Peugeot 308 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2017Pages: 393, PDF Size: 9.55 MB
Page 241 of 393

239
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de
vloerplaat van de bagageruimte. Deze set bestaat uit een compressor en een
flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren.
U kunt vervolgens naar de dichtstbijzijnde
garage rijden.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
Met de compressor kunt u de bandenspanning
controleren en aanpassen.
Bandenreparatieset
Toegang tot de set
1. 12V-compressor. D
e compressor bevat een
afdichtingsproduct voor het tijdelijk
repareren van een band. Bovendien kan
met de compressor de bandenspanning
worden aangepast.
2.
S
leepoog. Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
De compressor kan worden
aangesloten op de 12V-aansluiting
achter. Gebruik de compressor alleen
voor de duur die nodig is om de band
van de auto te repareren of op spanning
te brengen.
Zie de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over slepen .
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek bestemd voor uw
auto, gebruik het niet voor andere doeleinden.
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto
voorzien van het volgende gereedschap.
8
Storingen verhelpen
Page 242 of 393

240
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op spanning brengen".
B.
A
an/uit schakelaar "I/O" .
C.
K
nop voor leeg laten lopen.
D.
M
anometer (bar en psi).
Beschrijving van de set
E. Opbergvak met een kabel + adapter voor een 12V-aansluiting.
F.
F
lacon met afdichtmiddel.
G.
W
itte slang met dop voor de reparatie en
het op spanning brengen.
H.
S
ticker met snelheidslimiet.De sticker met snelheidslimiet H moet
op het stuur wiel worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
Rijd na het repareren met behulp van
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Storingen verhelpen
Page 243 of 393

241
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Reparatiemethode
1. Afdichting van het lek
F Rol de witte slang G volledig uit.
F D raai de dop van de witte slang los.
F
S
luit de witte slang aan op het ventiel van
de lekke band. F
S luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto.
F
S
tart de motor en laat deze draaien.
Let op: dit product is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
Ver wijder het voor werp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band.
Schakel de compressor niet in voordat
de witte slang is aangesloten op het
ventiel van de band: het afdichtmiddel
wordt anders buiten de band gespoten.
F
Z
et het contact af.
F
Ze
t de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
F
C
ontroleer of de schakelaar B in de stand
"O" staat.
8
Storingen verhelpen
Page 244 of 393

242
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met
de bandenreparatieset; neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.
F
A
ctiveer de compressor door de
schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot
de bandenspanning 2,0
bar bedraagt.
H
et afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten). F
V
er wijder de set en draai de dop van de
witte slang vast.
Z
org ervoor dat restanten van de vloeistof
niet op of in de auto terecht kunnen komen.
Houd de set binnen handbereik.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf
kilometer met matige snelheid (tussen
20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het
lek kan dichten.
F Z et de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Storingen verhelpen
Page 245 of 393

243
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting in de auto.
F
S
tart de motor opnieuw en laat de motor
draaien. F
B reng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschreven
spanning (spanning verhogen:
schakelaar B in stand "I" ; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "O"
en knop C indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
A
ls de bandenspanning sterk daalt, is
het lek niet goed gedicht; neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
F
V
er wijder de set en berg deze op.
F
R
ijd niet harder dan 80 km/h en niet verder
dan 200
km.
Ga zo snel mogelijk naar een
servicepunt van het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen
dat u de set hebt gebruikt. Na nadere
inspectie kan de technicus u vertellen
of de band gerepareerd kan worden of
moet worden vervangen.
2. Op spanning brengen
F Zet de schakelaar A in de stand
"Bandenspanning".
F
R
ol de witte slang G volledig uit.
F
S
luit de witte slang aan op het ventiel van
de gerepareerde band.
8
Storingen verhelpen
Page 246 of 393

244
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Verwijderen van de slang en de flacon
F Beweeg de volledige slang 2 naar links, tot
hij contact maakt met de behuizing.
F
M
aak de aansluiting 1 van de flacon los
door hem een kwart omwenteling linksom
te draaien.
F
B
eweeg de volledige slang 2 iets naar
buiten en maak vervolgens de aansluiting
3
van de luchttoevoerslang los door hem
een kwart omwenteling linksom te draaien. Let op dat er geen afdichtmiddel uit de
flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de
patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan
slechts één keer gebruikt worden en
moet daarna worden vervangen, ook
als hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij het PEUGEOT-
netwerk of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats een nieuwe patroon met
afdichtmiddel te kopen.
F
V er wijder de volledige slang 2
.
F H oud de compressor rechtop.
F
D
raai de flacon 4 aan de onderzijde los.
Voer deze handelingen in omgekeerde
volgorde uit om de nieuwe flacon en de nieuwe
slang te plaatsen.
Storingen verhelpen
Page 247 of 393

