OPEL MOVANO_B 2020 Gebruikershandleiding (in Dutch)
Manufacturer: OPEL, Model Year: 2020, Model line: MOVANO_B, Model: OPEL MOVANO_B 2020Pages: 373, PDF Size: 9.36 MB
Page 231 of 373

Klimaatregeling229Om een goede prestatie te verzeke‐
ren, moet u de hulpverwarming één
keer per maand laten werken.
Regeleenheden De timer of de afstandsbediening
zetten het systeem aan en uit en
worden gebruikt om specifieke
vertrektijden te programmeren.
Timereenheid (type A)1 Meter:Toont de vooraf inge‐
stelde, de huidige of vooraf
ingestelde tijd, tempera‐
tuur, Y, Ö en x2 l:Hiermee zet u de waarden
hoger3 7:Lang indrukken: verwar‐
ming inschakelen, kort
indrukken: display aanzet‐
ten of selectie bevestigen4 k:Hiermee zet u de waarden
lager5 d:Lang indrukken: verwar‐
ming uitschakelen, kort
indrukken: display aanzet‐
ten of menu afsluiten
Afstandsbediening (type A)
1 Meter:Toont de vooraf inge‐
stelde, de huidige of vooraf
ingestelde tijd, tempera‐
tuur, Z, Ü , Y , Ö en x2 7:Lang indrukken: verwarming
inschakelen, kort indrukken:
display aanzetten of selectie
bevestigen3 l:Hiermee zet u de waarden
hoger4 d:Lang indrukken: verwarming
uitschakelen, kort indrukken:
display aanzetten of menu
afsluiten5 k:Hiermee zet u de waarden
lager
Als er niet binnen tien seconden op
een knop wordt gedrukt, gaat het
display automatisch uit.
Storingsdisplays afstandsbediening
(type A)
INIT:automatische detectie -
wachten totdat automa‐
tische detectie voltooid
isNO
SIGNAL:geen signaal - zekering
verwarming controlerenZ:zwak signaal -
ga dichterbijÜ:accu bijna leeg -
accu vervangen
Page 232 of 373

230KlimaatregelingY:storing verwarming -
raadpleeg werkplaatsAdd,
AddE:systeem in inleermodus
Afstandsbediening (type A) inleren
Als de voertuigaccu opnieuw is
aangesloten, gaat het ledje in het
instrumentenpaneel branden en
configureert het systeem automatisch
het afstandsbedieningsmenu. Selec‐
teer als het ledje knippert Add of
AddE en bevestig.
Er kunnen ook bijkomende afstands‐ bedieningen worden geconfigureerd.
Druk op de knop tot het ledje gaat
knipperen, schakel de afstandsbedie‐
ning in, selecteer Add en bevestig.
AddE leert alleen de huidige regel‐
eenheid van de afstandsbediening in
en blokkeert alle eerder geconfigu‐
reerde eenheden. Add leert maximaal
vier afstandsbedieningen in, maar
slechts één afstandsbediening kan
het systeem op hetzelfde moment
doen werken.
Afstandsbediening (type B)1 Meter:Toont de vooraf inge‐
stelde, de huidige of vooraf
ingestelde tijd, tempera‐
tuur, Z, Ü , Y , Ö en x2 l:Hiermee zet u de waarden
hoger3 UIT:Schakel de verwarming uit of
druk tegelijkertijd op Y en
UIT om de selectie te beves‐
tigen4 Y:Schakel de verwarming in of
druk tegelijkertijd op Y en UIT
om de selectie te bevestigen5 k:Hiermee zet u de waarden
lager
Als er niet binnen 30 seconden op
een knop wordt gedrukt, gaat het
display automatisch uit.
9 Waarschuwing
Schakel tijdens het bijtanken
zowel de afstandsbediening als de verwarming uit!
De afstandsbediening heeft eenmaximaal bereik van 1000 m. Het
bereik kan afnemen door omgevings‐
omstandigheden en wanneer de accu leeg loopt.
Storingsdisplays afstandsbediening
(type B)
Z:zwak signaal -
pas positie aanFAIL:fout tijdens signaaloverdracht
- dichterbij komen of zekering verwarming controlerenÜ:accu bijna leeg -
accu vervangen
Page 233 of 373

