display Peugeot 208 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015, Model line: 208, Model: Peugeot 208 2015Pages: 412, PDF Size: 9.11 MB
Page 14 of 412

12
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Displays
Instellingen van de snelheidsregelaar.
Instellingen van de snelheidsbegrenzer.
Onderhoudsindicator.Dagteller (km of miles).
Motorolieniveaumeter 
(volgens uitvoering).
Stand van de selectiehendel en de 
ingeschakelde versnelling bij uitvoeringen 
met elektronisch gestuurde versnellingsbak.
Kilometerteller (km of 
miles). Schakelindicator bij uitvoeringen met 
handgeschakelde versnellingsbak.
Stand van de selectiehendel 
en de ingeschakelde 
versnelling bij uitvoeringen 
met automatische transmissie.
Digitale snelheidsmeter 
(km/h of mph). Deze functie kan worden 
uitgeschakeld door deze 
toets ingedrukt te houden 
(volgens uitvoering). 
Instrumentenpaneel  
Page 16 of 412

14
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Overzicht van de verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan 
bepaalde waarschuwingslampjes op het 
instrumentenpaneel en/of op het display van het 
instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze 
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan 
voordat u gaat rijden aan de hand van het 
overzicht welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden 
in combinatie met een geluidssignaal en een 
melding op het display van het instrumentenpaneel 
of op het multifunctionele display.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of 
knipperen.
Een aantal verklikkerlampjes heeft beide 
mogelijkheden. Of het constant branden of 
knipperen van een verklikkerlampje duidt op 
een storing, is afhankelijk van de werkingsfase 
van de auto.
Verklikkerlampjes
●	 controlelampjes	die	aangeven	of	een	functie is ingeschakeld,
●	 waarschuwingslampjes
	 die 	 waarschuwen 	
v
oor een storing of een probleemsituatie. 
Instrumentenpaneel  
Page 19 of 412

17
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent, 
in combinatie 
met een ander 
waarschuwingslampje. Dit waarschuwingslampje brandt bij 
een te lage motoroliedruk of bij een te 
hoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en neem contact op met het 
PEUGEOT-netwerk of met eengekwalificeerde 
werkplaats.
Service permanent, in 
combinatie met een 
ander verklikkerlampje. Er is een ernstige storing opgetreden.
Raadpleeg de rubriek voor het desbetreffende 
verklikkerlampje en neem contact op met het 
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in 
combinatie met een 
melding (auto's met 
een display). Er is een storing opgetreden waarbij 
geen specifiek verklikkerlampje gaat 
branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op 
het display (auto's met een display) en raadpleeg de 
desbetreffende rubriek:
-
 w
aarschuwing motorolieniveau,
-
 
k
 ans op verstopping van het roetfilter (diesel),
-
 b
randstofadditiefniveau (diesel met roetfilter).
Raadpleeg altijd het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 22 of 412

20
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Pictogram in het display 
van het instrumentenpaneelStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Additief AdBlue
® 
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het 
contact is aangezet, 
in combinatie met een 
geluidssignaal en een 
melding van het aantal 
kilometers dat u nog 
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600
  en 
2400   km. Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen: neem 
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
knippert, in 
combinatie met een 
geluidssignaal en een 
melding van het aantal 
kilometers dat u nog 
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 0
 
en 
600
 
km. Laat het AdBlue
®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen 
om storingen te voorkomen : neem contact op 
met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats of vul zelf het reservoir bij.
knippert, in 
combinatie met een 
geluidssignaal en een 
melding dat starten 
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg: 
het starten van de motor wordt 
geblokkeerd door het wettelijk 
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
 u het AdBlue®-
reservoir (laten) bijvullen: neem contact op met het 
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats 
of vul zelf het reservoir bij.
U moet  het additiefreservoir bijvullen met minimaal 
3,8
 
liter AdBlue
®.
Raadpleeg voor het bijvullen of voor meer informatie over het additief AdBlue
® de desbetreffende rubriek. 
Instrumentenpaneel  
Page 23 of 412

