Lancia Ypsilon 2014 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: LANCIA, Model Year: 2014, Model line: Ypsilon, Model: Lancia Ypsilon 2014Pages: 307, PDF Size: 13.3 MB
Page 141 of 307

MONTAGE UNIVERSEEL ISOFIX
KINDERZITJE
Bevestig het kinderzitje met de daarvoor bestemde
onderste metalen beugels A fig. 106 tussen de
rugleuning en de zitting van de achterbank.
Bevestig de bovenste riem (bij het kinderzitje
geleverd) aan de beugel B fig. 107 aan de
achterkant van de rugleuning.
Een Universeel Isofix-kinderzitje kan naast een
conventioneel kinderzitje worden gemonteerd. Bij
Isofix Universeel-kinderzitjes moeten alle zitjes
goedgekeurd zijn volgens de ECE R44/03-richtlijn
“Universeel Isofix".
In het Lancia Lineaccessori-assortiment is een
“Universeel Isofix” “Duo Plus”-kinderzitje en het
speciale "G 0/1 S" zitje beschikbaar. Zie de
betreffende instructieboek voor meer informatie
over de montage en/of het gebruik van het
kinderzitje.
BELANGRIJK
Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is op
de juiste wijze aan de beugels bevestigd als
de vergrendeling hoorbaar vastklikt. De
instructies voor de montage, de demontage
en de plaatsing moeten in elk geval worden
nageleefd. De fabrikant van het kinderzitje
is verplicht deze instructies bij het
kinderzitje te leveren.
fig. 106
L0F0177
fig. 107
L0F0087
137WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 142 of 307

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR GEBRUIK VAN HET ISOFIX UNIVERSEEL
KINDERZITJE
In de onderstaande tabel worden, conform de Europese regelgeving ECE 16, de mogelijkheden
weergegeven van de montage van Universeel Isofix kinderzitjes op de stoelen die zijn uitgerust met
Isofix-beugels.Gewichtsgroep Richting zitje Klasse Isofix bevestiging Inzittende achter
Draagbaar wiegjeTegen rijrichting in F
X
Tegen rijrichting in G
X
Groep 0 tot 10 kg Tegen rijrichting in E
IL (*)
Groep 0+ tot 13 kgTegen rijrichting in E
IL (*)
Tegen rijrichting in D
IL (*)
Tegen rijrichting in C
X
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen rijrichting in D
IL (*)
Tegen rijrichting in C
X
In de rijrichting B
IUF
In de rijrichting BI
IUF
In de rijrichting A
IUF
X: Isofix plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IL (*): Het Isofix kinderzitje kan worden gemonteerd door de stoelstand van de voorstoel te verstellen.
IUF: geschikt voor Isofix kinderzitjes uit de universele klasse (met derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd
moeten worden en die goedgekeurd zijn voor het gebruik voor de specifieke gewichtsgroep
138WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 143 of 307

AIRBAGDe auto is uitgerust met frontairbags voor
bestuurder en passagier, zijairbags voor
bestuurder en passagier voor bescherming van
borst en schouders (voor bepaalde versies/
markten) en hoofdairbags voor het beschermen
van de hoofden van de inzittenden voorin.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags (bestuurder en passagier)
beschermen de inzittenden voorin bij middelzware
en zware frontale botsingen, door de airbag tussen
de inzittende en het stuurwiel of het dashboard
op te blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen bij andere
soorten botsingen (botsingen opzij, achterop,
over de kop slaan enz.), betekent dit niet dat het
systeem slecht functioneert.
De frontairbags (bestuurder en passagier) zijn
geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar
een aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de wet
voorgeschreven is in alle Europese landen en de
meeste landen daarbuiten.
Bij een botsing kunnen degenen die geen
veiligheidsgordel dragen, in contact komen met
een airbag die nog niet volledig opgeblazen is.
Onder deze omstandigheden wordt de inzittende
minder door de airbag beschermd.In de volgende omstandigheden kan het
voorkomen dat de frontairbags niet worden
opgeblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk vervormbare
onderdelen, die niet het front van de auto zijn
(bijv. spatbord tegen de vangrail, etc. )
❒de auto schuift onder andere auto’s of
veiligheidsbarrières (bijvoorbeeld onder
vrachtwagens of vangrails);
in deze situaties bieden ze geen aanvullende
bescherming ten opzichte van de
veiligheidsgordels, zodat hun activering geen zin
heeft. In deze gevallen wijst de uitgebleven
activering dus niet op een storing van het systeem.
BELANGRIJK
Breng geen stickers of andere
voorwerpen op het stuurwiel, op het
dashboard in de zone van de
passagiersairbag, op de zijkant van de
hemelbekleding en op de stoelen aan. Plaats
nooit voorwerpen (bijv. mobiele telefoons)
op het dashboard aan passagierszijde,
omdat deze het correct openen van de
passagiersairbag kunnen hinderen en tevens
de inzittenden ernstig kunnen verwonden.
139WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 144 of 307

