Lancia Phedra 2009 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2009, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2009Pages: 246, PDF Size: 3.78 MB
Page 61 of 246

60
– als de gewenste onderhoudsinter-
val wordt weergegeven op de onder-
houdsindicatie, druk dan op knop C
en houd de knop ingedrukt; het in-
terval knippert gedurende ongeveer
10 seconden, waarna de stand niet
knipperend wordt weergegeven;
– laat de knop los om de instelling
op te slaan.
OP NUL ZETTEN(RESETTEN)
Ga voor het resetten als volgt te
werk:
– draai het contactslot in de stand S;
– druk knop Cin en houd de knop
ingedrukt;
– draai het contactslot in stand M;
de onderhoudsindicatie loopt geleide-
lijk terug totdat 0wordt weergegeven;
– laat de knop Clos; symbool A
dooft om aan te geven dat de functie
is gereset.
De Lancia-dealer voert deze han-
deling uit na alle in het Gepro-
grammeerd Onderhoud aangege-
ven controle- en onderhoudsbeur-
ten.
CONNECT Nav+
(indien aanwezig)
Enige uitvoeringen zijn uitgerust met
een infotelematica-systeem CON-
NECT Nav+ dat bestaat uit een auto-
radio met cd-speler, een mobiele GSM
telefoon, een navigatiesysteem en een
boordcomputer; het systeem is aan-
gepast aan het interieur en de vorm-
geving van het dashboard.
Het systeem is ergonomisch ge-
plaatst voor de bestuurder en de voor-
passagier en m.b.v. het display kan
snel worden vastgesteld welke bedie-
ningsorganen bediend kunnen wor-
den.
Volg voor het gebruik van het
systeem zorgvuldig de instructies
en de waarschuwingen voor het
gebruik en de verkeersveiligheid
op, die zijn aangegeven in het bij
het Instructieboekje geleverde
supplement.Het navigatiesysteem is
een hulp voor de bestuur-
der tijdens de rit en infor-
meert, m.b.v. gesproken en visuele
informatie, over de optimale route
om de ingevoerde bestemming te
bereiken. De door het navigatie-
systeem Nav verstrekte aanbeve-
lingen ontheffen de bestuurder
niet van zijn verantwoordelijkheid
voor de handelingen die hij tijdens
het rijden met de auto in het ver-
keer uitvoert; de bestuurder moet
altijd de voorschriften van de we-
genverkeerswet i
n acht nemen;
ook de andere voorschriften die op
dit gebied van kracht zijn, moeten
gerespecteerd worden. De verant-
woordelijkheid voor de verkeers-
veiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder van de auto.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 60
Page 62 of 246

Bij een storing in het EBD
kunnen bij krachtig rem-
men de achterwielen eer-
der blokkeren, waardoor de auto
kan slippen. Als een storing in het
EBD wordt weergegeven, breng
dan onmiddellijk de auto tot stil-
stand (met in acht name van de
verkeersveiligheid) en wendt u tot
de Lancia-dealer.
61
ANTIBLOKKEER-
SYSTEEM DEFECT
(geel)
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden;
het moet echter na enige seconden do-TE LAAG
REMVLOEISTOFNIVEAU
- AANGETROKKEN
HANDREM (rood)
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden;
het moet echter na enige seconden do-
ven. Het lampje gaat branden als het
remvloeistofniveau in het reservoir
onder het minimum niveau is ge-
daald, bijvoorbeeld door lekkage in
het remsysteem, en als de handrem is
aangetrokken.
WAARSCHUWINGS-/
CONTROLE-
LAMPJES
WAARSCHUWINGAls een waar-
schuwingslampje van het infotelema-
tica-systeem CONNECT Nav+ gaat
branden wordt de betreffende mede-
deling en klinken tegelijkertijd één of
meer geluidssignalen (“
GONG”).
De lampjes gaan in de volgende ge-
vallen branden:
TE LAGE
ACCUSPANNING (rood)
Als er een storing is in het
laadsysteem.
Als het contactslot in de stand M
wordt gedraaid, gaat het lampje bran-
den; het dooft echter direct nadat de
motor is gestart.
Het doven vindt alleen na een korte
vertraging plaats als de motor met
stationair toerental draait.
Als het lampje blijft branden, wendt
u dan onmiddellijk tot de Lancia-
dealer.Als het lampje tijdens het
rijden gaat branden, con-
troleer dan of de handrem
niet is aangetrokken. Als het
lampje blijft branden als de hand-
rem niet is aangetrokken, breng
dan de auto onmiddellijk tot stil-
stand en wendt u tot de Lancia-
dealer.
Z
[
STORING IN
ELEKTRO-
NISCHE
REMDRUKREGELAAR EBD
De auto is uitgerust met een elektro-
nische remdrukregelaar (EBD) Als deze
lampjes tegelijkertijd gaan branden,
geeft dit een storing in het EBD aan.
[+
ven. Het lampje gaat branden als de
werking van het systeem onvoldoende
is. In dat geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar zijn de moge-
lijkheden van het ABS niet meer aan-
wezig. Rijd in dat geval zeer voor-
zichtig als de grip op de weg niet op-
timaal is; wendt u beslist zo snel mo-
gelijk tot de Lancia-dealer.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 61
Page 63 of 246

