OPEL CASCADA 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: CASCADA, Model: OPEL CASCADA 2016Pages: 269, PDF Size: 7.73 MB
Page 11 of 269
Kort en bondig9SpiegelverstellingBinnenspiegel
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing bijstellen.
Binnenspiegel 3 32.
Automatisch dimmend Afhankelijk van de versie is uw auto
uitgerust met een binnenspiegel met
automatische dimfunctie.
Verblinding 's nachts door achterop‐
komend verkeer wordt automatisch
verminderd.
Spiegel met automatische dimfunctie
3 32.
Buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolle buitenspiegels 3 30, elektri‐
sche verstelling 3 30, inklapbare
buitenspiegels 3 31, verwarmde
buitenspiegels 3 31.
Page 12 of 269
10Kort en bondigStuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 60, contactslot‐
standen 3 142.
Page 13 of 269
Kort en bondig11Overzicht instrumentenpaneel
Page 14 of 269
12Kort en bondig1Elektrische ruitbediening .......33
2 Buitenspiegels ......................30
3 Cruise control .....................163
Snelheidsbegrenzer ............164
Frontaanrijdingswaar‐
schuwing ............................. 166
4 Zijdelingse ventilatieope‐
ningen ................................. 138
5 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht, grootlichtassis‐
tentie ................................... 125
Omgevingsverlichting ......... 128
Parkeerlichten .....................126
Knoppen voor Driver
Information Center ................99
6 Instrumenten ........................ 87
7 Afstandsbediening op
stuurwiel ............................... 81
8 Driver Information Center ...... 99
9 Voorruitwissers,
voorruitsproeiers,
koplampsproeiers .................. 8210 SPORT-modus ................... 161
Centrale vergrendeling .........24
Alarmknipperlichten ...........125
Controlelamp airbag-
deactivering .......................... 93
Controlelamp
veiligheidsgordel
voorpassagier ......................93
Tour-modus ........................ 161
11 Info-Display ........................ 103
12 Status-LED alarmsysteem ...28
13 Middelste ventilatieope‐
ningen ................................ 138
14 Handschoenenkastje,
afsluitbaar ............................. 72
15 Traction Control-systeem
(TC) ..................................... 159
Elektronische stabiliteits‐
regeling (ESC) ....................160
Parkeerhulpsystemen .........169
Lane Departure Warning ...184
Eco-knop voor Stop/Start-
systeem ............................... 14416 Verwarming en ventilatie ....130
17 AUX-ingang, USB-ingang ....11
18 12 V-aansluiting ....................86
19 Bedieningsschakelaar
softtop .................................. 36
Centrale ruitschakelaar ........33
20 Keuzehendel, versnellingsbak
21 Handrem, handmatig of
elektrisch bediend ...............157
22 Contactslot met stuurslot ...142
23 Claxon .................................. 82
Bestuurdersairbag ...............63
24 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 197
25 Opbergvak ........................... 73
Zekeringenkast ..................214
26 Stuurwiel instellen ................81
27 Lichtschakelaar ..................117
Mistachterlicht ....................126
Instrumentenverlichting ......127
Instellen koplampreikwijdte 120
Mistlampen ......................... 125
Page 15 of 269
Kort en bondig13RijverlichtingLichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
7:verlichting uit8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of grootlichtLichtschakelaar met
automatische verlichtingAUTO:automatische verlichting:
koplampen worden automa‐ tisch in- en uitgeschakeldm:activering of deactivering
van de automatische ver‐
lichting8:zijmarkeringslichten9:dimlicht of grootlicht
Mistlampen
Druk op de lichtschakelaar:
>:mistlampenr:mistachterlichtVerlichting 3 117.
Page 16 of 269
14Kort en bondigLichtsignaal, grootlicht en dimlichtlichtsignaal:hendel naar u toe
trekkengrootlicht:hendel van u af
duwendimlicht:hendel naar u toe
trekken
Grootlicht 3 119, lichtsignaal 3 120.
