MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 31 of 805

OPGELET
(Neerklappen van de linker rugleuning)
Wees voorzichtig bij het bedienen van
de afstandbediende ontgrendelhendel
wanneer de middelste zitting is
neergeklapt. Als iemand die op de
rechter achterzitting zit zijn hand op de
middelste zitting legt, kan deze door
een rugleuning of zittingonderdeel
beklemd raken, waardoor letsel
veroorzaakt kan worden.
Gebruik van de drukknop
Duw de rugleuningknop van de
achterzitting omlaag.
Neerklappen van enkel de middelste
zittingí
Gebruik van de afstandbediende
ontgrendelhendel
1. Als de middelste hoofdsteun in de
stand voor gebruik staat, deze
opbergen.
2. Controleer eerst of de middelste zitting
vrij is van obstakels, open de
achterklep en trek aan de
afstandbediende ontgrendelhendels
binnen aan de linker zijde van het
achterklepcompartiment.
Gebruik van de riem
1. Als de middelste hoofdsteun in de
stand voor gebruik staat, deze
opbergen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-13íBepaalde modellen.
Page 32 of 805

2. Trek voor het naar voren klappen van
de rugleuning aan de riem aan de
achterzijde van de rugleuning.
Terugzetten van de rugleuningen in de
rechtop stand
1. Til de rugleuningen rechtop.
2. Trek vanuit de binnenzijde van de auto
aan de bovenkanten van de
rugleuningen om te controleren of deze
vergrendeld zijn.
WAARSCHUWING
Let er op dat de veiligheidsgordels
volledig van onder de rugleuningen
vandaan getrokken zijn:
Een veiligheidsgordel die onder een
rugleuning beklemd is geraakt nadat
de rugleuning in de rechtop stand is
geplaatst, is gevaarlijk. Bij een botsing
of plotselinge stop kan de
veiligheidsgordel geen voldoende
bescherming bieden.
WAARSCHUWING
Wanneer u de rugleuning in de
rechtop stand terugzet, er op letten dat
er geen rode indikatie zichtbaar is:
Het is gevaarlijk wanneer een
rugleuning van de achterzitting niet
volledig en vergrendeld in de rechtop
stand wordt teruggezet. Bij plotseling
stoppen of onverwachte manoeuvres
kan een rugleuning plotseling naar
voren klappen en letsel veroorzaken.
Als er op de achterzijde van de
rugleuningknop van de achterzitting
een rode indikator zichtbaar is, is de
rugleuning niet in de rechtop stand
vergrendeld.
Vergrendelstand
Ontgrendelstand
Rode indikator
2-14
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Page 33 of 805

qArmsteuní
De achterste armsteun in het midden van
de rugleuning van de achterzitting kan
gebruikt worden of rechtop geplaatst
worden (geen inzittende op de middelste
zitting).
WAARSCHUWING
Plaats uw handen en vingers nooit
nabij de bewegende delen van de
zitting en de armsteun:
Het plaatsen van uw handen en
vingers nabij de bewegende delen van
de zitting en de armsteun is gevaarlijk,
aangezien de kans bestaat op letsel.
Hoofdsteunen
Uw auto is uitgerust met hoofdsteunen op
alle buitenste zitplaatsen en op de
middelste zitplaats van de achterzitting.
De hoofdsteunen zijn bedoeld om u en uw
passagiers te helpen beschermen tegen
nekletsel.
WAARSCHUWING
Rijd wanneer zittingen gebruikt
worden steeds met de hoofdsteunen
ingestoken en zorg ervoor dat ze goed
afgesteld zijn. Bovendien moet u altijd
de hieronder aangegeven
hoofdsteunen omhoog zetten wanneer
deze worden gebruikt:
Het rijden zonder hoofdsteunen of met
te laag afgestelde hoofdsteunen is
gevaarlijk. Als u geen steun achter uw
hoofd heeft, kan in het geval van een
botsing uw nek ernstig letsel oplopen.
(Hoofdsteunen die moeten worden
omhoog gezet voor gebruik)
Alle achterzittinghoofdsteunen
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-15íBepaalde modellen.
Page 34 of 805