62
STOP (rood)
Dit gaat tegelijker-
tijd met een ander
waarschuwingslampje branden.
VEILIGHEIDSGORDEL
NIET OMGELEGD
(geel)
Het lampje gaat continu branden als
het contactslot in de stand Mstaat en
de bestuurders- of passagiersgordel
(als deze functie aanwezig is) niet juist
is omgelegd.
Als het lampje gaat branden, ver-
schijnt op het multifunctionele display
gedurende 8 seconden de bijbeho-
rende mededeling.
Als de voertuigsnelheid hoger wordt
dan 25 km/h gaat het lampje branden
en klinkt gedurende 90 seconden een
geluidssignaal. TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
(rood)
Als het contactslot in de stand M
wordt gedraaid, gaat het lampje bran-
den; het dooft echter nadat de motor
is gestart. Uitsluitend als de motor
stationair draait, mag het lampje iets
vertraagd doven.
Als de motor zwaar is belast, dan
kan het lampje gaan knipperen als de
motor weer met stationair toerental
draait. Het lampje moet echter doven
als het toerental iets wordt verhoogd.
Als het lampje gaat bran-
den tijdens de rit, zet dan
de motor uit en wendt u tot
de Lancia-dealer.
TE HOGE
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUUR (rood)
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden;
het moet echter na enige seconden do-
ven. Het lampje gaat branden als de
motor te warm is. Als het lampje gaat
branden tijdens de rit, breng dan de
auto tot stilstand en laat de motor
draaien met iets verhoogd toerental,
zodat de koelvloeistof sneller circu-
leert.
Als het lampje niet bin-
nen 2 of 3 minuten dooft,
zet dan de motor uit en
wendt u tot de Lancia-dealer.
Y X e
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 62
Page 64 of 246

