Lancia Thesis 2004 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2004, Model line: Thesis, Model: Lancia Thesis 2004Pages: 382, PDF Size: 4.74 MB
Page 241 of 382

KOPLAMPEN
KOPLAMPEN MET
DIMLICHT/GROOTLICHT MET
GASONTLADINGSLAMPEN (BI-
XENON) EN DYNAMISCHE
KOPLAMPVERSTELLING Bij dit type koplampen, met de
naam Bi-Xenon, wordt voor het
dimlicht en het grootlicht gebruik
gemaakt van een lamp met een bol
die xenongas bevat.
Dit type koplampen heeft de vol-
gende eigenschappen:
– betere lichtopbrengst
– grotere reikwijdte en betere
afstelling lichtbundel
– minder verbruik tijdens de wer-
king
– langere levensduur van de lamp. Iedere koplamp is voorzien van een
regeleenheid voor het regelen van de
voedingsspanning. Vanwege de ster-
ke lichtopbrengst wordt de afstelling
van de bi-xenon koplampen door
een dynamisch controlesysteem
geregeld.
Dit systeem wordt bediend door
een elektronische regeleenheid die
op twee niveaus werkzaam is:
– constante aanpassing van de
stand van de koplampen als de
lading wijzigt
– dynamische handhaving van de
koplampafstelling om het duiken
van de auto tijdens het rijden te
compenseren.
Werking
Het licht wordt op de weg geprojec-
teerd via een bolle glazen lens met een
groot oppervlak (diameter van 70
mm). Een afscherming, die omhoog of
omlaag komt, zorgt ervoor dat de licht-
verdeling verschillend is voor het dim-
licht en het grootlicht. De afscherming
wordt elektrisch bediend en de mecha-
nische verplaatsing van de afscherming
wordt direct tijdens de omschakeling
van de verlichting uitgevoerd.
De xenonlamp bestaat uit een bol
met xenongas onder lage druk en
twee elektroden.
Voor het uitzenden van licht moet
er een spanningsboog tussen de twee
elektroden tot stand worden
gebracht.
Iedere koplamp is voorzien van een
regeleenheid die het volgende regelt:
– de spanning/stroomsterkte tij-
dens de normale werking
– het opwekken van de spannings-
boog tussen de elektroden voor de
verdamping van de zouten tijdens
het inschakelen.
237
Page 242 of 382

238
Dynamische automatische rege-
laar voor de koplampafstellingVanwege de sterke lichtopbrengst
wordt de afstelling van de bi-xenon
koplampen door een dynamisch
controlesysteem geregeld.
Dit systeem wordt bediend door
een elektronische regeleenheid die
de actuatoren bedient die op iedere
koplamp gemonteerd zijn. Het com-
mando voor de actuatoren is afhan-
kelijk van de verwerking van de sig-
nalen die afkomstig zijn van twee
rijhoogtesensoren.
De voordelen van dit dynamische
systeem voor automatische koplamp-
afstelling zijn:
– verhindert het verblinden van
tegenliggers
– stabiliseert het verlichte gebied
voor een betere actieve veiligheid. Regeleenheid koplampafstelling
De regeleenheid berekent de stand
van de auto en vergelijkt die met de
signalen die afkomstig zijn van de
rijhoogtesensoren.
Een “correctie”-signaal wordt naar
de actuatoren gezonden om de licht-
bundel aan te passen aan de bere-
kende hoogte.
Om te voorkomen dat de lichtbun-
del van het dimlicht te veel heen en
weer schommelt op bepaalde wegge-
deeltes (klinkerbestrating, onverhar-
de wegen, enz.) of vanwege abrupte
bewegingen van de auto veroorzaakt
door de bestuurder (bruuske bedie-
ning van de koppeling, schakelen,
enz.), beperkt de regeleenheid het
aantal correcties dat op de lichtunit
moet worden uitgevoerd. STORINGSMELDINGEN
Als er een storing is in één of meer-
dere componenten van het systeem,
gaat het symbool 6op het multi-
functionele display branden en ver-
schijnt het bericht “DEFECT IN
KOPLAMPAFSTELLING”.
BELANGRIJK Wendt u bij een
storing tot de Lancia-dealer.
Bij een storing in één of meerdere
componenten of bij een verminde-
ring van voedingsspanning, werkt
het systeem op de volgende wijze:
– sensor voor defect: de afstelling
wordt berekend door de afgelezen
spanningswaarde van de defecte
sensor te vervangen door een vaste
opgeslagen waarde
– sensor achter defect: het systeem
schakelt over naar een veiligheids-
stand en houdt de koplampen in een
vaste stand, waarbij de lichtbundel
maximaal naar beneden schijnt.
Page 243 of 382

