Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 251 of 624

251
4 4-6. Rijtips
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Rijden met een hybrideauto
◆Gebruik van de ECO-modus
Bij gebruik van de ECO-modus kan het koppel dat correspondeert met de
mate waarin het gaspedaal wordt ingetrapt geleidelijker worden afgegeven
dan onder normale omstandigheden. Bovendien wordt de werking van de air-
conditioning (verwarmen/koelen) geminimaliseerd zodat er minder brand-
stof verbruikt wordt. (Blz. 237)
◆Gebruik van de hybridesysteemindicator
Milieubewust rijden is mogelijk door de naald van de hybridesysteemindica-
tor binnen de Eco-zone te houden. (Blz. 98)
◆Bedienen van de selectiehendel
Zet de selectiehendel in stand D als u moet wachten bij een verkeerslicht of
als u in druk verkeer rijdt. Selecteer stand P wanneer de auto geparkeerd
wordt. Als u stand N gebruikt, is er geen positief effect op het brandstofver-
bruik. In stand N werkt de benzinemotor, maar kan er geen elektriciteit wor-
den opgewekt. Ook bij gebruik van de airconditioning, enz. wordt het
vermogen van het batterijpakket (tractiebatterij) verbruikt.
◆Bedienen van het gaspedaal/rempedaal
●Rijd zo vloeiend mogelijk. Voorkom onnodig snel accelereren en hard
remmen. Wanneer geleidelijk wordt geaccelereerd en gedecelereerd,
worden de voordelen van de elektromotor (tractiemotor) beter benut,
zodat het brandstofverbruik van de benzinemotor lager is.
●Voorkom herhaaldelijk accelereren. Herhaaldelijk accelereren put het bat-
terijpakket (tractiebatterij) uit waardoor er meer brandstof wordt verbruikt.
Het batterijpakket kan worden opgeladen door tijdens het rijden het gas-
pedaal iets te laten opkomen.
◆Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer elektrische energie bewaard blijven tijdens
het decelereren.
Besteed aandacht aan de volgende punten om zuinig en milieuvriendelijk te
rijden:
Page 252 of 624

2524-6. Rijtips
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
◆Files
Herhaaldelijk accelereren en decelereren en ook langdurig wachten bij ver-
keerslichten veroorzaakt een hoog brandstofverbruik. Controleer de ver-
keersberichten en vermijd files zo veel mogelijk. Laat bij het rijden in een file
het rempedaal rustig los zodat de auto zachtjes vooruitrijdt en vermijd over-
matig gebruik van het gaspedaal. Dit helpt het benzineverbruik te beperken.
◆Rijden op de snelweg
Rijd met een constante snelheid. Neem als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden geregenereerd tijdens het decelereren.
◆Airconditioning
Maak alleen gebruik van de airconditioning als dat nodig is. Dit helpt het ben-
zineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge temperaturen de recirculatiemodus. Dit
beperkt de belasting van de airconditioning en vermindert ook het brandstof-
verbruik.
In de winter: De benzinemotor wordt pas automatisch uitgeschakeld als de
benzinemotor en het interieur warm zijn en verbruikt dus brandstof. Het
brandstofverbruik kan worden verminderd door overmatig gebruik van de
verwarming te vermijden.
◆Controleren van bandenspanning
Controleer de bandenspanning regelmatig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog brandstofverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving veroorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een hoger verbruik veroorzaken. Gebruik
banden die geschikt zijn voor het seizoen.
◆Bagage
Zware bagage leidt tot een hoger brandstofverbruik. Neem geen onnodige
bagage mee. Ook een groot imperiaal leidt tot een hoger brandstofverbruik.
Page 253 of 624

2534-6. Rijtips
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
◆Opwarmen voor het rijden
Opwarmen van de motor is niet nodig, omdat de benzinemotor als hij koud is
automatisch start en weer wordt uitgeschakeld. Als vaak korte afstanden wor-
den gereden, warmt de motor herhaaldelijk op en ook dat kan leiden tot een
hoger brandstofverbruik.
Page 254 of 624

