MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 21 of 805

WAARSCHUWING
Rijd niet met beschadigde voorzittingen:
Rijden met beschadigde voorzittingen is gevaarlijk. De voorzittingen die belangrijke
airbagonderdelen bevatten kunnen door een botsing beschadigd worden, ook als het
een botsing is die voor het activeren van de airbags niet krachtig genoeg is. Bij een
eventuele volgende botsing zal een airbag mogelijk niet geactiveerd worden, hetgeen
tot letsel kan leiden. Laat na een botsing de voorzittingen, de voorspanners van de
veiligheidsgordels van de voorzittingen en de airbags altijd door een officiële Mazda
reparateur inspecteren.
Rijd niet met de rugleuningen van de voorzittingen in achterover geleunde positie:
Tijdens het rijden in achterover geleunde positie zitten is gevaarlijk, aangezien de
veiligheidsgordels dan niet de optimale bescherming bieden. Tijdens een aanrijding of
bij plotseling afremmen, zou u onder de heupgordel kunnen glijden en ernstig
inwendig letsel kunnen oplopen. Voor een maximale bescherming, steeds goed achter
op de zitting plaatsnemen en rechtop zitten.
Plaats geen voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug:
Het plaatsen van een voorwerp zoals een kussen tussen de rugleuning en uw rug is
gevaarlijk omdat u geen veilige rijhouding kunt aanhouden en de veiligheidsgordel bij
een botsing niet de volledige bescherming kan bieden, wat een ernstig ongeval met
mogelijk dodelijk letsel kan veroorzaken.
Plaats geen voorwerpen onder de zitting:
Het voorwerp kan beklemd raken en tot gevolg hebben dat de zitting niet goed
vergrendeld wordt waardoor een ongeluk veroorzaakt kan worden.
Nooit lading hoger dan de rugleuningen opstapelen:
Bagage of overige lading die hoger wordt opgestapeld dan de rugleuningen is
gevaarlijk. In het geval van een botsing of plotseling afremmen kunnen deze
voorwerpen naar voren geslingerd worden waardoor passagiers geraakt kunnen
worden en letsel kunnen oplopen.
Zorg er voor dat bagage en lading alvorens te gaan rijden goed wordt vastgemaakt:
Lading die tijdens het rijden niet is vastgemaakt is gevaarlijk aangezien deze bij
plotseling afremmen of een botsing kan gaan schuiven of in elkaar gedrukt kan
worden en letsel kan veroorzaken.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-3
Page 22 of 805

WAARSCHUWING
Laat een passagier tijdens het rijden nooit op de neergeklapte rugleuning zitten of
staan:
Rijden met een passagier op de neergeklapte rugleuning is gevaarlijk. Het is vooral
gevaarlijk wanneer u tijdens het rijden een kind op de neergeklapte rugleuning laat
zitten. Tijdens plotseling stoppen of zelfs een kleine botsing, bestaat de kans dat een
kind dat niet op de juiste wijze van de zitting of van een kinderzitje en de
veiligheidsgordels gebruik maakt, naar voren of naar achteren of zelfs uit de auto
geslingerd wordt, hetgeen ernstig of zelfs dodelijk letsel kan veroorzaken. Het kind in
de bagageruimte zou tegen andere inzittenden geslingerd kunnen worden, hetgeen
ernstig letsel kan veroorzaken.
OPGELET
lWees voorzichtig tijdens het bedienen van een zitting uw handen of vingers niet in de
buurt van de bewegende delen van de zitting of op de zijbekleding te plaatsen om
letsel te voorkomen.
lLet erop bij het verschuiven van de zittingen dat er zich geen lading in het gedeelte
eromheen bevindt. Als de lading beklemd raakt, kan deze beschadigd worden.
l(Handbediende zittingafstelling)
Let er op bij het terugzetten van een achterover verstelde rugleuning in de rechtop
stand, de rugleuning tijdens het bedienen van de rugleuningverstelhendel met uw
andere hand vast te houden. Als de rugleuning niet ondersteund wordt, kan deze
plotseling naar voren schieten en letsel veroorzaken.
l(Elektrische zittingafstelling)
De elektrische bediende afstelling van de zitting wordt door motoren geregeld. Laat
de motoren niet te lang achtereen werken, aangezien deze door overmatig gebruik
beschadigd kunnen raken.
lOm te voorkomen dat de accu uitgeput raakt, de elektrische afstelling niet
gebruiken wanneer de motor stopgezet is. De afsteller gebruikt een grote
hoeveelheid elektrische stroom.
lDe schakelaar niet gebruiken voor het maken van meerdere afstellingen
tegelijkertijd.
OPMERKING
Bij het terugplaatsen van een achterzitting in de oorspronkelijke positie, ook de
veiligheidsgordel in de normale positie terugplaatsen. Controleer of de veiligheidsgordel
uitgetrokken kan worden en oprolt.
2-4
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Page 23 of 805

