PEUGEOT 2008 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: 2008, Model: PEUGEOT 2008 2018Pages: 240, PDF Size: 8.36 MB
Page 121 of 240

119
Uitparkeren na fileparkeren
F Start de motor wanneer u de parkeerplek wilt verlaten.
Activeren van het Park Assist-systeem,
bij
stilstaande auto:
F
D
ruk op deze toets.
Het lampje van de toets blijft uit.
Er verschijnt een melding op het scherm.
F
S
electeer de functie voor het uitparkeren uit
een fileparkeervak.
Het lampje van de toets gaat branden.
F
S
chakel de richtingaanwijzer in om aan te
geven dat u de parkeerplek gaat verlaten.
De richtingaanwijzers blijven gedurende de manoeuvre knipperen, ongeacht de stand
van de hendel.
F
S
chakel de 1e versnelling of de
achteruitversnelling in en laat het stuur wiel
vervolgens los. De geassisteerde uitparkeermanoeuvre is nu
begonnen.
Rijd stapvoets (max. 5 km/h) en ga door met
de manoeuvre op basis van de aanwijzingen
van de functie "Parkeerhulp" tot er een melding
wordt weergegeven die aangeeft dat de
manoeuvre is voltooid.
De manoeuvre is voltooid zodra de voor wielen
van de auto zich buiten de parkeerplek
bevinden.
Het lampje van de toets dooft en er klinkt een
geluidssignaal.
De bestuurder moet nu het stuur weer
overnemen.
Uitschakelen
Het systeem wordt automatisch gedeactiveerd:
-
a ls het contact wordt afgezet,
-
a
ls de motor afslaat,
-
a
ls er binnen 5 minuten na het selecteren
van het type manoeuvre niet wordt gestart
met een manoeuvre,
-
a
ls de auto tijdens de manoeuvre langdurig
blijft stilstaan,
-
a
ls de antispinregeling (ASR) in werking
treedt,
-
a
ls de maximale wagensnelheid wordt
overschreden,
-
a
ls de bestuurder het stuur wiel tegenhoudt,
-
a
ls de bestuurder de schakelaar van het
Park Assist-systeem indrukt,
-
a
ls het niet mogelijk is om de auto correct in
te parkeren (te veel manoeuvres nodig voor
het in- of uitparkeren),
-
a
ls het bestuurdersportier wordt geopend,
-
a
ls één van de voor wielen op een obstakel
stuit.
Er verschijnt een melding op het scherm.
6
Rijden
Page 122 of 240

120
De bestuurder moet nu het stuur weer
overnemen.Als het systeem tijdens een manoeuvre
wordt gedeactiveerd, moet de bestuurder
het systeem handmatig weer activeren om
de meting voort te zetten.
Uitschakelen
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld:
- b ij het trekken van een aanhanger,
-
a
ls het bestuurdersportier wordt geopend,
-
b
ij een wagensnelheid van meer dan
70
km/h.
Raadpleeg om het systeem voor langere duur
te laten uitschakelen het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Storingen
Als er een storing in het systeem
optreedt, gaat dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel branden en/of
verschijnt een melding op het scherm
in combinatie met een geluidssignaal
(kort piepsignaal).
Het lampje knippert enkele seconden.
Als de storing optreedt tijdens het
gebruik van het systeem, gaat het
lampje uit.
In het geval van een storing in de
stuurbekrachtiging worden deze
pictogrammen weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de ruimte tussen uw auto en de
parkeerplek te groot is, kan het systeem
mogelijk de beschikbare ruimte niet meten.
Tijdens een manoeuvre houdt het Park Assist-
systeem geen rekening met onderdelen of
voor werpen die buiten de carrosserie (in de
lengte of breedte) van de auto uitsteken.
Controleer bij slecht weer en bij winterse
omstandigheden of de sensoren niet zijn
bedekt met vuil, ijs of sneeuw.
Laat in het geval van een storing het
systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Rijden
Page 123 of 240