qAfstelling van de hoogte
Stel de hoofdsteun zodanig af dat het
midden daarvan op gelijke hoogte is met
de bovenzijde van de oren van de
passagier.
Voor het hoger zetten van de hoofdsteun,
deze tot in de gewenste positie omhoog
trekken.
Voor het omlaag zetten van de
hoofdsteun, de ontgrendeling indrukken
en vervolgens de hoofdsteun omlaag
drukken.
Buitenste zitting van voorzitting
Buitenste zitting van achterzitting
Middelste zitting van achterzitting
qUitbouwen/Inbouwen
Voor het verwijderen van de hoofdsteun,
de ontgrendeling indrukken en de
hoofdsteun omhoog trekken.
Steek voor het installeren van de
hoofdsteun de pootjes in de gaten terwijl u
de ontgrendeling indrukt.
2-16
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
Page 35 of 805

WAARSCHUWING
Rijd wanneer zittingen gebruikt
worden steeds met de hoofdsteunen
ingestoken en zorg ervoor dat ze goed
geïnstalleerd zijn:
Rijden zonder dat de hoofdsteunen
zijn geïnstalleerd is gevaarlijk. Als u
geen steun achter uw hoofd heeft, kan
in het geval van een botsing uw nek
ernstig letsel oplopen.
Na het aanbrengen van een
hoofdsteun, deze proberen omhoog te
trekken om er zeker van te zijn dat de
hoofdsteun goed vast zit:
Rijden met een niet goed bevestigde
hoofdsteun is gevaarlijk, aangezien de
hoofdsteun dan niet de juiste
bescherming kan bieden en tot gevolg
kan hebben dat de hoofdsteun
onverwachts van de zitting losraakt.
OPGELET
lLet er op bij het installeren van een
hoofdsteun dat deze correct geplaatst
wordt met de voorzijde van de
hoofdsteun naar voren gericht. Als
de hoofdsteun niet correct geplaatst
wordt, kan deze tijdens een botsing
van de zitting losraken en letsel
veroorzaken.
lDe hoofdsteunen van de voor- en
achterzittingen zijn specifiek voor
elke zitting. De posities van de
hoofdsteunen niet met elkaar
verwisselen. Als een hoofdsteun niet
op de correcte zitting wordt
geplaatst, kan de hoofdsteun tijdens
een botsing niet meer de juiste
bescherming bieden, waardoor letsel
veroorzaakt kan worden.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Zittingen
2-17
Page 36 of 805

Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels helpen de kans op ernstig letsel tijdens ongevallen en plotseling stoppen
te verminderen. Het wordt door Mazda aangeraden dat de bestuurder en passagiers te allen
tijde gebruik maken van de veiligheidsgordels.
Alle zittingen zijn voorzien van heup/schoudergordels. Deze gordels zijn ook uitgerust met
oprolautomaten met traagheidsvergrendeling die er voor zorgen dat de gordels geen hinder
vormen wanneer ze niet gebruikt worden. De vergrendelingen maken het mogelijk dat de
gordels soepel en comfortabel om het lichaam sluiten, maar zullen op het moment van een
aanrijding in positie blokkeren.
Bij bepaalde modellen (met automatische blokkeerstand), werken de oprolautomaten van
de veiligheidsgordels van de buitenste zittingen in twee standen, de noodblokkeerstand en
voor kinderzitjes, de automatische blokkeerstand.
WAARSCHUWING
Draag altijd uw veiligheidsgordel en let er op dat alle inzittenden hun
veiligheidsgordels op de juiste wijze omgedaan hebben:
Het niet dragen van veiligheidsgordels is buitengewoon gevaarlijk. Inzittenden die
tijdens een botsing geen veiligheidsgordels dragen kunnen tegen iemand anders of
tegen objecten in de auto geslingerd worden. Zij kunnen daardoor ernstig letsel
mogelijk met dodelijke afloop oplopen. Bij dezelfde botsing zullen de inzittenden die
wel gebruik van de veiligheidsgordels maken aanzienlijk minder letsel oplopen.
Draag nooit veiligheidsgordels die verdraaid zitten:
Veiligheidsgordels die verdraaid zitten zijn gevaarlijk. Bij een aanrijding is de volle
breedte van de gordel dan niet beschikbaar om de schok van de botsing op te vangen.
Dit leidt er toe dat er een grotere druk op de botten onder de gordel wordt uitgeoefend,
waardoor botbreuk of overig ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. Dus als uw
veiligheidsgordel verdraaid is, moet u de gordel recht trekken en de verdraaiingen er
uit halen zodat de veiligheidsgordel over de volledige breedte gebruikt kan worden.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon
tegelijkertijd:
Het gebruik van één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd is
gevaarlijk. Een veiligheidsgordel die op deze wijze wordt gebruikt kan de kracht van
de schok niet op de juiste manier spreiden en de twee passagiers zouden tegen elkaar
aan gedrukt kunnen worden en ernstig of mogelijk dodelijk letsel kunnen oplopen.
Gebruik nooit meer dan één veiligheidsgordel voor meer dan één persoon tegelijkertijd
en ga pas met de auto rijden wanneer alle inzittenden hun veiligheidsgordels op de
juiste wijze hebben omgedaan.
2-18
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 37 of 805