Voorzitting
qGebruik van de zittingen
Elektrische bediening
Hendel typeRegelknop
type
Lengteverstelling
(Handbediende zittingafstelling)
Om een zitting naar voren of naar achteren te verplaatsen, de hendel omhoog trekken, de
zitting in de gewenste stand schuiven en de hendel loslaten.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de zitting op zijn plaats
vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
(Elektrische zittingafstelling)
Voor het naar voren of naar achteren schuiven van de zitting, de zitpositie-schakelaar aan
de buitenzijde van de zitting naar voren of naar achteren schuiven en vasthouden. Laat de
schakelaar in de gewenste stand los.
Afstelling van de hoogteí
(Handbediende zittingafstelling)
Voor het afstellen van de zittinghoogte, de hendel omhoog of omlaag verplaatsen.
(Elektrische zittingafstelling)
Voor het afstellen van de zittinghoogte, de schakelaar omhoog of omlaag verplaatsen.
Afstellen van de hoogte van de voorzijde van het zitkussen (Elektrisch bediende
bestuurdersstoel)í
Voor het afstellen van de hoogte van de voorzijde van het zitkussen, de voorzijde van de
zitpositie-schakelaar omhoog of omlaag drukken.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-5íBepaalde modellen.
Page 24 of 805

Rugleuningverstelling
(Handbediende zitting (hendel type))
Om de hoek van de rugleuning te kunnen verstellen, een weinig voorover leunen en de
hendel omhoog trekken. Leun vervolgens achterover totdat de gewenste hoek bereikt is en
laat de hendel los.
Controleer of de hendel in de uitgangspositie is teruggekeerd en of de rugleuning op zijn
plaats vergrendeld is door te proberen deze even naar voren en naar achteren te duwen.
(Handbediende zitting (regelknop type))
Om de hoek van de rugleuning te kunnen verstellen, een weinig voorover leunen en de
regelknop in de gewenste positie draaien.
(Elektrische zittingafstelling)
Verander de hoek van de rugleuning door op de voor- of achterzijde van de
rugleuningschakelaar te drukken. Laat de schakelaar in de gewenste stand los.
Afstelling van de lendesteun (Bestuurdersstoel)í
(Handbediening)
Voor een toename van de stevigheid van de zitting, de hendel naar voren duwen. Trek de
hendel naar achteren voor een vermindering van stevigheid.
(Elektrische bediening)
Voor meer stevigheid van de zitting, de voorzijde van de schakelaar tot in de gewenste
stand ingedrukt houden en deze vervolgens loslaten.
Druk het achterste gedeelte van de schakelaar in om de stevigheid te verminderen.
2-6
Belangrijke veiligheidsuitrusting
íBepaalde modellen.
Zittingen
Page 25 of 805

