Lancia Thema 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Thema, Model: Lancia Thema 2014Pages: 380, PDF Size: 3.73 MB
Page 301 of 380

TIREFIT-SET(voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Klein gaatjes (tot 6 mm) in het loop-
vlak van de band kunnen worden ge-
dicht met TIREFIT. Voorwerpen, zo-
als als spijkers en schroeven, mogen
niet uit de band worden verwijderd.
TIREFIT kan worden gebruikt bij
buitentemperaturen tot ongeveer -20
°C.
Deze set zorgt voor een tijdelijke af-
dichting, waardoor u nog maximaal
160 km kunt rijden met een maxi-
mumsnelheid van 88 km/u.
TIREFIT-OPBERGVAK
Het TIREFIT-pakket bevindt zich in
de bagageruimte.
ONDERDELEN EN
GEBRUIK VAN DE
TIREFIT-SET
1. Fles met afdichtingsmiddel
2. Knop voor leeglaten
3. Drukmeter
4. Aan/uit-toets
5. Functieregelknop
6. Afdichtingsslang (doorzichtig)
7. Luchtpompslang (zwart)
8. StekkerGebruik van de functieregelknop
en slangen
Uw TIREFIT-set is voorzien van de
volgende symbolen, die de lucht- en
afdichtfunctie aangeven.
Luchtfunctie selecteren
Draai de functieregelknop
(5) naar de stand voor al-
leen luchtpompbediening.
Gebruik de zwarte lucht-
pompslang (7) wanneer u deze func-
tie selecteert.
De afdichtfunctie kiezen
Draai de functiere-
gelknop (5) naar
deze stand om het
afdichtingsmiddel
TIREFIT in te
spuiten en de band
op te pompen. Ge-
bruik de afdichtingsslang (doorzich-
tige slang) (6) wanneer u deze functie
kiest.
Plaats van TIREFIT
295
Page 302 of 380

Gebruik van de aan/uit-knopDruk eenmaal op de aan/
uit-knop (4) om de
TIREFIT-set in te schake-
len. Druk nogmaals op de
aan/uit-knop (4) om de TIREFIT-set
uit te schakelen.
Gebruik van de knop voor leeglaten
Druk op de knop voor leeg-
laten (2) om de luchtdruk
in de band te verlagen wan-
neer de bandenspanning te
hoog is.
VOORZORGSMAATREGELEN
VOOR GEBRUIK VAN
TIREFIT
Gebruik van het afdichtingsmiddel TIREFIT kan ertoe leiden, dat het
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS) niet meer werkt. Het wordt
aanbevolen dat u uw voertuig naar
een erkende dealer brengt om de
werking van de sensor te laten con-
troleren. Vervang de TIREFIT-fles met af-
dichtingsmiddel (1) en de afdich-
tingsslang (6) voordat de houd-
baarheidsdatum (vermeld op het
etiket van de fles) is verstreken, om
er zeker van te zijn dat het systeem
optimaal werkt. Lees paragraaf
(F), "Fles met afdichtingsmiddel en
slang vervangen", in het hoofdstuk
"Een band repareren met
TIREFIT".
De fles met afdichtingsmiddel (1) en de afdichtingsslang (6) zijn be-
doeld voor eenmalig gebruik. Na
gebruik moeten deze onderdelen al-
tijd onmiddellijk worden vervan-
gen door een erkende dealer.
Als het afdichtingsmiddel van TI- REFIT vloeibaar is, kan het met
schoon water en een vochtige doek
van de lak of de band- en wielon-
derdelen worden afgeveegd. Als het
afdichtingsmiddel droog is, kan het
makkelijk worden verwijderd en op
de juiste wijze worden afgevoerd. Voor de beste prestaties dient u er-
voor te zorgen dat het ventiel op het
wiel schoon is voordat u de
TIREFIT-set aansluit.
U kunt de luchtpomp van TIREFIT gebruiken om fietsbanden op te
pompen. De set bevat tevens twee
naalden, die zich in de opberg-
ruimte voor toebehoren (aan de on-
derkant van de luchtpomp) bevin-
den, waarmee u ballen,
luchtbedden of andere opblaasbare
voorwerpen kunt oppompen. Ge-
bruik uitsluitend de zwarte lucht-
pompslang (7) en zorg ervoor dat
de functieregelknop (5) op de
luchtmodus is afgesteld als zulke
voorwerpen worden opgepompt om
te voorkomen dat ze worden inge-
spoten met afdichtingsmiddel. Het
TIREFIT-afdichtingsmiddel is uit-
sluitend bedoeld voor het afdichten
van gaatjes met een kleinere diame-
ter dan 6 mm in het loopvlak van
een band.
