Lancia Phedra 2009 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2009Pages: 246, PDF Size: 3.78 MB
Page 71 of 246

70
De opbrengst kan worden vermin-
derd met de draaiknop van de uit-
stroomopeningen.
Bij deze opstelling van het systeem
kan, als deze functie aanwezig is, de
luchtopbrengst van de tweede en
derde rij worden geregeld.
Bilevel
De luchtstroom wordt als volgt ver-
deeld: 45% ventilatie, 45% been-
ruimte, 10% voorruit.
In deze situatie kan behandelde
lucht naar de beenruimte en de zit-
plaatsen achter en naar de uitstroom-
openingen in het dashboard worden
geleid; bovendien kan, als deze func-
tie aanwezig is, de luchtopbrengst van
de tweede en derde rij worden gere-
geld.Beenruimte
De lucht wordt alleen naar de been-
ruimte geleid:
– drie uitstroomopeningen voor de
eerste rij (twee aan de bestuurders-
zijde en 1 aan de passagierszijde);
– vier uitstroomopeningen op de bo-
demplaat (2 bij de tweede en 2 bij de
derde rij zitplaatsen).
Voorruit / beenruimte
De lucht wordt in gelijke hoeveelhe-
den verdeeld tussen de uitstroomope-
ningen in de beenruimte (40%) en
onder de voorruit (40%) en in min-
dere mate naar de uitstroomopenin-
gen voor (20%), zodat het interieur
goed wordt verwarmd en tegelijker-
tijd wordt voorkomen dat de ruiten
beslaan.Deze verdeling wordt tijdens de au-
tomatische werking vooral gebruikt
als de buitentemperatuur laag is en
het daarom wenselijk is dat een kleine
warme luchtstroom naar de handen
van de bestuurder stroomt.
Bovendien moeten tijdens de auto-
matische werking en een buitentem-
peratuur onder 18°C de extra aanja-
gers gebruikt worden, zodat een mi-
nimale hoeveelheid lucht ook de
tweede en derde rij bereikt.
Afhankelijk van het verzoek om
koude lucht wordt de behandelde
lucht over de beenruimten van de drie
rijen zitplaatsen verdeeld.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 70
Page 72 of 246

71
MAX-DEF-functie
De lucht wordt totaal op de voorruit
en de zijruiten voor gericht.
Deze functie wordt gebruikt om met
één handeling de voorruit en de zij-
ruiten snel te ontwasemen/ontdooien
en de achterruitverwarming in te
schakelen.
Als de functie handmatig wordt in-
geschakeld, worden de onderstaande
functies tegelijkertijd ingeschakeld:
– ventilatie met de grootste luchtop-
brengst
– temperatuur op geheel warm
– recirculatie uitgeschakeld (toevoer
van buitenlucht)
– compressor ingeschakeld
– luchtstroom naar de voorruit
– achterruitverwarming ingescha-
keld.Tijdens de werking van de MAX-
DEF-functie kan de luchtopbrengst
worden gewijzigd (vanaf stand 1) en
de achterruitverwarming worden uitge-schakeld.
De achterruitverwarming werkt met
een tijdregeling; als de tijd verstreken
is, wordt het systeem automatisch uit-
geschakeld.
TEMPERATUUR
De temperatuur kan geregeld wor-
den tussen 14°C en 28°C; dit komt
overeen met de stand “geheel koud”
en “geheel warm”. LUCHTKWALITEIT
Het systeem is voorzien van een pol-
lenfilter; deze heeft tot taak om stof-
deeltjes en pollen uit de buitenlucht
tegen te houden.
Laat de conditie van het filter min-
stens één keer per jaar bij de Lancia-
dealercontroleren; bij voorkeur aan
het begin van de zomer.
Als de auto voornamelijk in een ver-
vuilde of stoffige omgeving wordt ge-
bruikt, verdient het aanbeveling om
de controle en vervanging vaker dan
voorgeschreven te laten uitvoeren.
Als het pollenfilter niet tij-
dig wordt vervangen, dan
vermindert de werking van
de klimaatregeling aanzienlijk, tot-
dat er geen lucht meer uit de uit-
stroomopeningen stroomt.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 71
Page 73 of 246

