OPEL MOVANO_B 2016 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2016, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2016Pages: 239, PDF Size: 5.61 MB
Page 21 of 239
Sleutels, portieren en ruiten19Sleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten ............................ 19
Sleutels ...................................... 19
Car Pass .................................... 19
Handzender ............................... 20
Portiersloten .............................. 21
Portiervergrendelknoppen .........21
Centrale vergrendeling ..............21
Elektrisch bediende portiersloten .............................. 24
Automatisch vergrendelen .........25
Kindersloten .............................. 25
Portieren ...................................... 26
Schuifdeur ................................. 26
Achterdeuren ............................. 29
Antidiefstalbeveiliging ..................31
Vergrendelingssysteem .............31
Diefstalalarmsysteem ................31
Startbeveiliging .......................... 33
Buitenspiegels ............................. 33
Bolle vorm ................................. 33
Handmatig verstellen .................33
Elektrische verstelling ................34Inklapbare spiegels ...................34
Verwarmde spiegels ..................34
Binnenspiegel .............................. 35
Handmatige dimfunctie ..............35
Ruiten .......................................... 36
Voorruit ...................................... 36
Handbediende ruiten .................36
Elektrisch bediende ruiten .........36
Achterste zijruiten ......................36
Achterruitverwarming ................37
Zonnekleppen ............................ 38
Dak .............................................. 38
Panoramadak ............................ 38Sleutels, sloten
Sleutels ReservesleutelsHet sleutelnummer staat in de CarPass of op een afneembaar label.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden ver‐
meld aangezien de sleutels deel uit‐
maken van de startbeveiliging.
Sloten 3 198.
Car Pass Op de Car Pass staan veiligheids‐
technische autogegevens. Daarom
moet deze goed worden bewaard.
Een eventueel ingeschakelde werk‐
plaats heeft voor het verrichten van
bepaalde werkzaamheden deze au‐
togegevens nodig.
Page 22 of 239
20Sleutels, portieren en ruitenHandzender
Wordt gebruikt voor:● centrale vergrendeling
● vergrendelingssysteem
● diefstalalarmsysteem
Afhankelijk van het model is de auto voorzien van een handzender met 2
of 3 toetsen.
De handzender heeft een bereik van
ca. 5 meter . Externe factoren kunnen
dit nadelig beïnvloeden. Brandende
alarmknipperlichten dienen als be‐
vestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het ge‐
volg zijn van het volgende:
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten hetbereik, waardoor het systeem op‐
nieuw moet worden geprogram‐
meerd in een werkplaats.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Ontgrendelen 3 21.
Batterij van de handzender
vervangen
Zodra de reikwijdte afneemt, de bat‐
terij meteen vervangen.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Boutje verwijderen en batterijvak ope‐ nen door een munt in de sleuf te ste‐
ken en de munt te verdraaien.
Batterij vervangen (batterijtype
CR2016), hierbij op de juiste plaat‐
sing letten.
Page 23 of 239
Sleutels, portieren en ruiten21De twee helften van de behuizing op
elkaar plaatsen en erop letten dat ze
goed ingrijpen.
Boutje terugplaatsen en aanhalen.
Portiersloten
Diefstalvergrendeling
Open het portier en schakel de dief‐
stalvergrendeling in om te voorkomen
dat de voorportieren van buiten af
wordt geopend.
Draai de schakelaar van de vergren‐ deling op het portier met een geschikt gereedschap in de horizontale ver‐
grendelde stand. Het portier kan niet
van buitenaf worden geopend en kan alleen vanuit het interieur of met de
fysieke sleutel worden geopend.
Schakel deze uit door de schakelaar
in de ontgrendelde stand te zetten.
Portiervergrendelknoppen
Sleutel in het slot van de bestuurders‐deur omdraaien. De deuren openen
door aan de handgrepen te trekken.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 knoppen
kunnen de voorportieren en de baga‐
geruimte (en, afhankelijk van de voer‐
tuigconfiguratie, de zijschuifdeuren)
afzonderlijk worden ontgrendeld en
vergrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de por‐ tieren word geopend, worden deze
na korte tijd automatisch opnieuw
vergrendeld.
Auto ontgrendelen
Ontgrendelen met handzender met twee toetsen
Page 24 of 239
22Sleutels, portieren en ruitenc indrukken om de voorportieren te
ontgrendelen. Nogmaals indrukken
om auto volledig te ontgrendelen.
Ontgrendelen met handzender metdrie toetsen
Afhankelijk van voertuigconfiguratie:
● Druk op c om: Voordeuren en zij‐
schuifdeuren worden ontgren‐
deld.
Toets c nogmaals indrukken: Ba‐
gageruimte wordt ook ontgren‐
deld.
● Druk op c om: Voordeuren wor‐
den ontgrendeld.
Toets c nogmaals indrukken:
Ook de zijschuifdeuren en de ba‐ gageruimte worden ontgrendeld.