63
Het lampje dooft als de storing ver-
dwijnt; de storing wordt echter wel
door het systeem in het geheugen op-
geslagen.
knipperend branden(alleen ben-
zine-uitvoeringen) - dit geeft een mo-
gelijke beschadiging van de katalysa-
tor aan (zie “EOBD” in dit hoofd-
stuk).
Als het lampje knippert, moet het
gaspedaal worden losgelaten (hier-
door gaat de motor met lage toeren-
tallen draaien), totdat het lampje niet
meer knippert; u kunt met niet te
hoge snelheid doorrijden, waarbij rij-
omstandigheden moeten worden ver-
meden die kunnen leiden tot het op-
nieuw gaan knipperen van het lampje.
Wendt u zo snel mogelijk tot de Lan-
cia-dealer.
Als, als het contactslot in
stand M wordt gedraaid,
het lampje niet gaat bran-
den of als tijdens de rit het lampje
continu of knipperend gaat bran-
den, wendt u dan zo snel mogelijk
tot de Lancia-dealer. STORING
MOTORMANAGE-
MENTSYSTEEM EOBD
(geel)
Onder normale omstandigheden, als
het contactslot in de stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden;
het dooft echter nadat de motor is ge-
start. Dit branden geeft een goede
werking van het lampje aan.
Als het lampje blijft branden of gaat
branden tijdens de rit:
continu branden- dit geeft een sto-
ring in het motormanagementsysteem
weer, waardoor de emissie van
schadelijke uitlaatgassen toeneemt, de
prestaties achteruit kunnen gaan, de
auto slechter kan gaan rijden en het
brandstofverbruik kan toenemen.
Onder deze omstandigheden kan
verder worden gereden, maar moet
een zware belasting van de motor of
hoge snelheden worden vermeden.
Langdurig gebruik van de auto met
een continu brandend controlelampje
kan beschadigingen veroorzaken.
Wendt u zo snel mogelijk tot de Lan-
cia-dealer.
/
STORING AIRBAG
(geel)
Als het systeem niet goed
werkt.
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden;
het moet echter na ongeveer 4 secon-
den doven.
Als het contactslot in
stand M wordt gedraaid en
het lampje
¡gaat niet
branden of blijft branden tijdens
de rit, is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen; in dat ge-
val kunnen de airbags of gordel-
spanners niet geactiveerd worden
bij een ongeval of, in een zeer be-
perkt aantal gevallen, per ongeluk
geactiveerd worden. Voordat u
verder rijdt, moet contact worden
opgenomen met de Lancia-dealer
om het systeem te laten controle-
ren.
¡
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 63
Page 65 of 246

SERVICE-LAMPJE
Het lampje gaat branden
als één van de volgende situ-
aties optreedt: te laag koelvloeistofni-
ESP (geel)
Als het contactslot in stand
Mwordt gedraaid, gaat het
lampje branden; het moet echter na
enige seconden doven.
Als het lampje niet dooft of gedu-
rende rit blijft branden, wendt u dan
tot de Lancia-dealer.
Als het lampje knippert tijdens het
rijden, dan geeft dit aan dat het ESP
werkt.
Het lampje gaat ook branden als het
ESP wordt uitgeschakeld met de be-
treffende knop (zie het hoofdstuk
“ESP”). FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Als de frontairbag aan passagiers-
zijde is ingeschakeld en het contact-
slot in stand Mwordt gedraaid, gaat
het lampje branden; het moet echter
na ongeveer 4 seconden doven.
64
MISTACHTERLICHT
(geel)
Dit gaat branden als het mistachter-
licht wordt ingeschakeld.veau, storing in roetfilter, additiefni-
veau te laag (het risico bestaat dat het
roetfilter verstopt raakt).
VOORGLOEIREGELING
(geel)
Als het contactslot in de
stand Mwordt gedraaid, gaat het
lampje branden; het lampje dooft als
voorgloeibougies de vooraf ingestelde
temperatuur hebben bereikt.
Start de motor, zodra het lampje ge-
doofd is.
WAARSCHUWINGBij een hoge
buitentemperatuur kan het lampje
zeer kort gaan branden.
BRANDSTOFRESERVE
(geel)
Het lampje gaat branden
als in de brandstoftank nog ongeveer
8 liter brandstof aanwezig is.
h
Het lampje §geeft bo-
vendien een storing aan
van het lampje
¡aan. Dit
wordt weergegeven met een knip-
perend lampje §, ook als de 4 se-
conden al zijn verstreken. In dat
geval kan het lampje
¡geen sto-
ringen in de veiligheidssystemen
aangeven. Voordat u verder rijdt,
moet contact worden opgenomen
met de Lancia-dealer om het sys-
teem te laten controleren.
Het lampje gaat branden als de front-
airbag aan passagierszijde wordt uit-
geschakeld.
§
P
f
.
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 64
Page 66 of 246

