Lexus CT200h 2014 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: LEXUS, Model Year: 2014, Model line: CT200h, Model: Lexus CT200h 2014Pages: 624, PDF Size: 23.33 MB
Page 451 of 624

4517-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Voorzorgsmaatregelen bij het zelf uitvoeren van
onderhoud en controles
Als u controles en onderhoudswerkzaamheden uitvoert, dient u dit precies te
doen zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven.
OnderwerpBenodigdheden
Conditie 12V-accu
(Blz. 464)•Vet
• Universele sleutel (voor de bouten van de accukabels)
Koelvloeistofniveau
motor/vermogens-
regeleenheid
(Blz. 461)• Toyota Super Long Life Coolant of een gelijkwaardig pro-
duct
Toyota Super Long Life koelvloeistof is voorgemixt met 50%
koelvloeistof en 50% gedestilleerd water.
• Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van koelvloeistof)
Motoroliepeil
(Blz. 457)
• Originele Toyota-motorolie of gelijkwaardig
• Doek of poetspapier
• Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van motorolie)
Zekeringen
(Blz. 487)• Zekering met dezelfde stroomsterkte als de oorspronkelijke
zekering
Lampen
(Blz. 491)
• Lamp met hetzelfde nummer en vermogen als het oorspron-
kelijke exemplaar
• Kruiskopschroevendraaier• Sleufkopschroevendraaier
•Sleutel
Radiateur en con-
densor (Blz. 462)
Bandenspanning
(Blz. 478)• Bandenspanningsmeter•Compressor
Ruitensproeier-
vloeistof
(Blz. 463)• Water of ruitensproeiervloeistof met antivries (voor gebruik
onder winterse omstandigheden)
• Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof)
Page 452 of 624

4527-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
In de motorruimte bevinden zich onderdelen en vloeistoffen die plotseling kunnen bewe-
gen, heet worden of onder elektrische spanning staan. Neem onderstaande voorzorgs-
maatregelen in acht om ernstig letsel te voorkomen.
■Tijdens werkzaamheden onder de motorkap
●Controleer of het controlelampje van de startknop en het controlelampje READY
beide uit zijn.
●Houd handen, kleding en gereedschap uit de buurt van de ventilator als die in wer-
king is.
●Raak de motor, de vermogensregeleenheid, de radiateur, het uitlaatspruitstuk, enz.
niet direct na het rijden aan, aangezien deze onderdelen heet kunnen zijn. De olie en
andere vloeistoffen kunnen ook heet zijn.
●Laat geen brandbare voorwerpen, zoals een stuk papier of een doek, achter in de
motorruimte.
●Niet roken en geen vonken of open vuur bij brandstof. Brandstofdampen zijn licht
ontvlambaar.
●Wees voorzichtig, want remvloeistof is gevaarlijk voor uw handen en ogen en kan
gelakte oppervlakken beschadigen. Als u remvloeistof op uw handen of in uw ogen
krijgt, spoel ze dan onmiddellijk met schoon water. Raadpleeg een arts als u last blijft
houden.
■Werkzaamheden bij de elektrische koelventilatoren of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kunnen de elektrische koelventilatoren automatisch
worden ingeschakeld als de airconditioning wordt ingeschakeld en/of als de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. (Blz. 462)
■Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen te beschermen tegen rondvliegend of vallend
materiaal, een straal vloeistof, enz.
OPMERKING
■Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot overmatige motorslijtage door vuil in de inlaat-
lucht.
■Als het vloeistofniveau te laag of te hoog is
Het is normaal dat het remvloeistofniveau iets lager wordt door slijtage van de rem-
blokken of door een hoog vloeistofniveau in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet worden bijgevuld, kan dit duiden op een serieus pro-
bleem.
Page 453 of 624

4537-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Motorkap
Trek de ontgrendelingshendel naar u
toe.
De motorkap zal iets omhoog springen.
Trek de veiligheidshaak omhoog en
open de motorkap.
De motorkap kan worden openge-
houden door de steun in de opening
van de kap te zetten.
Ontgrendelen van de motorkap vanuit het interieur.
1
2
3
Page 454 of 624

4547-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Controle voor het rijden
Controleer of de motorkap goed dicht en vergrendeld is.
Als de motorkap niet goed vergrendeld is, kan hij tijdens het rijden onverwachts open-
gaan, waardoor een ongeval kan ontstaan met mogelijk ernstig letsel tot gevolg.
■Na plaatsing van de steun in de opening
Zorg ervoor dat de steun goed in de opening zit als de motorkap openstaat, om te
voorkomen dat de motorkap op uw hoofd of lichaam valt.
OPMERKING
■Bij het sluiten van de motorkap
Let erop de steun in het klemmetje te drukken alvorens de motorkap te sluiten. Als de
motorkap wordt gesloten zonder dat de steun goed is vastgezet, kan de motorkap ver-
bogen raken.
Page 455 of 624

