OPEL ASTRA K 2019.5 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2019.5, Model line: ASTRA K, Model: OPEL ASTRA K 2019.5Pages: 327, PDF Size: 9.46 MB
Page 121 of 327

Instrumenten en bedieningsorganen119Midlevel-display
Menu’s en functies selecteren
U selecteert de menu’s en functies
met de knoppen op de richtingaanwij‐ zerhendel.
Druk op MENU om tussen de hoofd‐
menu's te schakelen of om vanuit een
submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een
submenu van het hoofdmenu te
selecteren of om een numerieke
waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Eventueel verschijnt er boord- en onderhoudsinformatie op het DriverInformation Center. Bevestig berich‐
ten door op SET/CLR te drukken.
Boordinformatie 3 127.
Hoofdmenu
Hoofdmenu's zijn:
● Rit- / brandstofinformatie, weer‐ gegeven door ;, zie onder‐
staande beschrijving.
● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door ?, zie beschrijving
hieronder.
● Eco-informatie, weergegeven door @, zie beschrijving hier‐
onder.
Enkele van de weergegeven functies
zijn verschillend bij een rijdende of
stilstaande auto en bepaalde functies
zijn alleen actief als met de auto wordt gereden.
Page 122 of 327

120Instrumenten en bedieningsorganenUplevel-display
Menu’s en functies selecteren
De menu's en functies kunnen
worden geselecteerd met de knoppen
rechts in het stuurwiel.
● Druk op p om de hoofdmenupa‐
gina te openen.
● Selecteer een hoofdmenupagina met Q of P.
● Bevestig een hoofdmenupagina met 9.
Druk na het selecteren van een
hoofdmenupagina op Q of P om
subpagina's te selecteren.
● Druk op q om een volgende map
van de geselecteerde subpagina
te openen.
● Druk op Q of P om functies te
selecteren of zo nodig een nume‐
rieke waarde in te stellen.
● Druk op 9 om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Indien nodig verschijnt er boord- en
onderhoudsinformatie op het Driver Information Center.
Bevestig berichten door op 9 te druk‐
ken.
Boordinformatie 3 127.
Hoofdmenu
Hoofdmenu's zijn:
● Rit- / brandstofinformatie, weer‐ gegeven door Info, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Audio-informatie, weergegeven door Audio , zie beschrijving hier‐
onder.
● Telefooninformatie, weergege‐ ven door Telefoon, zie beschrij‐
ving hieronder.
Page 123 of 327

Instrumenten en bedieningsorganen121● Navigatie-informatie, weergege‐ven door Navigatie, zie beschrij‐
ving hieronder.
● Voertuiginformatie, weergege‐ ven door Opties, zie beschrijving
hieronder.
Enkele van de weergegeven functies
zijn verschillend bij een rijdende of
stilstaande auto en bepaalde functies
zijn alleen actief als met de auto wordt gereden.
Menu Rit- /
brandstofinformatie, ; of Info
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu Info. Sommige zijn voor uw specifieke auto
mogelijk niet beschikbaar. Afhankelijk van het display worden sommige
functies als symbool weergegeven.
Draai aan het stelwiel of druk op Q of
P om een pagina te selecteren:
● Dagteller 1/2 of A/B
● Gemiddeld brandstofverbruik
● Gemiddelde snelheid
● Digitale snelheid
● Actieradius brandstof● Actueel brandstofverbruik
● Resterende levensduur olie
● Bandenspanning
● Verkeersbordherkenning
● Afstand tot voorligger
● Timer
● Buitentemperatuur
● AdBlue-peil
Op het Midlevel-display worden de
pagina's Resterende levensduur van
de olie, Bandenspanning, Verkeers‐
bordherkenning en Afstand tot voor‐
ligger weergegeven in het menu
Voertuiginformatie; selecteer ?.
Dagteller 1/2 of A/B
De dagteller geeft de huidige afstand
vanaf een bepaalde reset weer.
Dagteller telt op tot een afstand van
9999 km en begint dan weer bij 0.
Druk enkele seconden op SET/CLR
om deze op het Midlevel-display te
resetten.
Druk op > en bevestig met 9 om op
het Uplevel-display te resetten.De informatie van dagtellerpagina 1/
A en 2/B kan apart worden gereset
terwijl het desbetreffende display
actief is.
Gemiddeld brandst.verbr.
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en begint
met een standaardwaarde.
Zet deze op het Midlevel-display
terug door enkele seconden lang op
SET/CLR te drukken, en op het Uple‐
vel-display door op > te drukken en
met 9 te bevestigen.
Bij auto's met Bi-Fuel-motoren: Het
gemiddelde verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus: CNG of benzine.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Zet deze op het Midlevel-display
terug door enkele seconden lang op
SET/CLR te drukken, en op het Uple‐
vel-display door op > te drukken en
met 9 te bevestigen.
Page 124 of 327