65
DIMLICHTEN (groen)
Het lampje gaat branden
als de dimlichten ingescha-
keld worden.
RICHTINGAANWIJZER
RECHTS (groen)
Het lampje gaat (knippe-
rend) branden als de richtingaanwij-
zerhendel naar boven wordt geplaatst
of tegelijkertijd met het richtingaan-
wijzercontrolelampje links als de
schakelaar voor de waarschuwings-
knipperlichten wordt ingedrukt.
RICHTINGAANWIJZER
LINKS (groen)
Het lampje gaat (knippe-
rend) branden als de richtingaanwij-
zerhendel naar onder wordt geplaatst
of tegelijkertijd met het richtingaan-
wijzercontrolelampje rechts als de
schakelaar voor de waarschuwings-
knipperlichten wordt ingedrukt.MISTLAMPEN VOOR
(groen)
Het lampje gaat branden
als de mistlampen ingeschakeld wor-
den.
GROOTLICHT (blauw)
Het lampje gaat branden
als het grootlicht ingescha-
keld wordt.
LEKKE BAND
(rood)
Het lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden (te-
gelijkertijd wordt een mededeling op
het display weergegeven en klinkt een
geluidssignaal) als de druk in één of
meer banden onder een drempel-
waarde daalt.
Op deze manier waarschuwt het
TPMS-systeem de bestuurder op het
mogelijk gevaarlijk leeglopen van de
band(en) en dus op een band die
waarschijnlijk lek is.WAARSCHUWINGRijd niet verder
met één of meer banden met een lage
spanning, omdat dit de rij-eigen-
schappen van de auto negatief kan
beïnvloeden. Stop de auto en vermijd
krachtig remmen of grote stuurbewe-
gingen. Vervang onmiddellijk het wiel
door het reservewiel (indien aanwezig
- zie het hoofdstuk “Noodgevallen”)
en wendt u zo snel mogelijk tot de
Lancia-dealer.
STORING IN
BANDENSPANNINGS-
CONTROLESYSTEEM
Het lampje gaat branden (en tegelij-
kertijd wordt een mededeling op het
display weergegeven) als een storing
in het bandenspanningscontrolesys-
teem TPMS wordt gesignaleerd (in-
dien aanwezig).
Wendt u in dit geval zo snel moge-
lijk tot de Lancia-dealer. Als één of
meer wielen zonder sensor worden ge-
monteerd, dan gaat na enige tijd het
lampje op het instrumentenpaneel
branden (en wordt tegelijkertijd een
mededeling op het display weergege-
ven), totdat opnieuw vier wielen met
sensoren zijn gemonteerd.
e
f
001-065 Phedra OLA 5-06-2008 11:45 Pagina 65
Page 67 of 246

66
KLIMAATREGELING (fig. 77)
fig. 77
L0B0247b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 66
Page 68 of 246

67
Legenda (fig. 77)
1Vaste uitstroomopening boven
voor ontwasemen of ontdooien voor-
ruit - 2Vaste uitstroomopeningen
voor ontwasemen of ontdooien zijrui-
ten - 3Verstelbare en richtbare uit-
stroomopeningen aan zijkant - 4Ver-
stelbare en richtbare uitstroomope-
ningen in het midden - 5Vaste uit-
stroomopeningen in beenruimte voor
- 6Vaste uitstroomopeningen in
beenruimte tweede rij - 7Verstelbare
en richtbare uitstroomopeningen voor
tweede rij - 8Vaste uitstroomopenin-
gen beenruimte derde rij - 9Richtbare
uitstroomopeningen derde rij.UITSTROOMOPENINGEN IN
HET MIDDEN VERSTELLEN
(fig. 78)
De twee buitenste uitstroomopenin-
gen zijn voorzien van hendel Awaar-
mee de luchtstroom versteld kan wor-
den (in 4 richtingen: omhoog/om-
laag/rechts/links); de middelste uit-
stroomopeningen is vast.
Bedien knop Bvoor het regelen van
de opbrengst:
k= geheel gesloten
l= geheel geopend.UITSTROOMOPENINGEN AAN
DE ZIJKANT VERSTELLEN
(fig. 79)
Bedien hendel Aom de luchtstroom
te richten.
Bedien knop Bvoor het regelen van
de opbrengst:
k= geheel gesloten
l= geheel geopend.
fig. 78
L0B0063b
fig. 79
L0B0064b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 67
Page 69 of 246