● Druk op c om: Alle deuren en de
bagageruimte worden ontgren‐
deld.
Auto vergrendelen
Alle portieren en de bagageruimte
sluiten. Bij een niet goed gesloten
deur werkt de centrale vergrendeling
niet.
Vergrendelen met handzender met
twee toetsenDruk op e om: Alle deuren en de ba‐
gageruimte worden vergrendeld.
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de ba‐
gageruimte worden vergrendeld.
Page 25 of 239
Sleutels, portieren en ruiten23Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking
van het interieur 3 31 uitgescha‐
keld door e ingedrukt te houden (ter
bevestiging klinkt een geluidssig‐
naal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet u de portieren opnieuw ontgrende‐
len en e korte tijd indrukken om de
auto te vergrendelen.
Achterklep
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
twee toetsenDruk, nadat de voorportieren met c
zijn ontgrendeld, nogmaals op c: Ba‐
gageruimte wordt ontgrendeld.
Eenmaal op e drukken: Bagage‐
ruimte wordt vergrendeld.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van voertuigconfiguratie:
● Druk op G om: Bagageruimte
wordt vergrendeld of ontgren‐
deld.
● Druk op G om: Bagageruimte
en zijschuifdeuren worden ver‐ grendeld of ontgrendeld.
Centrale vergrendelingstoets
Vergrendelt of ontgrendelt de portie‐
ren en de bagageruimte vanuit het in‐
terieur.
Druk op e om te vergrendelen of ont‐
grendelen.
LED in schakelaar licht op als de auto
is vergrendeld.
Bij het rijden met een open bagage‐
ruimte kunnen de voorportieren (en
de zijschuifdeuren), afhankelijk van
de versie, nog steeds worden ver‐
grendeld. Met ingeschakeld contact
e gedurende meer dan 5 seconden
Page 26 of 239
24Sleutels, portieren en ruiteningedrukt houden. Bij het sluiten van
de achterdeuren/achterklep worden
ze automatisch vergrendeld.
Automatisch vergrendelen wanneer u
uit de auto stapt
De schakelaar e kan, afhankelijk van
de versie, ook worden gebruikt om
alle portieren en de bagageruimte au‐ tomatisch te vergrendelen wanneer
het voorportier wordt gesloten en u uit de auto stapt:
Verwijder de sleutel uit het contact en
houd de schakelaar e langer dan
5 seconden ingedrukt; de auto wordt
vergrendeld wanneer het voorportier
wordt gesloten.
Automatisch vergrendelen na wegrij‐
den 3 25.
Storing in afstandsbediening
Ontgrendelen
Ontgrendel het voorportier handmatig
door de sleutel in het slot te ver‐
draaien.
Contact inschakelen en centrale ver‐
grendelingstoets e indrukken om alle
portieren en de bagageruimte te ope‐
nen.Vergrendelen
Vergrendel het voorportier handmatig door de sleutel in het slot te ver‐
draaien.
Storing in centrale vergrendeling
Ontgrendelen
Ontgrendel het voorportier handmatig
door de sleutel in het slot te ver‐
draaien. De andere portieren kunnen
worden geopend door aan de binnen‐
handgrepen te trekken.
Vergrendelen
Druk bij alle portieren op de binnenste vergrendelingsknop, maar niet bij het
bestuurdersportier. Sluit vervolgens
het bestuurdersportier en vergrendel
dit van buiten met de sleutel.
Elektrisch bediendeportiersloten
Combi, bus
Omwille van de veiligheid kan de be‐
stuurder de passagiersportiersloten
op afstand bedienen.Alle portieren moeten geheel geslo‐
ten en de automatische vergrendeling gedeactiveerd zijn 3 25.
Druk om te vergrendelen op I op de
schakelaar; het waarschuwings‐
lampje naast de schakelaar knippert
één keer en er klinkt een pieptoon.
Page 27 of 239
Sleutels, portieren en ruiten25
De waarschuwingslampjes in de be‐
treffende portieren blijven branden.
Druk om te ontgrendelen op 0 op de
schakelaar.
Storing
Bij een storing in het systeem blijft het
waarschuwingslampje naast de scha‐ kelaar branden en klinkt er een ge‐
luidssignaal.
Controleer of de protieren met de
hand ontgrendeld zijn (portierslot‐
schakelaars binnen).
Laat de oorzaak van de storing zo no‐ dig door een werkplaats verhelpen.
Automatisch vergrendelen
Automatisch vergrendelen na
wegrijden
U kunt deze beveiligingsfunctie, af‐hankelijk van de versie, zodanig con‐
figureren dat alle portieren en de ba‐
gageruimte automatisch worden ver‐
grendeld zodra de auto begint te rij‐
den.
Activering
Met ingeschakeld contact de centrale vergrendelingstoets e gedurende ca.