4557-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
Plaatsen van een garagekrik
◆Voor
◆Achter
Volg bij het gebruik van een garagekrik altijd de bij de krik geleverde handlei-
ding en wees voorzichtig.
Krik de auto uitsluitend op met de garagekrik onder een van de aangegeven
kriksteunpunten. Als de auto wordt opgekrikt, terwijl de krik niet goed is
geplaatst, kan de auto beschadigd raken of van de krik vallen en ernstig letsel
veroorzaken.
Page 456 of 624

4567-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Motorruimte
■12V-accu
Blz. 464
Koelvloeistofreservoir (Blz. 461)
Oliepeilstok (Blz. 457)
Motorolievuldop (Blz. 457)
Koelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid
(Blz. 461)Zekeringenkast (Blz. 487)
Radiateur (Blz. 462)
Condensor (Blz. 462)
Elektrische koelventilatoren
Sproeierreservoir (Blz. 463)1
2
3
4
5
6
7
8
9
Page 457 of 624

4577-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
■Verwijderen van de afdekkap motorruimte
■Plaatsen van de clips
Het middelste deel omhoog
drukken
Insteken
Indrukken
Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
■Controle van motorolie
Plaats de auto op een vlakke ondergrond. Wacht, nadat de motor op
bedrijfstemperatuur is gekomen en het hybridesysteem is uitgeschakeld,
minstens 5 minuten om de olie de gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.
Afdekkap motorruimte
1
2
3
OPMERKING
■Na het plaatsen van een afdekkap motorruimte
Controleer of de afdekkap goed vastzit in zijn oorspronkelijke positie.
Motorolie
1
Page 458 of 624

4587-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
Trek de peilstok uit de motor ter-
wijl u een doek onder het uiteinde
houdt.
Veeg de peilstok met een schone doek af.
Platte peilstok: Steek de peilstok weer volledig in de motor.
Ronde peilstok: Steek de peilstok
weer volledig in de motor met de
uitstekende delen ( in de
afbeelding) in de richting van de
motor.
Trek de peilstok uit de motor en controleer het oliepeil, terwijl u een doek
onder het uiteinde houdt.
Laag
Normaal
Te h o o g
De vorm van de peilstok is afhankelijk van de uitvoering van de auto en het motor-
type.
Veeg de peilstok schoon en steek de peilstok weer volledig in de motor.
2
3
4
1
5
1
2
3
Platte peilstokRonde peilstok
Meetzijde
6
Page 459 of 624

4597-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
7
Onderhoud en verzorging
■Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet
u olie bijvullen van het type zoals
hierna is vermeld, of van hetzelfde
type als waarmee de motor eerder
werd gevuld.
Controleer welke kwaliteit motorolie wordt voorgeschreven en leg de beno-
digdheden voor het bijvullen klaar.
Verwijder de olievuldop door deze linksom te draaien.
Giet beetje voor beetje motorolie in de vulopening en controleer onder-
tussen het oliepeil steeds door middel van de peilstok.
Plaats de olievuldop door deze rechtsom te draaien.
■Motorolieverbruik
Er kan tijdens het rijden een bepaalde hoeveelheid olie worden verbruikt. In de volgende
situaties verbruikt de motor mogelijk meer olie en kan het nodig zijn om tussen twee
onderhoudsbeurten olie bij te vullen.
●Als de motor nog nieuw is, bijvoorbeeld direct na aanschaf van de auto of nadat de
motor is vervangen
●Als een lagere kwaliteit motorolie of motorolie met een verkeerde viscositeit wordt
gebruikt
●Bij het rijden met hoge motortoerentallen of met een zwaar beladen auto, of veelvuldig
optrekken en afremmen
●Als de motor langdurig stationair draait, of bij veelvuldig rijden in druk verkeer
Keuze motorolieBlz. 582
Oliehoeveelheid(minimaal
maximaal)1,5 l (1,6 qt., 1,3 lmp. qt.)
OnderwerpSchone trechter
1
2
3
Page 460 of 624

4607-3. Zelf uit te voeren onderhoud
CT200h_OM_OM76135E_(EE)
WA A R S C H U W I N G
■Afgewerkte motorolie
●Afgewerkte motorolie bevat schadelijke stoffen die huidaandoeningen zoals ontste-
king of huidkanker kunnen veroorzaken. Wees daarom voorzichtig en vermijd lang-
durig en herhaaldelijk contact met de huid. Verwijder afgewerkte motorolie door
goed met water en zeep te wassen.
●Voer afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters op een veilige en acceptabele
manier af. Gooi afgewerkte motorolie en gebruikte oliefilters nooit weg in de vuilnis-
bak, in het riool of zomaar ergens. Neem contact op met een erkende Lexus-dealer
of hersteller/reparateur, een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige, tankstation of een automaterialenzaak voor meer informatie over recycling
of afvoeren.
●Houd motorolie buiten het bereik van kinderen.
OPMERKING
■Ernstige schade aan de motor voorkomen
Controleer regelmatig het oliepeil.
■Bij het olie verversen of bijvullen
●Let erop dat er geen motorolie op onderdelen van de auto terechtkomt.
●Vul nooit te veel olie bij, anders kan de motor beschadigd raken.
●Controleer na het olie verversen altijd het oliepeil met de peilstok.
●Controleer of de olievuldop goed is vastgedraaid.