296
Page 303 of 380

U mag de TIREFIT-set niet aan deslangen optillen of dragen.
WAARSCHUWING!
Probeer geen band af te dichtenaan de zijde van de auto waar
ander verkeer langs rijdt. Ga ver
genoeg van de weg af staan om
ongelukken te voorkomen bij ge-
bruik van de TIREFIT-set.
Onder de volgende omstandighe- den mag u TIREFIT niet gebrui-
ken of met de auto rijden:– Als het gat in het loopvlak van de band ongeveer 6 mm of gro-
ter is.
– Als de wang van de band be- schadigd is.
– Als de band is beschadigd door rijden met zeer lage banden-
spanning.
– Als de band is beschadigd door rijden met een lekke band.
– Als het wiel beschadigd is.
–
Als u niet zeker weet in welke
staat de band of het wiel ver-
keert.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Houd TIREFIT uit de buurt van open vuur en warmtebronnen.
Een losse TIREFIT-set kan bij een noodstop of ongeval naar vo-
ren schieten en zo de inzittenden
ernstig letsel toebrengen. Berg de
TIREFIT-set altijd op de daar-
voor voorziene plaats op. Als geen
gehoor wordt gegeven aan deze
waarschuwingen, kan dit ernstig
of dodelijk letsel tot gevolg heb-
ben voor u, uw passagiers en an-
deren in uw omgeving.
Voorkom dat TIREFIT in contact komt met uw haar, ogen of kle-
ding. TIREFIT is schadelijk bij
inademen, inslikken en huidcon-
tact. Het veroorzaakt irritatie van
de huid, ogen en luchtwegen.
Spoel onmiddellijk met veel water
na eventuele aanraking met de
ogen of de huid. Trek zo snel mo-
gelijk andere kleding aan wan-
neer TIREFIT in aanraking is ge-
komen met de kleding.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
De afdichtingsoplossing van TI-REFIT bevat latexrubber. Raad-
pleeg bij een allergische reactie of
huiduitslag onmiddellijk een arts.
Houd TIREFIT buiten het bereik
van kinderen. Bij inslikken de
mond met veel water uitspoelen
en veel water drinken. Braken
niet opwekken! Direct een arts
raadplegen.
Gebruik de handschoenen in de opbergruimte voor toebehoren
(aan de onderkant van de lucht-
pomp) voor het bedienen van de
TIREFIT-set.
EEN BAND REPAREREN
MET TIREFIT
(A) Wanneer u stopt om TIREFIT
te gebruiken:
1. Parkeer de auto op een veilige
plaats en schakel de waarschuwings-
knipperlichten in.
2. Zorg dat het ventiel (op het wiel
van de lekke band) zich vlakbij de
grond bevindt. In die stand reiken de
297
Page 304 of 380

TIREFIT-slangen (6) en (7) tot het
ventiel en kan de TIREFIT-set recht
op de grond staan. Hierdoor bevindt
de set zich in de beste positie voor het
inspuiten van het afdichtingsmiddel
in de lekke band en het bedienen van
de luchtpomp. Verplaats de auto zo
nodig om het ventiel in die positie te
brengen voordat u begint.
3. Zet de versnellingsbak in de stand
PARK (automatische versnellings-
bak) of in een versnelling (handma-
tige versnellingsbak) en zet het con-
tact uit.
4. Trek de handrem aan.
(B) Voorbereiding op het gebruik
van TIREFIT:
1. Draai de functieregelknop (5)
naar de stand voor de afdichtings-
functie.
2. Rol de afdichtingsslang (6) uit en
verwijder de dop van de fitting aan
het uiteinde van de slang.
3. Zet de TIREFIT-set recht op de
grond, naast de lekke band.4. Verwijder het dopje van het ventiel
en schroef de fitting aan het uiteinde
van de afdichtingsslang (6) op het
ventiel.
5. Maak de stekker (8) los en steek de
stekker in de 12 Volt-aansluiting van
de auto.
OPMERKING: Verwijder geen
voorwerpen (bijvoorbeeld schroe-
ven of spijkers) uit de band.
