia Phedra 2002 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2002, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2002Pages: 246, PDF Size: 4.26 MB
Page 131 of 246

127
Het kussen blaast onmiddellijk op
en vult de ruimte tussen het zijpa-
neel van de auto en het lichaam van
de inzittenden. Direct daarna loopt
het kussen weer leeg.
Bij lichte zijdelingse aanrijdingen
(waarbij de veiligheidsgordel de
inzittende op zijn plaats houdt),
worden de airbags niet geactiveerd.
De zij-airbags zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd veilig-
heidsgordels. Bovendien is het dra-
gen van veiligheidsgordels wettelijk
verplicht in Europa (en in de meeste
landen daarbuiten).
De werking van de zij-airbags
wordt niet uitgeschakeld als de air-
bag voor aan passagierszijde wordt
uitgeschakeld, zoals beschreven in
de vorige paragraaf. Zo wordt bij
een zijdelingse aanrijding ook het
eventueel vervoerde kind
beschermd.BELANGRIJKDe airbags voor en/of
aan de zijkant kunnen worden geacti-
veerd bij zware botsingen of als de auto
aan de onderzijde wordt geraakt, bij-
voorbeeld bij zware botsingen tegen
treden of stoepranden of obstakels op
het wegdek of als de auto terecht komt
in grote gaten of verzakkingen in het
wegdek.
BELANGRIJKAls de airbag in
werking treedt, ontsnapt een beetje
rook. Deze rook is niet schadelijk en
duidt niet op brand; bovendien kan
het oppervlak van het opgeblazen
kussen en het interieur van de auto
bedekt zijn met een laagje poeder-
achtige stof: dit poeder kan de huid
en de ogen irriteren. Als u hiermee in
aanraking bent gekomen, moet u
zich met neutrale zeep en water was-
sen.BELANGRIJKAls tijdens het rij-
den het lampje îgaat branden
(storingsmelding), wendt u dan
onmiddellijk tot de Lancia-dealer
om de storing te laten verhelpen.
Het airbagsysteem heeft een gel-
digheid van 10 jaar. Laat na het ver-
strijken van deze termijn het sys-
teem door de Lancia-dealerver-
vangen.
Page 132 of 246

128
BELANGRIJKNa een ongeval
waarbij de airbag in werking is
getreden, dient u zicht tot de
Lancia-dealerte wenden om de
airbag, de elektronische regeleen-
heid, de veiligheidsgordels, en de
gordelspanners te laten vervangen
en de werking van de elektrische
installatie te laten controleren.
Alle controlewerkzaamheden,
reparaties en de vervanging van de
airbag moeten door een Lancia-
dealerworden uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levens-
duur van uw auto, moet u contact
opnemen met een Lancia-dealer
om het systeem buiten werking te
laten stellen.
Bij verkoop van de auto moet de
nieuwe eigenaar op de hoogte
gesteld worden van het gebruik en
de instructies, en moet hij het
instructieboekje ontvangen.BELANGRIJKHet in werking tre-
den van de gordelspanners, de air-
bags voor en de zij-airbags wordt
door de elektronische regeleenheid
bepaald, afhankelijk van het type
ongeval. Als een van deze onderde-
len niet in werking treedt, dan duidt
dat niet op een storing in het sys-
teem.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in
stand M draait, gaat het
lampjeïbranden. Na 4
seconden moet het lampje
doven. Als het waarschuwings-
lampje niet gaat branden, constant
blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, wendt u dan onmid-
dellijk tot de Lancia-dealer.Als u de contactsleutel in
stand M draait, gaat het
lampjeï(met de schake-
laar voor uitschakeling van airbag
voor aan passagierszijde in stand
ON) ongeveer 4 seconden branden
en vervolgens 4 seconden knippe-
ren, om aan te geven dat de airbag
voor aan passagierszijde en de zij-
airbags bij een ongeval worden ge-
activeerd. Hierna moet het lampje
doven.
Rijd altijd met beide
handen op de stuurwiel-
rand, zodat bij het in wer-
king treden van de airbag, het
systeem niet wordt gehinderd
door obstakels die ernstig letsel
kunnen veroorzaken. Rijd niet
met voorover gebogen lichaam,
maar ga goed rechtop zitten en
steun tegen de rugleuning.
Page 133 of 246