68
ACHTERSTE VERSTELBARE
LUCHTROOSTERS VOOR DE
TWEEDE RIJ VERSTELLEN
(fig. 80)
Bedien hendel Aom de luchtstroom
te richten.
Bedien knop Bom de luchtop-
brengst te regelen (+of –).ACHTERSTE VERSTELBARE
LUCHTROOSTERS VOOR DE
DERDE RIJ VERSTELLEN
(fig. 81)
Bedien hendel Aom de luchtstroom
te richten.
Bedien knop Bom de luchtop-
brengst te regelen (+of –).AUTOMATISCHE
KLIMAATRE-
GELING
De auto is voorzien van een auto-
matische klimaatregeling voor de re-
geling van de temperatuur, de lucht-
opbrengst, de verdeling en recircula-
tie. Er zijn twee systemen:
U automatisch gescheiden systeem
(bizone) met een links/rechts ge-
scheiden temperatuurregeling voor de
eerste en tweede rij zitplaatsen;
U automatisch multizone systeem,
met extra aanjagers achter, die vanaf
de tweede rij zitplaatsen bediend kun-
nen worden om de luchtopbrengst uit
de voorste uitstroomopeningen bij de
tweede en derde rij zitplaatsen te wij-
zigen.
fig. 80
L0B0065b
fig. 81
L0B0186b
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 68
Page 70 of 246

69
WAARSCHUWINGDe handmatige
instellingen hebben voorrang op de
automatische; de handmatige keuzes
blijven opgeslagen, totdat u de auto-
matische werking (AUTO) weer her-
stelt. De handmatige instellingen
worden opgeslagen als de motor
wordt uitgezet en weer ingesteld als
de motor opnieuw wordt gestart. LUCHTOPBRENGST
Als de werking handmatig is, zijn 8
niveaus van de luchtopbrengst be-
schikbaar; dit wordt weergegeven
door het zwart worden van telkens
een halve ventilatorschoep van het
aanjagersymbool.
Tijdens de automatische werking
(AUTO) is de opbrengst variabel; dit
wordt door het systeem op één ma-
nier, m.b.v. 4 halve zwart gekleurde
ventilatorschoepen, weergegeven op
het display.
WAARSCHUWINGAls wordt ge-
start bij een zeer lage buitentempera-
tuur en het systeem werkt automa-
tisch, wordt de aanjager mogelijk -
niet ingeschakeld; dit is geen storing; -
het systeem herstelt de normale auto-
matische werking, zodra de temperatuur-
drempel van het systeem wordt bereikt.LUCHTVERDELING
De mogelijke, automatisch of hand-
matig ingestelde, luchtverdelingen
zijn:
– ventilatie (voorzijde)
– bilevel (voorzijde / beenruimte)
– beenruimte
– voorruit / beenruimte
– MAX-DEF-functie.
De lucht wordt verder verdeeld over
de zitplaatsen achter op de tweede en
derde rij.
Ventilatie
De behandelde luchtstroom stroomt
uit de 5 uitstroomopeningen aan de
voorzijde op de uiteinden en in het
midden van het dashboard; de stroom
kan horizontaal en verticaal worden
versteld, door met de hand de bedie-
ningshendel en -knop te bedienen.
De klimaatregeling maakt
gebruik van R134a. Dit
koelmiddel voldoet aan de
geldende normen en is, als het per
ongeluk vrijkomt, niet schadelijk
voor het milieu. Maak beslist geen
gebruik van andere vloeistoffen, die
niet geschikt zijn voor de compo-
nenten van het systeem.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:03 Pagina 69