239
– actuatoren niet aangesloten: als
het commandosignaal ontbreekt,
worden de actuatoren in een stand
gezet waarbij de lichtbundel maxi-
maal naar beneden is gericht
– storing in regeleenheid: afhanke-
lijk van het type storing, kan bij een
storing het systeem in de huidige
stand blijven of zich in de stand zet-
ten waarbij de lichtbundel maximaal
naar beneden is gericht
– vermindering van de spanning:
als de spanning onder 9 volt zakt,
blijft het systeem in de stand staan
waarin het stond op het moment van
de storing. KOPLAMPEN AFSTELLEN
VOOR VERKEER
LINKS/RECHTS
De koplampen van de auto zijn
voorzien van bi-xenonlampen met
een hoge lichtopbrengst, waardoor,
als u van een land waar rechts wordt
gereden naar een land gaat waar
links wordt gereden of omgekeerd,
de afstelling van de dimlichten moet
worden veranderd.
Deze procedure is noodzakelijk om
verblinding van de tegenliggers te
voorkomen en voor een optimale
verlichting van de zijkant van de
weg. Wendt u voor het afstel-
len tot de Lancia-dealer.
Als u terugkeert naar het
land van origine, vergeet
dan niet de dimlichten
opnieuw te laten afstellen.
Page 244 of 382

240
EOBD-systeem
(benzine-uitvoeringen)
Het op de auto gemonteerde
EOBD-systeem (European On Board
Diagnosis) is conform de
2001/1/EU-richtlijnen niveau B
(EURO 3 + D4) voor motoruitvoe-
ring 2.4 en de 2001/1/EU-richtlij-
nen niveau B (EURO 4) voor de
motoruitvoeringen 2.0 TB en 3.0V6
AUT.
Met dit systeem kan een doorlopen-
de diagnose worden uitgevoerd van
die componenten op de auto die van
invloed zijn op de emissie; boven-
dien attendeert het systeem de
bestuurder door het branden van het
lampje Uop het instrumentenpa-
neel met daarbij het bericht
“DEFECT IN MOTORCONTROLE-
SYSTEEM” op de veroudering van
de betreffende componenten. Het doel hiervan is:
– de werking van het systeem con-
troleren;
– signaleren wanneer door een sto-
ring de emissies boven de wettelijk
vastgestelde drempelwaarde uitko-
men;
– signaleren wanneer het noodza-
kelijk is defecte componenten te ver-
vangen.
Het systeem beschikt verder nog
over een diagnosestekker die, als
deze verbonden is met speciale
apparatuur, het mogelijk maakt, de
door de regeleenheid opgeslagen sto-
ringscodes en de specifieke parame-
ters voor de diagnose en werking van
de motor, te lezen. Deze controle kan
ook worden uitgevoerd door de ver-
keerspolitie. Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje Uop het instru-
mentenpaneel gaat niet branden
of het gaat branden of knipperen
tijdens het rijden met daarbij het
bericht “DEFECT IN MOTORRE-
GELSYSTEEM”, wendt u dan zo
snel mogelijk tot de Lancia-
dealer. De werking van het lamp-
je U kan met speciale appara-
tuur door de verkeerspolitie
gecontroleerd worden. Houdt u
aan de wetgeving van het land
waarin u rijdt.
BELANGRIJK Na het verhelpen
van de storing moet de Lancia-
dealer voor een complete controle
van het systeem, tests uitvoeren op
een testbank en, zonodig, een proefrit
maken die eventueel een langere af-
stand kan omvatten.
Page 245 of 382

