stop start MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2015, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2015Pages: 805, PDF Size: 8.95 MB
Page 242 of 805

OPGELET
lLaat tijdens het rijden uw voet nooit
op het koppelingspedaal rusten.
Gebruik de koppeling niet om de
auto op een helling in stilstaande
positie te houden. Wanneer u uw
voet op het koppelingspedaal laat
rusten wordt onnodige slijtage van
de koppeling en beschadiging
veroorzaakt.
lOefen geen onnodige zijdelingse
kracht uit op de versnellingshendel
bij het overschakelen van de 5de
naar de 4de versnelling. Dit kan er
toe leiden dat per ongeluk de 2de
versnelling wordt gekozen, wat
beschadiging van de transmissie kan
veroorzaken.
lZorg er voor dat de auto volledig tot
stilstand gebracht is alvorens naar
stand R over te schakelen.
Overschakelen naar stand R terwijl
de auto nog in beweging is kan
beschadiging van de versnellingsbak
tot gevolg hebben.
OPMERKING
lIndien het moeilijk is in naar stand R
te schakelen, naar de vrijstand
terugschakelen, het koppelingspedaal
loslaten en vervolgens nogmaals
proberen.
l(Met i-stop functie)
Als de motor als gevolg van afslaan
is gestopt, kan deze opnieuw worden
gestart door het koppelingspedaal in
te trappen binnen 3 seconden nadat
de motor is gestopt.
De motor kan onder de volgende
omstandigheden ook als het
koppelingspedaal wordt ingetrapt
niet opnieuw worden gestart:
lHet bestuurdersportier geopend is.lDe veiligheidsgordel van de
bestuurder is niet vastgemaakt.
lNa het afslaan van de motor is het
koppelingspedaal niet volledig
losgelaten.
lHet koppelingspedaal wordt
ingetrapt terwijl de motor niet
volledig is stopgezet.
4-78
Tijdens het rijden
Transmissie
Page 367 of 805

OPMERKING
l(Handgeschakelde versnellingsbak)
Als de auto door de werking van het SCBS tot stilstand wordt gebracht en het
koppelingspedaal niet wordt ingetrapt, stopt de motor.
lWanneer het systeem in werking is, wordt de gebruiker op de hoogte gesteld door het
knipperen van de stadsverkeer-remassistent (SCBS) waarschuwingsindikatie en de
multi-informatiedisplay.
qDisplay van automatische
remwerking
Wanneer de SCBS rem of de remhulp
(SCBS remhulpsysteem) in werking is,
wordt“SCBS automatische rem”in de
multi-informatiedisplay getoond.
OPMERKING
lWanneer de SCBS rem of remhulp
(SCBS remhulpsysteem) in werking
is, klinkt met tussenpozen de anti-
botsingwaarschuwingszoemer.
lAls de auto door de werking van het
SCBS tot stilstand is gebracht en het
rempedaal niet wordt ingetrapt,
klinkt de waarschuwingszoemer
eenmaal na ongeveer 2 seconden en
wordt de SCBS rem automatisch
vrijgezet.
qStopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F)
De stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) kan tijdelijk buiten werking
gesteld worden.
Wanneer het stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F) systeem wordt
uitgeschakeld, gaat het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) OFF indikatielampje
branden.
Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
Zonder SCBS OFF schakelaar
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-203
Page 374 of 805
![MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch) qStopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R)
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) kan tijdelijk buiten werking
gesteld worden.
Wanneer het stadsverkeer MAZDA MODEL CX-5 2015 Handleiding (in Dutch) qStopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R)
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) kan tijdelijk buiten werking
gesteld worden.
Wanneer het stadsverkeer](/img/28/13839/w960_13839-373.png)
qStopzetten van de werking van de
stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R)
De stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) kan tijdelijk buiten werking
gesteld worden.
Wanneer het stadsverkeer-remassistent
[Achteruit] (SCBS R) systeem wordt
uitgeschakeld, gaat het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) OFF indikatielampje
branden.
Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
Zonder SCBS OFF schakelaar
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Met SCBS OFF schakelaar
Druk op de SCBS OFF schakelaar om het
systeem uit te schakelen. Het
stadsverkeer-remassistent (SCBS) OFF
indikatielampje in de instrumentengroep
gaat branden.
Druk nogmaals op de schakelaar om het
systeem opnieuw in te schakelen. Het
stadsverkeer-remassistent (SCBS) OFF
indikatielampje gaat uit.
4-210
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Page 377 of 805

qWaarschuwing voor botsing
Als er de kans bestaat op een botsing met
een voorliggend voertuig, klinkt er
onafgebroken een zoemtoon en wordt een
waarschuwing aangegeven in de multi-
informatiedisplay.
qStopzetten van de werking van
het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS)
Het Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) kan tijdelijk buiten werking gesteld
worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
Wanneer het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, gaat het Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) OFF
indikatielampje branden.
Het systeem wordt gebruiksklaar zodra de
motor opnieuw gestart wordt.
OPMERKING
Als de werking van Smart Brake
Support remhulpsysteem (SBS) wordt
uitgeschakeld, wordt tegelijkertijd de
werking van het stadsverkeer-
remassistent (SCBS) systeem
uitgeschakeld.
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
4-213
Page 397 of 805

