display MAZDA MODEL CX-5 2013 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2013, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2013Pages: 657, PDF Size: 5.51 MB
Page 314 of 657

Automatische uitschakeling
Onder de volgende omstandigheden wordt
het LDWS automatisch uitgeschakeld en
op standby gehouden en gaat het LDWS
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep branden.
Op de type A instrumentengroep wordt de
rijstrookaanduiding (stippellijn)
aangegeven op de display.
Het LDWS wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de omstandigheden
veranderen en het systeem bruikbaar is.
lHet systeem kan de witte (gele) strepen
niet bespeuren.
lDe rijsnelheid is minder dan ongeveer
60 km/h.
lDe auto maakt een scherpe bocht.
lDe auto maakt een bocht met een niet
aangepaste snelheid.
lDe temperatuur binnen in de camera is
hoog of laag.
lDe voorruit rondom de camera is
beslagen.
lDe voorruit rondom de camera wordt
door een obstakel geblokkeerd,
waardoor het uitzicht naar voren
belemmerd wordt.
Automatische annulering van de
waarschuwing
Onder de volgende omstandigheden
bepaalt het LDWS dat de bestuurder van
rijstrook verandert en wordt de
waarschuwing automatisch geannuleerd.
Het LDWS wordt na de manoeuvre
automatisch ingeschakeld.
lHet stuurwiel wordt abrupt gedraaid.
lHet rempedaal wordt abrupt ingetrapt.
lHet gaspedaal wordt abrupt ingetrapt.
lEen richtingaanwijzerhendel wordt
bediend (nadat de
richtingaanwijzerhendel is teruggezet,
is het mogelijk dat de LDWS
waarschuwing gedurende ongeveer 3
seconden niet werkt, de tijd die nodig
is om de rijstrookcorrectie uit te
voeren).
OPMERKING
lNadat met de
richtingaanwijzerhendel in werking
ongeveer 5 seconden zijn verstreken,
zal de LDWS waarschuwing in
werking treden als de auto dicht bij
een witte (gele) streep komt.
lDe gevoeligheid van de
waarschuwing (de gevoeligheid
waarmee het systeem de door de
bestuurder bedoelde
rijstrookverandering bepaalt) kan
veranderd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
qUitschakelen van het systeem
Druk voor het uitschakelen van de LDWS
op de LDWS schakelaar. Het LDWS
indikatielampje (groen/oranje) in de
instrumentengroep gaat uit.
De rijstrookaanduiding die in de type A
instrumentengroep getoond wordt gaat uit.
4-158
Tijdens het rijden
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Page 315 of 657

qLDWS waarschuwing
Als het systeem bepaalt dat de auto op het
punt staat de rijstrook te verlaten terwijl
het systeem in werking is, klinkt de
LDWS waarschuwing en gaat het LDWS
indikatielampje (groen) knipperen.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes op
pagina 4-41.
Zie
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) waarschuwingsgeluid op pagina
7-55.
Op de display van de type A
instrumentengroep wordt de richting
aangegeven waarin het systeem bepaald
heeft dat de auto van de rijstrook afwijkt.
Draai het stuurwiel op adequate wijze en
rijd naar het midden van de rijstrook.
Indikatie op display
OPMERKING
lAls het LDWS waarschuwingsgeluid
op trilling is ingesteld klinkt het
geluid vanuit de autoluidspreker aan
de zijde waar het systeem bepaald
heeft dat de auto van de rijstrook
afwijkt.
lHet LDWS waarschuwingsgeluid is
niet hoorbaar vanuit de luidspreker
wanneer een audiofunctie zoals het
handsfree systeem of de
spraakherkenning gebruikt wordt.
lDe kans bestaat dat het LDWS
waarschuwingsgeluid niet hoorbaar
is afhankelijk van de
omgevingscondities zoals geluiden
van buiten.
lHet tijdstip van de waarschuwing
waarop het systeem bepaalt dat de
auto van zijn rijstrook afwijkt kan
veranderd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-13.
qVooruitrijcamera (FSC)
lDe LDWS camera die zich bij de
achteruitkijkspiegel bevindt, werkt ook
als de vooruitrijcamera (FSC) voor het
koplampregelsysteem (HBC).
Tijdens het rijden
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
4-159
Page 316 of 657