129
Plaats geen stickers of
andere objecten op het
stuurwiel, op de plek van
de airbag aan passagierszijde of
de zijkant van de hemelbekle-
ding.
Reis niet met voorwer-
pen op schoot en houd
vooral geen pijp, potlood,
enz in de mond. Bij een ongeval
waarbij de airbag in werking
treedt, kan dit ernstig letsel ver-
oorzaken.Bedenk dat als de con-
tactsleutel in stand M
staat, ook bij uitgezette
motor de airbags geactiveerd
kunnen worden als de auto wordt
aangereden door een andere
auto. Ook bij een stilstaande auto
mogen dus absoluut geen kinde-
ren op de voorstoel worden ver-
voerd.
Als bij een stilstaande auto en
met uitgenomen contactsleutel de
airbags bij een ongeval niet in
werking treden, betekent dit ech-
ter niet dat het systeem niet goed
werkt.Laat bij diefstal of een
poging tot diefstal, bij
beschadiging of als de
auto bij een overstroming onder
water is geweest, het airbagsys-
teem door de Lancia-dealer con-
troleren.
De rugleuningen van de
voorstoelen mogen niet
met water worden afgeno-
men of met stoom worden gerei-
nigd in een automatisch wasap-
paraat.
Bedek de rugleuning van
de voorstoelen niet met
hoezen of kleden.
Page 134 of 246

130
De airbag is geen ver-
vanging voor de veilig-
heidsgordels, maar een
aanvulling. De inzittenden wor-
den uitsluitend door de veilig-
heidsgordels beschermd bij fron-
tale botsingen bij lage snelheid,
bij zijdelingse aanrijdingen en
als de auto over de kop slaat. De
gordels moeten dus altijd gedra-
gen worden.
De airbag voor treedt in
werking als de botsing
zwaarder is dan een bot-
sing waarbij alleen de gordel-
spanners worden geactiveerd. Bij
aanrijdingen die tussen die twee
drempelwaarden in liggen, tre-
den alleen de gordelspanners in
werking.PARKEERSEN-
SOREN
(indien aanwezig)
Dit parkeersysteem attendeert de
bestuurder op de aanwezigheid van
obstakels aan de achterkant van de
auto.
Het is een handig hulpmiddel voor
het opmerken van afzettingen,
muurtjes, cementblokken, paaltjes,
bloembakken en soortgelijke voor-
werpen, en eventuele kinderen die
zich achter de auto bevinden.
Het systeem meet door middel van
vier sensoren die in de achterbum-
per zijn geplaatst (fig. 161), deafstand tussen de auto en eventuele
obstakels; de bestuurder wordt
gewaarschuwd door een repeterend
geluidssignaal dat automatisch in
werking treedt bij het inschakelen
van de achteruit
Als de afstand tot het obstakel klei-
ner wordt, neemt de frequentie van
het geluidssignaal toe.
Het geluidssignaal klinkt ononder-
broken als de afstand tot het obsta-
kel minder is dan ongeveer 25 cm.
Het geluidssignaal stopt onmiddel-
lijk als de afstand tot het obstakel
groter wordt. De frequentie van het
geluidssignaal blijft constant als de
gemeten afstand onveranderd blijft.
fig. 161
L0B0023b
Page 135 of 246