(C) Afdichtingsmiddel TIREFIT in
de lekke band spuiten:
Start altijd de motor voordat u de
TIREFIT-set inschakelt.
OPMERKING: Bij auto's met
handmatige versnellingsbak moet
de handrem zijn aangetrokken en
de schakelhendel in de stand
NEUTRAL staan.
Nadat op de aan/uit-knop (4) wordt gedrukt, stroomt het afdich-
tingsmiddel (witte vloeistof) van de
fles (1) naar de afdichtingsslang
(6) en in de band. OPMERKING: Het is mogelijk dat
afdichtingsmiddel uit het gaatje in
de band lekt.
Als het afdichtingsmiddel (witte
vloeistof) niet
binnen 0 tot 10 secon-
den door de slang (6) stroomt:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om
de TIREFIT-set uit te schakelen.
Maak de afdichtingsslang (6) los van
het ventiel. Zorg dat het ventiel
schoon is. Sluit de afdichtingsslang
(6) weer aan op het ventiel. Contro-
leer of de functieregelknop (5) in de
stand voor de afdichtingsfunctie staat
en niet in de stand voor de luchtfunc-
tie. Druk op de aan/uit-knop (4) om
de TIREFIT-set in te schakelen.
2. Sluit de stekker (8) aan op een
andere 12 Volt-aansluiting in uw auto
of, indien mogelijk, in een andere
auto. Zorg dat de motor draait voor-
dat u de TIREFIT-set inschakelt.
3. De fles (1) met afdichtingsmiddel
is mogelijk eerder gebruikt en daarom
leeg. Schakel hulp in.
298
Page 305 of 380

OPMERKING: Als de functiere-
gelknop (5) in de stand voor de
luchtfunctie staat en de pomp in
bedrijf is, wordt lucht alleen via de
luchtpompslang (7) gedoseerd,
niet via de afdichtingsslang (6).
Als er afdichtingsmiddel (witte
vloeistof) doorde afdichtingsslang
(6) stroomt:
1. Laat de pomp werken totdat er
geen afdichtingsmiddel meer door de
slang stroomt (dit duurt meestal 30
tot 70 seconden). Terwijl het afdich-
tingsmiddel door de afdichtingsslang
(6) stroomt, kan de drukmeter (3) een
waarde tot 5 bar aangeven. De
waarde van de drukmeter (3) neemt
snel af van ongeveer 5 bar tot de wer-
kelijke bandenspanning wanneer de
fles met afdichtingsmiddel (1) leeg is.
2.
Als de fles met afdichtingsmiddel
(1) leeg is, begint de pomp onmiddellijk
met het inspuiten van lucht in de band.
Laat de pomp werken en vul de band
totdat de bandenspanning is bereikt die
op de sticker op de B-stijl aan de be-
stuurderszijde is vermeld (aanbevolen bandenspanning). Controleer de ban-
denspanning op de drukmeter (3).
Als de band niet binnen 15 minu-
ten wordt gevuld tot een druk van
ten minste 1,8 bar:
De schade aan de band is te groot.
Probeer niet door te rijden. Schakel
hulp in.
OPMERKING: Druk, als de band
een te hoge spanning heeft, op de
knop Deflation (leeglopen) om de
bandenspanning te verminderen
tot de voorgeschreven banden-
spanning voordat u verder gaat.
Als de band binnen 15 minuten is
gevuld tot de aanbevolen banden-
spanning of tot een spanning van
ten minste 1,8 bar:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om
de TIREFIT-set uit te schakelen.
2. Verwijder de sticker met de snel-
heidslimiet van de bovenkant van de
fles met afdichtingsmiddel (1) en
breng de sticker aan op het instru-
mentenpaneel. 3. Maak de afdichtingsslang (6) on-
middellijk los van het ventiel, breng
de dop weer aan op de fitting aan het
uiteinde van de slang, en berg de
TIREFIT-set op de daarvoor be-
stemde plaats in de auto op. Ga snel
door naar (D) "Rijden met de auto".
LET OP!
De metalen fitting van de stekker
(8) kan na gebruik heet zijn en
moet daarom voorzichtig worden
gehanteerd.