Klimaatregeling231Afstandsbediening (type B) inleren
Er kunnen ook vier bijkomende
afstandsbedieningen worden gecon‐
figureerd. Tijdens het extra inleren wordt elke keer de oudste zender
gewist.
Verwarmingszekering gedurende
5 seconden eruit trekken en de zeke‐
ring weer aanbrengen. Druk binnen
2–6 seconden op UIT gedurende
1 seconde. Het inleren is voltooid.
Druk als de afstandsbediening gedu‐
rende langere tijd niet is gebruikt
6 keer op UIT met tussenpozen van
2 seconden, houd deze dan gedu‐
rende nog eens 2 seconden ingedrukt en wacht 2 minuten.Handbediening
Afhankelijk van de versie kan de hulp‐
verwarming ook worden ingescha‐
keld voor de duur van de laatste
periode of standaard gedurende
30 minuten of meteen worden geblok‐ keerd, met behulp van de knop op het
instrumentenpaneel. Het ledje in de
knop bevestigt dat het systeem werkt.
Vervangen van de accu
Vervang de accu wanneer het bereik
van de afstandsbediening afgeno‐
men is of wanneer het symbool voor
het opladen van de accu knippert.
Open het klepje en vervang de batterij (type A: CR 2430, type B:
2CR 11108 of gelijkwaardig). Breng
de nieuwe batterij goed aan met de
plus ( <) kant naar de pluscontacten.
Zet de afdekking weer stevig op zijn
plaats.
Verwijder oude accu's volgens de
milieureglementering.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
Bediening (type A)
Verwarming Y
Selecteer Y op de menubalk en druk
op G om te bevestigen. De vooraf
bepaalde verwarmingstijd, bijv. L 30
knippert op het display. De fabrieks‐ instelling is 30 minuten.
Page 234 of 373

232KlimaatregelingStel de verwarmingstijd af met k of
l en bevestig. De waarde kan
worden ingesteld van
10 tot 120 minuten. Noteer vanwege
het stroomverbruik de verwarmings‐
tijd.
Om uit te schakelen, selecteert u
opnieuw Y op de menubalk en drukt
u op d.
Ventilatie x
Selecteer x op de menubalk en druk
op G om te bevestigen.
Stel de ventilatietijd af met k of l en
bevestig. De waarde kan worden
ingesteld van 10 tot 120 minuten.
Noteer vanwege het stroomverbruik
de verwarmingstijd.
Om uit te schakelen, selecteert u
opnieuw x op de menubalk en drukt
u op d.
Programmeren P
U kunt maximaal drie vooraf inge‐
stelde vertrektijden programmeren,
ofwel gedurende één dag of gespreid over één week.● Selecteer P op de menubalk en
druk op G om te bevestigen.
● Selecteer het gewenste vooraf ingestelde geheugennummer
P1 , P2 of P3 en bevestig.
● Selecteer F en bevestig.
● Selecteer de weekdag of groep weekdagen en bevestig.
● Selecteer het uur en bevestig.
● Selecteer de minuten en beves‐ tig.
● Selecteer Y of x en bevestig.
● Selecteer ECO of HIGH en bevestig.
● Selecteer de duur en bevestig.
● Druk op d om af te sluiten.
Herhaal zo nodig de procedure om de
andere vooraf ingestelde geheugen‐ nummers te programmeren.
Selecteer voor het activeren van een
gewenst vooraf ingesteld geheugen‐
nummer P1, P2 of P3, selecteer On
en bevestig.
Wanneer een programma is geacti‐ veerd, verschijnen P en Y samen.Selecteer voor het deactiveren van
een vooraf ingesteld geheugennum‐
mer P1, P2 of P3, selecteer Off en
bevestig.
De verwarming stopt automatisch 5 minuten na de geprogrammeerde
vertrektijd.
Let op
Het afstandsbedieningssysteem is
voorzien van een temperatuursen‐
sor die de looptijd berekent volgens
de omgevingstemperatuur en het
gewenste verwarmingsniveau
(ECO of HIGH). Het systeem start
automatisch tussen de
5 en 60 minuten die voorafgaan aan de geprogrammeerde starttijd.
Tijd en weekdag Þ instellen
Als de voertuigaccu afgekoppeld is of
als de spanning ervan te laag is, moet de eenheid opnieuw worden inge‐
steld.
● Selecteer F in de menubalk en
bevestig.
● Selecteer Þ in de menubalk en
bevestig.
● Wijzig de uren met k of l en
bevestig.
Page 235 of 373

