Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 331 of 380

Controleer de slangen van het koel-
vloeistofreservoir op broos rubber,
barsten, scheuren, insnijdingen en
vloeistofdichte aansluiting aan
reservoir- en radiateurzijde. Contro-
leer het hele systeem op lekkage.
Controleer, wanneer de motor op be-
drijfstemperatuur is (maar niet
draait), of de vuldop van het koelsys-
teem luchtdicht afsluit door een
kleine hoeveelheid koelvloeistof (anti-
vries) via de aftapopening van de ra-
diateur te laten uitstromen. Als de dop
goed afsluit, begint de koelvloeistof
(antivries) uit het koelvloeistofreser-
voir te stromen. VERWIJDER DE
RADIATEURDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
Koelsysteem – aftappen, spoelen
en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als er
veel bezinksel aanwezig is. Voer daarna
een grondige spoelbeurt uit om alle af-
zettingen en chemicaliën te verwijde-
ren. Voer afgewerkte koelvloeistof (an-
tivries) op de juiste wijze af.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen koelvloeistof (antivries).
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in "Onderhoud van uw
auto" voor meer informatie hierover.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof (an-
tivries) met andere dan de gespeci-
ficeerde koelvloeistof (antivries)
kan beschadiging van de motor
veroorzaken en de bescherming te-
gen roest verminderen. Als u in een
noodsituatie een andere koelvloei-
stof (antivries) aan het koelsys-
teem hebt toegevoegd dan wordt
voorgeschreven, is het verstandig
deze zo snel mogelijk te laten ver-
vangen door de voorgeschreven
koelvloeistof (antivries).
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Gebruik geen gewoon water ofkoelvloeistof (antivries) op basis
van alcohol. Gebruik geen
roestremmers of andere
anticorrosie-producten, omdat
deze mogelijk niet geschikt zijn
voor de gebruikte koelvloeistof
(antivries) en verstopping van de
koelvloeistof kunnen veroorza-
ken.
Deze auto is niet ontworpen voor het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van pro-
pyleenglycol. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op
basis van propyleenglycol wordt
afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
Uw auto wordt af-fabriek geleverd
met een verbeterde koelvloeistof (an-
tivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze
koelvloeistof (antivries) kan maxi-
maal tien jaar of 240.000 km worden
gebruikt voordat deze moet worden
325
Page 332 of 380

ververst. Gebruik altijd dezelfde koel-
vloeistof (antivries). Daarmee voor-
komt u dat dit verlengde onderhouds-
interval wordt verkort.
Houd rekening met het volgende
wanneer u koelvloeistof (antivries)
bijvult:
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water,
zoals gedistilleerd of gedeïoniseerd
water, voor het verdunnen van de
koelvloeistof (antivries). Water van
lagere kwaliteit kan de corrosiebe-
scherming in het motorkoelsysteem
verminderen.
Het is de taak van de eigenaar van de
auto om de concentratie van de koel-
vloeistof aan te passen aan de buiten-
temperatuur.
OPMERKING: Het mengen van
verschillende typen motorkoel-
vloeistof (antivries) verkort de le-
vensduur van de koelvloeistof (an-
tivries) en leidt tot kortere
verversingsintervallen.Vuldop van het koelsysteem
Draai de vuldop goed vast, zodat
wordt voorkomen dat er koelvloeistof
(antivries) wordt gemorst en de koel-
vloeistof (antivries) terugloopt naar
de radiateur via het koelvloeistofre-
servoir.
Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zicht-
baar zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
Als waarschuwing is de tekst "DO
NOT OPEN HOT" (NIET OPE-
NEN, HEET) op de vuldop van het
koelsysteem aangebracht. Vul
nooit koelvloeistof (antivries) bij
als de motor oververhit is. Draai
nooit de vuldop los om een overver-
hitte motor te laten afkoelen. Door
de hitte komt het koelsysteem on-
der druk te staan. Om brandwon-
den en ander letsel te voorkomen,
mag u nooit de vuldop verwijderen
van een koelcircuit dat heet is of
onder druk staat.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Gebruik geen andere vuldop dan
de voorgeschreven vuldop voor
uw auto. Dit kan leiden tot per-
soonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van afgewerkte
koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de milieuvoor-
schriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om
inslikken door kinderen of dieren te
voorkomen, dient u koelvloeistof (an-
tivries) met ethyleenglycol nooit in
open reservoirs te bewaren. Laat de
vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in als een kind
of huisdier koelvloeistof heeft inge-
slikt. Verwijder gemorste vloeistof on-
middellijk.
326
Page 333 of 380

