OPEL KARL 2015.75 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2015.75, Model line: KARL, Model: OPEL KARL 2015.75Pages: 224, PDF Size: 5.12 MB
Page 181 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
180 Verzorging van de auto
Richtingsgebonden banden
Richtingsgebonden banden moeten
zo worden geïnstalleerd dat ze in de
juiste richting draaien. De juiste
draairichting is herkenbaar aan een
symbool (bijv. een pijl) op de
zijwand van de band.
Bandenspanning
Controleer de spanning van koude
banden minstens om de 14 dagen
en vóór een lange reis. Het reserve-
wiel niet vergeten. Dit geldt ook voor
auto's met een bandenspannings-
controlesysteem.
Draai het ventieldopje los.
Bandenspanning0Bandenspan-
ning 0211.
De bandenspanningsinformatie-
sticker in de linker portieropening
vermeldt de originele banden en de
bijbehorende bandenspanning.
Pomp de reserveband altijd op tot
de spanning opgegeven voor
maximale belading.
De ECO-bandenspanning heeft het
laagst mogelijk brandstofverbruik
als doel. Onjuiste bandenspanning schaadt
de veiligheid, het besturen van de
auto, het comfort en brandstofver-
bruik en veroorzaakt meer slijtage
van de banden.
De bandenspanningswaarden
verschillen afhankelijk van de
diverse opties. Volg de procedure
hieronder voor de juiste banden-
spanningswaarde:
1. Bepaal de code van de motor-ID0Motorgege-
vens 0209.
2. Bepaal de betreffende band.
De bandenspanningswaardetabellen
vermelden alle mogelijke banden-
combinaties
0Bandenspan-
ning 0211.
Raadpleeg de bij uw auto geleverde
EU-conformiteitsverklaring of andere
landelijke registratiedocumenten
voor de banden die voor uw auto
zijn goedgekeurd.
De bestuurder is verantwoordelijk
voor het juist instellen van de
bandenspanning.
Page 182 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Verzorging van de auto 181
{Waarschuwing
Als de spanning te laag is,
kunnen de banden behoorlijk
warm worden en inwendig schade
oplopen, wat loslaten van het
loopvlak en zelfs een klapband bij
hoge snelheid tot gevolg heeft.
Als u de bandenspanning van een
auto met bandenspanningscontrole-
systeem moet verhogen of verlagen,
moet u het contact uitzetten.
Zet na het aanpassen van de
bandenspanning het contact aan en
selecteer de betreffende instelling
op de pagina Bandenbelasting in
het Driver Information Centre,
0
Driver Information Center
(DIC) 074.
Bandenspanningscontro-
lesysteem
Het bandenspanningscontrolesys-
teem (TPMS) controleert eenmaal
per minuut de bandenspanning van
de vier banden vanaf een bepaalde
snelheid.
Voorzichtig
Het bandenspanningscontrolesys-
teem waarschuwt alleen bij een te
lage bandenspanning en vervangt
het gewone onderhoud van de
banden door de bestuurder niet.
Alle wielen moeten druksensoren
hebben en de banden moeten de
voorgeschreven bandenspanning
hebben.
Aanwijzing: In landen waar het
bandenspanningscontrolesysteem
wettelijk vereist is, wordt de
typegoedkeuring van de auto bij het
gebruik van wielen zonder druksen-
soren ongeldig.
U kunt de actuele bandenspan-
ningswaarden bekijken in het Boord-
informatiemenu op het Driver
Information Center (DIC).
U selecteert het menu met de
knoppen op de richtingaanwijzer-
hendel.
Druk op de toets MENUom het
Boordinformatiemenu
gte
selecteren.
Page 183 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
182 Verzorging van de auto
Draai aan het afstelwiel om het
bandenspanningscontrolesysteem
te selecteren.
De systeemstatus en bandenspan-
ningswaarschuwingen worden
getoond in een bericht waarbij de
desbetreffende band knippert op
het DIC.
Voor de waarschuwingen houdt het
systeem rekening met de tempera-
tuur van de banden.
Als een te lage bandenspanning
wordt gedetecteerd gaat het contro-
lelampje
70Verlichting banden-
spanningscontrolesysteem 072
branden. Als
7oplicht, stop dan zo snel
mogelijk en breng de banden op de
aanbevolen spanningswaarden
0
Bandenspanning 0211.
Als
760-90 seconden knippert en
daarna continu wordt verlicht, is er
een fout in het systeem. De hulp
van een werkplaats inroepen.
