stop start Lancia Phedra 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2010, Model line: Phedra, Model: Lancia Phedra 2010Pages: 246, PDF Size: 3.96 MB
Page 57 of 246

56
dit is normaal en vindt tijdens de nor-
male werking plaats, bijvoorbeeld als
u de airconditioning of de elektroven-
tilator inschakelt. Een langzame wij-
ziging van het toerental zorgt voor het
behoud van de acculading.
KOELVLOEISTOFTEMPE-
RATUURMETER – D (fig. 72-73)
Tijdens de normale werking geeft de
temperatuurmeter de waarden in het
midden van de schaalverdeling aan.
Als hoge waarden worden aangege-
ven, betekent dit dat de motor zwaar
wordt belast en moeten de gevraagde
prestaties worden verminderd.
Als het lampje
ugaat branden,
geeft dit een te hoge koelvloeistoftem-
peratuur aan.
Ook als zeer langzaam wordt gere-
den onder zeer warme omstandighe-
den, kan een hoge temperatuur wor-
den bereikt. Stop in dat geval en zet
de motor uit. Start vervolgens de mo-
tor opnieuw en geef rustig gas.BRANDSTOFNIVEAUMETER – C
(fig. 72-73)
Het instrument geeft een indicatie
van de hoeveelheid brandstof in de
brandstoftank.
Als het controlelampje van de
brandstofreserve
Kbrandt, is er nog
ongeveer 8 liter brandstof in de tank
aanwezig en moet dus zo snel moge-
lijk getankt worden.
Rijd niet met een bijna lege brand-
stoftank: door een eventueel wisse-
lende toevoer van brandstof kan de
katalysator worden beschadigd.
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(als een autoradio aanwezig is)
fig. 73a
A– knop voor toegang tot het hoofd-
menu
B– knoppen voor de navigatie door
het hoofdmenu
C– knop om de gekozen functie of
ingevoerde waarde te bevestigen
D– knop om de functie te wissen/
terug te keren naar het vorige scherm
E– keuzeknop voor de weer te geven
informatie rechts op het display (da-
tum, autoradio – cd, tripcomputer).Hoofdmenu
Druk op knop Aom toegang te krij-
gen tot het hoofdmenu; de volgende
functies worden weergegeven:
–Radio/cd(zie voor de bijbeho-
rende functies het bijgeleverde sup-
plement „Autoradio”);
–Tripcomputer: hiermee kan in-
formatie worden weergegeven over de
mogelijk nog af te leggen afstand (ac-
tieradius), het huidige verbruik, de af-
gelegde afstand, het gemiddelde ver-
bruik en de gemiddelde snelheid;
bovendien kan informatie worden
weergegeven over de status van func-
ties zoals: automatische inschakeling
buitenverlichting, ESP, regensensor.
fig. 73a
L0B0434b
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 56
Page 63 of 246

Als het lampje gaat bran-
den tijdens de rit, zet dan
de motor uit en wend u tot
de Lancia-dealer.
62
STOP (rood)
Deze gaat tegelijker-
tijd met een ander
waarschuwingslampje branden.
VEILIGHEIDSGORDEL
NIET VASTGEMAAKT
(geel)
Het lampje gaat continu branden als
het contactslot in de stand Mstaat en
de bestuurders- of passagiersgordel
(als deze functie aanwezig is) niet juist
is vastgemaakt.
Als het lampje gaat branden, ver-
schijnt op het multifunctionele display
gedurende 8 seconden de bijbeho-
rende mededeling.
Als de voertuigsnelheid hoger wordt
dan 25 km/h gaat het lampje branden
en klinkt gedurende 90 seconden een
geluidssignaal. TE LAGE
MOTOROLIEDRUK
(rood)
Als het contactslot in de stand M
wordt gedraaid, gaat het lampje bran-
den; het dooft echter nadat de motor
is gestart. Het doven vindt alleen na
een eventuele vertraging plaats als de
motor met stationair toerental draait.
Als de motor zwaar is belast, dan
kan het lampje gaan knipperen als de
motor weer met stationair toerental
draait. Het lampje moet echter doven
als het toerental iets wordt verhoogd.TE HOGE KOELVLOEI -
STOFTEMPERATUUR
(rood)
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden; het
moet echter na enige seconden doven.
Het lampje gaat branden als de motor
te warm is. Als het lampje gaat bran-
den tijdens de rit, breng dan de auto
tot stilstand en laat de motor draaien
met iets verhoogd toerental, zodat de
koelvloeistof sneller circuleert.
Als het lampje niet bin-
nen 2 of 3 minuten dooft,
zet dan de motor uit en
wend u tot de Lancia-dealer.
vuì
<
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 62
Page 65 of 246