Frontairbag aan bestuurderszijde
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar
kussen dat in een speciale ruimte in het midden
van het stuurwiel is geplaatst fig. 108.
BELANGRIJK
Rijd altijd met de handen op de
stuurwielrand zodat de airbag indien
nodig ongehinderd opgeblazen kan worden.
Rijd niet met voorover gebogen lichaam.
Houd de rug goed rechtop tegen de
rugleuning gedrukt.Frontairbag aan passagierszijde
Deze bestaat uit een onmiddellijk opblaasbaar
kussen dat in een speciale ruimte in het dashboard
fig. 109 is opgeborgen: deze airbag heeft een
groter volume dan de bestuurdersairbag.
fig. 108
L0F0072
fig. 109
L0F0073
140WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 145 of 307

BELANGRIJK
ZEER GEVAARLIJK: plaats nooit een
kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel van auto's met een
actieve passagiersairbag. Als bij een
botsing de airbag wordt opgeblazen, kan het
kind hierdoor dodelijke verwondingen
oplopen. Schakel dus altijd de
passagiersairbag uit wanneer een
kinderzitje op de passagiersstoel wordt
geplaatst. Bovendien moet de passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren zijn
geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met
het dashboard. Ook als is het niet wettelijk
verplicht, moet de airbag onmiddellijk weer
ingeschakeld worden zodra geen kinderen
meer vervoerd worden, om een betere
bescherming van de volwassenen te
garanderen.
Uitschakeling van de frontairbag
passagierszijde voor bescherming borst/
bekken (voor bepaalde versies/markten)
Als een kind achterstevoren op de voorstoel
vervoerd moet worden, schakel dan de
passagiersairbag en zijairbags voor bescherming
van borst/schouders uit (voor bepaalde versies/
markten). Bij uitgeschakelde airbags gaat het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel branden.BELANGRIJK Zie voor het uitschakelen van de
airbags de beschrijving in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto", paragraaf
"Menuopties".
ZIJAIRBAGS (Zijairbag - Hoofdairbag)
Zijairbag
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bestaan uit twee soorten kussens die zich in
de rugleuning van de voorstoelen bevinden
fig. 110 en die de borst en schouders van de
inzittenden bij middelzware zijdelingse botsingen
beschermen.
Hoofdairbag
Deze bestaan uit twee gordijnairbags die in de
zijkant van de dakbekleding zijn opgenomen
fig. 111 en zijn afgedekt met
afwerkingselementen. De hoofdairbags bieden
bescherming aan het hoofd van de inzittenden
voorin tijdens een zijdelingse botsing, dankzij het
grote oppervlak dat zij in opgeblazen toestand
beslaan.
Bij lichte botsingen is het opblazen van de
zijairbags niet vereist.
Het systeem biedt de beste bescherming bij een
zijdelingse botsing als de passagier correct op zijn
stoel zit, zodat de hoofdairbag zo goed mogelijk
opgeblazen kan worden.
141WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 146 of 307

BELANGRIJK Hang geen harde voorwerpen aan
de kledinghaken of de steunhandgrepen.BELANGRIJK Steun niet met het hoofd, de armen
of de ellebogen tegen het portier, de ruiten of in
het gebied van de hoofdairbag om mogelijke
verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen.
BELANGRIJK Steek nooit het hoofd, de armen
of ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder
druk (met de hand of in een automatisch
wasapparaat).
De frontairbags en/of zijairbags kunnen
geactiveerd worden bij krachtige stoten aan de
onderzijde van de carrosserie (bijv. heftige botsing
tegen drempels of stoepranden, grote gaten of
verzakkingen in het wegdek etc.).
fig. 110
L0F0203
fig. 111
L0F0226
142WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 147 of 307