Koelvloeistofpeil
Aan het koelvloeistofreservoir kunt u
snel en duidelijk controleren of er vol-
doende koelvloeistof in het koelsys-
teem aanwezig is. Bij uitgeschakelde
en koude motor moet het koelvloei-
stofpeil in het reservoir tussen het
aangegeven minimum- en maximum-
peil liggen.
Omdat de radiateur normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiateurdop te verwijderen,
tenzij u de koelvloeistof (antivries)
wilt controleren op vriespunt of wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuur
van de motor in orde is, hoeft u het
koelvloeistofreservoir slechts eenmaal
per maand te controleren.
Als de koelvloeistof (antivries) moet
worden bijgevuld, doet u dit via de
vulopening van het koelvloeistofreser-
voir. Vul nooit te veel vloeistof bij.Belangrijk
OPMERKING: Wanneer u na en-
kele kilometers de auto tot stil-
stand brengt, ziet u mogelijk wa-
terdamp opstijgen vanuit de
voorzijde van het motorcomparti-
ment. Dit is meestal het gevolg van
een hoge luchtvochtigheid, of van
regen of sneeuw die op de radi-
ateur is achtergebleven en ver-
dampt wanneer de thermostaat-
klep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van het mo-
torcompartiment blijkt dat de radi-
ateur en de slangen geen defecten ver-
tonen, kunt u gerust met de auto gaan
rijden. De damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het
koelvloeistofreservoir.
Controleer het vriespunt van de koelvloeistof (antivries) in de radi-
ateur en in het koelvloeistofreser-
voir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook de inhoud van het koelvloeistofre-
servoir worden beschermd tegen
bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het koelvloeistofreservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloei-
stofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, houd dan de voor-
zijde van de condensor schoon.
327
Page 334 of 380

Vervang nooit de thermostaat door
een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het voorgeschreven
type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere typen kunnen leiden
tot onvoldoende werking van de
koelvloeistof (antivries), een hoger
brandstofverbruik en hogere emis-
siewaarden.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen van
het remsysteem regelmatig worden ge-
controleerd. Raadpleeg het hoofdstuk
"Onderhoudsschema" voor de juiste on-
derhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal
is gevaarlijk en kan leiden tot onge-
vallen. Rijden met uw voet op het
rempedaal veroorzaakt abnormaal
hoge remtemperaturen, verhoogt de
slijtage van de remvoering en kan
leiden tot schade aan het remsysteem.
U beschikt dan in noodgevallen niet
over het volledige remvermogen.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen te
gebruiken. Voer geen onderhoud uit
als u geen ervaring hebt.
Hoofdremcilinder – controle van
remvloeistofpeil
Controleer onmiddellijk het vloeistof-
peil in de hoofdremcilinder als het
waarschuwingslampje voor het rem-
systeem gaat branden.
Controleer het vloeistofpeil telkens
wanneer u werkzaamheden onder de
motorkap uitvoert.Maak de bovenzijde van de hoofd-
remcilinder schoon voordat u de dop
verwijdert. Vul remvloeistof bij tot
aan het MAX-merkteken aan de zij-
kant van het reservoir.
Vul voldoende remvloeistof bij tot het
peil correct is volgens de beschrijving
op het remvloeistofreservoir. Het is bij
schijfremmen een normaal verschijnsel
dat het vloeistofpeil daalt naarmate de
remblokken verder slijten. Een laag
vloeistofpeil kan echter ook worden
veroorzaakt door lekkage en controle
kan noodzakelijk zijn.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg
de paragraaf "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in
"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.
328
Page 335 of 380

WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fa-brikant aanbevolen remvloeistof.
Raadpleeg de paragraaf "Vloei-
stoffen, smeermiddelen en origi-
nele onderdelen" in "Onderhoud
van uw auto" voor meer informa-
tie hierover. Gebruik van de ver-
keerde remvloeistof kan ernstige
schade veroorzaken aan uw rem-
systeem en/of de werking ervan
nadelig beïnvloeden. Het juiste
type remvloeistof wordt ook ver-
meld op het reservoir van de ori-
ginele hoofdremcilinder.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen doormateriaal of vocht van buitenaf,
dient u uitsluitend nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of rem-
vloeistof uit een hermetisch afge-
sloten reservoir. Zorg ervoor dat
de dop van het reservoir van de
hoofdremcilinder altijd is vastge-
draaid. Remvloeistof in een open
reservoir neemt vocht op uit de
lucht, waardoor de remvloeistof
een lager kookpunt krijgt. De
remvloeistof kan hierdoor gaan
koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans be-
staat dat de remmen plotseling
niet meer werken. Dit kan leiden
tot een ongeval.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het bijvullen van het vloeistofre-servoir met te veel remvloeistof
kan leiden tot het morsen van
vloeistof op hete motoronderde-
len, waardoor de remvloeistof
vlam kan vatten. Remvloeistof
kan ook schade toebrengen aan
gelakte oppervlakken en vinyl.
Let er daarom op dat er geen rem-
vloeistof op deze oppervlakken
terecht komt.
Zorg dat er geen vloeistof op basis van aardolie in de remvloeistof
terechtkomt. De afdichtingen van
het remsysteem kunnen hierdoor
worden aangetast, waardoor de
remmen hun werking gedeeltelijk
of geheel kunnen verliezen. Dit
kan leiden tot een ongeval.
329
Page 336 of 380

AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Keuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levens-
duur van de versnellingsbak is het
belangrijk dat u de correcte transmis-
sievloeistof gebruikt. Gebruik uitslui-
tend door de fabrikant gespecifi-
ceerde transmissievloeistof.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in dit hoofdstuk voor de
specificaties van vloeistoffen. Het is
belangrijk dat de transmissievloeistof
continu het vereiste peil heeft en dat u
de aanbevolen vloeistof gebruikt. Er
mogen geen chemicaliën door de ver-
snellingsbak worden gespoeld; uit-
sluitend het goedgekeurde smeermid-
del mag worden gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere transmissie-
vloeistof gebruikt dan wordt aan-
bevolen door de fabrikant, kan de
schakelwerking van de versnel-
lingsbak afnemen en/of grijpt de
koppelomvormer schokkend aan
en moeten vloeistof en filter vaker
worden ververst resp. vervangen.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in dit hoofdstuk voor de
specificaties van vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van
speciale additieven in de transmissie-
vloeistof ten zeerste af.
Automatische transmissievloeistof
(ATF) is een geavanceerd en hoog-
waardig product waarvan de presta-
ties door additieven nadelig kunnen
worden beïnvloed. Daarom raden we
u aan geen additieven aan de trans-
missievloeistof toe te voegen. De enige
uitzondering op deze regel vormt het
toevoegen van speciale kleurstof om
lekkage op te sporen. Gebruik geen vloeibare afdichtmiddelen, aangezien
deze juist schade aan afdichtingen
kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met
chemicaliën, omdat deze de ver-
snellingsbak kunnen beschadigen.
Dergelijke schade wordt niet gedekt
door de standaardgarantie.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het
juiste peil gebracht en vereist onder
normale gebruiksomstandigheden
geen aanpassingen. Het is niet nodig
om het vloeistofpeil regelmatig te con-
troleren, en om die reden is geen peil-
stok aanwezig. Uw erkende dealer
kan het transmissievloeistofpeil con-
troleren met behulp van speciaal ge-
reedschap.
Als u merkt dat er sprake is van vloei-
stoflekkage of een defect in de ver-
snellingsbak, neemt u onmiddellijk
contact op met een erkende dealer om
het transmissievloeistofpeil te laten
controleren. Als het voertuig wordt
330
Page 337 of 380

gebruikt met een verkeerd vloeistof-
peil, kan ernstige schade aan de auto-
matische versnellingsbak worden toe-
gebracht.
LET OP!
Als echter een vloeistoflek in de ver-
snellingsbak optreedt, breng dan
onmiddellijk een bezoek aan uw er-
kende dealer. Anders kan de ver-
snellingsbak ernstig beschadigd ra-
ken. Uw erkende dealer beschikt
over het juiste gereedschap om het
vloeistofpeil nauwkeurig bij te vul-
len.
Vloeistof verversen en filter
vervangen - 5-traps
versnellingsbak
Raadpleeg het onderhoudsschema
voor de juiste onderhoudsintervallen.
Ververs daarnaast de vloeistof en ver-
vang het filter als de vloeistof vervuild
raakt (met water, etc.) of als de ver-
snellingsbak om welke reden dan ook
wordt gedemonteerd.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
Vloeistof verversen en filter
vervangen - 8-traps
versnellingsbak
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den zal de in de fabriek toegevoegde
vloeistof voor voldoende smering zor-
gen gedurende de gehele levensduur
van het voertuig. Regelmatig verver-
sen van de vloeistof en vervangen van
het filter is niet nodig. Echter, ververs
de vloeistof en vervang het filter als de
vloeistof vervuild raakt (met water,
enz.), of nadat de versnellingsbak om
een of andere reden is gedemonteerd.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
AANDRIJVING OP ALLE
WIELEN (AWD) (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Het AWD-systeem bestaat uit een tus-
senbak en voordifferentieel. De bui-
tenkant van deze onderdelen moet
worden gecontroleerd op sporen van
vloeistoflekkage. Geconstateerde lek-
kage moet zo snel mogelijk worden
verholpen.
De vul-/controledop voor tussenbak-
vloeistof bevindt zich in het midden
van het achterhuis. Verwijder de vul-/
controledop als u het vloeistofpeil in
331
Page 338 of 380