2544-6. Rijtips
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleenheid
• Ruitensproeiervloeistof
●Laat de toestand van de 12V-accu controleren door een monteur.
●Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set sneeuwkettin-
gen voor de voorwielen aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn voor de bandenmaat van uw auto.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen uit:
●Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de ruitenwis-
sers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water over het bevroren
gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het water direct weg om te voorko-
men dat het bevriest.
●Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor de voor-
ruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de aanjager van het
airconditioningsysteem.
●Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de verlichting aan
de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de banden of op de remmen,
en verwijder deze indien dat het geval is.
●Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen voordat u
in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbereidingen en
voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag altijd aan de actuele weers-
omstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden
Page 255 of 624

2554-6. Rijtips
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd afstand tot uw voorganger en pas de snel-
heid aan aan de conditie van de weg.
Parkeer de auto, zet de selectiehendel in stand P en zorg dat een van de wielen
wordt geblokkeerd, maar activeer de parkeerrem niet. De parkeerrem kan vast-
vriezen en bij het deactiveren niet vrij komen.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen. De maat van de sneeuwkettingen is
afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting:
diameter 3 mm
Dwarsketting:
diameter 4 mm
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen verschilt per
land en per soort weg. Stel u op de hoogte van deze voorschriften alvorens
sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwijderen van
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1,0 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Kiezen van sneeuwkettingen
1
2
Wetgeving met betrekking tot gebruik van sneeuwkettingen
Page 256 of 624

2564-6. Rijtips
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidslimiet die geldt
voor de gebruikte winterbanden.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte sneeuwket-
tingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snelheid de laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u zeker weet dat
de auto bestuurbaar blijft.
■Bij het parkeren
Blokkeer bij het parkeren van de auto de wielen zonder de parkeerrem te gebruiken.
Als u de wielen niet blokkeert, kan de auto onverwachts in beweging komen, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden (auto's met waarschuwingssysteem ban-
denspanning)
Laat winterbanden repareren of vervangen door een erkende Lexus-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de werking
van de bandenspanningssensoren en zenders.
■Sneeuwkettingen monteren (auto's met waarschuwingssysteem bandenspanning)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, kan het gebeuren dat bandenspanningssen-
soren en -zenders niet goed functioneren.
Page 257 of 624

2574-6. Rijtips
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Page 258 of 624

258
CT200h_OM_OM76135E_(EE)5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen.............. 260
Gebruik van de audiotoetsen
op het stuurwiel ...........................262
AUX-aansluiting/
USB-aansluiting.......................... 263
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van
het audiosysteem ....................... 265
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio............................... 267
5-4. Afspelen van audio-CD's en
discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler ...................270
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op
een iPod .......................................... 277
Afspelen van bestanden op
een USB-geheugen .................. 283
Gebruik van de
AUX-aansluiting......................... 288
5-6. Gebruik van Bluetooth
®
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ...... 289
Gebruik van de toetsen op
het stuurwiel ................................. 294
Voor de eerste keer registreren
van een Bluetooth
®-
audiosysteem ............................... 295
Voor de eerste keer registreren
van een Bluetooth
®-
telefoon .......................................... 296
5-7. Instelmenu
Instellen van een Bluetooth
®
compatibele draagbare
speler................................................297
Instellen Bluetooth
®-
audiosysteem ...............................300
Instellen van een mobiele
telefoon ........................................... 301Beveiliging en
systeemconfiguratie ..................303
Gebruik van het
telefoonboek ................................306
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth®
compatibele draagbare
speler...............................................309
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen..................................................... 311
Ontvangen van een
telefoongesprek........................... 313
Voeren van een
telefoongesprek........................... 314
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®........................................ 315
5-11. Basishandelingen
(Lexus display-audiosysteem)
Lexus display-audiosysteem .......321
Stuurwieltoetsen
audiosysteem ............................... 327
USB/AUX-aansluiting................. 328
5-12. Instellen (Lexus display-
audiosysteem)
Instelmenu ........................................330
Algemene instellingen ................. 331
Spraakinstellingen......................... 334
Display-instellingen ...................... 335
5-13. Gebruik van het audiosysteem
(Lexus display-audiosysteem)
Selecteren van de
audiobron ...................................... 337
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem ...............338
Audio-instellingen......................... 339
Bediening menuscherm
audiosysteem ............................... 342
5-14. Gebruik van de radio (Lexus
display-audiosysteem)
Bediening radio.............................. 345
Page 259 of 624