245
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Controle / aanpassen bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om uw
bandenspanning te controleren of uw banden
op spanning te brengen.F
D
raai de schakelaar A in de stand
"Op spanning brengen". F
S luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
S
tart de auto en laat de motor draaien.
F
B
reng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto.
F
V
er wijder de set en berg deze op.Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem
worden gereset.
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
F
R
ol de witte slang G volledig uit.
F
S
luit de slang aan op het ventiel van de
band.
8
Storingen verhelpen
Page 248 of 393

246
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Reservewiel
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer
Toegang tot het gereedschap
1. Wielsleutel. H
iermee kan de wieldop worden ver wijderd
en kunnen de wielbouten worden
losgedraaid.
2.
K
rik met geïntegreerde slinger.
H
iermee kan de auto worden opgekrikt. 3.
G
ereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen van wielbouten.
H
iermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
verwijderd.
4.
D
op voor het verwijderen van slotbouten
(in het dashboardkastje).
H
iermee kunnen met behulp van de
wielsleutel de speciale slotbouten worden
verwijderd.
5.
Sleepoog.
In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het slepen.Wiel met wieldop
Monteren: plaats de wieldop, begin bij
de ventielopening en druk de wieldop
rondom met de hand vast.
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto
en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw
auto, verschillen. Gebruik het niet voor andere
doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel met
een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese
regelgeving zoals deze is vastgelegd in
de Richtlijn 2006/42/EG over machines.
Storingen verhelpen
Page 249 of 393

247
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Verwijderen van het reservewiel
F Draai de gekleurde centrale moer los.
F V erwijder het bevestigingssysteem (moer
en bout).
F
T
il het reservewiel aan de achterzijde op
en trek het naar u toe.
F
V
er wijder het wiel uit de bagageruimte.
Toegang tot het reservewiel
Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Afhankelijk van het land van bestemming, is
er een stalen reservewiel, een lichtmetalen
reservewiel of noodreservewiel aanwezig.
Terugplaatsen van het wiel
F Plaats de houder met het gereedschap in het hart van het wiel en maak de houder
vast.
F
P
laats de polystyreen opbergbak terug.
F
L
eg het wiel in de reservewielbak.
F
D
raai de gekleurde moer op de bout een
aantal omwentelingen los.
F
P
laats het bevestigingssysteem (moer en
bout) in het hart van het wiel.
F
D
raai de centrale moer vast tot deze klikt
en het wiel goed vastzit.
8
Storingen verhelpen
Page 250 of 393

248
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Ver wijder de sierdop(pen) van de wielbout(en) met het gereedschap 3
(volgens uitvoering).
F
Be
vestig de dop 4 op de wielsleutel 1 en
draai de slotbout een omwenteling los
(volgens uitvoering).
F
D
raai de overige wielbouten een
omwenteling los met alleen de wielsleutel 1 .F
P
laats het voetstuk van de krik op de grond
en zorg ervoor dat het voetstuk loodrecht
onder één van de twee steunpunten onder
de carrosserie A of B is geplaatst. Gebruik
het steunpunt dat zich het dichtste bij het te
verwisselen wiel bevindt.
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het
verkeer niet gehinderd wordt en zorg
ervoor dat de auto op een horizontale,
stabiele en stroeve ondergrond staat.
Zet het contact af. Als uw auto is uitgerust met een
handbediende parkeerrem, trek dan de
parkeerrem aan en controleer of het
verklikkerlampje van het remsysteem
brandt.
Als uw auto is uitgerust met een
elektrische parkeerrem en de
automatische werking van de
parkeerrem is niet geactiveerd, trek dan
de parkeerrem aan en controleer of het
verklikkerlampje van het remsysteem
en het verklikkerlampje P op de hendel
van de parkeerrem branden.
Schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de
eerste versnelling in om de wielen te
blokkeren.
Zet bij een auto met een automatische
transmissie de selectiehendel in de
stand P om de wielen te blokkeren.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen
op de krik steunt; gebruik een bok. Gebruik niet:
-
d
e krik voor andere doeleinden dan
het opkrikken van de auto,
-
e
en andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Storingen verhelpen