Klimaatregeling233●Wijzig de minuten met k of l en
bevestig.
● Druk op d om af te sluiten.
● Selecteer F in de menubalk en
bevestig.
● Selecteer Mo in de menubalk en
bevestig.
● Wijzig de weekdag met k of l
en bevestig.
● Druk op d om af te sluiten.
Verwarmingsniveau
Het gewenste verwarmingsniveau
voor geprogrammeerde vertrektijden
kan worden ingesteld op ECO of
HIGH.
● Selecteer Y in de menubalk en
bevestig.
● Selecteer ECO of HIGH en bevestig.
● Druk op d om af te sluiten.
Bediening (type B)
Verwarming Y of ventilatie x
Selecteer zo nodig de bedrijfsmodus
Y of x.● Druk driemaal op l.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT,
Y of x knippert.
● Stel af met k of l om Y of x te
selecteren.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT om
te bevestigen.
Druk op Y gedurende 1 seconde om
in te schakelen. De vooraf bepaalde
verwarmingsduur, bijv. 30, verschijnt.
De fabrieksinstelling is 30 minuten.
De verwarmingsduur kan worden
ingesteld in stappen van 10 minuten.
Noteer vanwege het stroomverbruik
de verwarmingstijd.
● Druk viermaal op l.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT , Y /
x knippert.
● Stel af met k of l om de gewen‐
ste verwarmingsduur te selecte‐
ren.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT om
te bevestigen.
Druk op UIT om uit te schakelen.Programmeren y
Het systeem berekent de bedrijfstijd
van de verwarming afhankelijk van de temperatuur in de auto.
● Tweemaal op k drukken.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT,
y knippert.
● Stel af met k of l om de vertrek‐
tijd te selecteren.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT om
te bevestigen.
Druk op Y gedurende één seconde
om in te schakelen, HTM verschijnt.
Verwarming stopt automatisch na de
geprogrammeerde vertrektijd of kan
handmatig worden uitgeschakeld.
● Tweemaal op k drukken.
● Druk gedurende 1 seconde op UIT , HTM gaat uit.
Tijd instellen
Als de voertuigaccu afgekoppeld is of
als de spanning ervan te laag is, moet
de tijd opnieuw worden ingesteld.
● Eenmaal op l drukken.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT,
Ö knippert.
Page 236 of 373

234Klimaatregeling● Stel af met k of l om de tijd in
te stellen.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT om
te bevestigen.
Verwarmingsniveau
Het gewenste verwarmingsniveau
voor geprogrammeerde vertrektijden
kan worden ingesteld tussen C1 en
C5.
● Druk driemaal op k.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT,
Y knippert.
● Stel af met k of l om het
verwarmingsniveau in te stellen.
● Druk tegelijkertijd op Y en UIT om
te bevestigen.
Om de interieurtemperatuur weer te
geven, twee keer op l drukken.Luchtroosters
Verstelbare luchtroosters Bij ingeschakelde koeling moet er
minimaal één luchtrooster geopend
zijn om te voorkomen dat de verdam‐
per door gebrek aan luchtcirculatie
bevriest.
Middelste luchtroosters
Door de roosters te kantelen en te
draaien de richting van de luchttoe‐
voer instellen.
Zwenk om het rooster te sluiten het
latje naar de buitenkant van de auto.
Zijdelingse luchtroosters
Door de roosters te kantelen en te
draaien de richting van de luchttoe‐
voer instellen.
Zwenk om het rooster te sluiten het
latje naar de buitenkant van de auto.
9 Waarschuwing
Geen voorwerpen bevestigen aan
de roosters van de ventilatieope‐
ningen. Kans op schade en letsel
bij een ongeval.
Page 237 of 373

Klimaatregeling235Combi
In het dakframe kunnen verstelbare
luchtroosters zitten. Open een lucht‐
rooster door erop te drukken. Richt de
luchtstroom door het luchtrooster met
de hand in de gewenste stand te
draaien.
Bus
In het dakframe boven de stoelen
kunnen verstelbare luchtroosters
zitten. Draai aan het stelwiel om de
luchtstroom naar de betreffende stoel te vergroten / verkleinen.
Vaste luchtroosters
Er bevinden zich bovendien nog
uitstroomkanalen onder de voorruit
en de zijramen, alsook in de voeten‐
ruimte.
Koeling
handschoenenkastje
De airconditioning kan ook objecten
in het handschoenenkastje koelen.
Page 238 of 373