122Instrumenten en bedieningsorganenDigitale snelheid
Digitale weergave van de huidige snelheid.
Actieradius brandstof
De actieradius wordt berekend op
basis van het huidige brandstofpeil en het momentane verbruik. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil laag is,
verschijnt er een bericht op het
display en gaat het controlelampje Y
op de brandstofmeter branden.
Wanneer er onmiddellijk brandstof moet worden bijgetankt, verschijnt er
een waarschuwingsbericht dat op het
display blijft staan. Daarbij gaat
controlelampje Y op de brandstofme‐
ter knipperen 3 116.Actieradius brandstof, Bi-Fuel-motor
Weergave van de totale actieradius
brandstof bij benadering en voor elke brandstoftank (CNG en benzine). Een
te laag brandstofpeil in een van de
tanks wordt aangegeven door
GERING in het desbetreffende
gedeelte.
Brandstofpeil, Bi-Fuel-motor
Bij Bi-Fuel-motoren geeft het Driver
Information Center het brandstofpeil
voor het niet geselecteerde brand‐ stoftype aan.
Actueel brandst.verbr.
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's met Bi-Fuel-motoren: Het
momentele verbruik wordt aangege‐
ven voor de momenteel geselec‐
teerde modus: CNG of benzine.
Page 125 of 327

Instrumenten en bedieningsorganen123Resterende levensduur olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het percentage
staat voor de resterende levensduur van de olie 3 110.
Bandenspanning
Controleert de bandenspanning van
alle banden onderweg 3 266.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 219.
Afstand tot voorligger
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 203. Als de adap‐
tieve cruisecontrol actief is, geeft
deze pagina in plaats daarvan de
ingestelde afstand tot voorligger
weer.
Timer
Druk voor starten en stoppen op 9.
Druk voor terugzetten op > en beves‐
tig de handeling.Buitentemperatuur
Weergave van huidige buitentempe‐
ratuur.
AdBlue
Toont het AdBlue-peil.
Eco-informatiemenu, @
● Grootste verbruikers
● Zuinigheidstrend
● Eco-index
Op het Uplevel-display verschijnen
de pagina's Grootste verbruikers,
Zuinigheidstrend en Eco-index in het
menu Rit-/brandstofinformatie; selec‐ teer Info.
Grootverbruikers
Lijst met grootste momenteel inge‐
schakelde comfortgebruikers
verschijnt in aflopende volgorde. De
mogelijke brandstofbesparing wordt
aangegeven.
In bepaalde omstandigheden acti‐
veert de motor de achterruitverwar‐
ming automatisch om de motor
zwaarder te belasten. In dat geval
wordt de achterruitverwarmingaangeduid als een van de grootste
verbruikers, zonder dat de bestuurder
deze heeft geactiveerd.
Zuinig rijden
Toont de ontwikkeling van het gemid‐
delde verbruik over een afstand van
50 km. Gevulde segmenten tonen het
verbruik in stappen van 5 km en tonen de invloed van het terrein of het rijge‐drag op het brandstofverbruik.
Eco-index
Het gemiddelde brandstofverbruik
wordt weergegeven op een zuinig‐
heidsschaal. Pas omwille van een
zuinig verbruik de rijstijl zodanig aan
Page 126 of 327