lAls de temperatuur binnen in de
vooruitrijcamera (FSC) extreem hoog
of laag is, wordt het LDWS
automatisch uitgeschakeld en op
standby gehouden en gaat het LDWS
waarschuwingslampje (oranje) in de
instrumentengroep knipperen.
Berichteninformatie wordt aangegeven
op de display in de type A
instrumentengroep.
Het LDWS wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de
omstandigheden veranderen en het
systeem bruikbaar is.
Vooruitrijcamera (FSC)
OPGELET
Neem voor de juiste werking van de
vooruitrijcamera (FSC) de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
lDe afdekking van de
vooruitrijcamera (FSC) niet
verwijderen.
lRaadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, betreffende het
reinigen van de cameralens.
OPGELET
lDe vooruitrijcamera (FSC) of het
gedeelte er om heen niet blootstellen
aan harde schokken of stoten. Als er
hard tegen de vooruitrijcamera
(FSC) is gestoten, het LDWS niet
gebruiken en contact opnemen met
een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
lRaadpleeg een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, alvorens
reparaties rondom de
vooruitrijcamera (FSC) uit te voeren.
lDe vooruitrijcamera (FSC) is aan de
voorruit gemonteerd. Raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur voor
het repareren en vervangen van de
voorruit.
lDe richting waarin de
vooruitrijcamera (FSC) is geplaatst,
is met grote precisie afgesteld. De
installatiepositie van de
vooruitrijcamera (FSC) niet
veranderen en deze niet verwijderen.
Anders kan dit beschadiging of
defecten veroorzaken.
lWees voorzichtig de lens van de
vooruitrijcamera (FSC) niet te
beschadigen en voorkom dat deze
vuil wordt. De camera niet
demonteren. Anders kan dit
beschadiging of defecten
veroorzaken.
4-160
Tijdens het rijden
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS)
Page 319 of 657

Achteruitkijkmonitorí
De achteruitkijkmonitor geeft bij het achteruitrijden visuele beelden van de achterzijde van
de auto.
WAARSCHUWING
Rijd altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto
veilig is door rechtstreeks te kijken met uw ogen:
Achteruitrijden met de auto door enkel naar het scherm te kijken is gevaarlijk en kan
een ongeval of een botsing met een voorwerp veroorzaken. De achteruitkijkmonitor is
enkel een visuele hulpinrichting voor het achteruitrijden met de auto. De beelden op
het scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
OPGELET
lGebruik de achteruitkijkmonitor niet onder de volgende omstandigheden: Onder de
volgende omstandigheden is gebruik van de achteruitkijkmonitor gevaarlijk en kan dit
letsel en/of schade aan de auto tot gevolg hebben.
lBij het rijden op wegen die bedekt zijn met ijs of sneeuw.lWanneer sneeuwkettingen of een noodreservewiel zijn aangebracht.lWanneer de achterklep niet volledig gesloten is.lWanneer de auto op een helling staat.
lWanneer de display koud is, bestaat de kans dat beelden over de monitor of het
scherm lopen en dat deze minder duidelijk zichtbaar zijn dan normaal, wat het
bepalen van de veiligheid van de omgeving rondom de auto kan bemoeilijken. Rijd
altijd voorzichtig en bepaal of de achterzijde en de omgeving rondom de auto veilig is
door rechtstreeks te kijken met uw ogen.
lOefen geen overmatige druk uit op de camera. De positie van de camera en de hoek
kunnen afwijken.
lDe camera niet demonteren, wijzigen of verwijderen aangezien deze dan mogelijk
niet langer waterdicht is.
lDe behuizing van de camera is gemaakt van plastic. Breng geen ontvettingsmiddelen,
organische oplosmiddelen, was of ruitcoatings op de behuizing van de camera aan.
Als een dergelijk middel op de behuizing is terechtgekomen, dit onmiddellijk met een
zachte doek afvegen.
lDe behuizing niet te sterk wrijven of afschuren met behulp van een schuurmiddel of
een harde borstel. De behuizing kan beschadigd raken waardoor de kwaliteit van de
beelden kan verslechteren.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-163íBepaalde modellen.
Page 320 of 657