Het PEUGEOT TOTAL-team weet hoe prestatiegrenzen onder
de meest veeleisende omstandigheden verlegd kunnen worden.
Dit werd bevestigd door de drievoudige overwinning die in 2017
werd behaald.
Voor deze uitzonderlijke prestaties voorzagen de equipes van
Peugeot Sport hun Peugeot 3008 DKR van TOTAL QUARTZ,
een hoogwaardig smeermiddel dat onder de meest extreme
omstandigheden de motor optimaal beschermt.
TOTAL QUARTZ beschermt uw motor tegen de tand des
tijds.
PEUGEOT & TOTAL
EEN SAMENWERKING IN HET TEKEN
VAN PRESTATIES!
TOTAL QUARTZ Ineo First is een uiterst hoogwaardig
smeermiddel dat door de R&D-teams van Peugeot en Total
gezamenlijk is ontwikkeld. De innovatieve technologie van deze
speciaal voor Peugeot-motoren ontwikkelde motorolie draagt in
belangrijke mate bij tot het terugdringen van de CO
2-uitstoot en
beschermt de motor effectief tegen vervuiling.
Page 124 of 240

122
Compatibiliteit van
brandstoffen
Brandstof voor
benzinemotoren
De benzinemotoren zijn geschikt voor
biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen en
die bij tankstations getankt kunnen worden:Benzine die voldoet aan de norm
EN228 en is gemengd met een
biobrandstof die voldoet aan de
norm EN15376.
Alleen brandstofadditieven die voldoen
aan de norm B715001 mogen worden
gebruikt.
Brandstof voor
dieselmotoren
De dieselmotoren zijn geschikt voor
biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen en
die bij tankstations getankt kunnen worden: Diesel die voldoet aan de richtlijn
EN16734 gemengd met biobrandstof die
voldoet aan de richtlijn EN14214 (met
een gehalte aan methyl-ester vetzuren
van 0 tot 10%).
Paraffinehoudende diesel die voldoet
aan de richtlijn EN15940 gemengd met
biobrandstof die voldoet aan de richtlijn
EN14214 (met een gehalte aan methyl-
ester vetzuren van 0 tot 7%).
De brandstof B20 of B30 die voldoet
aan de richtlijn EN16709 is ook geschikt
voor de dieselmotor van uw auto. Maar
als deze brandstof, ook al is het slechts
incidenteel, wordt gebruikt, moeten de
bijzondere onderhoudsvoorschriften
(voor "Zware rijomstandigheden") strikt
worden nageleefd.
Neem voor meer informatie contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Diesel die voldoet aan de richtlijn EN590
gemengd met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn EN14214 (met een
gehalte aan methyl-ester vetzuren van 0
t o t 7 %) . Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...)
is nadrukkelijk verboden (kans op schade
aan de motor en het brandstofcircuit). Alleen het gebruik van dieseladditieven
die voldoen aan de norm B715000 is
toegestaan.
Diesel bij lage
buitentemperaturen
Bij temperaturen beneden het vriespunt kan
paraffine in zomerdiesel vlokvorming en
storingen in het brandstofsysteem van uw
auto veroorzaken. Om dit te voorkomen is het
raadzaam winterdiesel te tanken en de tank
voor minimaal 50% gevuld te houden.
Als desondanks de motor bij een temperatuur
lager dan -15°C moeilijk aanslaat, laat dan
de auto even in een garage of ver warmde
werkplaats staan.
Reizen naar het buitenland
Sommige brandstoffen kunnen de motor
van uw auto beschadigen.
In bepaalde landen kan het nodig zijn een
specifieke brandstofsoor t te gebruiken
(specifiek octaangetal, specifieke
commerciële benaming enz.) om de goede
werking van de motor te garanderen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
dealer.
Praktische informatie
Page 125 of 240