SERVICE-LAMPJE
Het lampje gaat branden als één van
de volgende situaties optreedt: te laag
ESP
(geel)
Als het contactslot in stand Mwordt
gedraaid, gaat het lampje branden; het
moet echter na enige seconden doven.
Als het lampje niet dooft of gedu-
rende de rit blijft branden, wend
u dan tot de Lancia-dealer.
Als het lampje knippert tijdens het
rijden, dan geeft dit aan dat het ESP
in werking is getreden.
Het lampje gaat ook branden als het
ESP-systeem wordt uitgeschakeld met
de betreffende knop (zie het hoofd-
stuk „ESP”). FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Als de frontairbag aan passagiers-
zijde is ingeschakeld en het contact-
slot in stand Mwordt gedraaid, gaat
het lampje branden; het moet echter
na ongeveer 4 seconden doven.
64
MISTACHTERLICHTEN
(geel)
Dit gaat branden als het mistachter-
licht wordt ingeschakeld.
VOORGLOEIREGELING
(geel)
Als het contactslot in de stand M
wordt gedraaid, gaat het lampje bran-
den; het lampje dooft als voorgloei-
bougies de vooraf ingestelde tempe-
ratuur hebben bereikt.
Start de motor, zodra het lampje ge-
doofd is.
BELANGRIJKBij een hoge buiten-
temperatuur kan het lampje zeer kort
branden.
BRANDSTOFRESERVE
(geel)
Het lampje gaat branden als in de
brandstoftank nog ongeveer 8 liter
brandstof aanwezig is.
Bij het oplichten van het controle-
lampje moet zo snel mogelijk getankt
worden.
4
ñ
Het lampje “geeft boven-
dien eventuele storingen
van het lampje
¬aan. Dit
wordt aangegeven door het langer
knipperen van het lampje “dan de
normale 4 seconden. In dit geval
kan het lampje
¬geen storingen in
de airbag-/gordelspannersystemen
aangeven. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met de
Lancia-dealer om het systeem di-
rect te laten controleren.
Het lampje gaat branden als de fron-
tairbag aan passagierszijde wordt uit-
geschakeld.
“
m
è
K
koelvloeistofniveau, storing in roetfilter,
additiefniveau te laag (het risico bestaat
dat het roetfilter verstopt raakt).
001-065 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:27 Pagina 64
Page 145 of 246

144
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of de skidra-
ger als deze niet wordt gebruikt. Deze
accessoires verminderen de aerodyna-
mica van de auto, waardoor het brand-
stofverbruik toeneemt. Gebruik voor
het vervoer van volumineuze voorwer-
pen bij voorkeur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik elektrische accessoires uit-
sluitend als u ze nodig hebt. De ach-
terruitverwarming, de extra verlichting,
de ruitenwissers, de klimaatregeling ge-
bruiken veel energie en verhogen daar-
mee het brandstofverbruik (tot +25%
in het stadsverkeer).
Airconditioning
De airconditioning gebruikt zeer veel
energie, waardoor de motor zwaar
wordt belast en het brandstofverbruik
sterk toeneemt (met gemiddeld
+20%). Gebruik wanneer de buiten-
temperatuur het toelaat, bij voorkeur
de functies van het ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Het gebruik van niet goedgekeurde
aerodynamische accessoires kan de
aerodynamica negatief beïnvloeden,
waardoor het brandstofverbruik zal
toenemen.RIJSTIJL
Starten
Laat de motor niet warmdraaien met
stationair toerental en ook niet met
een hoog toerental als de auto stilstaat:
onder deze omstandigheden warmt de
motor veel langzamer op, terwijl het
verbruik en de schadelijke uitlaatgas-
emissie toenemen. Het is beter om
rustig weg te rijden en geen hoge toe-
rentallen te gebruiken. Op deze ma-
nier warmt de motor sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stil-
staat voor een stoplicht of voordat u
de motor afzet. Gas geven voordat de
motor wordt afgezet of het zoge-
naamde „tussengas” als wordt over-
geschakeld, zijn bij moderne auto’s
geheel overbodig. Het kost brandstof
en verhoogt de uitstoot van schade-
lijke uitlaatgassen.
135-151 Phedra LUM NL 13-11-2009 18:19 Pagina 144
Page 153 of 246