OPMERKING
lAls water, sneeuw of modder op de cameralens is terechtgekomen, dit afvegen met
behulp van een zachte doek. Als dit niet afgeveegd kan worden, een zacht
reinigingsmiddel gebruiken.
lAls de temperatuur van de camera snel verandert (warm naar koud, koud naar warm),
bestaat de kans dat de achteruitrijmonitor niet correct werkt.
lRaadpleeg voor het vervangen van de banden een deskundige reparateur, bij voorkeur
een officiële Mazda reparateur. Vervangen van de banden kan tot gevolg hebben dat
de richtlijnen die op de display verschijnen afwijken.
lAls de voorzijde, zijkant of achterzijde van de auto betrokken is geweest bij een
botsing, bestaat de kans dat de uitlijning van de achteruitparkeercamera (plaats,
montagehoek) afwijking vertoont. Raadpleeg altijd een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur om de auto te laten inspecteren.
l(Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject)
Als kracht wordt uitgeoefend op het stuurwiel, bestaat de kans dat de richtlijnen niet
verschijnen. Verminder uw greep op het stuurwiel om de richtlijnen te laten
verschijnen.
qPlaats van de achteruitparkeercamera
Achteruitparkeercamera
qOverschakelen naar de achteruitkijkmonitordisplay
Zet met het contact op ON de keuzehendel in stand R om de display over te schakelen naar
de achteruitkijkmonitordisplay.
OPMERKING
Wanneer de keuzehendel vanuit stand R in een andere keuzehendelstand wordt gezet,
keert het scherm terug naar de voorgaande display.
4-164
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 321 of 657

qWeergavebereik op het scherm
De beelden op het scherm kunnen afwijken van de werkelijke omstandigheden.
(Schermdisplay)
(Werkelijke aanzicht)
Voorwerp Sierstuk
Indikatie voor
obstakeldetectie in
parkeersensorsysteem
(Displaytype met
hulplijnen voor
geprojecteerd rijtraject)
Bepaalde modellen Bumper
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-165
Page 322 of 657

OPMERKING
lHet weergavebereik varieert afhankelijk van de auto en de wegsituatie.
lHet weergavebereik is beperkt. Voorwerpen onder de bumper of rondom de
bumperuiteinden kunnen niet worden weergegeven.
lDe afstand die verschijnt in het getoonde beeld is verschillend van de werkelijke
afstand omdat de achteruitkparkeercamera uitgerust is met een specifieke lens.
lBeelden van de achteruitparkeercamera die getoond worden op de monitor zijn
omgekeerde beelden (spiegelbeelden).
lHet is mogelijk dat bepaalde als optie op de auto gemonteerde accessoires door de
camera worden opgenomen. Monteer geen optionele onderdelen die het uitzicht van
de camera kunnen hinderen, zoals lichtgevende onderdelen of onderdelen gemaakt
van reflecterend materiaal.
lOnder de volgende omstandigheden is het mogelijk dat de display moeilijk zichtbaar
is, echter dit duidt niet op een defect.
lOp donkere plaatsen.lWanneer de temperatuur rondom de lens hoog/laag is.lWanneer de camera nat is, zoals op een regenachtige dag of tijdens perioden van
hoge luchtvochtigheid.
lWanneer zich vreemde bestanddelen zoals modder rondom de camera hebben
vastgehecht.
lWanneer de cameralens zonlicht of de lichtbundel van koplampen weerkaatst.
lDe beeldweergave kan vertraagd worden als de temperatuur rondom de camera laag
is.
4-166
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 323 of 657