OPGELET
Elke band, inclusief het reservewiel (indien voorzien), dient maandelijks in koude
toestand gecontroleerd te worden en op de bandenspanning gebracht te worden welke
wordt aanbevolen door de autofabrikant op het voertuiginformatieplaatje of
bandenspanningslabel. (Als uw auto banden van een verschillende maat heeft dan de
maat die op het voertuiginformatieplaatje of bandenspanningslabel staat aangegeven,
dient u de juiste bandenspanning voor deze banden te bepalen.)
Bij wijze van extra veiligheidsvoorziening is uw auto uitgerust met een
bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) dat een verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning laat branden wanneer de bandenspanning van één of meerdere van uw
banden beduidend laag is. Wanneer dus het verklikkerlichtje voor lage bandenspanning
gaat branden, dient u te stoppen en uw banden zo spoedig mogelijk te controleren en
deze op de juiste spanning te brengen. Rijden met een band waarvan de bandenspanning
beduidend laag is, kan oververhit raken van de band en bandenpech veroorzaken. Te
lage bandenspanning verhoogt ook het brandstofverbruik, leidt tot snellere slijtage van
het bandenprofiel en kan de bestuurbaarheid en remweg nadelig beïnvloeden.
Houd er rekening mee dat het TPMS systeem geen remedie biedt voor een onjuist
bandenonderhoud en het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder de juiste
bandenspanning te handhaven, ook als een te lage bandenspanning nog niet het niveau
heeft bereikt dat het TPMS verklikkerlichtje voor lage bandenspanning gaat branden.
Uw auto is ook uitgerust met een TPMS storingindikator om aan te geven wanneer het
systeem niet correct functioneert.
De TPMS storingindicator is gecombineerd met het verklikkerlichtje voor lage
bandenspanning. Wanneer het systeem een storing bespeurt, gaat het verklikkerlichtje
gedurende ongeveer één minuut knipperen en blijft vervolgens continu branden. Deze
volgorde blijft voortduren telkens wanneer de auto opnieuw gestart wordt voor zolang
als de storing blijft bestaan. Wanneer de storingindikator brandt, bestaat de kans dat het
systeem een lage bandenspanning niet zoals bedoeld kan opsporen of melden. Storingen
in het TPMS systeem kunnen zich voordoen om uiteenlopende redenen, zoals het
vervangen of verwisselen van banden of velgen op de auto welke verhinderen dat het
TPMS systeem juist kan functioneren. Controleer steeds de TPMS storingindicator na
het vervangen van één of meer banden of velgen op uw auto om er zeker van te zijn dat
na het vervangen of verwisselen van banden en velgen het TPMS systeem juist blijft
functioneren.
Om foutieve aflezingen te voorkomen neemt het systeem gedurende een korte tijd
steekproeven alvorens een probleem te melden. Als gevolg zal een band die snel
leegloopt of plotseling lek is geraakt niet onmiddellijk door het systeem gemeld worden.
Tijdens het rijden
Bandenspanningcontrolesysteem
4-233
Page 472 of 805

qBediening van de compact disc (CD) speler
CD weergavetoets
Scan-toetsTeksttoetsSpoor terug/terugspoeltoets Spoor
vooruit/snelvooruitspoeltoets
BestandsregelknopMap omhoog toets
Map omlaag toetsAudiodisplay
CD uitwerptoets CD gleuf Willekeurige volgorde weergavetoets
Weergave/pauzetoets
Herhaalde weergavetoetsDe afbeelding toont als
voorbeeld de type A eenheid.
Type Afspeelbare gegevens
Muziek/MP3/
WMA/AAC CD
speler
lMuziekgegevens (CD-DA)
lMP3/WMA/AAC bestand
OPMERKING
Als een disc zowel muziekgegevens
(CD-DA) als MP3/WMA/AAC
bestanden bevat, verschilt de weergave
van de twee of drie bestandstypen
afhankelijk van de manier waarop de
disc werd opgenomen.
Insteken van de CD
Steek de CD in de gleuf met het label naar
boven gericht. Het automatische
laadmechanisme zal de CD op zijn plaats
brengen en de weergave starten.
OPMERKING
Het duurt een kort ogenblik voordat de
weergave begint om de speler de tijd te
geven de digitale signalen op de CD te
lezen.
Uitwerpen van een CD
Druk op de CD uitwerptoets (
)omde
CD uit te werpen.
Weergave
Druk op de CD weergavetoets (
)om
de weergave te laten beginnen wanneer er
een CD in het apparaat geplaatst is. Als u
op de CD weergavetoets (
) drukt
wanneer er zich geen CD in de installatie
bevindt, zal“NO DISC”aan en uit
knipperen.
Pauze
Druk voor het stopzetten van de weergave
op de weergave/pauzetoets (5).
Druk nogmaals op de toets om de
weergave te hervatten.
Snelvooruitspoelen/Terugspoelen
Houd de snelvooruitspoeltoets (
)
ingedrukt om met hoge snelheid een spoor
in voorwaartse richting te doorlopen.
Houd de terugspoeltoets (
) ingedrukt
om met hoge snelheid een spoor in
achterwaartse richting te doorlopen.
5-44
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 495 of 805