123
Brandstoftank
Inhoud van de brandstoftank:
- ongeveer 50 liter (benzinemotoren).
-
ongeveer 50 liter (dieselmotoren).
-
ongeveer 45 liter (BlueHDi-dieselmotoren).
Tank nooit als de motor door het Stop &
Start-systeem is afgezet; zet in dat geval
altijd het contact af met de sleutel.
Vullen
Een sticker aan de binnenzijde van de vulklep
geeft aan welke brandstof u moet tanken voor
het type motor in uw auto.
Als u minder dan 5 liter brandstof tankt,
wordt de stijging van het brandstofniveau niet
weergegeven op de brandstofmeter.
Zolang de brandstoftankdop niet is
vastgedraaid, kan de sleutel niet uit de dop
worden verwijderd.
Tijdens het openen van de tankdop kan
een geluid van aangezogen lucht hoorbaar
zijn. Dit is normaal en wordt veroorzaakt
door de onderdruk die ontstaat door de
afdichting van het brandstofcircuit. Om veilig te tanken:
F
Z
et altijd eerst de motor af
.
F
O
pen de brandstofvulklep door met een
vinger bij de uitsparing 1 hieraan te trekken.
F S teek de sleutel in de dop en draai de
sleutel linksom 2 .
F
V
er wijder de dop en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de klep 3 .
F
V
ul de tank maar laat het vulpistool niet
meer dan drie keer afslaan ; doet u dit wel,
dan kan dit leiden tot storingen. Als u klaar bent met tanken:
F
P
laats de vuldop terug.
F
D
raai de sleutel naar rechts en ver wijder
deze ver volgens uit de dop.
F
S
luit de brandstofvulklep.
Indien u per vergissing de verkeerde
brandstof tankt, moet de tank beslist
worden afgetapt voordat de motor
wordt gestart.
Laag brandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau
is bereikt, gaat dit lampje op het
instrumentenpaneel branden. Er
zit nog ongeveer 5 liter brandstof
in de tank. Als het lampje knippert,
zit er nog maar een minimale
hoeveelheid brandstof in de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u zonder brandstof komt te staan.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over een lege brandstoftank
(diesel) .
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij
een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer
afsluit.
7
Praktische informatie
Page 126 of 240

124
Tankbeveiliging (diesel)
(Afhankelijk van het verkoopland.)
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met
een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is
om benzine te tanken. Hiermee wordt schade
aan de motor, ontstaan door het tanken van de
verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening
is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de
brandstoftankdop verwijdert.
Werking
Het vullen van de brandstoftank met behulp van een
jerrycan (die dan wel gevuld moet zijn met diesel) is wel
mogelijk.
Houd de tuit van de jerrycan recht, druk deze niet tegen de
klep van de tankbeveiliging en giet voorzichtig om er voor te
zorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.
Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken
van diesel per land kunnen verschillen,
kan de aanwezigheid van een
tankbeveiliging op de auto er toe leiden
dat tanken niet mogelijk is.
Niet alle auto's met een dieselmotor
zijn voorzien van een tankbeveiliging.
Daarom adviseren wij u voordat u naar het
buitenland afreist om bij het PEUGEOT-
netwerk te informeren of uw auto geschikt
is om in het desbetreffende land te kunnen
tanken.
Wanneer u bij een uitvoering met dieselmotor
een benzinetankpistool in de tankopening
probeert te plaatsen, wordt dit tegengehouden
door een klep. Hierdoor blijft het systeem
vergrendeld en kan er dus niet getankt worden.
Probeer in dat geval niet toch te tanken
maar kies een dieseltankpistool.
Trekhaak
Lastverdeling
F V erdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
probeer de maximaal toegestane kogeldruk
zo dicht mogelijk te benaderen zonder deze
te overschrijden. Maak gebruik van trekhaken en de
desbetreffende bedrading, goedgekeurd
door PEUGEOT. Wij adviseren de
installatie te laten uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-
netwerk behoort, moet de montage altijd
volgens de voorschriften van de fabrikant
worden uitgevoerd.
Sommige rijhulp- of besturingshulpfuncties
worden automatisch uitgeschakeld
wanneer een goedgekeurde trekhaak
wordt gebruikt.
Houd u aan het maximale
aanhangergewicht dat is vermeld op
het kentekenbewijs van uw auto, op het
constructeursplaatje en in de rubriek
Technische gegevens
van dit boekje.
Om te voldoen aan de maximaal
toelaatbare kogeldruk moet ook
rekening worden gehouden met
het gebruik van accessoires
(fietsendragers, trekhaakboxen, enz.).
Door een geringere luchtdichtheid nemen de
prestaties van de motor af als men op grotere
hoogte boven de zeespiegel komt. Trek
daarbij voor elke 1000 m hoogte 10% van het
maximale aanhangergewicht af.
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Praktische informatie
Page 127 of 240