131
De verantwoordelijk-
heid tijdens het parkeren
ligt altijd en overal bij de
bestuurder. Controleer als u de
auto parkeert of zich geen perso-
nen of dieren in de buurt van de
auto bevinden. Het systeem moet
als een hulpmiddel voor de
bestuurder beschouwd worden.
De bestuurder moet tijdens even-
tueel gevaarlijke manoeuvres
altijd volledig zijn aandacht
behouden, ook als deze met lage
snelheid worden uitgevoerd.Voor een juiste werking
van het hulpsysteem mag
er geen modder, vuil,
sneeuw of ijs op de sensoren op
de bumpers zitten.
Wees voorzichtig bij het
reinigen van de sensoren
om strepen of beschadi-
gingen te voorkomen; gebruik
geen droge, grove of harde doek.
De sensoren moeten worden
gereinigd met schoon water,
waaraan eventueel autoshampoo
is toegevoegd. In wastunnels
waar gebruik wordt gemaakt van
stoom of hogedrukreiniging,
moeten de sensoren snel worden
gereinigd. Houd hierbij de straal-
pijp op meer dan 10 cm afstand.WERKING MET AANHANGER
De werking van de parkeersen-
soren wordt automatisch uitgescha-
keld als de stekker van de aanhanger
wordt aangesloten op de stekkerdoos
van de trekhaak.
De sensoren worden automatisch
weer ingeschakeld als u de aanhan-
gerstekker losmaakt.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Controleer tijdens parkeermanoeu-
vres of zich geen obstakels op of
onder de sensoren bevinden.
Obstakels die zich dicht bij de ach-
terkant van de auto bevinden, wor-
den onder bepaalde omstandigheden
niet door het systeem gesignaleerd
en kunnen dus de auto beschadigen
of zelf beschadigd worden.
De signalen die door de sensoren
verstuurd worden, kunnen veran-
derd zijn door beschadiging van de
sensoren zelf, door vuil, modder,
sneeuw of ijs op de sensoren of door
ultrasone systemen (bijv. luchtdruk-
remmen van vrachtwagens of pneu-
matische hamers) die zich in de
nabijheid bevinden.
BELANGRIJKBij een storing in
het systeem, wordt de bestuurder
door een repeterend alarmsignaal
gewaarschuwd, dat bestaat uit een
kort en lang geluidssignaal; wendt u
in dat geval tot de Lancia-dealer.
Als de sensoren meerdere obstakels
signaleren, zal de regeleenheid de
kortste afstand weergegeven.
Page 136 of 246

132
EXTRA ACCESSOI-
RES
RADIOZENDAPPARATUUR EN
MOBIELE TELEFOONS
Mobiele telefoons en andere radio-
zendapparaten (bijvoorbeeld 27 mc)
mogen alleen in de auto worden
gebruikt als een aparte antenne aan
de buitenkant van de auto wordt
gemonteerd.
BELANGRIJKDoor het gebruik
van een mobiele telefoon, een 27 mc-
zender of gelijksoortige apparaten in
de auto (zonder buitenantenne) ont-
staan elektromagnetische velden die,
als ze worden versterkt door de
reflectie in het interieur, niet alleen
schadelijk voor de gezondheid van de
inzittenden kunnen zijn, maar ook
storingen in de elektrische systemen
van de auto kunnen veroorzaken.
Hierdoor wordt de veiligheid in
gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ont-
vangstkwaliteit aanzienlijk beperkt
door de isolerende eigenschappen
van de carrosserie.
TANKEN MET DE
LANCIA PHEDRA
BENZINEMOTOREN
Door de toepassing van
emissiereductiesystemen
in de Lancia Phedra mag
u uitsluitend loodvrije benzine
tanken met een octaangetal van
ten minste 95 R.O.N.
Om te voorkomen dat per ongeluk
loodhoudende benzine wordt
Tank nooit loodhouden-
de benzine omdat hier-
door de katalysator
onherstelbaar kan beschadigen.
Als in de tank loodhoudende
benzine terecht is gekomen (ook
al is dat zeer weinig), dan MAG
DE MOTOR NIET WORDEN
GESTART. Probeer de benzine in
de tank niet te verdunnen met
loodvrije benzine, maar maak de
tank en het brandstofcircuit
geheel leeg.
getankt, heeft de vulopening van de
tank zodanige afmetingen dat er
geen tankpistool voor loodhoudende
benzine kan worden ingestoken.
Een beschadigde kataly-
sator laat schadelijke stof-
fen in het uitlaatgas ach-
ter, waardoor het milieu wordt
vervuild.
Page 137 of 246