Weergave
Selecteer terwijl een DVD is ingestoken het
pictogram op het thuisscherm en toon het
Amusementscherm. Wanneer
wordt geselecteerd, wordt het bovenste menuscherm
van de DVD en de controller getoond.
Wanneer het afspelen door middel van bediening van de controller wordt gestart, worden
de volgende pictogrammen aan de onderzijde van het scherm getoond.
Pictogram Functie
Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.
Keert terug naar het DVD menuscherm.
Keert terug naar het begin van het vorige hoofdstuk als het pictogram wordt geselecteerd
binnen een paar seconden nadat het afspelen van het huidige hoofdstuk is begonnen.
Keert terug naar het begin van het huidige hoofdstuk als het pictogram wordt geselecteerd
een paar seconden nadat het afspelen van het huidige hoofdstuk is begonnen.
Lang indrukken tijdens afspelen voor snelterugspoelen.
Lang indrukken tijdens pauze voor terug afspelen met vertraagde beeldweergave. Deze
stopt wanneer u uw hand van het pictogram of de commanderknop wegneemt.
Geeft de DVD weer. Selecteer dit nogmaals om de weergave te pauzeren.
Gaat verder naar het begin van het volgende hoofdstuk.
Lang indrukken tijdens afspelen voor snelvooruitspoelen.
Lang indrukken tijdens pauze voor afspelen met vertraagde beeldweergave. Deze stopt
wanneer u uw hand van het pictogram of de commanderknop wegneemt.
Verandert de camerahoek telkens wanneer het pictogram wordt geselecteerd
(alleen bruikbare DVD's).
Verandert het tonen/niet-tonen van de ondertiteling (alleen bruikbare DVD's).
Verandert de instelling voor ouderlijk toezicht.
Verandering van de instelling van het ouderlijk toezichtniveau en PIN code is mogelijk.
Pauzeert het afspelen en toont het DVD instellingenscherm.
Selecteervoor het afstellen van de geluidskwaliteit.
Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-53.
Selecteer
voor het veranderen van de aspectverhouding
(horizontaal/verticaal verhouding van het scherm). 16:9 Breedbeeld, 4:3 Briefformaat en 4:3
Pan-scan zijn beschikbaar.
Stelt het scherm af.
Toont het video-instellingenscherm aan de onderzijde van het scherm.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-67
Page 506 of 805

qGebruik van de USB modus (Type A/Type B)
USB/AUX toets
Scan-toetsTeksttoetsDe afbeelding toont als
voorbeeld de type A eenheid.
Spoor terug/terugspoeltoetsSpoor
vooruit/snelvooruitspoeltoets
Audiodisplay Willekeurige volgorde weergavetoets
Weergave/pauzetoets
Herhaalde weergavetoets
BestandsregelknopMap omhoog toets
Map omlaag toets
Type Afspeelbare gegevens
USB modus MP3/WMA/AAC bestand
USB 3.0 apparatuur wordt door deze
installatie niet ondersteund. Het is
mogelijk dat andere apparatuur eveneens
niet wordt ondersteund, afhankelijk van
het model of de versie van het
besturingssysteem.
Weergave
1. Zet het contact op ACC of ON.
2. Druk op de aan/uit/volumeknop om de
audio-installatie in te schakelen.
3. Druk op de USB/AUX toets (
)om
over te schakelen naar de USB modus
en start de weergave.
OPMERKING
lBij bepaalde apparatuur zoals
smartphones moet een instelling
gewijzigd worden om van bediening
met behulp van een USB verbinding
gebruik te kunnen maken.
lWanneer het USB apparaat niet is
aangesloten, schakelt de modus niet
over naar de USB modus.
lWanneer er geen afspeelbare
gegevens in het USB apparaat
beschikbaar zijn, knippert“NO
CONTENTS”.
lWeergave van het USB apparaat
gebeurt in de volgorde van de
mapnummers. Mappen die geen
MP3/WMA/AAC bestanden
bevatten worden overgeslagen.
lIn de USB modus het USB apparaat
niet verwijderen. De gegevens
kunnen dan beschadigd worden.
Pauze
Druk voor het stopzetten van de weergave
op de weergave/pauzetoets (5).
5-78
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 510 of 805