Automatische verlichting 3 118,
Grootlichtassistentie 3 119, Adaptief
rijlicht (AFL) 3 121.
Richtingaanwijzershendel omhoog:rechter rich‐
tingaanwijzersig‐
naalhendel omlaag:linker richtingaan‐
wijzersignaal
Richtingaanwijzers 3 125, parkeer‐
lichten 3 126.
Alarmknipperlichten
Om in te schakelen ¨ indrukken.
Alarmknipperlichten 3 125.
Page 17 of 269
Kort en bondig15Claxon
j indrukken.
Wis-/wasinstallatie
VoorruitwissersHI:snelLO:langzaamINT:intervalwissen
of
automatische wisfunctie met
regensensorOFF:uit
Hendel omlaag in de stand 1x duwen
om wissers één slag te laten maken
wanneer de voorruitwisser uitgescha‐
keld is.
Voorruitwissers 3 82.
Voorruit- en koplampsproeiers
Hendel naar u toe trekken.
Voorruitsproeiers en koplampsproei‐
ers 3 82, sproeiervloeistof 3 200.
Page 18 of 269
16Kort en bondigKlimaatregelingVerwarmbare achterruit,
verwarmbare buitenspiegels
Ü indrukken om verwarming in te
schakelen.
Verwarmbare achterruit 3 35.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, airconditioning
V indrukken.
Stel de temperatuur in op de hoogste stand.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Airconditioning 3 131.
Ruiten ontwasemen en
ontdooien, elektronische
klimaatregeling
V indrukken.
Temperatuur en luchtverdeling wor‐
den automatisch ingesteld, de aanja‐
ger draait met een hoge snelheid.
Verwarming achterruit Ü inschake‐
len.
Elektronische klimaatregeling 3 133.
Page 19 of 269
Kort en bondig17Versnellingsbak
Handgeschakelde
versnellingsbak
Achteruit: breng de auto tot stilstand,
trap het koppelingspedaal in, druk op
de knop op de schakelhendel en
schakel de versnelling in.
Kan de versnelling niet worden inge‐
schakeld, dan het koppelingspedaal
in de neutrale stand laten opkomen
en weer intrappen; vervolgens nog‐
maals schakelen.
Handgeschakelde versnellingsbak 3 155.
Automatische versnellingsbakP:parkeerstandR:achteruitversnellingN:neutrale standD:automatische modusM:handmatige modus: duw de keu‐
zehendel vanuit D naar links.<:opschakelen in handmatige mo‐
dus]:terugschakelen in handmatige
modus
U kunt de keuzehendel uit P zetten
wanneer de ontsteking is ingescha‐
keld en u het rempedaal intrapt. Om
P of R in te schakelen, drukt u op de
ontgrendelknop.
Automatische versnellingsbak
3 152.
Page 20 of 269
18Kort en bondigVoordat u wegrijdt
Voor het wegrijden controleren ● Bandenspanning en -staat 3 221, 3 254.
● Motoroliepeil en vloeistofniveaus 3 198.
● Ruiten, spiegels, buitenverlich‐ ting en kentekenplaat: vrij van
vuil, sneeuw of ijs en gebruiks‐
klaar.
● Juiste positie van spiegels, stoe‐ len en veiligheidsgordels 3 30,
3 49, 3 58.
● De softtop moet geheel geopend
of gesloten zijn 3 36.
● Werking van remsysteem (bij lage snelheid), vooral bij vochtige
remmen.Motor starten
● Draai de sleutel naar stand 1.
● Stuurwiel iets verdraaien om het stuurslot te ontgrendelen.
● Handgeschakelde versnellings‐ bak: koppelings- en rempedaalintrappen.
Automatische versnellingsbak:
trap het rempedaal in en zet de
keuzehendel op P of N.
● Geen gas geven.
● Dieselmotoren: draai de sleutel naar stand 2 om voor te gloeien
en wacht totdat de controle‐
lamp ! dooft.
● Draai de sleutel naar stand 3 en
laat deze los.
Motor starten 3 142.