Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 221 of 624

2214-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Weergave afstand
Sensoren die een obstakel signaleren, branden continu of knipperen.
*1: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen. (Blz. 220)
*2: Multi-informatiedisplay
*3: Scherm Lexus display-audiosysteem of navigatiesysteem
Weergave sensorsignalering, afstand tot obstakel
Display*1Hulpdisplay
Globale afstand tot obstakel
Hoeksensoren voor
en achterBinnenste sensoren
achter
(continu)(langzaam
knipperen)
150 cm - 60 cm
(continu)(knipperen)
Hoeksensor voor:
50 cm - 40 cm
Hoeksensor achter:
60 cm - 45 cm
60 cm - 45 cm
(continu)(snel knipperen)
Hoeksensor voor:
40 cm - 30 cm
Hoeksensor achter:
45 cm - 30 cm
45 cm - 35 cm
(knipperen*2 of
continu
*3)
(continu)
Minder dan 30 cmMinder dan 35 cm
Page 222 of 624

2224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Werking zoemer en afstand tot een obstakel
Een zoemer klinkt als de sensoren in werking zijn.
●De geluidssignalen volgen elkaar sneller op naarmate de auto dichter bij
het obstakel komt.
Als de auto het obstakel genaderd is tot onderstaande afstanden, klinkt er
een continu geluidssignaal.
• Hoeksensoren voor: ongeveer 30 cm
• Hoeksensoren achter: ongeveer 30 cm
• Binnenste sensoren achter: ongeveer 35 cm
●Als er gelijktijdig 2 of meer obstakels worden gesignaleerd, reageert het
zoemersysteem op het dichtstbijzijnde obstakel. Als een of beide obstakels
dichter bij de auto komen dan hierboven vermeld staat, klinkt er een lang-
durig piepsignaal, gevolgd door elkaar snel opvolgende piepsignalen.
Ongeveer 50 cm
Ongeveer 60 cm
Ongeveer 150 cm
Het schema toont het detectiebereik
van de sensoren. Merk op dat de senso-
ren geen obstakels kunnen detecteren
die zich extreem dicht bij de auto bevin-
den.
Het bereik van de sensoren kan ver-
schillend zijn, afhankelijk van bijvoor-
beeld de vorm van het object.
Detectiebereik sensoren
1
2
3
Page 223 of 624

2234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
U kunt het volume van de zoemer en de instellingen van het scherm wijzigen.
Lexus display-audiosysteem
Druk op de toets MENU op de bedieningsknop van het Lexus display-audio-
systeem en selecteer vervolgens “Setup” (instellen) op het scherm.
Selecteer “Vehicle” (auto) en selecteer vervolgens “LEXUS park assist”
(Lexus Parking Assist-systeem) op het scherm.
Selecteer het gewenste item.
Navigatiesysteem
Druk op de toets MENU op de Remote Touch en selecteer “Setup” (instellin-
gen) op het scherm.
Selecteer “Vehicle” (auto) en selecteer vervolgens “LEXUS park assist set-
tings” (instellingen Lexus Parking Assist-systeem) op het scherm.
Selecteer het gewenste item.
Het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
De weergave van de Lexus Parking Assist-sensor kan aan en uit worden
gezet.
De weergave van beeld en geluid voor de binnenste sensoren achter kan
worden ingesteld.
Instellen van de Lexus Parking Assist-sensor (auto's met een Lexus dis-
play-audiosysteem of navigatiesysteem)
1
2
3
1
2
3
Lexus display-audioschermScherm navigatiesysteem
1
2
3
Page 224 of 624

2244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■De Lexus Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
●Hoeksensoren voor:
• Het contact AAN staat.
• De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
• de rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
(Bij een willekeurige snelheid als de selectiehendel in stand R staat.)
●Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
• Het contact AAN staat.
• Schakelstand R is geselecteerd.
■Weergave Lexus Parking Assist-sensor
Wanneer er een obstakel wordt gesignaleerd als het Rear View Monitor-systeem of de
Lexus Parking Assist Monitor in werking is, verschijnt er een waarschuwing in de boven-
ste hoek van het scherm, zelfs als de weergave is uitgeschakeld.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bumper van de
auto.
●De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de capaciteit van de
sensor om een obstakel correct te signaleren. Specifieke situaties waarin dit voor kan
komen ziet u hieronder.
• Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
• Wanneer de sensor bevroren is. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem
oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat obstakels niet
worden gesignaleerd.
• De sensor is op een of andere manier afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone geluidsgolven pro-
duceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• De sensor is bedekt met een laklaag of een overvloedige hoeveelheid regenwater.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
• Er zijn sleepogen geplaatst.
• Als de bumper of sensor een sterke schok ondergaat.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Objecten direct onder de bumper worden niet gesignaleerd.
• Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
• Als er geen originele Lexus-wielophanging is gemonteerd (verlaagde wielop-
hanging, enz.).
• Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesignaleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en andere
objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden gezien dan ze in wer-
kelijkheid zijn.
Page 225 of 624

2254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel niet signa-
leert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
●Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Zelfs
als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het obstakel
binnen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weerge-
geven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesig-
naleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installatie hard
staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
■Als er geen melding op het multi-informatiedisplay verschijnt
Blz. 523
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. geluidsvolume zoemer) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 591)
WA A R S C H U W I N G
■Waarschuwing bij het gebruik van de Lexus Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
●Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Controleer tij-
dens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
●Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
Page 226 of 624