de tussenbak wilt controleren. Het
vloeistofpeil moet reiken tot de onder-
kant van de opening. Vul, indien no-
dig, vloeistof bij via deze dop.
De vuldop van het voordifferentieel
bevindt zich op het buitendeksel bij
de bevestiging van de steekas. Verwij-
der de vuldop als u het differentieel-
vloeistofpeil wilt controleren. Het
vloeistofpeil moet reiken tot of zich
iets onder de onderkant van de ope-
ning bevinden.
ACHTERAS
Bij normaal gebruik hoeft de vloeistof
voor de automatische versnellingsbak
niet regelmatig te worden gecontro-
leerd. Wanneer om andere redenen
onderhoud gepleegd wordt aan het
voertuig, dient ook de buitenkant van
de assen te worden gecontroleerd.
Wanneer olielekkage wordt vermoed,
moet het vloeistofpeil worden gecon-
troleerd. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen, smeermiddelen en ori-
ginele onderdelen" in "Onderhoud
van uw auto" voor meer informatie
hierover.Vloeistofpeil controleren
Controleer het vloeistofpeil door de
vuldop op de as te verwijderen. Het
vloeistofpeil moet reiken tot de onder-
kant van de vulopening. Indien nodig
moet vloeistof worden bijgevuld tot
aan het juiste niveau. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen, smeermid-
delen en originele onderdelen" in
"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.
Asolie verversen
Raadpleeg het onderhoudsschema
voor de juiste onderhoudsintervallen.
VERZORGING VAN DE
AUTO EN BESCHERMING
TEGEN ROEST
Carrosserie en lak beschermen
tegen roest
De aandacht die aan de carrosserie
moet worden besteed is sterk afhan-
kelijk van de weersinvloeden en het
gebruik van de auto. Strooizout in de
winter en chemische producten die in
andere seizoenen op bomen en in weg-
bermen worden gespoten, hebben eensterk corrosieve invloed op de carros-
serie. Buiten parkeren en blootstelling
aan schadelijke stoffen in de atmo-
sfeer en op de wegen, extreem warm
of koud weer en andere extreme om-
standigheden kunnen de lak, de sier-
lijsten en de beschermende laag aan
de onderzijde van de auto aantasten.
De onderstaande onderhoudsadvie-
zen helpen om de carrosserie van uw
auto gedurende lange tijd in optimale
conditie te houden.
Oorzaken van corrosie
Corrosie ontstaat als de lak en be-
schermende coatings op uw auto zijn
aangetast of loslaten.
De meest voorkomende oorzaken zijn:
Strooizout, vuil en achterblijven
van vocht.
Steenslag.
Insectenresten, boomvocht en teer.
Zilte lucht in kuststreken.
Zure regen en industriële vervui- ling.
332
Page 339 of 380