qStoelverwarmingí
De voorzittingen worden elektrisch
verwarmd. Het contact moet op ON staan.
Druk terwijl het contact op ON staat de
stoelverwarmingschakelaar in zodat het
indikatielampje gaat branden. De modus
verandert als volgt telkens wanneer de
stoelverwarmingschakelaar wordt
ingedrukt.
Volautomatisch type airconditioning
UIT
Hoog
Midden
Laag
Handbediend type airconditioning
UIT
Hoog
Midden
Laag
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij gebruik van de
stoelverwarming:
De warmte van de stoelverwarming
kan voor bepaalde personen te heet
zijn, zoals hieronder aangegeven, en
kan een lage-temperatuur brandwond
veroorzaken.
lZuigelingen, kleine baby's, ouderen
en gehandicapten
lPersonen met een gevoelige huidlPersonen die buitengewoon
vermoeid zijn
lPersonen die onder invloed zijnlPersonen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid
Gebruik de stoelverwarming niet met
afdekkingen die in hoge mate vocht
vasthouden, zoals een deken of kussen
op de zitting:
De kans bestaat dat de zitting te heet
wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Ook wanneer u slechts korte tijd in de
auto gaat slapen, de stoelverwarming
niet gebruiken:
De kans bestaat dat de zitting te heet
wordt en een lage-temperatuur
brandwond veroorzaakt.
Plaats geen zware voorwerpen met
scherpe uitsteeksels op de zitting en er
geen naalden of spelden in steken:
Dit kan tot gevolg hebben dat de
zitting overmatig verhit raakt en dat
door een kleine brandwond letsel
veroorzaakt wordt.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-7íBepaalde modellen.
Page 26 of 805

OPGELET
Gebruik geen organische
oplosmiddelen voor het reinigen van de
zitting. Dit kan schade aan het
zittingoppervlak en de verwarming
veroorzaken.
OPMERKING
lAls het contact wordt uitgeschakeld
terwijl de stoelverwarming in
werking is (Hoog, Midden of Laag)
en vervolgens opnieuw wordt
ingeschakeld, zal de
stoelverwarming automatisch werken
op de temperatuur die ingesteld is
alvorens het contact werd
uitgeschakeld.
lGebruik de stoelverwarming
wanneer de motor draait. Als de
stoelverwarming gedurende langere
tijd ingeschakeld blijft terwijl de
motor niet draait, kan de accu
uitgeput raken.
lDe temperatuur van de
stoelverwarming kan niet verder
worden afgesteld dan Hoog, Midden
en Laag, omdat de stoelverwarming
geregeld wordt door een thermostaat.
qZittingpositiegeheugen
(Bestuurdersstoel)í
Met de functie voor het
zittingpositiegeheugen kunt u de
bestuurdersstoel voor een gewenste
zittingpositie programmeren en een
geprogrammeerde positie door middel van
een eenvoudige druk op een toets
oproepen.
OPGELET
Plaats geen vingers of handen rondom
de onderzijde van de zitting terwijl de
zittinggeheugenfunctie in werking is.
De zitting beweegt automatisch terwijl
de zittinggeheugenfunctie in werking is
waardoor vingers of handen beklemd
kunnen raken en letsel kan ontstaan.
SET toets
De zittingpositie kan op de volgende
manieren geprogrammeerd of bediend
worden.
lBediening van de toetsen aan de zijkant
van de zitting.
lBediening met behulp van de sleutel.
2-8
Belangrijke veiligheidsuitrusting
íBepaalde modellen.
Zittingen
Page 27 of 805