133
JTD-MOTOREN
De dieselmotoren zijn
uitsluitend geschikt voor
dieselbrandstof voor
motorvoertuigen (Europese spe-
cificatie EN590). Het gebruik van
andere producten of mengsels
kan de motor onherstelbaar
beschadigen en het vervallen van
de garantie tot gevolg hebben.
Mocht u onverhoopt een ander
type brandstof tanken, dan mag
de motor niet worden gestart en
moet de brandstoftank worden
afgetapt. Ook als de motor slechts
kort heeft gedraaid, moet naast
de brandstoftank, ook alle
brandstof uit de brandstofleidin-
gen worden afgetapt.
Bij lage buitentemperaturen kan de
vloeibaarheid van de dieselbrandstof
verminderen door de vorming van
paraffine, waardoor het dieselfilter
verstopt kan raken.Om dit probleem te voorkomen
wordt er, afhankelijk van het sei-
zoen, dieselbrandstof geleverd die
speciaal voor de zomer of voor de
winter is ontwikkeld.
Bij buitentemperaturen die tussen de
0 en 15°C schommelen (bijvoorbeeld
in het voor- en najaar), kan de door het
tankstation geleverde dieselbrandstof
niet toereikend blijken te zijn.
Gebruik in die omstandigheden, en
vooral als de motor regelmatig wordt
afgezet en weer wordt gestart bij
lage buitentemperaturen (bijv. in de
bergen), dieselbrandstof die speciaal
voor de winter is ontwikkeld; in alle
andere gevallen raden wij aan de
dieselbrandstof te mengen met het
vorstbeveiligingsmiddel DIESEL
MIX in de verhouding die in de
gebruiksaanwijzing van het middel
is aangegeven. Doe eerst het middel
in de tank en voeg daarna de diesel-
brandstof toe.
U moet het vorstbeveiligingsmiddel
DIESEL MIXdoor de dieselbrand-
stof mengen voordat de dieselbrand-
stof door de kou van samenstelling is
veranderd. Achteraf toevoegen heeft
geen enkel effect.TANKDOP (fig. 162)
De tankdop Ais voorzien van een
slot met sleutel. De dop is bereikbaar
na het openen van het tankklepje B.
Ontgrendel de tankdop door de con-
tactsleutel linksom te draaien en de
dop los te draaien.
Hang de dop tijdens het tanken
aan het haakje in het klepje, zoals is
afgebeeld.
fig. 162
L0B0116b
Page 138 of 246

134
BELANGRIJKDoor de hermeti-
sche afsluiting kan de druk in de
tank iets oplopen; daarom is het nor-
maal als u tijdens het losdraaien van
de tankdop een gesis hoort.
Draai na het tanken de dop rechts-
om totdat u een of meerdere klikken
hoort; draai vervolgens de sleutel
rechtsom en neem hem uit het slot.
Sluit het klepje.
Kom niet dicht bij de
vulopening met open vuur
of een brandende sigaret:
brandgevaar. Houd uw hoofd ook
niet dichtbij de vulopening om te
voorkomen dat u schadelijke
dampen inademt.
Vervang de tankdop
zonodig alleen door een
ander exemplaar van het-
zelfde type, anders kan de wer-
king van het benzinedamp-
opvangsysteem in gevaar worden
gebracht.
BESCHERMING
VAN HET MILIEU
De bescherming van het milieu is
het uitgangspunt geweest in alle
fasen van de ontwikkeling en pro-
ductie van de Lancia Phedra. Het
resultaat is zichtbaar in het gebruik
van de materialen en de toepassing
van systemen om de schadelijke
effecten te verminderen of drastisch
te beperken.
De emissiereductiesystemen voor
benzinemotoren zijn:
– driewegkatalysator (katalysator);
– lambdasondes;
– benzinedamp-opvangsysteem.De emissiereductiesystemen voor
JTD-motoren zijn:
– oxidatiekatalysator
– uitlaatgasrecirculatiesysteem
(E.G.R.).
– roetfilter (indien aanwezig): dit
filter vangt onverbrande roetdeeltjes
op en verbrandt deze vervolgens om
de schadelijke uitlaatgasemissie te
verminderen.
De Lancia Phedra is klaar voor de
start, met een ruime voorsprong op
de strengste internationale milieu-
eisen.
Page 139 of 246