WAARSCHUWING
Rijd niet met een auto met een beschadigde veiligheidsgordel:
Gebruik van een beschadigde veiligheidsgordel is gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
gordelmateriaal van de veiligheidsgordel die op dat moment werd gedragen
beschadigd raken. Een beschadigde veiligheidsgordel kan tijdens een aanrijding geen
voldoende bescherming bieden. Laat een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur alle veiligheidsgordelsystemen die tijdens een aanrijding in
gebruik waren inspecteren alvorens deze weer in gebruik te nemen.
Laat uw veiligheidsgordels onmiddellijk vernieuwen als de voorspanner of
drukbegrenzer geactiveerd werd:
Laat na een botsing altijd onmiddellijk een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur de voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en de
airbags inspecteren. Juist zoals de airbags functioneren de voorspanners en
drukbegrenzers van de voorzittingveiligheidsgordels slechts eenmaal en moeten deze
na elke botsing waarbij deze geactiveerd werden worden vernieuwd. Als de
voorspanners van de voorzittingveiligheidsgordels en drukbegrenzers niet vernieuwd
worden, zal het risico van letsel bij een botsing toenemen.
Dragen van de schoudergordel:
Een schoudergordel die op verkeerde wijze wordt gedragen is gevaarlijk. Zorg er
steeds voor dat de schoudergordel over uw schouder en in de nabijheid van uw nek
wordt geplaatst, maar nooit onder de arm, op de nek zelf of op de bovenarm.
Dragen van de heupgordel:
Een heupgordel die te hoog wordt gedragen is gevaarlijk. Bij een aanrijding wordt de
schok van de botsing dan rechtstreeks op de onderbuik overgebracht, hetgeen ernstig
letsel kan veroorzaken. Zorg er voor dat de heupgordel nauwsluitend past en draag
deze zo laag mogelijk om de heupen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-19
Page 38 of 805

