Peugeot 307 SW 2003 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2003, Model line: 307 SW, Model: Peugeot 307 SW 2003Pages: 183, PDF Size: 2.19 MB
Page 11 of 183
PARKEERHULP Dit systeem, dat in de achterbumper is gemonteerd,waarschuwt de bestuurder voorelk obstakel achter de auto(persoon, auto, boom, hek...). Inschakelen Bij draaiende motor wordt het systeem ingeschakeld zodra deachteruit wordt ingeschakeld;een geluidssignaal geeft aan dathet systeem is ingeschakeld.Geluidssignalen geven deafstand tot het obstakel aan. Hoedichter de auto bij het obstakelkomt, hoe korter de tijd tussen degeluidssignalen is. Als de auto minder dan 25 cm van het obstakel is verwijderd, ishet geluidssignaal continu
hoorbaar. Het systeem wordt uitgeschakeld als deachteruit wordt uitge-schakeld.
11
MOTORKAP OPENEN Binnenzijde: Druk op de knop
links onder het dashboard. Buitenzijde: Druk de veilig-
heidshaak omhoog, til de motorkap op en zet demotorkapsteun vast om demotorkap open te houden.
BRANDSTOF TANKEN
Het tanken dient met
afgezette
motor te gebeuren.
Aan de binnenzijde van de vulklep staat de voorgeschreven brandstofaangegeven. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt circa 60 liter. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keerautomatisch uitspringen. Indien ditwel gebeurt, kunnen er storingenoptreden. BrandstofreserveOp het moment dat het lampje gaat branden, kunt u nog ongeveer
50 km met de resterende
hoeveelheid brandstof rijden.
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
109109132
14-04-2003
Page 12 of 183
12UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE "TIPTRONIC-SYSTEEM PORSCHE" Bij de automatische transmissie met vier ver-
snellingen kunt u kiezen uit volautomatische
bediening , aangevuld met de programma's
sport en sneeuw , of handmatig schakelen.
Schakelpatroon Kies de gewenste stand door de selectie-
hendel in het schakelpatroon te verplaatsen. De gekozen stand wordt met een pictogram in het instrumentenpaneel aangegeven.
S : programma Sport.
: programma Sneeuw.
P ark (parkeerstand): om de auto stil te zettenen te starten , met of zon-
der gebruik van de handrem.
R everse (achteruitversnelling): om achteruitte rijden (schakel deze stand
alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait). N eutral (neutraalstand): om de motor te startenen de auto te parkeren ,
met gebruik van de handrem.Opmerking: laat, als onder het rijden per ongeluk de selectiehendel in de stand
N wordt gezet, het motortoerental terugvallen tot stationair voordat de stand D
wordt geselecteerd om vervolgens weer gas te geven.
D rive (rijstand): om automatisch te schakelen tijdens het rijden.
M anual (sequenti‘le stand): om zelf te schakelen tijdens het rijden.
Handmatig schakelen in de vier versnellingen:
Duw de selectiehendel naar het symbool +om op te schakelen en trek
de selectiehendel naar het symbool - om terug te schakelen.
Opmerking: De programma's S(sport) en
(sneeuw) kunnen niet worden
ingeschakeld in de handbediende stand. Starten van de auto Om, na het starten, weg te rijden vanuit stand
P:
Trap altijd het rempedaal in
om uit de stand P te kunnenschakelen,
Selecteer de stand R, D of M
en laat langzaam het rempe-daal los; de auto begint terijden.
Om weg te rijden vanuit stand N:
Trap het rempedaal in en zetde handrem los,
Selecteer de stand R, D of M
en laat langzaam het rempe-daal los; de auto begint terijden.
Als de motor stationairdraait, het rempedaal islosgelaten en de standR, D of Mis geselec-
teerd, zet de auto zich al inbeweging, zelfs als het gaspe-daal niet wordt ingetrapt. Laat daarom geen kinderen
alleen in de auto achter als de motor draait.
127
14-04-2003
Page 13 of 183
14-04-2003
13
Nr. Symbool Functie
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AIRCONDITIONING
84
Regeling luchtverdeling.
1
Bediening
luchttoevoer.
2
Temperatuurregeling.
3
Achterruitverwarmingen verwarming buitenspiegels.
4
Regeling luchtopbrengst.
5
Bediening airconditioning.
6
Page 14 of 183
14-04-2003
14
Nr. Symbool Functie
UW 307 SW IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
86
Regeling luchtopbrengst. Regeling luchtverdeling.
1 23 4 56 7 8 9 Bediening
luchttoevoer. Bediening airconditioning. Systeem uit.
Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels.
Temperatuurregeling. Automatisch programma "comfort". Automatisch programma "zicht".
Page 15 of 183
14-04-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES Uw auto heeft lange onderhoudsintervallen.