241
ABS
ALGEMENE INFORMATIEHet ABS (Antilock-Blocking Sys-
tem) voorkomt dat tijdens het rem-
men de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pe-
daaldruk, en verhindert daarmee het
doorslippen van één of meerdere wie-
len. Hierdoor blijft de auto bestuur-
baar en stabiel en wordt de remweg
aanzienlijk verkort.
Tijdens het remmen kan het name-
lijk voorkomen dat één van de wielen
blokkeert. Dit kan veroorzaakt wor-
den door een verschil in grip (door
water, ijzel, sneeuw, enz.) of door het
dynamische gedrag van de auto. In dit
geval wordt noch een goede decelera-
tie, noch het handhaven van de rij-
richting, noch de mogelijkheid tot stu-
ren, gegarandeerd. In dat geval grijpt
het ABS in door de hydraulische druk
alleen bij de remtang van het geblok-
keerde wiel weg te nemen en, zodra
het wiel weer begint te draaien, het
opnieuw af te remmen. Hierdoor
wordt een goede werking van het
remsysteem gegarandeerd en blijft de
auto goed bestuurbaar. ELEKTRONISCHE
REMDRUKVERDELING EBD
De auto is uitgerust met een elektro-
nische remdrukverdeling EBD (Elec-
tronic Brakeforce Distribution). Het
systeem zorgt door middel van de re-
geleenheid en de sensoren van het
ABS voor een optimale verdeling van
de remdruk tussen de voor- en ach-
terwielen. Hierdoor wordt voorkomen
dat, in de ernstigste gevallen, de auto
gaat slippen.
WERKING ABS
De centrale regeleenheid ontvangt en
verwerkt de informatie van het rem-
pedaal en van de 4 sensoren die bij de
wielen zijn geplaatst en geeft de elek-
tro-hydraulische unit de opdracht de
remdruk op de remcilinders te ver-
minderen, constant te houden of te
verhogen. Zo wordt het blokkeren van
de wielen voorkomen.
De belangrijkste componenten van
het ABS zijn:
- een elektronische regeleenheid die
de signalen van de sensoren verwerkt
en de best mogelijke regeling uitvoert
door de inspuitventielen te bedienen Een storing in het ABS
wordt bij draaiende motor
aangegeven door het gaan
branden van het waarschuwings-
lampje >op het multifunctionele
display met daarbij het bericht
“DEFECT IN ABS”: In dat geval
werkt het conventionele remsys-
teem op de normale manier, ter-
wijl geen gebruik wordt gemaakt
van het antiblokkeersysteem. On-
der deze omstandigheden kan ook
de werking van het EBD-systeem
verminderen. Rijd zeer voorzich-
tig naar de dichtstbijzijnde Lan-
cia-dealer om het systeem te laten
controleren.
- vier sensoren die de draaisnelheid
van elk wiel meten
- een pomp om de druk van de rem-
vloeistof te herstellen.
BELANGRIJK Tijdens het remmen
kunnen lichte trillingen in het rempe-
daal worden gevoeld. Dit betekent dat
het ABS in werking is getreden.
Page 246 of 382

242
De auto is uitgerust met
een elektronische rem-
drukverdeling (EBD). Als
bij een draaiende motor de waar-
schuwingslampjes xen > gelijk-
tijdig gaan branden op het multi-
functionele display met en het be-
richt “DEFECT IN EBD” ver-
schijnt, dan is er een storing in het
EBD-systeem. In dat geval kunnen
bij hard remmen de achterwielen
vroegtijdig blokkeren waardoor de
auto kan gaan slippen. Rijd zeer
voorzichtig naar de dichtstbij-
zijnde Lancia-dealer om het sys-
teem te laten controleren. Als bij een draaiende mo-
tor alleen het waarschu-
wingslampje xvoor te
laag remvloeistofniveau gaat bran-
den met daarbij het bericht “TE
LAAG REMVLOEISTOFPEIL”,
stop dan onmiddellijk en raad-
pleeg een Lancia-dealer. Als er
vloeistof lekt uit het hydraulische
systeem, wordt de werking van zo-
wel het conventionele remsysteem
als het ABS in gevaar gebracht.
De prestaties van het sys-
teem vergroten in principe
de actieve veiligheid, maar
mogen de bestuurder er niet toe
verleiden onnodige en onverant-
woorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast
aan het wegdek, het zicht en het
verkeer. Als u te sterk op de motor
afremt (lage versnellingen
bij weinig grip) kunnen, de
aangedreven wielen doorslippen.
Het ABS werkt niet bij deze vorm
van slippen.
De maximale remvertra-
ging blijft uiteraard altijd
afhankelijk van de grip
van de banden op het wegdek. Bij
sneeuw of ijs is de grip vanzelf-
sprekend veel minder, waardoor
de remweg, ook met ABS, aanzien-
lijk langer zal zijn.
Page 247 of 382