5 seconden ingedrukt houden. Ter bevestiging van de inschakeling klinkt een geluidssignaal.
LED in schakelaar licht op als de auto
is vergrendeld.
Deactivering
Met ingeschakeld contact e gedu‐
rende ongeveer 5 seconden inge‐
drukt houden. De uitschakeling wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Kindersloten9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Page 28 of 239
26Sleutels, portieren en ruitenKinderslot omlaag drukken, portier
kan niet van binnen uit worden ge‐
opend. Omhoog zetten om te deacti‐
veren.Portieren
Schuifdeur
Vergrendel en ontgrendel de zij‐
schuifdeur met de handzender of de
sleutel (indien aanwezig).
Open en sluit de zijschuifdeur alleen
terwijl de auto stilstaat met de hand‐
rem ingeschakeld (op bepaalde mo‐ dellen hoort u een geluidssignaal
wanneer de zijschuifdeur open en de
parkeerrem losgezet is).
De zijschuifdeur is van de binnenzijde
te vergrendelen met de binnenste
vergrendelingstoets.
Ervoor zorgen dat de schuifdeur goed dichtzit alvorens weg te rijden.9 Waarschuwing
Wees voorzichtig wanneer u de
zijschuifdeur bedient. Kans op let‐ sel.
Zorg ervoor dat er niets beklemd
raakt tijdens de bediening en dat
er niemand in de bewegingszone
staat.
Bij parkeren op een helling kunnen geopende schuifdeuren door hun
eigen gewicht ongewild bewegen.
Vóór het wegrijden schuifdeuren
sluiten.
Page 29 of 239
Sleutels, portieren en ruiten27Elektrische schuifdeurOpenen
Druk bij een stilstaande auto en met
aangetrokken handrem op de scha‐
kelaar op het instrumentenpaneel
voor het automatisch openen van de
elektrische schuifdeur; tijdens de wer‐
king knippert de LED in de schake‐
laar.
Let op
Als de handrem bij het indrukken
van de schakelaar niet aangetrok‐
ken is, klinkt er een waarschuwings‐ signaal.
Druk nogmaals op de schakelaar om
te bewegen te allen tijde te stoppen.
Druk deze nogmaals in om de bewe‐
ging van de elektrische schuifdeur te
vervolgen.
Sluiten
Druk nogmaals op de schakelaar; de
LED knippert en tijdens de werking
klinkt er een geluidssignaal.
Bij problemen met het openen of slui‐
ten, bijv. vanwege vorst, houdt u de
schakelaar ingedrukt om meer kracht op de schuifdeur te zetten.9 Waarschuwing
Wees voorzichtig wanneer u de
elektrische schuifdeur bedient. Er
bestaat verwondingsgevaar, met
name voor kinderen.
Wees met name voorzichtig wan‐
neer de auto op een helling gepar‐ keerd staat: open of sluit de deur
volledig totdat deze in de vergren‐ deling valt.
Houd het bewegende portier goed
in de gaten wanneer u het bedient. Zorg ervoor dat er niets beklemd
raakt tijdens de bediening en dat
er niemand in de bewegingszone
staat.
Let op
Gebruik de elektrische schuifdeur
niet te vaak met een stilstaande mo‐
tor, om te voorkomen dat de accu
leegraakt.
Nooduitgang
Page 30 of 239
28Sleutels, portieren en ruitenIn een noodsituatie kan de zijschuif‐
deur na het ontgrendelen van de bin‐
nenhandgreep met de hand worden
geopend.
Open de deur eventueel als de auto
ontgrendeld is met de buitenkruk (af‐ hankelijk van de modelvariant). Til de
kruk (3) tot aan de tweede groefstand op en schuif de deur naar achteren
met de handgreep (2) bij de voorkant
van de deur.
Terugzetten
Als de deur met de hand is geopend,
moet het systeem van de elektrische
schuifdeur worden gereset.
Open de zijschuifdeur voor de helft en
zet de betreffende kruk in de eerste
groefstand; het waarschuwings‐
lampje op het instrumentenbord licht
op. Druk daarna op de knop (1) op de betreffende kruk.
Beweeg de kruk heen en weer om er
zeker van te zijn dat de stelmotor van
de deur werkt en houd daarna de
schakelaar op het instrumentenbord
ingedrukt om de deur geheel te slui‐
ten; het waarschuwingslampje dooft
als het systeem correct wordt terug‐
gezet.
Onderhoud
De eigenaar is zelf verantwoordelijk
om de aandrijfriem na elke
25.000 cycli te laten vervangen en
daarom is er een teller in de B-stijl on‐ der ingebouwd. Raadpleeg een werk‐
plaats.
Bij een storing in de aandrijfriem kan de deur nog steeds met de hand wor‐ den geopend en gesloten.
Storing
Als er bij het ontgrendelen van de por‐
tieren een systeemstoring wordt vast‐
gesteld, klinkt er een geluidssignaal.