¥ Voor modellen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te contro- leren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
Deze tussentijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. De controle moet elke
15 000 km plaatsvinden voor benzinemotoren en elke 10 000 km voor dieselmotoren met directe inspuiting.
Een PEUGEOT-monteur voert een kortdurende controle uit en vult, indien nodig, vloeistoffen bij (olie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil tenminste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Deze lange onderhoudsintervallen zijn mogelijk geworden door de ontwikkeling van onze auto's en van de smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND DOOR DE FABRIKANT AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN TE GEBRUIKEN.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
18
Page 16 of 183
14-04-2003
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
20
ONDERHOUDSINTERVALINDI-
CATOR De onderhoudsintervalindicator geeft de afstand tot de volgendeonderhoudsbeurt aan overeenkom-stig het onderhoudsschema van defabrikant.
Werking Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onder-houdssleutel branden. De kilometer-teller geeft de resterende kilometers(afgerond) tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:
De afstand tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole
bedraagt 4.800 km. Als het contactwordt aangezet, geeft het displaygedurende 5 seconden het volgendeaan: 5 seconden na het aanzetten van hetcontact geeft de teller weer de kilo-meterstand en de stand van de dag-teller aan. De afstand tot de eerstvolgende beurt is minder dan 1.000 km.
Voorbeeld:
De afstand tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole bedraagt 900 km. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weerin werking en blijft de onderhouds-sleutel branden. Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitge-voerd moeten worden. De teller geeftde kilometerstand en de stand van dedagteller aan. De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden. Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onder-houdssleutel knipperen.
Voorbeeld:
U heeft de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300 km overschreden. Er moeten zosnel mogelijk onderhoudswerkzaam-heden worden uitgevoerd. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weerin werking en blijft de onderhouds-sleutel branden. De teller geeft dekilometerstand en de stand van dedagteller aan.
Page 17 of 183
14-04-2003
Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto heeft uitgevoerd, kan deonderhoudsintervalindicator op devolgende wijze op 0 gezet worden: Zet het contact af.
Druk op de resetknop van de dagteller en houd deze inge-drukt.
Zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tellen. Laat de knop los als de onderhouds- intervalindicator 0 aangeeft; deonderhoudssleutel verdwijnt. Belangrijk: Als u na deze handeling
de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijfminuten. Het resetten van de onder-houdsintervalindicator zal andersniet worden opgeslagen. ONDERHOUD VAN SLIJTAGE-ONDERDELEN en controle van verbruikte artikelen Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen specifieke onderhoudscontroles.
¥ De
remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
¥ Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (onder-
houdscontroles en tussentijdse controles) of, afhankelijk van de omgeving
(stof, vervuiling, enz.), vaker gecontroleerd te worden.
¥ Vervangen van de distributieriem: raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
¥ Voor de 2 liter HDI Turbo diesel motor (110 pk) moet het PEUGEOT-servi-
cepunt elke 120.000 km het roetfilter onderhouden en het additiefreservoir
bijvullen.
¥ De airbags en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar
gecontroleerd te worden.
¥ De bandenspanning moet minstens eens per maand bij koude banden
gecontroleerd worden.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES 21
Page 18 of 183
14-04-2003
KILOMETERSTAND 30 000 60 000 90 000
120 000 150 000 180 000 210 000 240 000
DE VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, die door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles (A en C), tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamhe-
den; deze zijn speciaal op uw 307 SW, de kilometerstand en de leeftijd ervan afgestemd. Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
22
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 307 SW BENZINE
Onderhoudscontrole elke 2 jaar of max. elke 30.000 km
Garantiecontrole bij 10.000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garantie te kunnen maken.
Voor dit onderhoudsinterval dient olie op synthetische basisgebruikt te worden.
Het gebruik van synthetische olie of brandstofbesparende olie is ook toegestaan.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk)
* Wat het eerst bereikt is.
Tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
Page 19 of 183
14-04-2003
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES23
ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 307 SW DIESEL
Onderhoudscontrole elke 2 jaar of max. elke 20.000 km
Garantiecontrole bij
10.000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garantie te kunnen maken.
+ onderhoud roetfilter voor de
2.0 HDi 110 pk-motor + onderhoud roetfilter voor de
2.0 HDi 110 pk-motor
Voor deze onderhoudsinterval dient gebruik gemaakt te worden van: - verplicht synthetische olie 5W40 voorHDI-turbodieselmotoren metroetfilter,
- olie op synthetische basis, brandstofbesparende olie of synthetische olie voorandere HDI-turbodieselmotoren.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk)
* Wat het eerst bereikt is.
Tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
120 000 140 000 160 000 180 000 200 000 220 000 240 000
KILOMETERSTAND 20 000 40 000 60 000 80 000 100 000
Page 20 of 183
14-04-2003
BIJZONDERE GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Alleen stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
¥ Langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: - In streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.- In streken met temperaturen regelmatig lager dan -15 ¡C.
- In stoffige gebieden.
- In landen waar de smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
24