2264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
OPMERKING
■Als de Lexus Parking Assist-sensor wordt gebruikt
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een sto-
ring in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Het bedieningsdisplay van de Lexus Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
zoemer terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
●Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld aan
een krachtige schok.
●Als de bumper ergens tegenaan komt.
●Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt, behalve wanneer de
toets “Mute” van de zoemer is ingeschakeld.
●Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sensor zit, is de
sensor waarschijnlijk defect.
■Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of stoom.
De sensor kan hierdoor defect raken.
Page 227 of 624

227
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Rear View Monitor-systeem
Het beeld achter de auto wordt weergegeven wanneer de schakelstand R is en
het contact AAN staat.
Het Rear View Monitor-systeem wordt gedeactiveerd wanneer de selectiehendel in
een andere stand dan R staat.
Met Lexus display-audiosysteem: Wanneer de selectiehendel in stand R wordt gezet
en een functietoets (bijvoorbeeld MENU) wordt ingedrukt, wordt het Rear View
Monitor-systeem uitgeschakeld en schakelt het scherm over naar de modus van de
toets die werd ingedrukt.
: Indien aanwezig
Het Rear View Monitor-systeem helpt de bestuurder bij het achteruitrijden
door rijlijnen en het gebied achter de auto op een scherm weer te geven, bij-
voorbeeld bij het parkeren.
De afbeeldingen die hier worden gebruikt, dienen slechts als voorbeeld en
verschillen mogelijk van het werkelijke beeld op het scherm.
Met binnenspiegelMet Lexus display-audiosysteem
Page 228 of 624

2284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Tijdelijk uitschakelen van het scherm.
Druk op de toets AUTO. De indica-
tor moet oranje worden.
Het scherm wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld nadat het
contact UIT en AAN is gezet.
●Handmatig inschakelen van het
scherm.
Druk op de toets AUTO. De indica-
tor moet groen worden.
■Gebruik van het Rear View Monitor-systeem
De antiverblindingsstand van de binnenspiegel wordt uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen
Het scherm wordt na 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
■Weergavemodus
De weergavemodus van de Rear View Monitor kan aangepast worden wan-
neer het contact AAN staat en de schakelstand R is.
●Selecteren van een taal voor de weergave (Engels, Frans of Spaans).
Houd de toets AUTO gedurende 6 tot 12 seconden ingedrukt.
Het scherm moet worden ingeschakeld en de indicator moet groen
worden.
Druk op de toets AUTO.
Telkens wanneer de toets AUTO wordt ingedrukt en weer wordt losge-
laten, wordt de taal gewijzigd.
De waarschuwingsmelding moet 5 seconden nadat de toets is losgela-
ten knipperen, om aan te geven dat de taal is gewijzigd.
Overschakelen naar een ander scherm (type met binnenspiegel)
1
2
3
Page 229 of 624

2294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
●Permanent uitschakelen van het scherm.
Houd de toets AUTO gedurende 12 tot 15 seconden ingedrukt.
Het scherm wordt na 6 seconden uit- en ingeschakeld. Blijf de toets inge-
drukt houden totdat het scherm opnieuw wordt uitgeschakeld.
De indicator moet oranje gaan knipperen.
Het scherm wordt niet automatisch opnieuw ingeschakeld nadat het con-
tact UIT en AAN is gezet.
●Handmatig inschakelen van het scherm.
Druk op de toets AUTO. De indicator moet groen worden.
■Beschrijving scherm
Het scherm van het Rear View Monitor-systeem wordt weergegeven als de
selectiehendel in stand R wordt gezet terwijl het contact AAN staat.
Voertuigbreedtereferentielijn
Deze lijn geeft een richting aan wanneer de auto achteruit wordt ingeparkeerd.
De weergegeven breedte is groter dan de werkelijke breedte van de auto.
Voertuighartlijn
Deze lijnen geven naar schatting het midden van de auto boven de grond aan.
Afstandslijn (rood)
De lijn toont de afstand achter de auto, een punt op ongeveer 0,5 m van de bum-
perrand.
Afstandslijn (blauw)
De lijn toont de afstand achter de auto, een punt op ongeveer 1 m van de bumper-
rand.
Display Lexus Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
Type met Lexus display-audiosysteem: Als een obstakel wordt gesignaleerd terwijl
de Lexus Parking Assist-sensor in werking is, verschijnt in de rechter bovenhoek
van het scherm een display.
Gebruik van het Rear View Monitor-systeem
1
2
3
4
5
Page 230 of 624

2304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Gebied dat op het scherm wordt weergegeven
Het Rear View Monitor-systeem
geeft beelden weer van het gebied
achter de auto vanaf de bumper.
Het beeld van het scherm van het
Rear View Monitor-systeem kan
worden ingesteld. (Blz. 335)
• Het gebied dat op het scherm wordt
weergegeven, is afhankelijk van de
stand van de auto.
• Objecten die zich te dicht bij de hoe-
ken van de bumper of onder de bum-
per bevinden, kunnen niet worden
weergegeven.
• De camera is voorzien van een spe-
ciale lens. De afstand op het beeld op
het scherm wijkt af van de werkelijke
afstand.
• Objecten die zich op een hogere
plaats bevinden dan de camera wor-
den mogelijk niet weergegeven op
het scherm.
• Als uw auto is uitgerust met een kentekenplaat met achtergrondverlichting, kan de
weergave worden gehinderd.
Voorzorgsmaatregelen Rear View Monitor-systeem
Hoeken van de bumper