OPMERKING
lAfzonderlijke zittingposities kunnen
geprogrammeerd worden onder de
twee beschikbare
programmeertoetsen aan de zijde van
de bestuurdersstoel, plus één
zittingpositie voor elke
geregistreerde sleutel.
lAls de auto in onderhoud is geweest
en de accukabels werden
losgekoppeld, zullen de
geprogrammeerde zittingposities
gewist zijn. Herprogrammeer de
zittingposities.
Programmering
1. Zet het contact op OFF.
2. Stel de zitting in de gewenste positie af
met behulp van de zitpositie- en
rugleuningverstelschakelaars.
Zie Gebruik van de zittingen op pagina
2-5.
3. Houd de geheugen SET toets ingedrukt
totdat u een pieptoon hoort.
4. Maak binnen 5 seconden na het
voltooien van stap 3 hierboven een van
de volgende instellingen:
lHoud voor het programmeren van
geheugentoets 1 of 2 de toets
ingedrukt totdat u een pieptoon
hoort.
lHoud voor het programmeren van
een sleutel de sleutel
schakelaar
ingedrukt totdat u een pieptoon
hoort.
Afstellen van een geprogrammeerde
positie
(Programmeren op een toets aan de
zijkant van de zitting)
1. Druk terwijl de auto stilstaat op de
programmeertoets voor de
zittingpositie die u wilt oproepen (toets
1 of 2).
2. U hoort een pieptoon wanneer de
afstelling van de zittingpositie voltooid
is.
OPMERKING
lAls geen zittingafstelling nodig is,
klinkt enkel de pieptoon.
lWanneer het contact op ON staat,
werkt de zittinggeheugenfunctie niet
tenzij de keuzehendel in de stand P
staat (automatische transmissie) of de
handrem wordt aangetrokken
(handgeschakelde versnellingsbak).
lWanneer het contact op OFF staat,
kan de zittingpositiegeheugenfunctie
gebruikt worden terwijl de
keuzehendel in een andere stand dan
stand P staat (automatische
transmissie) of de handrem niet is
aangetrokken (handgeschakelde
versnellingsbak). Echter als het
contact op ON wordt gezet terwijl de
zittingpositiegeheugenfunctie in
bedrijf is, wordt de werking
stopgezet.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-9
Page 28 of 805

OPMERKING
lDe afstelling van de zittingpositie
wordt in de volgende gevallen
geannuleerd:
lWanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
lDe SET toets wordt ingedrukt.lProgrammeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
lDe sleutelvergrendelschakelaar of
ontgrendelschakelaar gebruikt
wordt.
lWanneer de auto begint te rijden.
(Bij programmeren op de sleutel)
1. Ontgrendel de portieren door het
indrukken van een verzoekschakelaar
of de sleutel
schakelaar.
2. Na het ontgrendelen van de portieren
begint de afstelling van de
zittingpositie binnen 40 seconden na
het openen van het bestuurdersportier
en klinkt er een pieptoon wanneer de
afstelling voltooid is.
OPMERKING
lAls er geen verandering in de
zittingpositie nodig is, hoort u geen
pieptoon.
lWanneer het contact op ON staat,
werkt de zittinggeheugenfunctie niet
tenzij de keuzehendel in de stand P
staat (automatische transmissie) of de
handrem wordt aangetrokken
(handgeschakelde versnellingsbak).
OPMERKING
lWanneer het contact op OFF staat,
kan de zittingpositiegeheugenfunctie
gebruikt worden terwijl de
keuzehendel in een andere stand dan
stand P staat (automatische
transmissie) of de handrem niet is
aangetrokken (handgeschakelde
versnellingsbak). Echter als het
contact op ON wordt gezet terwijl de
zittingpositiegeheugenfunctie in
bedrijf is, wordt de werking
stopgezet.
lDe afstelling van de zittingpositie
wordt in de volgende gevallen
geannuleerd:
lWanneer een van de
zittingafstelschakelaars gebruikt
wordt.
lDe SET toets wordt ingedrukt.lProgrammeertoets 1 of 2 wordt
ingedrukt.
lDe sleutelschakelaar of
schakelaar wordt bediend.lWanneer de auto begint te rijden.
Wissen van de geprogrammeerde
zittingposities
(Wissen van de zittingposities die op de
sleutel geprogrammeerd zijn)
1. Zet het contact op OFF.
2. Ga door met het indrukken van de
zitting SET toets totdat u een pieptoon
hoort.
3. Houd na het klinken van de pieptoon
de sleutel
schakelaar tenminste 5
seconden continu ingedrukt totdat de
pieptoon klinkt.
2-10
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Page 29 of 805

