ESP Peugeot 206 CC 2002.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2002.5, Model line: 206 CC, Model: Peugeot 206 CC 2002.5Pages: 124, PDF Size: 1.68 MB
Page 2 of 124
1Airbag bestuurder Claxon
2 Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers
3 Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*
4 Schakelaar stoelverwarming
5 Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
6 Dimmerdashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/boordcomputer
8
Stuurkolomschakelaars autoradio
9 Schakelaaralarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatierooster
14 Airbag passagierszijde
15 Middelste verstelbare ventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio RD3
18 Bediening verwarming/venti-latie/airconditioning Achterruitverwarming en ver- warming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels
23 Schakelaar dakbediening 24
Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten
25 Handrem
26 Hendel motorkapontgrendeling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringkast
29 Opbergvak
30 Hoogteverstelling stuurwiel
31 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming. 3
UW IN EEN OOGOPSLAG
07-10-2002
Page 18 of 124
07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, dat door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamheden; deze zi jn
speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw 206 CC afgestemd.Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de vol- gende onderhoudscontrole aan.
Tussentijdse controle tussentwee onderhoudscontroles.
Niveau vloeistof automatische transmissie elke 60 000 km.Hiervoor dient
vloeistof op synthetische basis gebruikt te worden; het gebruik
van brandstofbesparende of synthetische olie is eveneens toegestaan. ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 206 CC
Onderhoudscontrole elke 30 000 km of elke 2 jaar
KILOMETERSTAND 30 000 60 000 90 000 120 000
Garantiecontrole bij 10 000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om
aanspraak op de garantie te kunnen maken.
150 000 180 000 210 000 240 000 270 000
* Wat het eerst bereikt is.
Page 20 of 124
07-10-2002
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
24
BENZINE BENZINE
(1) Minimale kwaliteitseis: Benzinemotoren: ACEA A3 en API SH/SJ - ACEA= Association des Constructeurs EuropŽens Automobiles - API = American Petroleum Institute
Bij gebruik van motorolie die niet voldoet aan de norm ACEA A3-B3 is het noodzakelijk het onderhoudsschema "Bijzondere gebruiksomstandigheden" te volgen met de korte intervallen. * Deze brandstofbesparende olie mag alleen worden gebruikt in motoren die hiervoor geschikt zijn.
COMMERCIèLE BENAMINGEN VAN DE GOEDGEKEURDE EN AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN VOOR MOTOREN IN EUROPA (1)
Page 22 of 124
07-10-2002
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
26
1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2. Verklikkerlampje airbag passagier uitgeschakeld*
3. Verklikkerlampje airbags voor enzij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeersys-teem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en motorolieniveaumeter
9. Richtingaanwijzer rechts 10.
Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verkli kkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storing elek-tronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk en
-temperatuur
16.
Verklikkerlampje koelvloeistoftempe-ratuur en te laag koelvloeistofniveau
17. Temperatuurmeter motorolie
18. Schakelaar dagteller/kilometerteller 19.
Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Knop dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje brandstofreserve
26. Verklikkerlampje elektronisch stabi-liteitsprogramma (ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL: HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
Page 23 of 124
07-10-2002
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN27
1. Verklikkerlampje veiligheidsgordels bestuurder*
2. Verklikkerlampje uitschakeling air-bag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbags en zij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeersys-teem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en motorolieniveaumeter 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storing elek-tronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk en-temperatuur
16. Verklikkerlampje koelvloeistoftempe-ratuur en te laag koelvloeistofniveau
17. Schakelprogramma's 18.
Schakelstandindicatie
19. Schakelaar dagteller/kilometerteller
20.
Verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)
21. Snelheidsmeter
22. Koelvloeistoftemperatuurmeter
23. Toerenteller
24. Knop dimmer dashboardverlichting.
25. Brandstofmeter
26. Verklikkerlampje brandstofreserve
27. Verklikkerlampje elektronisch stabili-teitsprogramma (ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL: AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Page 25 of 124
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aan-
zetten van het contact branden engaat na enkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit opeen defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de
bestuurder, bij het aanzetten van het contact,zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampjezelfdiagnose motor
Gaat elke keer dat het contactwordt aangezet branden.
Als dit lampje bij draaiende motor gaat bran-den, wijst dit op een defect in het injectie-/ont-stekingssysteem of in de emissieregeling. Dekatalysator kan hierdoor beschadigd raken.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjebrandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog onge-
veer 50 km rijden (tankinhoud ongeveer
47 liter).