125
Trekhaak met
verwijderbare kogel
Presentatie
De kogel van deze in de fabriek gemonteerde
trekhaak kan gemakkelijk en snel worden
gemonteerd en verwijderd. Hiervoor is geen
gereedschap nodig. De achter de bumper
gemonteerde trekhaak is volledig aan het
oog onttrokken als de kogel is ver wijderd
en de steun van de trekhaakaansluiting is
weggeklapt.
1.Bevestigingssteun.
2. Beschermdop.
3. Veiligheidsoog.
4. Wegklapbare trekhaakaansluiting.
5. Verwijderbare kogel.
6. Draaiknop voor vergrendeling/
ontgrendeling.
7. Veiligheidsslot met sleutel.
8. Beschermkap voor de kogel.
9. Opbergtas.
A. Vergrendelde stand
De draaiknop maakt geen contact met de kogel
(vrije ruimte van ongeveer 5 mm).
De groene markering is zichtbaar.
Het slot van de draaiknop is naar achteren
gericht.
De vergrendelingspal is zichtbaar en steekt uit
de kogel.
B. Ontgrendelde stand
De draaiknop maakt contact met de kogel.
De groene markering is niet zichtbaar. Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
informatie over de technische gegevens
en in het bijzonder de (aanhanger-)
gewichten voor uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer veiligheid tijdens het rijden met een
trekhaaksysteem .
Vóór het gebruik
Verzeker u er van dat de kogel correct
gemonteerd is. Doe dit door het volgende
te controleren:
-
d
e kogel is correct vergrendeld (stand
A ),
-
he
t veiligheidsslot is vergrendeld en de
sleutel is ver wijderd; de draaiknop kan
niet meer worden bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun
kunnen bewegen: duw en trek eraan
om dit te controleren.
Het slot van de draaiknop is naar voren gericht.
De vergrendelingspal is niet zichtbaar.
7
Praktische informatie
Page 128 of 240

126
Tijdens het gebruik
Ontgrendel nooit het systeem ter wijl
een aanhanger is aangekoppeld of een
bagageplateau op de trekhaakkogel is
gemonteerd.
Overschrijd nooit het maximaal
toelaatbare treingewicht van de auto.
Controleer voordat u gaat rijden de
hoogteafstelling van de koplampen.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
hoogteverstelling van de koplampen.
Na het gebruik
Als gereden wordt zonder aanhanger
of bagageplateau, moet de
trekhaakaansluiting zijn weggeklapt,
moet de kogel zijn ver wijderd en moet de
afdekkap op de steun zijn aangebracht.
Dit is met name van belang als de kogel
het zicht op de kentekenplaat of de
verlichting van de auto belemmert.Monteren van de kogel
Verwijder de afdekkap van de
bevestigingssteun en controleer of het
bevestigingssysteem in goede staat is. Reinig
indien nodig de steun met een borstel of een
schone doek.
Haal de kogel uit de opbergtas.
Verwijder de beschermkap van de kogel.
Berg de afdekkap en de beschermkap op in de
opbergtas.
Controleer of de kogel correct is ontgrendeld
(stand B ). Zo niet, steek de sleutel dan in het
slot en draai hem linksom om het mechanisme
te ontgrendelen. Druk de draaiknop ver volgens
in en draai hem rechtsom tot aan de aanslag. Houd de kogel met beide handen vast; steek
het uiteinde van de kogel in de steun. Duw
de kogel ver volgens stevig omlaag om het
systeem te vergrendelen.
De draaiknop draait dan automatisch linksom
en maakt een klikgeluid. Houd uw handen uit
de buurt van de draaiknop.
Praktische informatie
Page 129 of 240