259
5Audiosysteem
CT200h_OM_OM76135E_(EE)5-15. Afspelen van een audio-CD en
discs met MP3-/WMA-/AAC-
bestanden (Lexus display-
audiosysteem)
Bediening CD-speler .................. 347
5-16. Gebruik van een extern apparaat (Lexus display-audiosysteem)
Afspelen van bestanden op
een iPod ......................................... 353
Gebruik van een USB-geheugen............................357
Gebruik van de AUX-aansluiting......................... 362
5-17. Bluetooth
®-verbinding
(Lexus display-audiosysteem)
Stappen voor het gebruik van Bluetooth
®-apparaten ............ 363
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat ............... 365
Selecteren van een
Bluetooth
®-apparaat ............... 366
Verbinding maken met een Bluetooth
®-audiospeler ..........367
Verbinding maken met een Bluetooth
®-telefoon ................ 368
Weergeven van gegevens van
een Bluetooth
®-apparaat ...... 369
Gedetailleerde Bluetooth®-
instellingen .....................................370
5-18. Bluetooth
®-audio
(Lexus display-audiosysteem)
Afspelen van bestanden via Bluetooth
®-audio........................ 371 5-19. Bluetooth
®-telefoon
(Lexus display-audiosysteem)
Gebruik van een Bluetooth
®-
telefoon........................................... 373
Een gesprek tot stand brengen .......................................... 375
Beantwoorden van een
oproep ............................................ 378
Voeren van een telefoongesprek.......................... 379
Gebruik van een Bluetooth
®-
telefoonbericht
........................... 381
Gebruik van de toetsen
op het stuurwiel...........................383
Instellingen Bluetooth
®-
telefoon...........................................384
5-20.Telefoonboek (Lexus display- audiosysteem)
Instellingen contacte n .................386
Berichtinstellingen ........................389
5-21. Bluetooth
® (Lexus display-
audiosysteem)
Wa t m o e t u d o e n a l s . . .
(Problemen oplossen) ..............390
Bluetooth
®....................................... 393
5-22.Overige functies (Lexus display- audiosysteem)
Scherm “Informatie”..................... 399
MirrorLink™....................................400
USB-foto ........................................... 403
Spraakcommandosysteem........405
Sommige functies kunnen niet worden bediend tijdens het rijden.
Page 260 of 624

2605-1. Basishandelingen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Soorten audiosystemen*
Auto's zonder Lexus display-audiosysteem of navigatiesysteem
Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse besturing.
De positie en vorm van toetsen kan iets afwijken bij auto's met rechtse besturing.
Auto's met Lexus display-audiosysteem
Blz. 321
Auto's met navigatiesysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatiesysteem voor meer informatie
indien uw auto is uitgerust met een navigatiesysteem.
■Houder draagbare audiospeler (indien aanwezig)
■Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de luidsprekers
als het audiosysteem ingeschakeld is.
: Indien aanwezig
Er kan een draagbare audiospeler worden
geplaatst met behulp van een houder voor de
draagbare audiospeler.
Afhankelijk van de vorm en het formaat van de
draagbare audiospeler, kan deze mogelijk niet
in de houder worden geplaatst.