72
SENSOREN
Voor een nauwkeurige controle van
de bedrijfsparameters van de kli-
maatregeling is het systeem, naast een
buiten- en interieurtemperatuursen-
sor, voorzien van een zonlichtsensor;
deze sensor kan de hoeveelheid zon-
licht doorgeven aan de regeleenheid,
zodat de temperaturen van de ge-
scheiden temperatuurregeling opti-
maal geregeld kunnen worden.
De zonlichtsensor bevindt zich in het
midden van het dashboard; de bui-
tentemperatuursensor bevindt zich op
de buitenspiegel aan passagierszijde.
fig. 82
L0B0066b
BEDIENINGSORGANEN fig. 82
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 72
Page 74 of 246

73
Legenda (fig. 82)
A- Knop voor temperatuurregeling
bestuurderszijde
B- Knop voor automatische werking
“AUTO”
C- Display
D- Knop REAR voor in-/uitschake-
len bedieningsorganen extra aanjagers
achter
E- Knop voor temperatuurregeling
passagierszijde
F- Knop voor in-/uitschakelen ach-
terruitverwarming
G- Knop voor in-/uitschakelen
maximaal ontwasemen/ontdooien van
voorruit/zijruiten voor, achterruitver-
warming en buitenspiegelverwarming
(MAX-DEF-functie)
H- Knop voor regeling luchtstroom
uit middelste uitstroomopeningenI- Knop voor regeling luchtstroom
uit onderste uitstroomopeningen
L- Draaiknop voor regeling lucht-
opbrengst (aanjager)
M- Knop voor regeling luchtstroom
uit bovenste uitstroomopeningen
N- Knop voor in-/uitschakelen air-
cocompressor
O- Knop voor in-/uitschakelen re-
circulatieSYSTEEM INSCHAKELEN
(fig. 82)
Het systeem kan op verschillende
manieren worden ingeschakeld:
– door de draaischakelaar (L) van
de aanjager rechtsom te draaien;
– of door op knop A(+/–) of E(+/–)
te drukken;
– of door de een van de knoppen (H,
I, M) in te drukken.
In deze drie gevallen herstelt het sys-
teem automatisch de opgeslagen
werking van voor het uitschakelen.
– of door een van de knoppen (B, D,
N) in te drukken; in dit geval schakelt
het systeem de automatische werking
in;
– of door knop (G) in te drukken; in
dat geval schakelt het systeem de
MAX-DEF-functie in.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 73
Page 75 of 246

74
Het systeem slaat automatisch de si-
tuatie van vlak voor het uitschakelen
op, maar houdt ook rekening met de
tijd die de auto stilstaat en andere ex-
terne factoren:
– als de motor tot 20 minuten uitge-
schakeld blijft en de interieurtempe-
ratuur blijft vrijwel gelijk, dan scha-
kelt het systeem in met dezelfde in-
stellingen. Als de temperatuur tijdens
deze periode sterk wijzigt, schakelt
het systeem de automatische werking
in, waardoor de voor het uitschakelen
ingestelde temperatuur wordt bereikt;
– als de motor langer dan 20 minu-
ten uitgeschakeld blijft, dan schakelt
het systeem altijd de automatische
werking in, ook als tijdens het stil-
staan van de auto de temperatuur niet
is gewijzigd.INSTELLINGEN EN KEUZES
(fig. 82)
De keuzes die door de gebruiker
kunnen worden gemaakt zijn:
U instellen van de gewenste tem-
peratuur: druk hiervoor op knop A
(+/–) of E(+/–) en controleer de op
het display (C) weergegeven tempe-
ratuur. Als de gescheiden tempera-
tuurregeling wordt gebruikt, kunnen
de bestuurder en voorpassagier ver-
schillende temperaturen instellen: het
maximaal door het systeem toegestane
verschil is 5°C.
Verhoging of verlaging van de tem-
peratuur vindt in stappen van 1°C
plaats tussen 14°C en 18°C en tussen
24°C en 28°C en in stappen van
0,5°C tussen 18°C en 24°C; dit wordt
op het display weergegeven. U “geheel koud”: dit vindt automa-
tisch plaats als knop A(–) of E(–)
wordt ingedrukt en ingedrukt wordt
gehouden totdat een temperatuur van
14°C is ingesteld bij een buitentem-
peratuur waarbij het systeem de
maximale prestaties moet leveren.
Door deze instelling wordt de ge-
scheiden temperatuurregeling opge-
heven en worden door het systeem de
volgende handelingen uitgevoerd:
– temperatuur op geheel koud;
– luchtverdeling op ventilatie;
– luchtopbrengst maximaal;
– inschakelen compressor;
– automatische recirculatie; de re-
circulatie kan op buitenluchttoevoer
worden gezet, waarbij de gewenste
functie ingeschakeld blijft.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 74