Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2013.5, Model line: 3008 Hybrid 4, Model: Peugeot 3008 Hybrid 4 2013.5Pages: 378, PDF Size: 22.12 MB
Page 51 of 378

1
Controle tijdens het rijden49
Display(s)
A. Snelheidsbegrenzer Snelheidsbegrenzer Snelheidsbegrenzer of Snelheidsregelaar. (km/h of mph) B. Dagteller. (km of miles) C. Onderhoudsindicator. (km of miles) of, Motorolieniveaumeter. of Kilometerteller. (km of miles) D. 2Tronic versnellingsbak.E. - Energiestromen of Energiestromen of Energiestromen of - Waarschuwings- en statusmeldingen van functies of van functies of van functies of - Boordcomputer of Boordcomputer of Boordcomputer of - Navigatieberichten (GPS) of Navigatieberichten (GPS) of Navigatieberichten (GPS) of - Menu's (met Peugeot Connect 3D Nav).
Bedieningspaneel van het instrumentenpaneel
Met behulp van de toetsen kunnen: - Bij stilstaande auto , de uitrusting van de auto en de parameters van het display (taal, eenheden) worden ingesteld, - Bij rijdende auto , de actieve functies achtereenvolgend worden weergegeven
(boordcomputer, navigatie...).
Bediening
U beschikt over vier toetsen om het display van het instrumentenpaneel te bedienen: 1. Toegang tot het algemene menu, bevestigen van de keuze. 2. Naar boven verplaatsen in het menu. 3. Naar beneden verplaatsen in het menu. 4. Terugkeren naar het vorige scherm, het menu verlaten.
Page 52 of 378

Controle tijdens het rijden
50
Ta a l k e u z e
In dit menu kunt u de weergave van de taal kiezen.
Keuze van de eenheden
In dit menu kunt u de eenheden kiezen:
temperatuur (°Celsius of °Fahrenheit) en verbruik (l/100 km, mpg of km/l).
Parameters van de auto
In dit menu kunt u bepaalde functies ten behoeve van het rijden en het comfort inschakelen * : - inschakelen van de ruitenwisser achter als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld (zie de rubriek "Zicht"), - selectieve ontgrendeling (zie de rubriek "Toegang tot de auto"),
- follow me home-verlichting en instapverlichting (zie de rubriek "Zicht"), - sfeerverlichting (zie de rubriek "Zicht"), - bochtverlichting (zie de rubriek "Zicht"), - automatische parkeerrem (zie de rubriek "Rijden").
Verklikkerlampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde waarschuwingslampjes enkele seconden branden. Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan. Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of knipperen. Een aantal verklikkerlampjes heeft beide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van een verklikkerlampje duidt op een storing, is afhankelijk van de werkingsfase van de auto.
Algemeen menu
Druk op toets 1 voor toegang tot het algemene menu en om één van de volgende functies te kiezen: - "Parameters van de auto", - "Taalkeuze", - "Keuze van de eenheden". Druk op toets 2 of 3 om op het scherm te verplaatsen. Druk opnieuw op toets 1 om de keuze te bevestigen.
Het algemene menu en de bijbehorende functies zijn uitsluitend toegankelijk bij stilstaande auto, via de toetsen 1 tot en met 4 . Boven een bepaalde snelheid verschijnt een melding op het display die aangeeft dat toegang tot het algemene menu onmogelijk is. De weergave van de boordcomputer is uitsluitend toegankelijk bij rijdende auto, via de toetsen 2 en 3 (zie paragraaf "Boordcomputer").
* Volgens land van bestemming.
Page 53 of 378

1
Controle tijdens het rijden51
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer rechts knippert, met geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand "Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand " D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht.
Ready(gereed) permanent. De auto is rijklaar en u kunt het gaspedaal intrappen. Het verklikkerlampje brandt als de hoogspanning is ingeschakeld.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten permanent. De mistachterlichten zijn ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit te schakelen.
Page 54 of 378

Controle tijdens het rijden
52
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Voorgloeien dieselmotor permanent. Het contactslot staat in de tweede stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje s gedoofd. De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden.
Elektrisch
bediende handrem
permanent. De elektrisch bediende handrem is
aangetrokken.
Zet de elektrisch bediende handrem vrij zodat het
controlelampje uitgaat: trap het rempedaal in en trek aan de hendel van de elektrisch bediende handrem. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de elektrisch bediende handrem.
Uitschakeling van de automatische werking van de elektrische parkeerrem
permanent. De functies "automatisch aantrekken" (bij het afzetten van de motor) en "automatisch vrijzetten" zijn uitgeschakeld of werken niet.
Activeer de functie (volgens land van bestemming) via het configuratiemenu van de auto of raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als de parkeerrem niet meer automatisch wordt aangetrokken of vrijgezet. Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de desbetreffende rubriek.
Page 55 of 378