Achterzitting
qAfzonderlijk neerklapbaar
Voor het verkrijgen van meer ruimte in de
bagageruimte kunnen de rugleuningen
worden neergeklapt.
WAARSCHUWING
Maak lading in de bagageruimte
stevig vast wanneer deze vervoerd
wordt met de rugleuningen
neergeklapt:
Rijden zonder lading en bagage stevig
vast te zetten is gevaarlijk omdat dit
van zijn plaats kan schuiven en bij
plotseling afremmen of een botsing de
besturing kan hinderen, waardoor
ongelukken veroorzaakt kunnen
worden.
Alvorens de afstandbediende
ontgrendelhendels voor de
achterzitting te gebruiken altijd eerst
het kinderzitje van de achterzitting
verwijderen:
Bediening van de afstandbediende
ontgrendelhendels wanneer er zich
een achterwaarts gericht kinderzitje op
de achterzitting bevindt is gevaarlijk.
Wanneer de rugleuning plotseling
naar voren klapt, kan dit letsel
toebrengen aan een kind dat zich in
het kinderzitje bevindt.
WAARSCHUWING
Controleer of er zich niemand op de
achterzitting bevindt alvorens de
afstandbediende ontgrendelhendels te
gebruiken (aan te trekken)
(Voertuigen met afstandbediende
ontgrendelhendel):
Het niet controleren of er zich
personen op de achterzitting bevinden
alvorens de rugleuningen met behulp
van de riem/afstandbediende
ontgrendelhendels neer te klappen is
gevaarlijk. De achterzitting is vanaf de
achterzijde van de auto moeilijk te
overzien. Het bedienen (trekken) van
de afstandbediende ontgrendelhendels
zonder te controleren kan iemand
letsel toebrengen wanneer een
rugleuning plotseling naar voren
klapt.
OPGELET
lBij het gebruik van de
rugleuningknop van de achterzitting,
de rugleuning met uw hand
ondersteunen. Als de rugleuning niet
met uw hand ondersteund wordt, zal
deze plotseling naar voren klappen,
hetgeen letsel kan veroorzaken aan
de vinger waarmee u de
rugleuningknop van de achterzitting
omlaag duwt.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-11
Page 30 of 805

OPGELET
l(Voertuigen met afstandbediende
ontgrendelhendel)
Controleer alvorens de rugleuningen
met behulp van de afstandbediende
ontgrendelhendels neer te klappen of
er zich geen beker in een achterste
bekerhouder bevindt. Wanneer de
rugleuningen met behulp van de
afstandbediende ontgrendelhendels
worden neergeklapt terwijl er zich
een beker in de bekerhouder bevindt,
kunnen het zitkussen en de
rugleuning verontreinigd of
beschadigd raken.
l(Voertuigen met afstandbediende
ontgrendelhendel)
Let bij het gebruik van de
afstandbediende ontgrendelhendels
op de volgende punten:
lOp een helling naar beneden kan
de rugleuning sneller naar voren
klappen dan op een horizontaal
weggedeelte.
lOp een helling naar boven is het
mogelijk dat de rugleuning niet
neerklapt. Wanneer de
rugleuningen niet met behulp van
de ontgrendelhendels neergeklapt
kunnen worden, de rugleuningen
van de achterzitting vanuit de
binnenzijde van de auto naar
voren trekken.
Neerklappen van beide rugleuningen
OPGELET
Controleer de stand van een voorzitting
alvorens de rugleuning van een
achterzitting neer te klappen.
Afhankelijk van de stand van de
voorzitting is het misschien niet
mogelijk de rugleuning van een
achterzitting volledig neer te klappen,
aangezien deze de rugleuning van de
voorzitting zou kunnen raken waardoor
de voorzitting of het opbergzakje ervan
bekrast of beschadigd zou kunnen
worden. Zet indien nodig de hoofdsteun
van de zitting aan de portierzijde van de
achterzitting omlaag of verwijder deze.
Gebruik van de afstandbediende
ontgrendelhendel
í
Controleer eerst of de achterzittingen vrij
zijn van obstakels, open de achterklep en
zet de rugleuning die u wilt neerklappen
omlaag met behulp van de
afstandbediende ontgrendelhendel.
Gebruik voor het neerklappen van de
linkerzijde het buitenste gedeelte van de
afstandbediende ontgrendelhendel.
2-12
Belangrijke veiligheidsuitrusting
íBepaalde modellen.
Zittingen