qGebruik van de display
Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject
De geprojecteerd trajectbegeleidingsmodus toont het voorspelde traject van de auto na het
draaien van het stuurwiel.
Gebruik deze modus wanneer u uw auto in een parkeerruimte of garage parkeert.
bac
a) Geprojecteerd rijtraject (geel)
Deze lijnen worden getoond als referentie voor het geprojecteerde traject van de auto.
De lijnen die het geprojecteerde rijtraject tonen veranderen na het draaien van het
stuurwiel.
b) Verruimde voertuigbreedtelijnen (blauw)
Deze lijnen tonen de verruimde breedte van de auto.
Deze lijnen worden niet getoond wanneer de wielen van de auto in de rechtvooruit
stand staan.
c) Afstandrichtlijnen
Deze lijnen geven bij benadering de afstand naar een punt aan gemeten vanaf de
achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bumper).
De blauwe lijn geeft het punt aan ongeveer 50 cm van de achterbumper.
De rode en gele lijnen, die van plaats veranderen na het draaien van het stuurwiel, geven
de punten ongeveer 50 cm voor de rode lijn en 100 cm voor de gele lijnen vanaf de
achterbumper aan (bij het middelpunt van elk van de lijnen).
Een afwijking ontstaat wanneer de wielen niet in de rechtvooruit stand staan.
In bovenstaande afbeelding is de rechterzijde van de auto in een positie die de
werkelijke afstand dichter benadert, zoals aangegeven door de afstandrichtlijnen (rood:
ongeveer 50 cm punt, geel: ongeveer 100 cm punt achter de achterbumper), terwijl de
linkerzijde in een positie verder weg is.
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-167
Page 324 of 657

OPGELET
De getoonde positie van de richtlijnen op de display verandert afhankelijk van de
toestand van de auto (zoals het aantal inzittenden/belading) en de wegomstandigheden
(zoals een steile helling aan de achterzijde van de auto).
Controleer tijdens het achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto en
het omliggende gedeelte rechtstreeks met uw ogen.
Displaytype met vaste hulplijnen
Richtlijnen die de breedte van de auto aangeven (geel) worden op het scherm getoond bij
wijze van referentie en geven bij benadering de breedte van de auto aan in vergelijking tot
de breedte van de parkeerruimte die u op het punt staat in te rijden.
Gebruik dit displayaanzicht wanneer u uw auto in een parkeerruimte of garage parkeert.
b
a
a) Voertuigbreedterichtlijnen (geel)
Richtlijnen dienen als referentie en geven bij benadering de breedte van de auto aan.
b) Afstandrichtlijnen
Deze richtlijnen geven bij benadering de afstand naar een punt aan gemeten vanaf de
achterzijde van de auto (vanaf het uiteinde van de bumper).
De rode en gele lijnen geven de punten ongeveer 50 cm voor de rode lijn en 100 cm
voor de gele lijnen vanaf de achterbumper aan (bij het middelpunt van elk van de
lijnen).
OPGELET
De richtlijnen op het scherm zijn vaste lijnen. Deze bewegen niet mee met de draaiing
van het stuurwiel door de bestuurder. Wees altijd voorzichtig en controleer tijdens het
achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto en het omliggende gedeelte
rechtstreeks met uw ogen.
4-168
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
Page 325 of 657

qWerking van de achteruitkijkmonitor
De werking van de achteruitkijkmonitor bij het achteruitrijden met de auto varieert
afhankelijk van de verkeers- en wegsituatie en de auto. De hoeveelheid benodigde
stuurbeweging en de timing varieert ook afhankelijk van de omstandigheden, dus
controleer de omgeving rechtstreeks met uw ogen en stuur de auto al naargelang de
situatie.
Houd goed rekening met bovenstaande voorzorgsmaatregelen alvorens de
achteruitkijkmonitor te gebruiken.
Displaytype met hulplijnen voor geprojecteerd rijtraject
OPMERKING
Het volgende is een voorbeeld van parkeren waarbij het stuurwiel bij het achteruitrijden
naar rechts gedraaid wordt. De procedure is omgekeerd wanneer het achteruitrijden
vanuit tegenovergestelde richting gebeurt.
1. Zet de keuzehendel in stand R om de display over te schakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay.
2. Alvorens achteruit een parkeerruimte in te rijden, het stuurwiel draaien en daarbij naar
de display van het geprojecteerde rijtraject kijken zodat de auto in het midden de
parkeerruimte inrijdt.
(Displayconditie) (Voertuigconditie)
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
4-169