signaal Peugeot 308 2014 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2014, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2014Pages: 400, PDF Size: 10.15 MB
Page 15 of 400

13
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Verklikkerlampjes
Aan de manier van oplichten in combinatie met de werkingsfase van de auto valt af te lezen of er sprake is van een normale situatie of een storing. Bij een storing kan het lampje gaan branden in combinatie met een melding. Raadpleeg de volgende tabellen voor meer informatie.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel enkele seconden branden. Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan. Als een lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding. Verklikkerlampjes kunnen permanent branden of knipperen.
Page 16 of 400

14
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer links knippert, met geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer rechts knippert, met geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand "Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand " D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Page 19 of 400

17
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbag vóór aan passagierszijde permanent, op het display van de verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar op de zijkant van het dashboard aan passagierszijde staat in de stand " OFF ".
De airbag vóór aan passagierszijde is uitgeschakeld. U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorpassagiersstoel plaatsen.
Zet de schakelaar in de stand " ON " om de airbag vóór aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de rug in
de rijrichting.
Elektronisch stabiliteitsprogramma (CDS/ASR)
permanent. De toets is ingedrukt en het verklikkerlampje brandt. De functie CDS/ASR is uitgeschakeld. CDS: dynamische stabiliteitscontrole. ASR: antislipregeling.
Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te schakelen. Het verklikkerlampje dooft. De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart. Na uitschakelen van het systeem wordt het automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50 km/h. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de functie CDS/ASR.
Page 20 of 400

18
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een bijbehorende melding wordt weergegeven. Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOP permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje, een geluidssignaal en een melding.
Dit waarschuwingslampje gaat branden in het geval van een ernstige storing in het remsysteem, de stuurbekrachtiging, de elektrische installatie, het smeersysteem van de motor of het koelsysteem, of bij een lekke band.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats, omdat u anders het risico loopt op ernstige motorschade. Zet het contact af en raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 24 of 400

22
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Zelfdiagnose motor knippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Er is een storing in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Automatisch noodremsysteem knippert. Het automatische noodremsysteem wordt geactiveerd. Het systeem remt de auto kort af om de snelheid van de aanrijding met de voorligger te beperken.
permanent, in combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Storing in het automatische noodremsysteem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent. Het automatische noodremsysteem is uitgeschakeld (via het menu).
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Laag brandstofniveau permanent, met de naald in het rode gebied.
Als het lampje gaat branden zit er nog minder dan 10 liter minder dan 10 liter minder dan 10 literbrandstofin de tank.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u met een lege tank strandt. Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten van het contact branden zolang er niet voldoende brandstof getankt is. Inhoud brandstoftank: ongeveer 53 liter of 45 liter, afhankelijk van de uitvoering. Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het injectiesysteem beschadigd raken.
Page 25 of 400

23
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Laadstroom accu * permanent. Er is een storing in het laadstroomcircuit van de accu (vervuilde of losgeraakte accuklemmen, aandrijfriem dynamo niet correct gespannen of gebroken...).
Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
* Volgens land van bestemming.
Autogordel(s) niet vastgemaakt of weerlosgemaakt
permanent of knippert in combinatie met een geluidssignaal.
Een van de autogordels is niet vastgemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de gesphouder.
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 27 of 400

25
1
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Pictogram in het display van het instrumentenpaneelStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Een of meer portierengeopend
permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende portier aangeeft, bij een snelheid lager dan 10 km/h.
Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent, in combinatie met een melding die het desbetreffende portier aangeeft en een geluidssignaal, bij een snelheid hoger dan 10 km/h.
Actieradius additief AdBlue brandt tijdelijk. De actieradius met de resterende voorraad additief AdBlue ® is kleiner ® is kleiner ®
dan 2400 km. Het lampje blijft enkele seconden branden en gaat uit als u het contact aanzet.
Het is raadzaam het AdBlue ® -reservoir te laten bijvullen. Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
permanent, in combinatie met een geluidssignaal en een melding van het aantal kilometers dat u nog kunt rijden.
De actieradius met de resterende voorraad additief ligt tussen de 2400 en 600 km.
Laat het AdBlue ® -reservoir bijvullen. Raadpleeg de desbetreffende rubriek.
knippert, gekoppeld aan het verklikkerlampje Service , in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
De actieradius met de resterende voorraad additief is kleiner dan 600 km.
Laat het AdBlue ® -reservoir zo snel mogelijk bijvullen (minimaal 3,8 liter) om storingen te voorkomen. Zolang er niet voldoende additief is bijgevuld, gaat dit verklikkerlampje elke keer dat het contact wordt aangezet opnieuw branden, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.
Page 28 of 400

26
Controle tijdens het rijden
308_nl_Chap01_controle de marche_ed02-2013
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt in: - zone A , is de temperatuur in orde, - zone B , is de temperatuur te hoog. Het waarschuwingslampje maximumtemperatuur en het waarschuwingslampje STOPgaan branden, in combinatie met een geluidssignaal en een waarschuwingsmelding op het display. Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats. Wacht enkele minuten voordat u de motor afzet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De temperatuur en de druk in het koelcircuit beginnen na enkele minuten rijden te stijgen. Om koelvloeistof bij te vullen: wacht tot de motor is afgekoeld, draai de dop iets los om de druk te laten dalen, verwijder vervolgens de dop, vul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen van de koelvloeistof: kans op brandwonden. Vul niet bij tot boven het maximumniveau (aangegeven op het reservoir).
Meters
Page 52 of 400

50
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het aanzetten van het contact de code van de sleutel worden herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert het motormanagementsysteem zodra het contact wordt afgezet en voorkomt zo het starten van de motor bij een inbraak.
Druk op het gesloten hangslot op de afstandsbediening.
Lokaliseren van de auto
Hierna zullen gedurende ongeveer tien seconden de plafonniers gaan branden en de richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlichting via de afstandsbediening
Druk kort op deze toets om de verlichting via de afstandsbediening te activeren (inschakelen van het parkeerlicht, het dimlicht en de kentekenplaatverlichting).
Door de toets een tweede keer in te drukken ter wijl de verlichting nog brandt, wordt de verlichting via de afstandsbediening weer uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u gewaarschuwd door dit verklikkerlampje in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering van uw auto samen met de sleutels is overhandigd zorgvuldig op een plaats buiten de auto.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Met deze functie kunt u uw auto op afstand lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht. De auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Page 54 of 400

52
Toegang tot de auto
308_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2013
Batterij vervangen
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu. Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, wordt u gewaarschuwd door dit lampje op het dashboard, een geluidssignaal, en een melding op het display. Wip het deksel los door een kleine schroevendraaier in de uitsparing te steken. Til de deksel op. Ver wijder de lege batterij. Plaats de nieuwe batterij in de juiste richting. Klik het deksel vast.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
Zet het contact af. Zet de sleutel in de stand 2 (Contact) . Druk zo snel mogelijk gedurende enkele seconden op de vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbediening. Zet het contact af en ver wijder de sleutel uit het contactslot. De afstandsbediening werkt nu weer.
Na het losnemen en weer aansluiten van de accukabels, het vervangen van de batterij van de afstandsbediening of een storing in de afstandsbediening kan de auto niet meer met de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld en gelokaliseerd worden.
Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel in het slot. Synchroniseer vervolgens de afstandsbediening. Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk als de storing niet is verholpen. Batterij ref.: CR1620 / 3 V.