1
Controle tijdens het rijden53
Voet op het rempedaal permanent. Het rempedaal is niet ingetrapt. Trap bij de elektronisch gestuurde versnellingsbak het rempedaal in om de motor te starten (selectiehendel in stand N ). Als u de handrem wilt vrijzetten zonder het rempedaal in te trappen blijft dit lampje branden.
knippert. Als u de auto met een elektronisch gestuurde versnellingsbak op een helling te lang probeert tegen te houden door het gaspedaal in te trappen, raakt de koppeling oververhit.
Gebruik het rempedaal en/of de elektrisch bediende handrem.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Parkeerplaatsassistent permanent. De parkeerplaatsassistent is geactiveerd. Druk op de desbetreffende toets om de functie uit te schakelen.
knippert. Het systeem meet de beschikbare ruimte. Als de meting is gedaan, gaat het lampje constant branden.
Page 56 of 378

Controle tijdens het rijden
54
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand " OFF ". De frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. U kunt een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (verklikkerlampje airbags brandt).
Zet de schakelaar in de stand " ON " om de frontairbag aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in de rijrichting".
Page 57 of 378

1
Controle tijdens het rijden55
Waarschuwingslampjes
Als met ingeschakeld hybridesysteem of tijdens het rijden een van de volgende waarschuwingslampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie die via een melding op het multifunctionele display wordt weergegeven. Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
STOP permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding op het display.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een storing met betrekking tot het remsysteem, de stuurbekrachtiging, de motoroliedruk, bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur, of bij een storing in het hybridesysteem.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk.
Service tijdelijk. Er is een kleine storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display, bijvoorbeeld: - het hybridesysteem, - het sluiten van de portieren, achterklep of motorkap, - het motorolieniveau, - het niveau van de ruitensproeiervloeistof, - de batterij van de afstandsbediening, - vervuiling van het roetfilter (diesel). Raadpleeg in andere gevallen het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een ernstige storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Roetfilter (diesel) permanent, in combinatie met de tijdelijk weergegeven melding "Kans op verstopping van het roetfilter".
Het roetfilter begint vervuild te raken. Regenereer, zodra de omstandigheden dit toelaten, het roetfilter door met een snelheid van minimaal 60 km/h te rijden tot het verklikkerlampje Service uit gaat.
permanent. Het minimumniveau in het additiefreservoir is bereikt. Laat het reservoir snel bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats bijvullen.
Page 58 of 378

Controle tijdens het rijden
56
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Remsysteem permanent, in combinatie met het STOP-lampje.
Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden. Vul het niveau bij met de door PEUGEOT voorgeschreven remvloeistof. Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in combinatie met het storingslampje van de elektrische parkeerrem, indien deze is vrijgezet.
Er is een storing in het remcircuit. Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden. Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats .
+ permanent, in combinatie met het STOP-lampje en het ABS-lampje.
Er is een storing in de elektronische remdrukregelaar (EBD). Zet de auto zo snel mogelijk stil, in veilige omstandigheden. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-omstandigheden. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-omstandigheden.
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
Elektrische parkeerrem knippert. Het aantrekken van de elektrische parkeerrem is onderbroken. Het aantrekken/vrijzetten werkt niet.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Parkeer de auto op een vlakke, horizonale ondergrond, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing elektrische parkeerrem
permanent. Storing in de elektrische parkeerrem. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. De rem kan handmatig worden vrijgezet volgens de procedure voor de noodontgrendeling. Raadpleeg voor meer informatie over de elektrische parkeerrem de desbetreffende rubriek.
Page 59 of 378

1
Controle tijdens het rijden57
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Zelfdiagnose motor knippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Laag brandstofniveau permanent, met de wijzer in het rode
gebied.
Als het lampje gaat branden zit er nog ongeveer 6 liter brandstof in de 6 liter brandstof in de 6 liter
tank. Vanaf dit moment worden de laatste liters brandstof in de tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tank strandt. Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Inhoud brandstoftank: ongeveer 56,5 liter . 56,5 liter . 56,5 liter Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het inspuitsysteem beschadigd raken.
Te h o g e koelvloeistoftemperatuurkoelvloeistoftemperatuur koelvloeistoftemperatuur permanent, met de wijzer in het rode gebied.
De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische stabiliteitscontrole (CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het CDS-/ASR-systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem (ABS) permanent. Er is een storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 60 of 378

Controle tijdens het rijden
58
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Een of meer portieren geopend
permanent, bij een snelheid lager dan 10 km/h. permanent, bij een snelheid lager dan 10 km/h. permanent, bij een snelheid Een portier, de achterklep, het onderste deel van de achterklep of de motorkap (uitsluitend met alarm) is niet goed gesloten.
Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent in combinatie met een geluidssignaal, bij een snelheid hoger dan 10 km/h.
Veiligheidsgordel niet vastgemaakt of losgemaakt losgemaakt losgemaakt
permanent, en knippert vervolgens in combinatie met een in volume toenemend geluidssignaal.
De bestuurder en/of de voorpassagier heeft zijn veiligheidsgordel niet vastgemaakt of losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Aanwezigheid water in brandstof
permanent. Er bevindt zich water in het brandstoffilter. Risico van beschadiging van het inspuitsysteem bij dieselmotoren. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk Motoroliedruk Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laadstroom accu * permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet
correct gespannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
* Volgens land van bestemming.