Als u de dop niet op de fitting aan het uiteinde van de afdichtings-
slang (6) aanbrengt, kan afdich-
tingsmiddel in aanraking komen
met uw huid, kleiding en het in-
terieur van de auto. Ook kan dan
afdichtingsmiddel in contact ko-
men met interne onderdelen van
de TIREFIT-set, waardoor de set
onherstelbaar beschadigd kan ra-
ken.
299
Page 306 of 380

(D) Rijden met de auto:
Rijd onmiddellijk na het inspuiten
van het afdichtingsmiddel en het vul-
len van de band ongeveer 8 km of 10
minuten om ervoor te zorgen dat het
TIREFIT-afdichtingsmiddel goed in
de band wordt verdeeld. Rijd niet
sneller dan 88 km/u.
WAARSCHUWING!
Met TIREFIT kunt u een lekke
band niet permanent repareren.
Laat de band controleren, repare-
ren of vervangen na gebruik van
TIREFIT. Rijd niet sneller dan
88 km/u totdat de band is gerepa-
reerd of vervangen. Als geen gehoor
wordt gegeven aan deze waarschu-
wing, kan dit ernstig of dodelijk
letsel tot gevolg hebben voor u, uw
passagiers en anderen in uw omge-
ving.
(E) Na het rijden:
Parkeer op een veilige plaats. Lees
eerst "Wanneer u stopt om TIREFIT
te gebruiken" voordat u verder gaat. 1. Draai de functieregelknop (5) in
de stand voor de luchtfunctie.
2. Maak de stekker los en steek de
stekker in de 12 Volt-aansluiting van
de auto.
3. Maak de luchtpompslang (7)
(zwart) los en schroef de fitting aan
het uiteinde van de slang (7) op het
ventiel.
4. Controleer de bandenspanning op
de drukmeter (3).
Als de bandenspanning lager is
dan 1,3 bar, is de schade aan de band
te groot. Probeer niet door te rijden.
Schakel hulp in.
Als de bandenspanning 1,3 bar of
meer bedraagt:
1. Druk op de aan/uit-knop (4) om
TIREFIT in te schakelen en vul de
band totdat de bandenspanning is be-
reikt die op de band en op de band- en
beladingsinformatiesticker in de por-
tieropening aan de bestuurderszijde is
vermeld.
OPMERKING: Druk, als de
band een te hoge spanning heeft,
op de knop Deflation (leeglopen)
om de bandenspanning te vermin-
deren tot de voorgeschreven ban-
denspanning voordat u verder
gaat.
2. Koppel de TIREFIT-set los van het
ventiel, breng de dop weer aan op het
ventiel en verwijder de stekker uit de
12 Volt-aansluiting.
3. Berg de TIREFIT-set op de daar-
voor bestemde plaats in de auto op.
4. Laat de band bij de eerste gelegen-
heid repareren of vervangen door een
erkende dealer of een bandenservice-
bedrijf.
5. Laat de fles met afdichtingsmiddel
(1) en de afdichtingsslang (6) zo snel
mogelijk vervangen door uw erkende
dealer. Raadpleeg paragraaf (F),
"Fles met afdichtingsmiddel en slang
vervangen".
300
Page 307 of 380

OPMERKING: Als u de band laat
repareren, laat de erkende dealer
of het bandenservicebedrijf dan
weten dat de band is afgedicht met
de TIREFIT-set.
(F) Fles met afdichtingsmiddel en
slang vervangen:
1. Maak de afdichtingsslang (6)
(doorzichtig) los.
2. Zoek de ronde knop voor het los-
maken van de fles in het verzonken
gedeelte onder de fles.
3. Druk op de knop voor het losma-
ken van de fles met afdichtingsmid-
del. De fles met afdichtingsmiddel (1)
springt omhoog. Verwijder de fles en
voer deze volgens de voorschriften af.
4. Verwijder eventuele resten van het
afdichtingsmiddel van de TIREFIT-
houder.
5.
Breng de nieuwe fles met afdich-
tingsmiddel (1) zo aan in de houder dat
de afdichtingsslang (6) wordt uitgelijnd
met de slangsleuf in de voorzijde van de
behuizing. Druk de fles in de behuizing.
U hoort een klik die aangeeft dat de fles
goed op zijn plaats zit.
6. Controleer of de dop op de fitting
aan het uiteinde van de afdichtings-
slang (6) is aangebracht en berg de
slang op (aan de onderzijde van de
luchtpomp).
7. Berg de TIREFIT-set op de daar-
voor bestemde plaats in de auto op.