WAARSCHUWING
Instrukties voor gebruik van de veiligheidsgordels:
Veiligheidsgordels dienen op het beenderstelsel van het lichaam te drukken en
behoren laag om de voorzijde van het bekken, of om het bekken, de borst en schouders
gedragen te worden, al naargelang van toepassing; het dragen van de heupgordel
rondom de buik dient vermeden te worden.
Veiligheidsgordels behoren zo nauwsluitend mogelijk afgesteld te worden, in
overeenstemming met comfort, om de bescherming te kunnen bieden waarvoor zij
bestemd zijn. Een gordel die niet voldoende gespannen is zal de drager ervan
aanzienlijk minder bescherming kunnen bieden.
Zorg ervoor verontreiniging van het gordelmateriaal door schoonmaakmiddelen, olie
en chemische middelen, in het bijzonder accuzuur, te voorkomen. De gordels kunnen
het veiligste gereinigd worden met een oplossing van zachte zeep en water. Vernieuw
de gordels als het materiaal gerafeld, verontreinigd of beschadigd is.
Het is belangrijk de veiligheidsgordels als geheel te vernieuwen nadat deze bij een
ernstige botsing zijn gedragen, ook als beschadiging van het gordelsysteem niet
duidelijk waarneembaar is.
Veiligheidsgordels behoren niet gedraaid te worden gedragen.
Elke veiligheidsgordel dient slechts door één inzittende te worden gebruikt; het is
gevaarlijk een veiligheidsgordel aan te brengen rondom een kind dat op iemands
schoot zit.
Door de gebruiker mogen er geen wijzigingen of toevoegingen worden aangebracht
die verhinderen dat de afstelmechanismen van de veiligheidsgordels de gordels
strakker kunnen aanspannen of die verhinderen dat de gordels door de gebruiker
strakker kunnen worden afgesteld.
OPGELET
Het oprollen van de veiligheidsgordels verloopt stroever wanneer de gordels en de
gordelgeleiders verontreinigd zijn. Houd deze dus altijd schoon. Zie voor meer
bijzonderheden betreffende het reinigen van de veiligheidsgordels“Reinigen van het
materiaal van de heup/schoudergordels”(pagina 6-85).
Ring
2-20
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
Page 39 of 805

qGebruik van de veiligheidsgordels door zwangere vrouwen en personen met
ernstige medische condities
Zwangere vrouwen dienen altijd van de veiligheidsgordels gebruik te maken. Raadpleeg
uw dokter voor nader advies.
De heupgordel dient NAUWSLUITEND EN ZO LAAG MOGELIJK OM DE HEUPEN
gedragen te worden.
De schoudergordel dient correct over uw schouder gedragen te worden, echter nooit over
de buik.
Personen met ernstige medische condities dienen eveneens van de veiligheidsgordels
gebruik te maken. Raadpleeg uw dokter voor bijzondere instructies betreffende bepaalde
medische condities.
qNoodblokkeerstand
Wanneer de veiligheidsgordel is vastgemaakt, zal deze zich altijd in de noodblokkeerstand
bevinden.
In de noodblokkeerstand blijft de gordel comfortabel om de gebruiker zitten en zal de
oprolautomaat tijdens een aanrijding in positie blokkeren.
Als de gordel geblokkeerd is en niet naar buiten getrokken kan worden, de gordel eenmaal
laten oprollen en deze vervolgens langzaam proberen naar buiten te trekken. Als dit niet
werkt, de gordel eenmaal krachtig aantrekken en loslaten en vervolgens opnieuw langzaam
naar buiten trekken.
(Veiligheidsgordel met automatische blokkeerstand)
Als de gordel is vastgemaakt, zal deze zich altijd in de noodblokkeerstand bevinden, totdat
u de gordel in de automatische blokkeerstand zet door deze over de volledige lengte naar
buiten te trekken. Als de gordel strak aanvoelt en tijdens het rijden of bij stilstand
comfortabele beweging hindert, bestaat de kans dat de automatische blokkeerstand
ingesteld is, omdat u de gordel te ver naar buiten getrokken heeft. Wacht om de gordel
terug te zetten in de meer comfortabele noodblokkeerstand totdat u de wagen op een
veilige en vlakke plaats tot stilstand kunt brengen, laat de gordel volledig oprollen om deze
weer om te zetten naar de noodblokkeerstand en trek vervolgens de gordel opnieuw om u
heen.
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
2-21
Page 40 of 805

qAutomatische blokkeerstandí
Gebruik altijd de automatische blokkeerstand om te voorkomen dat het kinderzitje in het
geval van een aanrijding naar een onveilige plaats verschoven wordt. Om de
veiligheidsgordel in de automatische blokkeerstand te krijgen, deze volledig naar buiten
trekken en aansluiten volgens de instrukties op het kinderzitje. De gordel wordt tot aan het
kinderzitje opgerold en houdt dit geblokkeerd. Zie het hoofdstuk betreffende kinderzitjes
(pagina 2-29).
2-22
Belangrijke veiligheidsuitrusting
íBepaalde modellen.
Veiligheidsgordelsysteem