Verklikkerlampje uit- schakelen airbag aanpassagierszijde*
Dit lampje gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal en de melding"Airbag passagier uitgeschakeld"
op het multifunctionele display. Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Verklikkerlampje elek- tronisch stabiliteitspro-gramma (ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contactwordt aangezet enkele seconden branden. Als het lampje bij draaiende motor of tijdens het rijden blijft branden of gaat branden incombinatie met een geluidssignaal en demelding "ESP/ASR buiten gebruik" op
het multifunctionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt. Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem tijdens het rijden in werking wordtgesteld (op het moment dat er een verschiloptreedt tussen de door de bestuurdergewenste koers en de werkelijke koers vande auto) en blijft branden als het systeemwordt uitgeschakeld.
Verklikkerlampje ladenvan de accu Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dynamo- riem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de temperatuur is in
orde,
Ð Wijzer in zone (B): de temperatuur is te
hoog. Het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Page 26 of 124
Verklikkerlampje airbags v——r en zij-airbags
Het lampje gaat bij het aan-
zetten van het contact branden engaat na enkele seconden uit. Als dit lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met eengeluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, wijst dit opeen defect in het airbagsysteem.
Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel*
Dit lampje gaat branden als de
bestuurder, bij het aanzetten van het contact,zijn veiligheidsgordel niet heeft vastgemaakt.
Verklikkerlampjezelfdiagnose motor
Gaat elke keer dat het contactwordt aangezet branden.
Als dit lampje bij draaiende motor gaat bran-den, wijst dit op een defect in het injectie-/ont-stekingssysteem of in de emissieregeling. Dekatalysator kan hierdoor beschadigd raken.
Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampjebrandstofreserve Op het moment dat dit
lampje gaat branden, kunt u nog onge-
veer 50 km rijden (tankinhoud ongeveer
47 liter).
Verklikkerlampje uit- schakelen airbag aanpassagierszijde*
Dit lampje gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal en de melding"Airbag passagier uitgeschakeld"
op het multifunctionele display. Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, gaat het verklikker-lampje branden als het contact wordtaangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lamp-
je knippert een PEUGEOT-servicepunt.
07-10-2002
Verklikkerlampje elek- tronisch stabiliteitspro-gramma (ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het contactwordt aangezet enkele seconden branden. Als het lampje bij draaiende motor of tijdens het rijden blijft branden of gaat branden incombinatie met een geluidssignaal en demelding "ESP/ASR buiten gebruik" op
het multifunctionele display, raadpleeg dan
een PEUGEOT-servicepunt. Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem tijdens het rijden in werking wordtgesteld (op het moment dat er een verschiloptreedt tussen de door de bestuurdergewenste koers en de werkelijke koers vande auto) en blijft branden als het systeemwordt uitgeschakeld.
Verklikkerlampje ladenvan de accu Wijst op hetzij:
Ð een storing in het laadcircuit.
Ð loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor.
Ð een gebroken of te slappe dynamo- riem.
Ð een defecte dynamo.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Ð Wijzer in zone (A): de temperatuur is in
orde,
Ð Wijzer in zone (B): de temperatuur is te
hoog. Het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP)gaat knipperen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
* Volgens land van bestemming.
Page 34 of 124
UW 206 CC IN DETAIL
36
ALGEMENE FUNCTIES Aan/uit
Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop Aom de radio aan of uit te scha-
kelen. De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat.
Diefstalbeveiliging De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.
REGELING VAN HET VOLUME Druk herhaaldelijk op de toets Com het volume te verhogen en op de toets Bom het te verlagen.
Druk lang op de toets Cof Bom het volume sneller te verhogen resp. te verlagen.
AUDIO-INSTELLINGEN Druk herhaaldelijk op de toets Gom achtereenvolgens de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de loudness-
functie (LOUD) , de fader (FAD), de balans (BAL)en de automatische aanpassing van het volume te kiezen.
Deze functie wordt automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets G na het bereiken van de functie voor de automatische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor de bassen en hoge tonen zijn gekoppeld aan de op dat moment ingeschakel-
de geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, CD of CD-wisselaar verschillend worden ingesteld.
07-10-2002
Page 36 of 124
UW 206 CC IN DETAIL
38
RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat, maaraan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels , in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en h et
zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctie
Druk op de toets O.
Selecteren van het golfbereik Druk kort op de toets O, om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen.
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen Jof Lom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.
Als de functie TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Jof Lom direct in de stand "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
07-10-2002
Page 37 of 124
UW 206 CC IN DETAIL39
Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN".
Druk kort op de toets Jof Lom respectievelijk de volgende of volgende zender te selecteren.
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.Als de toets "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.
Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Houd de toets Omeer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6 FM-zenders op. Deze zenders worden op de Fmast-band opgeslagen.
Als er minder dan zes zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd.
Oproepen van opgeslagen zenders
Telkens als een van de toetsen "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
07-10-2002