Wassen
Was uw auto regelmatig. Was uwauto altijd in de schaduw en ge-
bruik een milde autoshampoo.
Spoel de auto zorgvuldig af met
schoon water.
Gebruiker een hoogwaardige was voor de bescherming van uw lak-
werk. Zorg dat u geen krassen
maakt op de lak.
Gebruik geen schurende producten en polijstmiddelen die de glans of
de dikte van de laklaag kunnen
aantasten.
LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke
reinigingsmiddelen zoals staalwol
of schuurpoeder. Deze veroorzaken
krassen op het metaal en de lak.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regelmatig schoon (minstens één
keer per maand) wanneer u op be-
pekelde of stoffige wegen of in kust-
streken rijdt. Houd de afvoergaatjes aan de on-
derzijde van de portieren, de scher-
men en de laadruimte schoon en
open.
Als u steenslag of krassen in de lak bespeurt, werk dergelijke plekken
dan meteen bij. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar
van de auto verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een ongeval schade heeft opgelopen
aan de lak en de beschermende coa-
ting, moet u deze zo spoedig moge-
lijk laten repareren. Voor de kosten
van dergelijke reparaties is de eige-
naar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemicaliën, kunstmest, zout, enz.,
vervoert, let dan goed op of alles
goed is verpakt en afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden wij u aan spatlappen bij
ieder wiel te laten aanbrengen.
Gebruik Touch Up Paint of een ge- lijkwaardig product om krassen zo snel mogelijk bij te werken. Uw er-
kende dealer heeft de lakstift die
overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en
wieldoppen
Alle wielen en wieldoppen moeten re-
gelmatig worden gereinigd met milde
zeep en water om corrosie tegen te
gaan. Dit geldt vooral wanneer een
coating van aluminium of chroom is
aangebracht. Gebruik een niet-
schurend en zuurvrij reinigingsmid-
del om hardnekkige modder en/of
overvloedige remstof te verwijderen.
Gebruik geen schuursponsen, staal-
wol, een harde borstel of metaalpoets.
Gebruik geen ovenreiniger. Maak
geen gebruik van automatische was-
straten waarin bijtende reinigingspro-
ducten of harde borstels worden ge-
bruikt. Deze kunnen de
beschermende coating van de velgen
beschadigen.
Reinigingsprocedure voor
vlekwerende stof (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Vlekwerende stoelen kunnen op de
volgende wijze worden gereinigd:
333
Page 340 of 380

Verwijder de vlek zo goed mogelijkdoor te deppen met een schone,
droge doek.
Dep de rest van de vlek vervolgens met een schone, vochtige doek.
Bij hardnekkige vlekken brengt u een milde zeepoplossing aan op een
schone, vochtige doek en verwijdert
u de vlek. Verwijder zeepresten met
een andere vochtige doek.
Gebruik geen bijtende oplosmidde- len of enige andere vorm van be-
scherming op vlekwerende produc-
ten.
Verzorging van het interieur
Gebruik een vochtige doek voor het
reinigen van de interieurbekleding.
Gebruik geen bijtende reinigingspro-
ducten.
De kwaliteit van lederen bekleding
blijft het best behouden door deze te
reinigen met een zachte, vochtige
doek. Stofdeeltjes of vuil kunnen een
schurend effect hebben en de lederen
bekleding beschadigen. Verwijder
deze daarom direct met een vochtige
doek. Hardnekkige vlekken kunt u gemakkelijk verwijderen met een
zachte doek en de juiste producten.
Voorkom dat lederen bekleding wordt
doordrenkt met welke vloeistof dan
ook. Reinig uw lederen bekleding
nooit met polish, olie, reinigingsvloei-
stoffen, oplosmiddelen, afwasmidde-
len of schoonmaakmiddelen op am-
moniakbasis. Het gebruik van
speciale onderhoudsmiddelen voor le-
der is niet vereist om de originele kwa-
liteit te behouden.
WAARSCHUWING!
Gebruik nooit vluchtige oplosmid-
delen om te reinigen. Dergelijke
stoffen zijn vaak brandbaar en
kunnen bij gebruik in afgesloten
ruimten ademhalingsproblemen
veroorzaken.
Koplampen reinigen
Uw auto is uitgerust met kunststof
koplamplenzen die lichter en minder
gevoelig voor steenslag zijn dan gla-
zen koplamplenzen. Kunststof is minder krasbestendig
dan glas. Ga daarom anders te werk
bij het reinigen van de koplamplens.
Om krassen tot een minimum te be-
perken en de lichtopbrengst maxi-
maal te houden, mogen de koplamp-
lenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder
vuil met een milde zeepoplossing en
spoel goed na.
Gebruik nooit schurende reinigings-
middelen, oplosmiddelen, staalwol of
andere bijtende stoffen om de lenzen
te reinigen.
Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met
een normale glasreiniger te worden
gereinigd. Gebruik nooit schurende
reinigingsmiddelen. Wees voorzichtig
bij het schoonmaken van de binnen-
kant van de achterruit als deze voor-
zien is van een elektrische ontdooi-
inrichting. Gebruik geen schrapers of
andere scherpe voorwerpen die de ele-
menten kunnen beschadigen.
334