display Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 181 of 624

181
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
EV-modus
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingeschakeld,
gaat het controlelampje EV-modus
branden. Door in de EV-modus de
schakelaar in te drukken, wordt terug-
gekeerd naar normaal rijden (aandrij-
ving door de benzinemotor en de
elektromotor [tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingeschakeld. Als de
stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en verschijnt er een melding
op het multi-informatiedisplay.
●De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het rijden met
hoge snelheid, enz.
●De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager dan
ongeveer 0C gestaan.
●De benzinemotor is aan het opwarmen.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) is (bijna) ontladen.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die in de energiemonitor wordt aange-
geven is laag. (Blz. 107)
●Rijsnelheid is hoog.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
●De voorruitverwarming is ingeschakeld.
In de EV-modus wordt de auto aangedreven door de elektromotor (tractie-
motor), die zijn energie uit het batterijpakket (tractiebatterij) haalt.
Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege morgen door woon-
wijken rijden of het rijden in een parkeergarage, enz. zonder dat u zich zor-
gen hoeft te maken over geluidsoverlast of uitlaatgassen.
Page 182 of 624

1824-2. Rijprocedures
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■De EV-modus inschakelen wanneer de benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt na korte
tijd automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op temperatuur kan komen. In dat
geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY brandt en voor-
dat de benzinemotor start op de schakelaar EV MODE om de EV-modus in te schake-
len.
■Automatisch uitschakelen van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch de benzine-
motor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld, klinkt een zoemer en
knippert het controlelampje EV-modus, waarna het uitgaat.
●Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor wordt aan-
gegeven, is laag. (Blz. 107)
●De rijsnelheid neemt toe.
●Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
Als het mogelijk is om de bestuurder vooraf over het automatisch uitschakelen te infor-
meren, gebeurt dit met een melding op het multi-informatiedisplay.
■Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter tot onge-
veer 1 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto echter situaties waarbij
de EV-modus niet kan worden gebruikt. (De maximale rijafstand is afhankelijk van de
laadtoestand van het batterijpakket [tractiebatterij] en de rijomstandigheden.)
■Brandstofverbruik
Uw Lexus is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofverbruik onder normale
rijomstandigheden (aandrijving door benzinemotor en elektromotor [tractiemotor]). Als
de EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
WA A R S C H U W I N G
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omgeving van de auto.
Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of andere verkeers-
deelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat de auto wegrijdt of hen
nadert. Wees dus tijdens het rijden extra alert.
Page 187 of 624

1874-2. Rijprocedures
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
OPMERKING
■Lading batterijpakket (tractiebatterij)
Als de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (tractiebatterij) niet
geladen. Houd stand N niet gedurende langere tijd ingeschakeld, om te voorkomen
dat het batterijpakket leegraakt.
■Situaties waarbij storingen in het regelsysteem voor stand P mogelijk zijn
Als een van de volgende situaties zich voordoet, zijn storingen in het regelsysteem
voor stand P mogelijk.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats met een vlakke ondergrond tot stil-
stand, activeer de parkeerrem en neem contact op met een erkende Lexus-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
●Als de waarschuwingsmelding met betrekking tot het regelsysteem op het multi-
informatiedisplay verschijnt. (Blz. 529)
●Wanneer de positie-indicator uit blijft.
■Aanwijzingen met betrekking tot het bedienen van de selectiehendel en de schake-
laar voor stand P
Bedien de selectiehendel en de schakelaar voor stand P niet herhaaldelijk en snel ach-
ter elkaar.
De systeembeveiligingsfunctie kan worden ingeschakeld en het kan tijdelijk niet moge-
lijk zijn om een andere stand dan stand P in te schakelen. Wacht in dit geval even voor-
dat u opnieuw probeert te schakelen.
Page 205 of 624

205
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Cruise control*
Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehouden zonder
dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt.
Controlelampje
Display
Cruise control-schakelaar
Schakel de cruise control in met de
toets ON-OFF.
Het controlelampje cruise control gaat
branden.
Druk nogmaals op de toets om de
cruise control uit te schakelen.
Accelereer of decelereer naar de
gewenste snelheid en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid in
te stellen.
SET (ingesteld) wordt weergegeven.
De rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar wordt losgelaten, wordt de
ingestelde snelheid.
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
Instellen van de rijsnelheid
1
2
Page 207 of 624

2074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■De cruise control kan worden gebruikt als
●Schakelstand D is geselecteerd.
●De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te scha-
kelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de hendel
omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
■Automatisch uitschakelen van cruise control
De cruise control stopt onder de volgende omstandigheden met het in stand houden van
de rijsnelheid:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
■Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende Lexus-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WA A R S C H U W I N G
■Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen
Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt gebruikt.
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control
Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●In druk verkeer
●Op wegen met scherpe bochten
●Op slingerende wegen
●Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
●Op steile hellingen
Bij het afdalen van een steile helling kan de rijsnelheid de ingestelde snelheid over-
schrijden.
●Tijdens het slepen in een noodgeval
Page 208 of 624