STARTEN MET
STARTKABELS
Wanneer de accu van uw auto leeg is,
kan de motor met behulp van een set
startkabels en een accu in een andere
auto, of met een draagbare snellader
weer worden gestart. Bij onjuist ge-
bruik kan het starten met startkabels
gevaarlijk zijn. Houd u daarom zorg-
vuldig aan de hier beschreven proce-
dures.
OPMERKING: Bij gebruik van
een draagbare snellader moeten
instructies en vereiste voorzorgs-
maatregelen van de fabrikant wor-
den uitgevoerd.
LET OP!
Gebruik geen draagbare snellader
of een andere lader met een sys-
teemspanning groter dan 12 volt.
Dit kan schade toebrengen aan de
accu, startmotor, dynamo of het
elektrische systeem.
WAARSCHUWING!
Probeer de auto niet met startka-
bels te starten wanneer de accu be-
vroren is. De accu kan hierdoor
openscheuren of exploderen, met
kans op persoonlijk letsel.
VOORBEREIDING VOOR
HET STARTEN MET
STARTKABELS
De accu bevindt zich onder een afdek-
plaat in de bagageruimte. De externe
accupolen voor het starten met start-
kabels bevinden zich aan de rechter-
kant van het motorcompartiment.
301
Page 308 of 380

OPMERKING: U kunt de externe
accupolen zien als u aan de rech-
terkant van de auto staat en over
het spatbord kijkt.
WAARSCHUWING!
Pas op voor de radiateurventila-tor wanneer de motorkap is ge-
opend. Als het contact is inge-
schakeld, kan deze ventilator op
elk moment gaan draaien. Er be-
staat gevaar voor letsel door
draaiende ventilatorbladen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Verwijder alle metalen sieradenzoals ringen, horloges en armban-
den die onbedoeld elektrisch con-
tact kunnen maken. Dit kan ern-
stig letsel veroorzaken.
Accu's bevatten zwavelzuur dat in uw huid en ogen kan branden
en ze produceren waterstofgas
dat ontvlambaar en explosief is.
Houd open vuur of vonken
daarom altijd uit de buurt van de
accu.
1. Trek de handrem aan, zet de auto-
matische versnellingsbak in de stand
PARK en zet de contactschakelaar in
de stand LOCK.
2. Schakel de verwarming, de radio
en alle overbodige stroomverbruikers
uit.
3. Wanneer u de accu van een ander
voertuig gebruikt voor het starten met
startkabels, parkeer de auto dan zo,
dat accu met de startkabels bereik-
baar is, trek de handrem aan en zorg
ervoor dat de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat beide voertuigen
geen contact kunnen maken. Hier-
door kan een massaverbinding ont-
staan met mogelijk persoonlijk let-
sel als gevolg.
PROCEDURE VOOR HET
STARTEN MET
STARTKABELS
WAARSCHUWING!
Als u deze procedure niet volgt, kan
dit persoonlijk letsel en schade aan
eigendommen tot gevolg hebben
door het exploderen van de accu.
LET OP!
Het niet opvolgen van deze proce-
dure kan leiden tot schade aan het
laadsysteem van het voertuig dat de
starthulp biedt, of van de auto met
de lege accu.
Locaties van externe accupolen
1 — Externe pluspool (+)
2 — Externe minpool (-)
302
Page 309 of 380

1. Sluit het einde van de pluskabel
(+)van de startkabel aan op de ex-
terne pluspool (+)van auto met de
lege accu.
2. Sluit het andere einde van de plus-
kabel (+)aan op de pluspool (+)van
de hulpaccu.
3. Sluit het einde van de minkabel (-)
van de startkabel aan op de minpool
(-) van de hulpaccu.
4. Sluit het andere einde van de min-
kabel (-)aan op de externe minpool
(-) van de auto met de lege accu.
WAARSCHUWING!
Sluit de startkabel niet aan op de
minpool (-)van de lege accu. De
vonk die daardoor ontstaat kan de
accu doen exploderen en persoon-
lijk letsel veroorzaken. Gebruik al-
leen het specifieke aardpunt, ge-
bruik geen andere blootliggende
metalen onderdelen. 5. Start de motor van het voertuig
met de hulpaccu. Laat de motor en-
kele minuten stationair draaien en
start dan de motor van de auto met de
lege accu.