Als de airbag geactiveerd wordt, ontsnapt een
kleine hoeveelheid poeder: dit poeder is niet
schadelijk en duidt niet op het begin van een
brand. Dit poeder kan echter de huid en ogen
irriteren: was ze in dit geval met neutrale zeep en
water.
De controle, reparatie en vervanging van de
airbags moeten door het Lancia Servicenetwerk
worden uitgevoerd.
Als de auto wordt gesloopt, moet men het
airbagsysteem onwerkzaam laten maken door het
Lancia Servicenetwerk.
Gordelspanners en airbags worden op
verschillende manieren geactiveerd, afhankelijk
van het type botsing. Als een of meerdere van deze
voorzieningen niet in werking treden, dan duidt
dat niet op een storing in het systeem.
BELANGRIJK
Als bij het draaien van de
contactsleutel naar de stand MAR, het
lampje
niet gaat branden of tijdens het
rijden blijft branden, dan is er mogelijk een
storing in de veiligheidssystemen. In dat
geval kunnen de airbags of gordelspanners
niet geactiveerd worden bij een botsing of, in
een zeer beperkt aantal gevallen, per
ongeluk geactiveerd worden. Laat het
systeem controleren door het Lancia
Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
BELANGRIJK
Voor bepaalde versies/markten gaat
bij een storing van het
waarschuwingslampje, hetwaarschuwingslampje branden en wordt
de explosieve lading van de passagiersairbag
uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Bedek bij auto's met zijairbags de
rugleuning van de voorstoelen niet
met extra hoezen.
BELANGRIJK
Reis niet met voorwerpen op schoot
of voor de borst en houd niets in
de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan ernstig
letsel veroorzaken als de airbag in werking
treedt.
143WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 148 of 307

BELANGRIJK
De vervaldata van de explosieve
lading en de klokveer staan vermeld
op een specifiek etiket in het
dashboardkastje. Neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk om ze te laten
vervangen wanneer de vervaldatum nadert.
BELANGRIJK
Laat bij diefstal of poging tot diefstal,
vandalisme of overstromingen het
airbagsysteem door het Lancia
Servicenetwerk controleren.
BELANGRIJK
Als de contactsleutel in stand MAR
staat of wanneer de motor is uitgezet,
kunnen de airbags ook geactiveerd worden
als de auto door een andere auto wordt
aangereden. Om die reden mogen kinderen
nooit op de voorstoel worden geplaatst,
ook als de auto stilstaat. Als de sleutel echter
in de stand STOP staat, wordt bij een
ongeval geen enkel veiligheidssysteem
(airbag of gordelspanners) geactiveerd. In
dat geval duidt de niet-activering niet op een
storing van het systeem.
BELANGRIJK
Wanneer de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid, gaat het
waarschuwingslampje
(bij actieve
frontairbag aan passagierszijde) enkele
seconden branden, om eraan te herinneren
dat de passagiersairbag bij een botsing
geactiveerd wordt. Hierna moet het lampje
doven.
BELANGRIJK
Het
waarschuwingslampje
knippert om te wijzen op
een
storing van het lampje. In dit geval worden
de explosieve ladingen van de
passagiersairbag gedeactiveerd (voor
bepaalde versies/markten).
144WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 149 of 307

BELANGRIJK
De activeringsdrempel van de airbag
is hoger dan die van de
gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen
deze twee drempelwaarden liggen, treden
alleen de gordelspanners in werking.
BELANGRIJK
De airbag vervangt niet de
veiligheidsgordels, maar verhoogt
hun doeltreffendheid Omdat de frontairbags
niet worden geactiveerd bij frontale
botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de
kop slaan, worden in deze gevallen de
inzittenden uitsluitend door de zijairbags en
de veiligheidsgordels beschermd, die dus
altijd gedragen moeten worden.
145WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 150 of 307

STARTEN EN RIJDEN
DE MOTOR STARTENSTARTPROCEDURE VOOR
BENZINEVERSIES
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en zet de versnellingsbak
in de vrijstand;
❒trap het koppelingspedaal volledig in zonder het
gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze
los zodra de motor start.
Als de motor niet bij de eerste poging start, draai
dan de contactsleutel naar de stand STOP
alvorens de procedure te herhalen.
Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampjeblijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR;
als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer dan met de andere sleutels die bij de auto
zijn geleverd.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand
bij afgezette motor.
146WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEIDSTARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als, met de contactsleutel in de stand MAR, het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampjeblijft branden, draai dan
de sleutel naar STOP en weer terug naar MAR;
als het waarschuwingslampje blijft branden,
probeer dan met de andere sleutels die bij de auto
zijn geleverd.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als de motor nog steeds niet gestart kan worden.
Laat de contactsleutel nooit in de MAR stand
bij afgezette motor. (uitgezonderd 0.9 TwinAir 85 pk)Starten van de motor bij 0.9 TwinAir 85 pk
versies
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan en plaats de
versnellingspook in z'n vrij of trap het
koppelingspedaal volledig in als een andere
versnelling dan de vrijstand is ingeschakeld;
❒draai de contactsleutel naar AVV en laat deze
los zodra de motor start.
OpmerkingAls de motor niet bij de eerste poging
start, draai dan de contactsleutel naar de stand
STOP en herhaal de startprocedure door de
versnellingspook in z'n vrij te plaatsen en het
koppelingspedaal volledig in te drukken.