Na het op spanning brengen moet u
wellicht een stukje rijden om de
bandenspanningswaarden op het
DIC bij te werken. Hierbij kan
7
oplichten.
Als
7bij lagere temperaturen
oplicht en na een stukje rijden dooft,
kan dit duiden op een te lage
bandenspanning. Bandenspanning
controleren.
Boordinformatie
0Boordinfor-
matie 079.
Schakel het contact uit wanneer de
bandenspanning verhoogd of
verlaagd moet worden. Monteer alleen wielen met druksen-
soren, anders wordt de banden-
spanning niet weergegeven en
brandt
7voortdurend.
Een tijdelijk reservewiel is niet uitge-
rust met spanningssensoren. Het
bandenspanningscontrolesysteem
werkt niet op deze wielen. De
controlelamp
7brandt. Voor de
overige drie wielen blijft het systeem
werken.
Gebruik van in de handel verkrijg-
bare vloeibare bandenreparatiesets
kan de werking van het systeem
nadelig beïnvloeden. Gebruik door
de fabriek goedgekeurde repara-
tiesets.
Externe zendinstallaties met een
hoog vermogen kunnen storingen in
het bandenspanningscontrolesys-
teem veroorzaken.
Bij het verwisselen van de banden
moeten de sensoren van het
bandenspanningscontrolesysteem
steeds worden gedemonteerd en
onderhouden. Voor de geschroefde
sensor: Vervang het bandventiel en
Page 184 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Verzorging van de auto 183
de afdichtring. Voor de ingeklikte
sensor: Vervang de volledige
klepsteel.
Status belading van auto
Pas de bandenspanning volgens de
informatie op het etiket van de band
of in de tabel bandenspannings-
waarden
0Bandenspanning0211
aan op de belading van de auto en
selecteer de betreffende instelling in
het menu Bandenbelasting op het
Driver Information Center, Boordin-
formatiemenu
0Driver Information
Center (DIC) 074.
Deze instelling is de referentie voor
de bandenspanningswaarschu-
wingen.
Het menu Bandenbelasting
verschijnt alleen als de auto stilstaat
en de handrem is aangetrokken.
Selecteer:
. Lovoor een comfortabele
spanning tot 3 inzittenden.
. Eco voor Eco-spanning tot 3
inzittenden.
. HIvoor volledige belading
Afstemmingsproces
TPMS-sensor
Elke TPMS-sensor heeft een unieke
identificatiecode. De identificatie-
code moet aan de positie van een
nieuwe band/nieuw wiel worden
gekoppeld nadat de banden zijn
geroteerd of alle wielen zijn verwis-
seld en als één of meer TPMS-sensor is vervangen. Het
TPMS-afstemmingsproces moet ook
worden uitgevoerd als een reserve-
band is vervangen door een rijband
met TPMS-sensor.
Bij de volgende contactcyclus
moeten de storingslamp en het
waarschuwingsbericht doven/
verdwijnen. De sensoren worden
met een TPMS-inleergereedschap
in de volgende volgorde aan de
diverse banden/wielen gekoppeld:
Band linksvoor, band rechtsvoor,
band rechtsachter, band linksachter.
De richtingaanwijzer in de huidige
actieve stand wordt verlicht totdat
de sensor is gekoppeld.
Raadpleeg uw werkplaats voor
onderhoud of voor het aanschaffen
van een inleergereedschap. Het
kost twee minuten om de eerste
band/ wiel-positie af te stemmen en
in totaal vijf minuten om de alle vier
band/wiel-posities af te stemmen.
Duurt het langer, dan wordt het
afstemproces gestopt en moet het
opnieuw worden gestart.
Page 185 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
184 Verzorging van de auto
Het TPMS-sensorafstemmings-
proces is:1. Trek de handrem aan.
2. Schakel het contact in.
3. Zet de keuzehendel in neutraal.
4. Gebruik MENUop de hendel
van de richtingaanwijzer om
het Boordinformatiemenu in
het Driver Information Center
(DIC) te selecteren.
5. Draai het afstelwiel om naar het bandenspanningsmenu te
schuiven.
6. Druk op SET/CLRom de
sensorafstemming te starten.
Er moet een bericht
verschijnen met de vraag de
procedure te bevestigen.
7. Druk nogmaals op SET/CLR
om uw keuze te bevestigen. De
claxon piept twee keer om aan
te geven dat de ontvanger in
de inleermodus staat.
8. Begin met de band linksvoor. 9. Plaats de programmeertool
naast de bandwang, bij het
ventiel. Druk vervolgens op de
knop om de TPMS-sensor te
activeren. Een kort signaal van
de claxon bevestigt dat de
sensoridentificatiecode op deze
band en wielpositie is
afgestemd.