243
AUTORADIO
De auto is uitgerust met een com-
pleet audiosysteem. Het systeem be-
staat uit:
– een RDS-TMC radio geïntegreerd
in het CONNECT-systeem
– een CD-speler voor audio- CD’s en
navigatie-CD-ROM’s A(fig. 206) op
het dashboard
– een audio-cassettespeler Bop het
dashboard – een CD-wisselaar
C(fig. 207) in
het dashboardkastje (indien aanwezig)
– een BOSE hifi-audiosysteem (in-
dien aanwezig).
De instructies voor het gebruik van
de radio, CD-speler en CD-wisselaar
zijn beschreven in het supplement van
het CONNECT dat bij de auto gele-
verd wordt. LUIDSPREKERS
Luidsprekers voor (fig. 208)
De luidsprekers A
bevinden zich in
de voorportieren.
fig. 206
L0A0210b
fig. 207
L0A0217b
fig. 208
L0A0215b
Page 248 of 382

244
fig. 211
L0A286b
Luidsprekers achter (fig. 209)
De luidsprekers Bbevinden zich in
de achterportieren. Luidsprekers op de hoedenplank
(fig. 210)
De auto is ook voorzien van
luidsprekers C
aan beide uiteinden
van de hoedenplank. BOSE HIFI-AUDIOSYSTEEM
Het hifi-audiosysteem bestaat uit:
– twee woofer luidsprekers (diame-
ter 168 mm) met hoog uitgangsver-
mogen, gemonteerd in de voorportie-
ren
– twee coaxiaal geplaatste tweeter
luidsprekers (diameter 50 mm) inge-
bouwd in de woofer luidsprekers op
de voorportieren
– twee midrange luidsprekers (dia-
meter 160 mm) met hoog uitgangs-
vermogen en breed bereik, gemon-
teerd in de achterportieren
– twee subwoofer luidsprekers (dia-
meter 230 mm) met hoog uitgangs-
vermogen, ingebouwd in de hoeden-
plank
fig. 209
L0A213b
fig. 210
L0A211b
Page 249 of 382

245
– luidspreker A(fig. 211) aan de
bovenzijde in het midden van het
dashboard – een hifi-versterker met hoog uit-
gangsvermogen met 5 kanalen, 4 van
25 W en 1 van 100 W, in klasse D
met analoge fase-/amplitude-equali-
zer in het vak rechts in de bagage-
ruimte A(fig. 212).
Totaal muziekvermogen 300 W.
Het hifi-systeem is speciaal voor de
THESIS ontwikkeld om de beste
akoestische prestaties te leveren en
een muziekconcert zo levensecht mo-
gelijk te laten klinken op iedere plaats
in het interieur. Een van de belangrijkste kenmerken
van het systeem is de kristalheldere
weergave van de hoge tonen en de
volle en rijke bassen. Bovendien wor-
den de klanken in het gehele interieur
weergegeven, waardoor de inzittenden
het gevoel van ruimtelijkheid krijgen
zoals bij het beluisteren van levende
muziek.
De componenten van het systeem
zijn onder licentie gefabriceerd en
ontwikkeld met de meest geavan-
ceerde technologie. De bediening van
de autoradio is echter eenvoudig zo-
dat ook minder ervaren mensen het
systeem op de beste manier kunnen
gebruiken.
fig. 212
L0A209b
Page 250 of 382

246
MOTOR
STARTEN
BELANGRIJKDe auto is uitgerust
met een elektronische startblokke-
ring. Zie bij startproblemen “Lancia
CODE”.
Het is raadzaam om
gedurende de eerste
gebruiksperiode geen
maximale prestaties van uw auto
te verlangen (bijv. krachtig acce-
lereren, langdurig rijden met
hoge toerentallen en bruusk rem-
men). Het is zeer gevaarlijk om
de motor in een afgesloten
ruimte te laten draaien.
De motor verbruikt zuurstof en
produceert koolmonoxide dat
zeer giftig is en dodelijk kan zijn.
Het contactslot is voorzien van een
herstartbeveiliging. Als de motor bij
de eerste poging niet aanslaat, moet
u de sleutel terugdraaien in stand
STOP en nogmaals starten.
Het start-/contactslot is voorzien
van een beveiligingsmechanisme,
waardoor het slot niet van stand
MAR in AVV kan worden gezet bij
een draaiende motor. Laat de contactsleutel
niet in stand MAR staan
als de motor stilstaat,
zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.
GEBRUIK VAN DE AUTO EN PRAKTISCHE TIPS