Nadat de motor is gestart moeten de
startkabels in omgekeerde volgorde
worden verwijderd:
6. Koppel de minkabel
(-)van de
startkabel los van de externe minpool
(-) van de auto met de lege accu.
7. Koppel het andere einde van de
minkabel (-)van de startkabel los van
de minpool (-)van de hulpaccu.
8. Koppel de pluskabel (+)van de
startkabel los van de pluspool (+)van
de hulpaccu.
9. Koppel de pluskabel (+)van de
startkabel los van de externe pluspool
(+) van de auto met de lege accu.
Wanneer uw auto vaak met behulp
van hulpstartkabels moet worden ge-
start, dient u de accu en het laadsys-
teem door een erkende dealer te laten
controleren.
LET OP!
Accessoires die op de aansluitcon-
tacten zijn aangesloten, ontvangen
ook voedingsspanning van de accu
in de auto als u ze niet gebruikt
(bijv. mobiele telefoons). Als u de
accessoires te lang aangesloten laat
zonder dat de motor draait, raakt
de accu zo ver ontladen dat de le-
vensduur ervan afneemt en/of de
motor niet meer zal starten.
EEN VASTZITTENDE
AUTO WEER
VRIJKRIJGEN
Wanneer u met de auto vast komt te
zitten in modder of sneeuw, kunt u de
auto meestal door een heen en weer
gaande beweging los krijgen. Draai het
stuur links- en rechtsom om de voor-
wielen vrij te maken. Schakel vervol-
gens tussen DRIVE en REVERSE. Trap
het gaspedaal net voldoende in om de
heen en weer gaande beweging van de
auto op gang te houden, zonder dat de
wielen doorslippen.
303
Page 310 of 380

OPMERKING: Voor voertuigen
met een 8-traps versnellingsbak:
schakelen tussen DRIVE en RE-
VERSE is alleen mogelijk bij wiel-
snelheden van 8 km/u of lager.
Wanneer de transmissie langer
dan 2 seconden in de stand NEU-
TRAL blijft, moet u het rempedaal
ingetrapt houden om DRIVE of
REVERSE in te schakelen.
LET OP!
Het overmatig laten oplopen van
het toerental van de motor of het
laten doorslippen van de wielen
kan leiden tot oververhitting en be-
schadiging van de versnellingsbak.
Laat de motor ten minste één mi-
nuut stationair draaien met de ver-
snellingsbak in de stand NEU-
TRAL telkens nadat de auto vijf
keer heen en weer is bewogen. Zo
voorkomt u oververhitting en ver-
mindert u het risico op schade aan
de versnellingsbak bij langdurige
pogingen om de auto vrij te krijgen.OPMERKING: Druk voordat u de
auto heen en weer beweegt eerst op
de toets "ESP Off" om het elektro-
nisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP) in de stand "Partial Off"
(Gedeeltelijk uit) te zetten. Raad-
pleeg de paragraaf "Elektronische
remregeling" in het hoofdstuk
"Starten en rijden" voor meer in-
formatie hierover. Als de auto is
losgekomen, drukt u nogmaals op
de toets "ESP Off" om de stand
"ESP On" te herstellen.
LET OP!
Wanneer u een vastzittende auto
heen en weer beweegt door snel te
schakelen tussen DRIVE en RE-
VERSE, mogen de wielen nooit
sneller doorslippen dan 24 km/u,
omdat anders schade kan ont-
staan aan de aandrijflijn.
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Het overmatig laten oplopen van
het toerental van de motor of het te
snel laten doorslippen van de wie-
len kan leiden tot oververhitting en
beschadiging van de versnellings-
bak. Ook kunnen de banden be-
schadigd raken. Laat de wielen
niet met meer dan 48 km/u door-
slippen in een versnelling (zonder
schakelen).
WAARSCHUWING!
Het laten doorslippen van de wielen
is gevaarlijk. De krachten die vrijko-
men bij te hoge wielsnelheden kun-
nen de banden en assen, zelfs onher-
stelbaar, beschadigen. Er kan een
band exploderen, waardoor iemand
gewond kan raken. Laat de wielen
van uw auto niet met een hogere
snelheid dan 48 km/u of langer dan
30 seconden continu doorslippen.
Zorg er ook voor dat er geen perso-
nen aanwezig zijn in de nabijheid
van een doorslippend wiel, ongeacht
de snelheid waarmee het wiel rond-
draait.
304