124Instrumenten en bedieningsorganendat de indicator binnen de groene
zone blijft. Hoe dichter de indicator de
rode zone nadert, hoe hoger het
brandstofverbruik. Tegelijkertijd
wordt de gemiddelde verbruiks‐
waarde weergegeven.
Afhankelijk van de autoversie toont de Eco-index waarden voor dagteller‐ pagina A/1 of de actuele rijcyclus. Inhet laatste geval wordt de volgende
keer dat u het contact inschakelt de
indicator gereset.
Menu Audio
Hier kunt u naar muziek zoeken, uit favorieten selecteren of van audio‐
bron wisselen.
Zie handleiding bij het Infotainment.
Menu TelefoonHier kunt u telefoongesprekken behe‐
ren en voeren, door contactpersonen scrollen of handsfree bellen.
Zie handleiding bij het Infotainment.
Menu Navigatie
Hiermee schakelt u de routebegelei‐
ding in.Zie handleiding bij het Infotainment.
Menu Voertuiginformatie, ? of
Opties
De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het Optie‐
menu. Sommige zijn voor uw speci‐
fieke auto mogelijk niet beschikbaar.
Afhankelijk van het display zijn
sommige functies weergegeven als
symbool.
Draai aan het stelwiel of druk op Q of
P om een pagina te selecteren en
volg de instructies in de submenu's
op:
● Eenheden
● Infopagina's
● Snelheidswaarschuwing
● Draagvermogen band
● Software-informatie
Eenheden
Druk tijdens het weergeven van
Eenheden op SET/CLR of >. Selec‐
teer de gewenste eenheden door de
verstelknop te draaien of op P te
drukken. Bevestig met SET/CLR of
9 .Infopagina's
Druk tijdens het weergeven van Info‐ pagina's op >. Er verschijnt een lijst
met alle opties in het menu Info.
Selecteer de functies die op de
pagina Info moeten worden weerge‐ geven door op 9 te drukken. Gese‐
lecteerde pagina's hebben een 9 in
een aankruisvakje. Niet-zichtbare
functies hebben een leeg aankruis‐
vakje. Zie Menu Info bovenstaand.
Snelheidswaarschuwing
De snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Page 127 of 327

Instrumenten en bedieningsorganen125Stel de snelheidswaarschuwing in
door op SET/CLR of > te drukken
terwijl de pagina wordt weergegeven.
Verdraai het stelwiel of druk op Q of
P om de waarde te selecteren en
wijzigen. Druk op SET/CLR of 9 om
de snelheid in te stellen. Na het instel‐
len van de snelheid kan deze functie
worden uitgeschakeld door tijdens
het bekijken van deze pagina op
SET/CLR of 9 te drukken. Als de
geselecteerde maximumsnelheid wordt overschreden, verschijnt er een pop-upwaarschuwing en klinkt er een geluidssignaal.
Bandenbelasting
De categorie bandenspanning
volgens de huidige bandenspanning
kan worden geselecteerd 3 266.
Software-informatie
Geeft informatie over open source- software weer.
Info-Display
Het Info-Display zit in het instrumen‐ tenpaneel bij de instrumentengroep.Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een
● Graphic-Info-Display
of
● 7" Colour-Info-Display met
aanraakscherm
of
● 8" Colour-Info-Display met
aanraakscherm
Op het info-displays kan het volgende worden aangegeven:
● tijd 3 99
● buitentemperatuur 3 99
● datum 3 99
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleidingInfotainment
● achteruitkijkcamera 3 217
● parkeerhulpinstructies 3 207
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment
● systeemberichten
● persoonlijke instellingen 3 129Graphic-Info-Display
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op MENU om de hoofdmenupa‐
gina te selecteren.
Draai aan MENU om een menupa‐
gina te selecteren.
Druk op MENU om een geselec‐
teerde optie te bevestigen.
Druk op BACK om een menu af te
sluiten zonder een instelling te wijzi‐
gen.
Page 128 of 327