21
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Pictogram in het display 
van het instrumentenpaneelStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het 
contact is aangezet, 
in combinatie met 
het branden van het 
verklikkerlampje 
SERVICE en het 
verklikkerlampje 
zelfdiagnose motor, 
een geluidssignaal en 
een melding. Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem.
Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot van 
uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het 
contact is aangezet, 
in combinatie met 
het branden van het 
verklikkerlampje 
SERVICE en het 
verklikkerlampje 
zelfdiagnose motor, 
een geluidssignaal 
en een melding met 
betrekking tot de 
actieradius. Na bevestiging van de storing in 
het emissieregelsysteem kunt u 
maximaal 1100
  km afleggen voordat 
het systeem het starten van de motor 
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk 
of een gekwalificeerde werkplaats om storingen te 
voorkomen
.
knippert zodra het 
contact is aangezet, 
in combinatie met 
het branden van het 
verklikkerlampje 
SERVICE en het 
verklikkerlampje 
zelfdiagnose motor, 
een geluidssignaal en 
een melding. U hebt de actieradius overschreden 
die is toegestaan na de 
bevestiging van de storing in het 
emissieregelsysteem: het starten van 
de motor wordt geblokkeerd door het 
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht
 contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de 
motor weer te kunnen starten.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 27 of 412

25
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Koelvloeistoftemperatuur
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt 
in:
-  zone  A, is de koelvloeistoftemperatuur in 
orde,
-
  zone  B, is de koelvloeistoftemperatuur 
te hoog. Het waarschuwingslampje 
maximumtemperatuur en het 
waarschuwingslampje STOP  
gaan branden, in combinatie 
met een geluidssignaal en een 
waarschuwingsmelding op het display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Controle
De temperatuur en de druk in het koelcircuit 
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
 
l
 aat de motor ten minste één uur afkoelen,
F
 
d
 raai de dop twee omwentelingen los om 
de druk te laten dalen,
F
 
v
 erwijder vervolgens de dop,
F
 
v
 ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen 
van de koelvloeistof: kans op 
brandwonden. Vul niet bij tot boven het 
maximumniveau (aangegeven op het 
reservoir).
Niveau
Het koelvloeistofniveau dient zich 
zo dicht mogelijk bij het merkteken 
"MA XI" te bevinden, maar mag 
beslist niet hoger zijn.
Verversen
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te worden.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven 
koelvloeistof. Als de motor warm is, wordt de temperatuur van 
de koelvloeistof geregeld door de koelventilator. De koelventilator kan ook nog gaan 
draaien nadat de motor is afgezet: 
houd daarom voor werpen en kleding 
uit de buur t van de ventilator.
1 
Instrumentenpaneel  
Page 28 of 412

26
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Onderhoudscontroles
Zone A van het display geeft de totale 
kilometerstand weer en zone B de dagteller.
De onderhoudsindicator verschijnt als het -
 hij blijft nadat het interval is verstreken weergegeven 
zolang de onderhoudscontrole niet is uitgevoerd,
De onderhoudsindicator wordt niet weergegeven 
als er nog meer dan 3000
  km resteren tot de 
eerstvolgende onderhoudscontrole.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor (afhankelijk van het 
verkoopland) wordt ook rekening 
gehouden met de mate van vervuiling 
van de motorolie.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel 
kilometer u nog ver wijderd bent van de 
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het 
onderhoudsschema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend 
vanaf de laatste nulstelling van de 
onderhoudsindicator op basis van 
het aantal afgelegde kilometers en 
de verstreken tijd sinds de laatste 
onderhoudscontrole. onderhoudsinterval ten einde loopt:
-  h ij geeft het resterende aantal kilometers 
tot de eerstvolgende onderhoudscontrole 
w e e r,
-
 
h
 ij kan voor 2   typen interval op het display 
weergegeven blijven, 
Instrumentenpaneel  
Page 29 of 412

27
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Herinnering onderhoud
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is 1000  tot 3000   km
Als het contact wordt aangezet, gaat 
gedurende 7 
seconden de onderhoudssleutel 
branden. De kilometerteller geeft de 
resterende kilometers tot de eerstvolgende 
onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:  de afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudscontrole bedraagt 2800
 