STARTEN MET
EEN HULPACCU
De accu van de auto bevindt zich in
de houder (in de bodemplaat) voor de
passagiersstoel.
Als de accu leeg is, kan de motor
worden gestart met een andere accu,
die ten minste dezelfde capaciteit
moet hebben als de lege accu.Ga als volgt te werk (fig. 1 - 2):
1) open het beschermdeksel Avan
de houder;
2) sluit de pluspolen B(+bij de
klem) van de twee accu’s met een
startkabel op elkaar aan;
3) sluit met een tweede startkabel de
minpoolC(–bij de klem) van de
hulpaccu aan op een massapunt D(E)
van de auto die gestart moet worden;Verbind nooit de min-
klemmen van de twee ac-
cu’s met elkaar: eventuele
vonken kunnen het explosieve gas
ontsteken dat uit de accu kan ont-
snappen. Als de hulpaccu is geïn-
stalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto
en de auto met de lege accu niet
per ongeluk metalen delen met el-
kaar in verbinding staan.
4) start de motor;
5) als de motor is aangeslagen, maak
dan de startkabels in de omgekeerde
volgorde waarin de kabels zijn aan-
gesloten, los;
Als na enige pogingen de motor niet
aanslaat, stop dan met starten en
wend u tot de Lancia-dealer.
NOODGEVALLEN
fig. 1
L0B0042b
fig. 2
L0B0117b
152
152-182 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:33 Pagina 152
Page 154 of 246

153
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een snel-
lader: hierdoor kunnen de
elektronische systemen, en vooral
de regeleenheden die de ontsteking
en de brandstoftoevoer regelen,
beschadigen.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te
starten door ze aan te du-
wen, te slepen of van een
helling af te laten rijden.
Op die wijze kan er onverbrande
brandstof in de katalysator te-
rechtkomen, waardoor deze on-
herstelbaar zal beschadigen. Deze startprocedure mag
alleen worden uitgevoerd
door daartoe opgeleid per-
soneel, omdat onjuiste handelin-
gen vonken kunnen veroorzaken
en de accu onherstelbaar kunnen
beschadigen. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Vermijd
het contact met de huid en de ogen.
Kom ook niet dicht bij een accu
met open vuur of een brandende
sigaret en veroorzaak geen vonken:
brand- en ontploffingsgevaar.
Als de motor niet draait,
dan werken de rem- en de
stuurbekrachtiging niet,
waardoor meer kracht nodig is
om het rempedaal en het stuur te
bedienen.
EEN LEKKE BAND
Sommige uitvoeringen (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn voorzien
van bandenspanningssensoren met lo-
kalisatie van het wiel; een lage ban-
denspanning wordt op de volgende
wijze doorgegeven aan de bestuurder:
lager wordende spanning – op het
display van het infotelematica-systeem
CONNECT Nav+ wordt de bijbeho-
rende mededeling weergegeven en er
klinkt een geluidssignaal („
GONG”);
wend u tot de Lancia-dealer.
lekke band– het lampje „STOP”
gaat branden, op het display van het
infotelematica-systeem CONNECT
Nav+ wordt de bijbehorende medede-
ling weergegeven en er klinken 3 ge-
luidssignalen („
GONG”) achter elkaar;
vervang het wiel, zoals hierna wordt
beschreven.
Het systeem kan bovendien een me-
dedeling laten verschijnen als het niet
mogelijk is om de bandenspanning te
meten.
152-182 Phedra LUM NL 17-11-2009 9:33 Pagina 153