10. Ga verder met de band rechts- voor en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 9.
11. Ga verder met de band rechts- achter en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 9.
12. Ga verder met de achterband links en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 9. De
claxon piept twee keer ter
aanduiding dat de sensoridenti-
ficatiecode aan de achterband
links is gekoppeld en dat de
procedure voor het koppelen
van de sensoren van het TPMS
afgesloten is.
13. Schakel het contact uit. 14. Breng de vier banden op de
aanbevolen bandenspanning
zoals aangegeven op het label
bandenspanningswaarden.
15. Zorg dat de bandenlaadstatus volgens de geselecteerde
spanning is ingesteld
0Driver
Information Center (DIC) 074.
Afhankelijkheid van tempe-
ratuur
De bandenspanning is afhankelijk
van de temperatuur van de band.
Onderweg lopen de temperatuur en
de spanning van de band op. De
bandenspanningswaarden die zijn
opgegeven op het etiket van de
band of in de tabel bandenspan-
ningswaarden gelden voor koude
banden, dit is 20°C. De druk neemt
met bijna 10 kPa toe wanneer de
temperatuur 10°C verhoogt. Neem
dit in acht wanneer u warme banden
controleert.
De op het DIC weergegeven
bandenspanningswaarde toont de
echte bandenspanning. Een
Page 186 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Verzorging van de auto 185
afgekoelde band geeft een
afgenomen waarde weer. Dit duidt
niet op een lekkage.
Profieldiepte
Regelmatig de profieldiepte contro-
leren.
Banden moeten bij een profieldiepte
van 2-3 mm (4 mm voor winter-
banden) om veiligheidsredenen
worden vervangen.
Omwille van de veiligheid wordt het
aanbevolen dat de profieldiepte van
de banden op dezelfde as onderling
niet meer dan 2 mm verschilt.
De wettelijk toegestane minimum-
profieldiepte (1,6 mm) is bereikt
wanneer het profiel tot aan één van
de slijtage-indicatoren (TWI = Tread
Wear Indicator) is afgesleten. De
positie van de slijtage-indicatoren
wordt aangeduid door merktekens
op de zijwand van de band.
Banden verouderen, ook als ze niet
gebruikt worden. Wij raden aan om
banden om de 6 jaar te vervangen.
De banden- en velgmaten
veranderen
Bij het gebruik van banden met een
andere maat dan af-fabriek gemon-
teerd, moeten mogelijk de
snelheidsmeter en de voorge-
schreven bandenspanning worden
geherprogrammeerd en moeten er
eventueel andere aanpassingen aan
de auto worden verricht
Na montage van banden met een
andere bandenmaat moet u het
etiket met de bandenspanning laten
vervangen.
{Waarschuwing
Het gebruik van ongeschikte
banden of velgen kan tot
ongelukken leiden en maakt de
typegoedkeuring van het voertuig
ongeldig.
Wieldoppen
Er moeten wieldoppen en banden
worden gebruikt die door de fabriek
zijn goedgekeurd voor de betref-
fende auto en aan alle desbetref-
fende eisen voor
wiel-bandcombinaties voldoen.
Als de gebruikte wieldoppen en
banden niet door de fabriek zijn
goedgekeurd, moeten de banden
een stevige velgbeschermingsrand
hebben.
Wieldoppen mogen de koeling van
de remmen niet belemmeren.
Page 187 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
186 Verzorging van de auto
{Waarschuwing
Gebruik van ongeschikte banden
of wieldoppen kan plotseling
spanningsverlies en als gevolg
daarvan ongelukken tot gevolg
hebben.
Sneeuwkettingen
Sneeuwkettingen zijn alleen toege-
staan op de voorwielen.Gebruik altijd kettingen met fijne
schakels waardoor het loopvlak en
de binnenkanten (inclusief ketting-
slot) met niet meer dan 10 mm
toenemen.
{Waarschuwing
Beschadiging kan een klapband
tot gevolg hebben.
Sneeuwkettingen zijn alleen toege-
staan op bandenmaat 165/65 R14.
Sneeuwkettingen zijn niet toege-
staan op bandenmaat 185/55 R15
en 195/45 R16.
Sneeuwkettingen mogen niet op het
compact reservewiel worden
gebruikt.
Bandenreparatieset
Lichte beschadigingen van de
bandloopvlakken kunnen met de
bandenreparatieset worden gerepa-
reerd.