qGebruik van de iPod modus (Type A/Type B)
Scan-toetsTeksttoetsSpoor terug/terugspoeltoets Spoor
vooruit/snelvooruitspoeltoets
BestandsregelknopAudiodisplay Willekeurige volgorde weergavetoets
Weergave/pauzetoets
Herhaalde
weergavetoets
De afbeelding toont als
voorbeeld de type A eenheid.USB/AUX toets Lijst omhoog toets
Lijst omlaag toetsCategorie omlaag toets
Categorie omhoog toets
Het is mogelijk dat een iPod niet
compatibel is afhankelijk van het model
of de versie van het besturingssysteem. In
dit geval verschijnt een foutmelding.
OPMERKING
De iPod functies op de iPod kunnen
niet gebruikt worden terwijl deze
aangesloten is op de installatie,
aangezien de installatie de iPod functies
bestuurt.
Weergave
1. Zet het contact op ACC of ON.
2. Druk op de aan/uit/volumeknop om de
audio-installatie in te schakelen.
3. Druk op de USB/AUX toets (
)om
over te schakelen naar de iPod modus
en start de weergave.
OPMERKING
lWanneer geen iPod is ingestoken,
schakelt de modus niet over naar
iPod modus.
lWanneer er geen afspeelbare
gegevens in de iPod beschikbaar
zijn, wordt“NO CONTENTS”
knipperend aangegeven.
lIn de iPod modus de iPod niet
verwijderen. Anders bestaat de kans
op beschadiging van de gegevens.
Pauze
Druk voor het stopzetten van de weergave
op de weergave/pauzetoets (5).
Druk nogmaals op de toets om de
weergave te hervatten.
Snelvooruitspoelen/Terugspoelen
Houd de snelvooruitspoeltoets (
)
ingedrukt om met hoge snelheid een spoor
in voorwaartse richting te doorlopen.
Houd de terugspoeltoets (
) ingedrukt
om met hoge snelheid een spoor in
achterwaartse richting te doorlopen.
5-82
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
Page 515 of 805

2. Selecteerofom over te schakelen naar de USB modus. De volgende
pictogrammen worden getoond op het onderste gedeelte van de middendisplay.
Pictogram Functie
Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.
De lijst met categorieën wordt getoond.
De huidige sporenlijst wordt getoond.
Selecteer een gewenst spoor om dit af te spelen.
Speelt het huidige spoor bij herhaling af.
Selecteer dit nogmaals om de sporen in de huidige sporenlijst bij herhaling af te spelen.
Wanneer dit nogmaals wordt geselecteerd, wordt de functie geannuleerd.
Sporen in de huidige sporenlijst worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
Selecteer het muziekstuk nogmaals om dit te annuleren.
Start met de weergave van een spoor dat soortgelijk is aan het huidige spoor met behulp van
Gracenote's More Like This™.
Selecteer voor het annuleren van More Like This™het gewenste muziekstuk uit de
categorielijst.
Als dit binnen enkele seconden vanaf het begin van een muziekstuk dat met afspelen is
begonnen wordt geselecteerd, wordt het eerdere muziekstuk geselecteerd.
Als meer dan een paar seconden zijn verstreken, wordt het muziekstuk dat op het huidige
moment wordt afgespeeld opnieuw vanaf het begin afgespeeld.
Lang indrukken voor snelterugspoelen. Deze stopt wanneer u uw hand van het pictogram of
de commanderknop wegneemt.
Spoor wordt afgespeeld. Wanneer dit opnieuw wordt geselecteerd, wordt de weergave
tijdelijk stopgezet.
Gaat verder naar het begin van het volgende muziekstuk.
Lang indrukken voor snelvooruitspoelen.
Toont de geluidsinstellingen voor het afstellen van het audiokwaliteitsniveau.
Zie Volume/Display/Geluidsregelaars op pagina 5-53.
OPMERKING
lVerplaats de schuifregelaar die de afspeeltijd aangeeft om over te gaan naar de
gewenste lokatie op het spoor.
lHet aanzicht van de pictogrammen voor herhalen en shuffle veranderen afhankelijk
van de soort bedieningsopdracht waarbij de functie wordt gebruikt.
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
5-87