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display 
gedurende 7
 
seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is minder dan 1000   km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudscontrole bedraagt 900  km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display 
gedurende 7
 
seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende 
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 
7  seconden de sleutel knipperen  om aan te 
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo 
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld:  u hebt de afstand tot de eerstvolgende 
onderhoudsbeurt met 300  km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display 
gedurende 7 
seconden het volgende aan:
7
 
seconden na het aanzetten van het contact 
verdwijnt de sleutel  ; de teller geeft weer de 
kilometerstand en de stand van de dagteller 
aan. 7
 
seconden na het aanzetten van het contact 
treedt de kilometerteller weer in werking en 
blijft de sleutel branden om aan te geven 
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden 
uitgevoerd moeten worden. 7
  seconden na het aanzetten van het contact 
treedt de kilometerteller weer in werking en 
blijft de sleutel branden .
1 
Instrumentenpaneel  
Page 30 of 412

28
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Opnieuw weergeven van de 
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie 
weergeven.
F 
Druk op de knop voor nulstelling van de dagteller. De onderhoudsinformatie wordt enkele  seconden weergegeven en verdwijnt 
vervolgens weer.
Druk, als de dagteller wordt weergegeven, 
enkele seconden op de knop.
Nulstelling dagteller
Als u na deze handeling de accu wilt 
loskoppelen, vergrendel dan de auto 
en wacht minimaal 5   minuten. Het op 
0
  zetten van de onderhoudsindicator zal 
anders niet worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de 
o nderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke 
onderhoudsbeurt op 0 
gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
 
zet
  het contact af,
F
 
d
 ruk op de resetknop van de dagteller en 
houd deze ingedrukt,
F
 
z
 et het contact aan; de kilometerteller 
begint terug te tellen,
F
 
l
 aat de knop los als het display "=0"  
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Praktische informatieBij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor wordt deze waarschuwing 
gecombineerd met het permanent 
branden van het verklikkerlampje 
Service (zodra het contact is aangezet).
De factor tijd kan worden meegewogen 
bij de nog af te leggen kilometers, 
afhankelijk van de rijgewoonten van de 
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan 
branden als de tijd sinds de laatste 
onderhoudsbeurt, zoals aangegeven 
in het onderhoudsschema van de 
fabrikant, is overschreden.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel ook 
voortijdig gaan branden vanwege de 
mate van vervuiling van de motorolie. 
De vervuiling van de motorolie is 
afhankelijk van de rijomstandigheden 
van de auto. 
Instrumentenpaneel  
Page 32 of 412

30
208_nl_Chap01_instruments-bord_ed01-2016
Boordcomputer
Display van het instrumentenpaneel
F Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar  
om de verschillende gegevens weer te 
geven. -
 A ctuele informatie:
●	 actieradius,
●	 actueel
	br
andstofverbruik,
●	 de
	 teller 	 van 	 het 	 Stop 	 & 	 Start-systeem.
-
  Traject "1":
●	 gemiddelde
	s
nelheid,
●	 gemiddeld
	b
randstofverbruik,
●	 de
	 afgelegde 	 afstand,
 v
oor het eerste traject.
-
  Traject "2" :
●	 gemiddelde
	s
nelheid,
●	 gemiddeld
	b
randstofverbruik,
●	 de
	 afgelegde 	 afstand,
 v
oor het tweede traject.
Traject resetten
F Druk zodra het gewenste traject wordt aangegeven de toets op het uiteinde van 
de ruitenwisserschakelaar langer dan 
2
 
seconden in.
De trajecten "1"  en "2" zijn onafhankelijk en 
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1"  kan bijvoorbeeld gebruikt worden 
voor een dagelijks verbruik en traject "2"  voor 
een maandelijks verbruik.
Praktische informatie
Hoewel de definities van de onder werpen van 
elk traject gelijk zijn, zijn de pictogrammen op 
het touchscreen dat niet. 
Instrumentenpaneel