2084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Dynamic Radar Cruise Control
De Dynamic Radar Cruise Control is een conventionele cruise control die is uit-
gebreid met een afstandsregeling. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld,
accelereert of decelereert de auto automatisch om een vooraf ingestelde
afstand tot de voorligger te bewaren.
Controlelampjes
Display
Ingestelde snelheid
Afstandsschakelaar
Cruise control-schakelaar
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
Page 219 of 624

219
4 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Lexus Parking Assist-sensor*
Hoeksensoren voor
Hoeksensoren achter
Middelste sensoren achter
Schakelt Lexus Parking Assist-sensor
in/uit
Als de schakelaar aan is, gaat het con-
trolelampje branden om de bestuurder
te informeren dat het systeem geacti-
veerd is.
: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot obstakels bij het fileparkeren en achteruit inparke-
ren in een garage wordt gemeten door sensoren en wordt doorgegeven via
de displays en een zoemer. Controleer bij gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Soorten sensoren
1
2
3
Schakelaar Lexus Parking Assist-sensor
Page 220 of 624

2204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Wanneer de sensoren een obstakel signaleren, wordt de bestuurder door mid-
del van de volgende displays geïnformeerd over de positie en afstand tot het
obstakel.
■Multi-informatiedisplay
Werking hoeksensoren voor
Werking hoeksensoren achter
Werking binnenste sensoren achter
■Scherm Lexus display-audiosysteem of navigatiesysteem (indien aanwezig)
Weergave Lexus Parking Assist-
sensor
Wanneer het Rear View Monitor-
systeem* of de Lexus Parking Assist
Monitor
* niet wordt weergegeven.
De grafische voorstelling wordt
automatisch weergegeven wanneer
een obstakel gesignaleerd wordt.
Het scherm kan zo worden ingesteld
dat de afbeelding niet wordt weerge-
geven. (Blz. 223)
: Hiermee kunt u de geluiden
van de zoemer uitschake-
len.
Hulpdisplay
Wanneer het Rear View Monitor-
systeem
* of de Lexus Parking Assist
Monitor* wordt weergegeven.
Bij signalering van een obstakel ver-
schijnt er in de rechter bovenhoek
van het navigatiesysteemscherm een
vereenvoudigde weergave van het
beeld.
*: indien aanwezig
Display
Auto's met monochroomdisplayAuto's met kleurendisplay
1
2
3
1
2
Page 221 of 624

2214-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
■Weergave afstand
Sensoren die een obstakel signaleren, branden continu of knipperen.
*1: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen. (Blz. 220)
*2: Multi-informatiedisplay
*3: Scherm Lexus display-audiosysteem of navigatiesysteem
Weergave sensorsignalering, afstand tot obstakel
Display*1Hulpdisplay
Globale afstand tot obstakel
Hoeksensoren voor
en achterBinnenste sensoren
achter
(continu)(langzaam
knipperen)
150 cm - 60 cm
(continu)(knipperen)
Hoeksensor voor:
50 cm - 40 cm
Hoeksensor achter:
60 cm - 45 cm
60 cm - 45 cm
(continu)(snel knipperen)
Hoeksensor voor:
40 cm - 30 cm
Hoeksensor achter:
45 cm - 30 cm
45 cm - 35 cm
(knipperen*2 of
continu
*3)
(continu)
Minder dan 30 cmMinder dan 35 cm
Page 223 of 624

2234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
U kunt het volume van de zoemer en de instellingen van het scherm wijzigen.
Lexus display-audiosysteem
Druk op de toets MENU op de bedieningsknop van het Lexus display-audio-
systeem en selecteer vervolgens “Setup” (instellen) op het scherm.
Selecteer “Vehicle” (auto) en selecteer vervolgens “LEXUS park assist”
(Lexus Parking Assist-systeem) op het scherm.
Selecteer het gewenste item.
Navigatiesysteem
Druk op de toets MENU op de Remote Touch en selecteer “Setup” (instellin-
gen) op het scherm.
Selecteer “Vehicle” (auto) en selecteer vervolgens “LEXUS park assist set-
tings” (instellingen Lexus Parking Assist-systeem) op het scherm.
Selecteer het gewenste item.
Het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
De weergave van de Lexus Parking Assist-sensor kan aan en uit worden
gezet.
De weergave van beeld en geluid voor de binnenste sensoren achter kan
worden ingesteld.
Instellen van de Lexus Parking Assist-sensor (auto's met een Lexus dis-
play-audiosysteem of navigatiesysteem)
1
2
3
1
2
3
Lexus display-audioschermScherm navigatiesysteem
1
2
3