MAZDA MODEL CX-5 2017 Instruktionsbog (in Danish)
Manufacturer: MAZDA, Model Year: 2017, Model line: MODEL CX-5, Model: MAZDA MODEL CX-5 2017Pages: 889, PDF Size: 11.02 MB
Page 311 of 889

4–123
Tijdens het rijden
Drive-selectie
*Bepaalde modellen.
Drive-selectie *
Drive-selectie is een systeem dat de drive-stand van de auto overschakelt. Wanneer de
sportstand is geselecteerd, geeft de auto bij de bediening van het gaspedaal een krachtigere
respons. Dit zorgt voor een extra snelle acceleratie, wat nodig kan zijn voor het veilig
uitvoeren van manoeuvres zoals het wisselen van rijbaan, het oprijden van snelwegen of het
inhalen van andere voertuigen.
OPGELET
Gebruik de sportstand niet bij het rijden op gladde wegen zoals natte of met sneeuw
bedekte wegen. Dit kan slippen van de banden veroorzaken.
OPMERKING
Wanneer de sportstand wordt geselecteerd, wordt er met hogere motortoerentallen
gereden wat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik. Mazda raadt aan dat u bij
normaal rijden de sportstand uitschakelt.
Onder de volgende omstandigheden kan de drive-stand niet worden overgeschakeld:
ABS/TCS/DSC is in bedrijf
De display van het Mazda Radar Cruise Control met Stop & Go-functie (MRCC
met Stop & Go-functie) systeem/Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem/
kruissnelheidsregelaar functioneert.
Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.
Page 312 of 889

4–124
Tijdens het rijden
Drive-selectie
Drive-selectieschakelaar
Druk voor het selecteren van de sportstand
de drive-selectieschakelaar naar voren
(“
”).
Trek voor het annuleren van de sportstand
de drive-selectieschakelaar naar achteren
(“
”).
OPMERKING
De sportstand wordt geannuleerd
wanneer het contact wordt
uitgeschakeld.
Afhankelijk van de
rijomstandigheden is het mogelijk dat
wanneer de sportstand is geselecteerd
de auto terugschakelt of een weinig
accelereert.
Keuzemodusindicatie
Wanneer de sportstand wordt geselecteerd,
gaat de keuzemodusindicatie in de
instrumentengroep branden.
OPMERKING
Als de drive-selectie niet overgeschakeld
kan worden naar de sport-stand, gaat de
keuzemodusindicatie knipperen om de
bestuurder te attenderen.
Page 313 of 889

4–125
Tijdens het rijden
i-ACTIV AWD
*Bepaalde modellen.
i-ACTIV AWD werking *
Het 4WD systeem zorgt voor uitstekende
rijeigenschappen op wegen die met
sneeuw of ijs overdekt zijn, bij het rijden
door zand en modder, alsmede bij het
rijden op steile hellingen of op overige
gladde ondergrond.
Systeemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampjes op pagina 4-54 .
WAARSCHUWING
Laat nooit een wiel doorspinnen dat
niet met de grond in aanraking is:
Het laten doorspinnen van een wiel
dat niet met de grond in aanraking
is doordat de auto vast is komen te
zitten of in een greppel is geraakt, is
gevaarlijk. Het aandrijfaggregaat kan
ernstig beschadigd worden, hetgeen
tot een ongeluk kan leiden of zelfs
oververhitting, olielekkage en brand
kan veroorzaken.
Rijden met 4WD
Deze auto is niet bestemd voor off-road
rijden of voor het rijden van rally's.
Probeer niet over oneffen of met stenen
overdekt terrein te rijden of riviertjes te
doorwaden.
Alhoewel deze auto uitgerust is met 4WD,
dient het accelereren, de besturing en het
gebruik van de remmen op dezelfde wijze
plaats te vinden als bij een auto die niet
over 4WD beschikt en dient de nadruk
steeds op veilig rijden gericht te zijn.
Banden en sneeuwkettingen
De toestand van de banden is van grote
invloed op de prestaties van de auto.
Bovendien dient u ter voorkoming van
beschadiging van het aandrijfmechanisme
op de volgende punten te letten:
Banden
Bij het vernieuwen van banden dienen
altijd alle voor- en achterbanden
tegelijkertijd vernieuwd te worden.
Alle banden dienen van dezelfde maat,
constructie en fabricage te zijn en dienen
hetzelfde pro ¿ elpatroon te hebben.
Besteed speciale aandacht bij het
monteren van winterbanden of andere
soorten winterbanden.
Gebruik geen banden waarvan het
pro ¿ el versleten is tezamen met normale
banden.
Inspecteer de luchtdruk van de banden
bij de voorgeschreven intervallen en
stel deze af op de voorgeschreven
bandenspanning.
OPMERKING
Controleer voor de correcte
bandenspanning het
bandenspanningslabel dat aan het frame
van het bestuurdersportier bevestigd is.
Zorg ervoor dat de auto uitgerust is
met de oorspronkelijke velgen van de
voorgeschreven maat, op alle wielen.
Bij 4WD is het systeem gekalibreerd
met als uitgangspunt dat alle vier wielen
dezelfde afmetingen hebben.