236KlimaatregelingOnderhoud
Luchtinlaat
De luchtinlaat voor de voorruit in de
motorruimte moet vrij blijven om lucht
te kunnen inlaten. Verwijder eventu‐
ele bladeren, vuil of sneeuw.
Airconditioning regelmatig
aanzetten
Om te zorgen dat het systeem goed
blijft werken, moet de koeling
eenmaal per maand, ongeacht de
weersgesteldheid of het seizoen,
enkele minuten worden ingescha‐
keld. Bij te lage buitentemperaturen
kan de koeling niet worden ingescha‐ keld.
Service
Om de koeling optimaal te laten
werken, is het raadzaam het klimaat‐
regelsysteem jaarlijks te laten contro‐ leren, te beginnen 3 jaar na aflevering van de nieuwe auto, te weten:
● functie- en druktest
● werking van de verwarming
● lektest
● controle van de aandrijfriemen ● afvoer van condensor en verdamper reinigen
● prestatietestLet op
Koelmiddel R-134a kan gefluo‐ reerde broeikasgassen met een
factor wereldwijde opwarming van
1430 bevatten.
Het aircosysteem voor is gevuld met
0,58 kg en heeft een CO
2-equivalent
van 0,83 ton, het aircosysteem voor
en achter in combi-varianten is
gevuld met 1,1 kg en heeft een
CO 2-equivalent van 1,57 ton en het
aircosysteem voor en achter in
combi-varianten is gevuld met
1,7 kg en heeft een CO 2-equivalent
van 2,43 ton.
Afhankelijk van de auto staat er
mogelijk informatie over het airco‐
koelmiddel op een label in de motor‐
ruimte.
Page 239 of 373

Rijden en bediening237Rijden en bedieningRijtips......................................... 238
Economisch rijden ...................238
Controle over de auto ..............238
Sturen ...................................... 238
Starten en bediening .................239
Nieuwe auto inrijden ................239
Contactslotstanden ..................239
Motor starten ........................... 240
Regeling stationair toerental ....241
Uitrol-brandstofafsluiter ...........241
Stop/Start-systeem ..................241
Parkeren .................................. 244
Luchtvering .............................. 244
Uitlaatgassen ............................. 247
Roetfilter .................................. 247
Katalysator .............................. 247
AdBlue ..................................... 248
Handgeschakelde versnellings‐
bak ............................................. 254
Geautomatiseerde versnellings‐
bak ............................................. 255
Versnellingsbakdisplay ............255
Motor starten ........................... 255
Keuzehendel ........................... 255
Handgeschakelde modus ........257Elektronische rijprogramma's ..257
Storing ..................................... 258
Stroomonderbreking ................258
Remmen .................................... 258
Antiblokkeersysteem ...............258
Handrem .................................. 259
Remassistentie ........................260
Hellingrem ............................... 260
Rijregelsystemen .......................261
Traction Control .......................261
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 262
Achteras met gedeeltelijke
blokkering ............................... 263
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ......................................... 263
Cruise control .......................... 263
Snelheidsbegrenzer ................265
Actieve noodrem .....................267
Parkeerhulp ............................. 269
Blindehoeksysteem .................271
Achteruitkijkcamera .................273
Lane Departure Warning .........275
Brandstof ................................... 277
Brandstof voor dieselmotoren . 277
Tanken .................................... 278
Trekhaak .................................... 279
Algemene informatie ...............279
Rijgedrag en aanhangertips ....279Aanhanger trekken ..................280
Aanhangerstabilisatie ..............281
Extra functies ............................. 281
PTO (krachtafnemer) ...............281
Page 240 of 373

238Rijden en bedieningRijtips
Economisch rijden
Modus ECO De ECO-modus is een functie vooreen optimaal brandstofverbruik. Deze is van invloed op het motorvermogen
en het koppel, het acceleratievermo‐
gen, de schakelindicatie, de verwar‐
ming, de airconditioning en de
stroomverbruikers.
ActiveringDruk op ECO. Na het activeren
verschijnt ECO op het Driver Informa‐
tion Center.
Onderweg kunt u de ECO-modus
tijdelijk uitschakelen, bijv. voor meer
motorvermogen, door het gaspedaal
stevig in te trappen.
De ECO-modus wordt weer inge‐
schakeld zodra het gaspedaal minder diep wordt ingetrapt.
Deactivering
Druk nogmaals op ECO. ECO
verdwijnt op het Driver Information
Center.
Driver Information Center 3 106.
Controle over de auto Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens Autostop)
Veel systemen werken dan niet meer (bijv. rembekrachtiger, stuurbekrach‐
tiging). Als u op deze manier rijdt,
brengt u uzelf en anderen in gevaar. Alle systemen werken tijdens een
Autostop, maar er is wellicht eengecontroleerde vermindering in de stuurbekrachtiging en de rijsnelheid is
verlaagd.
Stop/Start-systeem 3 241.
Pedalen Om de pedalen ongehinderd te
kunnen bedienen geen matten onder
de pedalen leggen.
Gebruik alleen vloermatten die goed
passen en met de houders aan
bestuurderszijde bevestigd zijn.
Afrijden van hellingen
Schakel een versnelling in bij het afrij‐ den van hellingen om zeker te zijn dat
voldoende remdruk beschikbaar is.
Sturen
Als de stuurbekrachtiging niet meer werkt doordat de motor stopt of door
een systeemdefect, kunt u nog
steeds sturen maar is er wellicht meer
kracht nodig.