Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 31 of 624

31Overzicht
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Binnenspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 155
Zonnekleppen
*2 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 436
Make-upspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 436
Interieurverlichting
*3. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 426
Leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 426
Schuifdakschakelaars
*1. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 164
Uitschakeltoets inbraaksensor
*1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 88
1
2
3
4
5
6
*1: Indien aanwezig
*2: Gebruik NOOIT een baby- of kinder-
zitje waarbij het kind achteruit kijkt op
een stoel met een INGESCHAKELDE
AIRBAG, omdat het KIND anders ERN-
STIG LETSEL kan oplopen als de airbag
wordt geactiveerd. (Blz. 68)
*3: De afbeelding toont de voorzijde, maar ze zijn ook aan de achterzijde geplaatst.
Page 32 of 624

32Overzicht
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Page 33 of 624

33
1Veiligheid en beveiliging
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
1-1. Voor een veilig gebruik
Voordat u gaat rijden................... 34
Veilig rijden ...................................... 36
Veiligheidsgordels ........................ 38
SRS-airbags .................................... 43
Handmatig in-/
uitschakelsysteem airbags ..... 52
Veiligheidsinformatie voor
kinderen ......................................... 54
Baby- en kinderzitjes ................... 55
Plaatsen van een baby- of
kinderzitje ..................................... 62
Belangrijke voorschriften in
verband met uitlaatgassen ..... 70
1-2. Hybridesysteem
Kenmerken hybridesysteem ...... 71
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem .......................... 75
1-3. Antidiefstalsysteem
Startblokkering ..............................80
Supervergrendeling..................... 85
Alarm ................................................. 86
Page 34 of 624

341-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Voordat u gaat rijden
Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van het-
zelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.
Steek de klemhaken (clips) in de rin-
gen in de vloermat.
Draai het bovenste hendeltje van de
klemhaken (clips) om de vloermat-
ten te bevestigen.
*: Breng de merktekens altijd in lijn.
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
Vloermat
1
*
2
Page 35 of 624

351-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WA A R S C H U W I N G
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening
van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toe-
nemen of kan het moeilijk worden de auto tot stilstand te brengen, wat kan leiden tot een
(ernstig) ongeval en mogelijk ernstig letsel.
■Wanneer u de vloermat van de bestuurder plaatst
●Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander model en/of
modeljaar, zelfs niet als het gaat om originele Lexus-vloermatten.
●Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
●Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde haken (clips).
●Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
●Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de verkeerde richting.
■Voordat u gaat rijden
●Controleer of de vloermat stevig op de juiste
plaats is bevestigd met alle meegeleverde
klemhaken (clips). Voer deze controle altijd
uit nadat de vloer van de auto is gereinigd.
●Zet het hybridesysteem UIT en de selectie-
hendel in stand P en trap elk pedaal helemaal
in, om er zeker van te zijn dat de vloermat de
bediening van de pedalen niet hindert.
Page 36 of 624

361-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veilig rijden
Pas de hoek van de rugleuning zo
aan dat u rechtop zit en u niet voor-
over hoeft te leunen om te kunnen
sturen. (Blz. 143)
Pas de zitting zo aan dat u de peda-
len helemaal kunt intrappen en dat
uw armen licht gebogen zijn bij de
elleboog wanneer u het stuurwiel
vasthoudt. (Blz. 143)
Vergrendel de hoofdsteun in de stand waarin het midden van de hoofdsteun
gelijk ligt met de bovenzijde van uw oren. (Blz. 151)
Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze. (Blz. 38)
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel dra-
gen. (Blz. 38)
Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de vei-
ligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen. (Blz. 55)
Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnen- en buitenspiegels
goed af te stellen. (Blz. 155, 157)
Om veilig te kunnen rijden, moet u vooraf de stoel in de juiste positie zetten
en de spiegels afstellen.
De juiste houding achter het stuur
1
2
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Verstellen van de spiegels
3
4
Page 37 of 624

371-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
WA A R S C H U W I N G
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg heb-
ben.
●Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.
●Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleuning.
Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is, waardoor
het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in negatieve zin kan worden
beïnvloed.
●Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.
Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de stoelslede,
waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit kan leiden tot een
ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd raken.
●Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich moe
begint te voelen.
Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet dwingen om
verder te rijden, maar direct een pauze nemen.
Page 38 of 624

381-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheidsgordels
●Trek het schoudergedeelte zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en niet
van de schouder af glijdt of tegen de
nek aan ligt.
●Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
●Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop
mogelijk in de stoel zitten met uw
rug stevig tegen de leuning.
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgor-
del niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast door
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat er een klikkend geluid
hoorbaar is.
De gordel kan worden losgemaakt
door de ontgrendelknop in te druk-
ken.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel
dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ontgrendelknop
1
2
Page 39 of 624

391-1. Voor een veilig gebruik
1
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Veiligheid en beveiliging
Duw het schouderbevestigingspunt
omlaag terwijl u de ontgrendelknop
indrukt.
Duw het schouderbevestigingspunt
omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de
gewenste positie en laat het los als u een
klik hoort.
De gordelspanners helpen bij het op
zijn plaats houden van de inzittenden
doordat ze de gordels snel strak tegen
het lichaam aantrekken bij bepaalde
soorten frontale aanrijdingen en aanrij-
dingen van opzij.
De gordelspanners worden niet geacti-
veerd bij lichtere frontale aanrijdingen
of aanrijdingen van opzij, bij aanrijdin-
gen van achteren of wanneer de auto
over de kop slaat.
Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding onvermijdelijk is, worden de
veiligheidsgordels van de voorstoelen aangetrokken voordat de aanrijding
plaatsvindt. (Blz. 244)
Berg de gordelsluiting op in de daar-
voor bestemde ruimte in de zitting.
Afstellen van de hoogte van het bevestigingspunt van de veiligheids-
gordel (voorstoelen)
Ontgrendelknop
1
2
Gordelspanners (voorstoelen)
Pre-Crash-veiligheidsgordels (voorstoelen bij auto's met Pre-Crash
Safety-systeem)
Nadat de middelste veiligheidsgordel achter gebruikt is
Page 40 of 624

401-1. Voor een veilig gebruik
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden als u te snel voorover-
buigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel afrollen, zodat u vrij kunt bewe-
gen.
■Gebruik van veiligheidsgordels door kinderen
De veiligheidsgordels van uw auto zijn in principe ontworpen voor gebruik door volwas-
senen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de standaard
gemonteerde veiligheidsgordel te gebruiken. (Blz. 55)
●Als het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel op een juiste manier te dragen,
dient u de aanwijzingen voor het gebruik van de veiligheidsgordel op te volgen.
(Blz. 38)
■Vervangen van de veiligheidsgordel als de gordelspanner geactiveerd is
Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de gordelspanner geactiveerd
voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor volgende aanrijdingen.
■Wetgeving met betrekking tot veiligheidsgordels
Als er in het land waarin u woont regels zijn voor veiligheidsgordels, neem dan contact
op met een erkende Lexus-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.