display PEUGEOT 207 2009 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2009, Model line: 207, Model: PEUGEOT 207 2009Pages: 267, PDF Size: 15.61 MB
Page 39 of 267

i
i
52
Om bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
ventilatie geleidelijk op het optima-
le niveau gebracht.
Bij koud weer wordt de warme lucht
uitsluitend naar de voorruit, de zijrui-
ten en de beenruimte van de passa-
giers verdeeld. Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde
te wijzigen. Het systeem compen-
seert automatisch en zo snel mo-
gelijk het temperatuurverschil.
De airconditioning werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
De bestuurder en voorpassa-
gier kunnen de temperatuur af-
zonderlijk naar wens instellen.
Draai de knop 2 of 3 naar links om
de waarde te verkleinen en naar
rechts om de waarde te vergroten.
Instelling op een waarde van ongeveer
21 biedt een optimaal comfort. Desge-
wenst kunt u een andere waarde instel-
len, die gebruikelijk tussen 18 en 24 ligt.
Het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer
dan 3 te laten bedragen.
4. Automatisch programma "zicht" In sommige gevallen kan
het
automatische programma
"comfort" niet toereikend blij-
ken om de voorruit en zijruiten
snel condens- en ijsvrij te ma-
ken (vocht, veel inzittenden,
vorst...).
Kies dan het automatisch program-
ma "zicht".
Het systeem regelt automatisch de air-
conditioning en de luchtopbrengst en
zorgt voor een optimale luchttoevoer
naar de voorruit en zijruiten.
Automatische werking
Druk op de toets "AUTO" .
Het symbool "AUTO" wordt
weergegeven. 2. Temperatuurregeling bestuurderszijde
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GES CHEIDEN REGELING
Het is raadzaam deze stand te gebrui-
ken: het systeem regelt de temperatuur,
de luchtopbrengst, de luchtverdeling en
de luchtrecirculatie automatisch en op-
timaal aan de hand van de door u inge-
stelde waarde.
Het systeem kan tijdens alle seizoenen
effectief gebruikt worden, mits de ruiten
zijn gesloten. De op het display weergegeven waarde
heeft betrekking op een bepaald com-
fortniveau en niet op de temperatuur in
graden Celsius of Fahrenheit.
1. Automatisch programma "comfort" 3. Temperatuurregeling passagierszijde
Page 51 of 267

!
!
62
Om te voorkomen dat de werking
van de pedalen wordt geblokkeerd:
- gebruik uitsluitend matten die op de bevestigingen van de auto
passen, het gebruik van deze
bevestigingen is verplicht.
- gebruik nooit meer dan één mat per plaats.
MATTEN
De matten zijn uitneembaar en bescher-
men de vloerbedekking van de auto te-
gen vuil van buitenaf. Terugplaatsen
Terugplaatsen van de mat aan de be-
stuurderszijde:
leg de mat goed op zijn plaats,
druk de bevestigingen vast,
controleer of de mat goed vastzit.
Bevestigen
Gebruik wanneer u een nieuwe mat be-
vestigt uitsluitend de bevestigingen uit
het bijgeleverde zakje.
Verwijderen
Verwijderen van de mat aan de bestuur-
derszijde:
zet de stoel in de achterste stand,
maak de bevestigingen los,
verwijder de bevestigingen en ver-
volgens de mat.
PEUGEOT CONNECT USB
Deze aansluitmodule, die bestaat uit een
JACK-aansluiting en een USB-poort, be-
vindt zich op de middenconsole.
Hierop kunt u draagbare apparatuur
aansluiten, zoals een iPod ® of een
USB-stick.
Dankzij de USB-BOX kunt u de audio-
bestanden (mp3, ogg, wma, wav, ...) op
uw draagbare apparatuur beluisteren
via de luidsprekers van uw autoradio.
U kunt deze bestanden beheren met de
stuurkolomschakelaars of het bedienings-
paneel van de autoradio en ze weerge-
ven op het multifunctionele display.
Tijdens het gebruik kan de draagbare
apparatuur automatisch worden opge-
laden.
Raadpleeg voor meer informatie
over het gebruik van deze uitrus-
ting het gedeelte Peugeot Connect
Sound van het hoofdstuk "Audio en
datacommunicatie".
Page 60 of 267

!i
i
71
De supervergrendeling blokkeert
het van binnenuit en van buitenaf
openen van de portieren.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is ook de vergrendelings-
schakelaar in het interieur buiten
werking.
Schakel daarom nooit de superver-
grendeling in als er zich iemand in
de auto bevindt.
Supervergrendeling met de
afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om
de auto te vergrendelen.
Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Supervergrendeling met de sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.
Draai de sleutel binnen 5 secon-
den nogmaals rechtsom om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2 secon-
den branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels automa-
tisch ingeklapt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk
Inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht
d i e o v e r e e n s p e c i fi e k e c o d e b e s c h i k t .
Om te kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact de code van
de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering
blokkeert het motormanagementsy-
steem zodra het contact wordt afgezet
en voorkomt zo het starten van de mo-
tor bij een inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raad-
pleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-net-
werk.
Ontgrendelen en gedeeltelijk
openen van de achterruit (SW)
Houd deze knop langer dan
twee seconden ingedrukt
om de achterruit gedeelte-
lijk te openen. Bij deze han-
deling wordt eerst de auto
ontgrendeld.
De achterklep en achterruit kunnen
niet gelijktijdig worden geopend.
Page 61 of 267

!i
i
71
De supervergrendeling blokkeert
het van binnenuit en van buitenaf
openen van de portieren.
Als de supervergrendeling is inge-
schakeld, is ook de vergrendelings-
schakelaar in het interieur buiten
werking.
Schakel daarom nooit de superver-
grendeling in als er zich iemand in
de auto bevindt.
Supervergrendeling met de
afstandsbediening
Druk op het gesloten hangslot om
de auto te vergrendelen.
Druk binnen 5 seconden nogmaals
op het gesloten hangslot om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
Supervergrendeling met de sleutel
Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier om de
auto te vergrendelen.
Draai de sleutel binnen 5 secon-
den nogmaals rechtsom om de su-
pervergrendeling van de auto in te
schakelen.
De supervergrendeling wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer 2 secon-
den branden van de richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de
uitvoering, de buitenspiegels automa-
tisch ingeklapt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een por-
tier wordt geopend, wordt de auto
automatisch weer vergrendeld.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk
Inklappen van de sleutel
Druk op de knop A om de sleutel in
te klappen.
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht
d i e o v e r e e n s p e c i fi e k e c o d e b e s c h i k t .
Om te kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact de code van
de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering
blokkeert het motormanagementsy-
steem zodra het contact wordt afgezet
en voorkomt zo het starten van de mo-
tor bij een inbraak.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raad-
pleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-net-
werk.
Ontgrendelen en gedeeltelijk
openen van de achterruit (SW)
Houd deze knop langer dan
twee seconden ingedrukt
om de achterruit gedeelte-
lijk te openen. Bij deze han-
deling wordt eerst de auto
ontgrendeld.
De achterklep en achterruit kunnen
niet gelijktijdig worden geopend.