126Instrumenten en bedieningsorganen7" Colour-Info-Display
Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de menu's en instellingen.
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Tik met een vinger op het gewenste
pictogram op het scherm.
Tik op een pictogram om die functie
te selecteren.
Tik op 9 om naar het bovenliggende
menu terug te keren.
Druk op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Persoonlijke instellingen 3 129.
8" Colour-Info-Display
Menu's en instellingen selecteren
Het display werkt op drie manieren:
● via toetsen onder het display● door bediening van het aanraak‐ scherm
● via spraakherkenningBediening met toetsenDruk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Verdraai MENU om een menupicto‐
gram of een functie te selecteren, of
om door een submenu te schuiven.
Druk op MENU om een geselec‐
teerde optie te bevestigen.
Druk op BACK om een menu af te
sluiten zonder een instelling te wijzi‐
gen.
Druk op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.Bediening met aanraakscherm
U schakelt het display in door op X te
drukken. Druk op ; om de thuispa‐
gina te selecteren.
Tik met een vinger op het/de gewen‐
ste displaypictogram of functie van
het menu.
Scrol met de vinger omhoog of
omlaag door een langere submenu‐
lijst.
Page 129 of 327

Instrumenten en bedieningsorganen127Bevestig een gewenste functie of
selectie door erop te tikken.
Tik op q op het display om een menu
af te sluiten zonder een instelling te
wijzigen.
Tik op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.Spraakherkenning
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor de beschrijving.
Persoonlijke instellingen 3 129.
Valetmodus
Sommige functies van het Driver
Information Center en het Info-
Display kunnen voor sommige
bestuurders beperkt zijn. De bagage‐
ruimte wordt vergrendeld en kan niet
worden ontgrendeld.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Boordinformatie
Meldingen worden weergegeven op
het Driver Information Center, in
sommige gevallen samen met een
geluidssignaal.
Druk bij het Midlevel-display op
SET/CLR op de richtingaanwijzer‐
hendel om een bericht te bevestigen.
Druk in het Uplevel-display op 9 op
het stuurwiel om een bericht te beves‐ tigen.
Boord- en onderhoudsinformatie De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Berichten op het Info-Display
Sommige belangrijke berichten
kunnen tevens op het Info-Display
worden weergegeven. Sommige
berichten verschijnen slechts enkele
seconden als pop-up.
Page 130 of 327

128Instrumenten en bedieningsorganenGeluidssignalenAls er diverse waarschuwingen tege‐
lijkertijd verschijnen, klinkt er slechts
één waarschuwingssignaal.
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
Het waarschuwingssignaal voor
veiligheidsgordels die niet zijn omge‐
daan, heeft voorrang boven alle
andere geluidssignalen.
● Als de veiligheidsgordel niet wordt gedragen.
● Als bij het wegrijden een van de portieren of de achterklep niet
goed gesloten is.
● Als u met ingeschakelde parkeer‐
rem een bepaalde snelheid over‐
schrijdt.
● Als de adaptieve cruisecontrol automatisch uitschakelt.
● Als de afstand tot de voorligger te
klein is.
● Als een geprogrammeerde snel‐ heid of snelheidslimiet wordt
overschreden.● Als er een waarschuwingsbericht
verschijnt op het Driver Informa‐
tion Center.
● Als de elektronische sleutel zich niet in het interieur bevindt.
● Als de parkeerhulp een obstakel detecteert.
● Bij een onbedoelde rijstrookwis‐ sel.
● Als het uitlaatfilter de maximale verzadigingsgraad bereikt.
● Als de veiligheidsfunctie van de elektrische achterklep voorwer‐
pen in de bewegingsrichting
detecteert.
Bij het parkeren van de auto en /
of het openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde buitenverlich‐ ting.
Tijdens een Autostop ● Als het bestuurdersportier open‐ staat.
● Als een voorwaarde voor een Autostop niet is vervuld.Batterijspanning
Wanneer de accuspanning laag is,
verschijnt er een waarschuwingsbe‐
richt op het Driver Information Center.
1. Schakel alle elektrische verbrui‐ kers uit die niet nodig zijn voor eenveilige rit, bijvoorbeeld de stoel‐
verwarming, achterruitverwar‐
ming of andere grootverbruikers.
2. Laad de accu op door een tijdje te
rijden of door een oplaadapparaat te gebruiken.
Het waarschuwingsbericht verdwijnt
nadat de motor twee keer is gestart
zonder een spanningsval.
Als de accu niet kan worden opgela‐
den, moet u de oorzaak van de
storing in een werkplaats laten
verhelpen.