127
Controleer of de kogel correct is vergrendeld
(stand A).
Draai de sleutel linksom om het
bevestigingsmechanisme van de kogel te
vergrendelen.
Ver wijder altijd de sleutel en bewaar hem op
een veilige plaats.
Als de sleutel niet gedraaid of ver wijderd
kan worden, is de kogel niet goed bevestigd:
herhaal de procedure.
Als niet aan alle voor waarden voor het
vergrendelen is voldaan, moet de procedure
worden herhaald.
Gebruik de trekhaak nooit als de rode
markering zichtbaar blijft: neem dan contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Maak de aanhanger vast aan de trekhaakkogel.
Maak de kabel van de aanhanger vast aan het
veiligheidsoog op de steun van de kogel.
Beweeg de steun van de trekhaakaansluiting
omlaag door het oog, dat onder de bumper
zichtbaar is, omlaag te trekken.
Beweeg het klepje van de trekhaakaansluiting
omhoog en sluit de stekker van de aanhanger
aan.
Verwijderen van de kogel
Neem de stekker van de aanhanger los van de
trekhaakaansluiting op de steun.
Maak de kabel van de aanhanger los van het
veiligheidsoog van de steun.
Maak de aanhanger los van de trekhaakkogel.
Klap de steun van de trekhaakaansluiting terug.
Steek de sleutel in het slot.
7
Praktische informatie
Page 130 of 240

128
Draai de sleutel rechtsom om het
bevestigingsmechanisme van de kogel te
ontgrendelen.
Houd de kogel stevig met één hand vast; druk
met de andere hand de vergrendelknop in en
draai deze rechtsom tot de aanslag.
Ver wijder de kogel uit de steun.
Ver wijder de sleutel uit het slot om te
voorkomen dat deze beschadigd raakt bij het
opbergen van de kogel.Houd rekening met het gewicht van de
kogel (ongeveer 3,5 kg). Kans op letsel! Bevestig de beschermkap op de kogel.
Berg de kogel op in de tas.
Monteer de afdekkap op de steun.
Onderhoud
De correcte werking van het systeem is alleen
gegarandeerd als de kogel en de steun schoon
blijven.
Alvorens de auto met een hogedrukreiniger
schoon te maken moet de trekhaakaansluiting
zijn weggeklapt, moet de kogel zijn ver wijderd
en moet de afdekkap op de steun zijn
gemonteerd.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats voor
werkzaamheden aan het trekhaaksysteem.
Opbergruimte
Het is raadzaam de ver wijderde kogel
te bewaren in de daar voor bestemde
opbergruimte onder de vloer van de
bagageruimte.
Zet de kogel vast met het koord van de hoes.
Laat de kogel nooit los in de bagageruimte
liggen. Bij hard remmen kan de kogel dan
ver wondingen bij de passagiers van de
auto veroorzaken.
Bovendien kunnen de kogel en de
bagageruimte daarbij beschadigd raken.
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden
verbeteren sneeuwkettingen de
tractie en het remgedrag van de
auto.
Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreser vewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke geldende
regelgeving over het gebruik van
sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Praktische informatie