Verwijder vreemde voorwerpen niet
uit de banden. Beschadigingen die groter zijn dan
4 mm of die dichtbij de velg in de
zijkant van de band zitten, kunnen
niet met de bandenreparatieset
worden verholpen.
{Waarschuwing
Rijd niet sneller dan 80 km/h.
Niet langdurig gebruiken.
Bestuurbaarheid en rijeigen-
schappen worden mogelijk
nadelig beïnvloed.
Bij bandenpech:
Trek de handrem aan.
Schakel bij een handgeschakelde
versnellingsbak in de eerste
versnelling of de achteruitver-
snelling.
Page 188 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Verzorging van de auto 187
De bandenreparatieset zit in de
gereedschapskist onder de vloeraf-
dekplaat in de bagageruimte.1. Open de opbergruimte.
2. Verwijder de compressor en de fles afdichtmiddel.
3. Verwijder de aansluitkabel (1)en de luchtslang (2) uit de
opbergvakken aan de onder-
kant van de compressor.
4. De schakelaar van de
compressor moet op
9staan.
5. Schroef de compressorlucht- slang op de koppeling van de
fles afdichtmiddel.
6. Steek de compressorstekker in de accessoireaansluiting (12
V-aansluiting of aansteker-
contact.)
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, is het raadzaam de
motor te laten draaien.
Page 189 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
188 Verzorging van de auto
7. Zet de fles afdichtmiddel in dehouder op de compressor.
Plaats de compressor dichtbij
de band, zodanig dat de fles
afdichtmiddel rechtop staat.
8. Schroef de ventieldop van
defecte band los.
9. Schroef de vulslang op het ventiel.
10. Zet de tuimelschakelaar van de compressor op I. De band
wordt nu met afdichtmiddel
gevuld.
11. De manometer van de compressor geeft even max. 6
bar aan wanneer de fles
afdichtmiddel wordt geleegd
(ca. 30 seconden). Daarna
begint de druk te dalen.
12. Alle afdichtmiddel wordt in de band gepompt. Daarna wordt
de band opgepompt.13. De voorgeschreven banden-spanning (ongeveer 2,4 bar)
moet binnen 10 minuten
worden bereikt. Schakel de
compressor uit wanneer de
juiste bandenspanning is
bereikt.
Wordt de voorgeschreven
bandenspanning niet binnen 10
minuten bereikt, moet u de
bandenreparatieset verwij-
deren. Verplaats de auto één
wielomwenteling.
Page 190 of 224

OPEL Karl Owner Manual (GMK-Localizing-EU LHD-9231167) - 2016 - crc -
5/8/15
Verzorging van de auto 189
Sluit de bandenreparatieset
weer aan en zet het vulproces
10 minuten lang verder. Wordt
de voorgeschreven banden-
spanning nog niet bereikt, dan
is de band te ernstig bescha-
digd. Roep de hulp in van een
werkplaats.
Laat eventueel de te hoge
bandenspanning af via de knop
boven op de manometer.
De compressor niet langer dan
10 minuten achtereen laten
werken.
14. Maak de bandenreparatieset los. Borglipje op houder
indrukken om fles met afdicht-
middel uit houder te verwij-
deren. Bandenvulslang op vrije
aansluiting van fles met afdicht-
middel schroeven. Hierdoor
wordt voorkomen dat er
afdichtmiddel uit de fles
stroomt.
Berg de bandenreparatieset op
in de achterklep. 15. Eventueel vrijgekomen afdicht-
middel met een doek verwij-
deren.
16. Breng het op de fles met afdichtmiddel aanwezige etiket
met de maximaal toelaatbare
snelheid (ongeveer 80 km/h) in
het gezichtsveld van de
bestuurder.17. Zet de rit onmiddellijk voort,zodat het afdichtmiddel zich
gelijkmatig in de band kan
verspreiden. Stop nadat u
ongeveer
10 km hebt gereden (maar niet
langer dan 10 minuten) en
controleer de bandenspanning.
Schroef hiervoor de luchtslang
van de compressor recht-
streeks op bandventiel en
compressor.
Bij een bandenspanning van
meer dan 1,3 bar moet u de
bandenspanning op de voorge-
schreven waarde (ongeveer
2,4 bar) brengen.
Procedure herhalen totdat de
bandenspanning niet meer
afneemt.
Bij een bandenspanning van
minder dan 1,3 bar mag u de
auto niet meer gebruiken. Roep
de hulp in van een werkplaats.
18. Berg de bandenreparatieset op in de achterklep.