135
BENZINEMOTOR STARTEN
BELANGRIJKHet gaspedaal mag
pas worden ingetrapt nadat de
motor is gestart.
1) Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken.
2) Zet de versnellingspook in de
vrijstand.
3)Trap het koppelingspedaal
geheel in.
4)Bij uitvoeringen met een auto-
matische versnellingsbak moet de
versnellingspook in stand Pof N
worden gezet.
5) Draai de contactsleutel in stand
Den laat de sleutel los zodra de
motor aanslaat.
De elektrische installaties die veel
stroom verbruiken (airconditioning,
achterruitverwarming, enz.) schake-
len tijdens het starten tijdelijk uit.MOTOR STARTEN
BELANGRIJK De auto is uitgerust
met een elektronische startblokke-
ring. Zie bij startproblemen
“Lancia-CODE” in het hoofdstuk “
Wegwijs in uw auto”.
Het is raadzaam om
gedurende de eerste
gebruiksperiode geen
maximale prestaties van uw auto
te verlangen (bijv. krachtig acce-
lereren, langdurig rijden met
hoge toerentallen en bruusk rem-
men). Het is zeer gevaarlijk om
de motor in een afgesloten
ruimte te laten draaien.
De motor verbruikt zuurstof en
produceert koolmonoxide dat
zeer giftig is en dodelijk kan zijn.
BELANGRIJKHet contactslot is
voorzien van een herstartbeveiliging.
Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand Sen nogmaals
starten.
Laat de contactsleutel
niet in stand MAR staan
als de motor stilstaat,
zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.
GEBRUIK VAN DE AUTO EN PRAKTISCHE TIPS
Page 140 of 246

136
Raak de hoogspannings-
kabels (bougiekabels)
nooit aan als de motor
draait.
Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel in
stand Sdraaien en vervolgens weer
in stand M; als de motor nog niet
aanslaat, probeer het dan met de
andere geleverde sleutels. Wendt u,
als de motor nog niet aanslaat, tot de
Lancia-dealer.
JTD-MOTOR STARTEN
1) Zorg ervoor dat de handrem is
aangetrokken.
2) Zet de versnellingspook in de
vrijstand.
3)Trap het koppelingspedaal
geheel in.4) Draai de contactsleutel in stand
M. Op het instrumentenpaneel gaat
het controlelampje mbranden.
5)Wacht tot het lampje m
gedoofd is. Hoe warmer de motor,
hoe sneller het lampje dooft.
6)Draai de contactsleutel in stand
Donmiddellijk nadat het lampje
mgedoofd is. Als u te lang wacht,
zijn de voorgloeibougies weer afge-
koeld.
De elektrische installaties die veel
stroom verbruiken (airconditioning,
achterruitverwarming, enz.) schake-
len tijdens het starten tijdelijk uit.
Als de motor bij de eerste poging
niet aanslaat, moet u de sleutel in
stand Sdraaien en vervolgens weer
in stand M; als de motor nog niet
aanslaat, probeer het dan met de
andere geleverde sleutels.
Wendt u, als de motor nog niet
aanslaat, tot de Lancia-dealer.MOTOR
OPWARMEN
– Rijd rustig weg, laat de motor
niet met hoge toerentallen draaien
en trap het gaspedaal niet bruusk in.
– Verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. Wij raden u
aan te wachten tot de koelvloeistof
een temperatuur heeft bereikt van
50°÷ 60°C.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten
door ze aan te duwen, te
slepen of van een helling
te laten rijden. Op die
wijze kan er onverbrande brand-
stof in de katalysator terechtko-
men, waardoor deze onherstel-
baar zal beschadigen.