Peugeot 308 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2017, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2017Pages: 393, PDF Size: 9.55 MB
Page 251 of 393

249
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of losse ondergrond kan de krik
wegglijden of wegzakken - Kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en zorg ervoor dat het
contactvlak van het steunpunt goed in het middelste deel van de kop van de krik steekt. Zo
niet, dan kan de auto beschadigd raken en/of de de krik wegzakken - Kans op letsel!F
V
er wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F
V
erwijder het wiel.
F
D
raai de krik 2 uit tot de kop van de krik
het steunpunt A of B raakt; het contactvlak
van het steunpunt A of B moet goed in
het middelste deel van de kop van de krik
steken. F
K
rik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
8
Storingen verhelpen
Page 252 of 393

250
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Monteren van het wiel
Bevestiging van het
noodreservewiel
Indien uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen is het normaal
dat bij het monteren van het
noodreservewiel de ringen van de
bouten de velg niet raken. Als de
bouten volledig zijn aangedraaid,
zorgt het conische draagvlak van de
bouten voor de bevestiging van het
reservewiel.F
P
laats het wiel op de naaf.
F
D
raai de wielbouten met de hand vast.
F D raai de slotbout met de wielsleutel 1 en
de dop 4 (volgens uitvoering) enigszins
vast.
F
D
raai de overige wielbouten enigszins vast
met alleen de wielsleutel 1 .F
L
aat de krik zakken.
F
V
ouw de krik 2 op en verwijder hem.
Storingen verhelpen
Page 253 of 393

251
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Draai de slotbout vast met de wielsleutel 1 en de dop 4 (volgens uitvoering).
F
D
raai de overige wielbouten vast met
alleen de wielsleutel 1 .
F
Be
vestig de dop(pen) op de wielbout(en)
(volgens uitvoering).
F
B
erg het gereedschap op in de houder. Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
Na het verwisselen van het
wiel
Ver wijder de naafdop van het wiel
om het op de juiste manier in de
bagageruimte op te bergen.
Rijd met een noodreservewiel niet
sneller dan 80
km/h.
Laat zo snel mogelijk het
aanhaalmoment van de wielbouten en
de bandenspanning van het reservewiel
controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Als uw auto is uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem,
controleer dan de bandenspanning en
reset het systeem.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem .
8
Storingen verhelpen
Page 254 of 393

252
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Een lamp vervangen
Verlichting vóór
Uitvoering met "full LEDs"
verlichting
Uitvoering met halogeenlampen
Let er bij het monteren van H7-lampen
met nokjes op dat deze nokjes goed in de
uitsparingen komen, zodat het licht in de juiste
richting schijnt.
Mistlampen vóór (H11)
Richtingaanwijzers
(GT)
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met LED's contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het PEUGEOT-netwerk kan u voor de LED's
een vervangingsset leveren.
1.
D
imlicht (H7-55W).
2.
G
rootlicht (HB3).
3. R
ichtingaanwijzers (PY21-21W).
4. D
agrijverlichting/parkeerlicht (LEDs). 1.
D
agrijverlichting/parkeerlicht (LEDs).
2.
D
imlicht (LEDs).
3. G
rootlicht (leds-full LEDs).
4. R
ichtingaanwijzers (PY21-21W).
Storingen verhelpen
Page 255 of 393

253
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
De koplampunits zijn voorzien van glas
van polycarbonaat met een speciale
vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met
een droge of schurende doek en
gebruik geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater
of een pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een
hogedrukreiniger hardnekkig vuil
probeert te verwijderen, houd
de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten
en de randen ervan gericht, om
beschadiging van de vernislaag en
de afdichtrubbers te voorkomen.
Bij het vervangen van lampen moet de
verlichting minstens enkele minuten
uitgeschakeld zijn (risico van ernstige
verbranding).
F
R
aak de lamp niet met de vingers
aan, maar gebruik een niet-
pluizende doek.
In verband met het behoud van de
kwaliteit van de koplampen mogen
uitsluitend anti-UV-lampen worden
gebruikt.
Vervang een kapotte lamp altijd
door een nieuwe lamp met dezelfde
specificaties.Verlichting overdag / parkeerlicht
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met LED’s en lichtgeleiders contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het PEUGEOT-netwerk kan u voor de LED's
een vervangingsset leveren.
8
Storingen verhelpen
Page 256 of 393

254
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Trek aan de borglip om de plastic beschermkap te verwijderen.
F
D
raai de stekker (met de lamp) omhoog
(1/4
omwenteling).
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
F
T
rek aan de borglip om de plastic
beschermkap te verwijderen.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
M
aak de twee veren los (indrukken en naar
buiten bewegen).
F
T
rek de lamp uit de lamphouder en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde. Let op het gedeelte achter de
rechter lamp, dat zo heet kan zijn
dat u zich eraan kunt branden
(ontluchtingsleidingen).
Ga om de lichtunit enkele centimeters naar
voren te verplaatsen om bij de lampen te
komen als volgt te werk:
F
V
erplaats de oranje clip naar achteren en
trek vervolgens aan de stekker ter wijl u het
zwarte gedeelte (boven op de oranje clip)
ingedrukt houdt.
F
V
er wijder de twee bouten waarmee de
lichtunit is bevestigd.
F
M
aak de pen aan de achterzijde en
vervolgens de centreernok aan de
voorzijde los.
F
V
erplaats de lichtunit naar voren.
Tip voor het verplaatsen van de lichtunit (uitvoering met halogeenlampen)
Dimlicht
(uitvoering met halogeenlampen) Grootlicht
(uitvoering met halogeenlampen)
Storingen verhelpen
Page 257 of 393

255
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
Richtingaanwijzers
(uitvoering met halogeenlampen)
Als een verklikkerlampje (rechts of
links) van de richtingaanwijzers sneller
knippert, is een van de lampen aan de
desbetreffende zijde defect.
Dimlicht/parkeerlicht
(uitvoering met "full LEDs"
verlichting)
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met leds "full LEDs" contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Richtingaanwijzers
(uitvoering met "full LEDs"
technologie)
De lamp van de richtingaanwijzers bevindt zich
onder de koplamp.
F
M
aak het sierdeel los door het aan de
bovenzijde los te trekken (uitsparing).
F
D
raai de lamphouder los (1/4 omwenteling).
F
V
ervang de defecte lamp.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit. Als een verklikkerlampje (rechts of
links) van de richtingaanwijzers sneller
knippert, is een van de lampen aan de
desbetreffende zijde defect.
F
D
raai de lamphouder los (1/4
omwenteling).
F
V
erwijder de lamphouder.
F
V
ervang de defecte lamp.
8
Storingen verhelpen
Page 258 of 393

256
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Geïntegreerde zijknipperlichten
Voor het vervangen van deze lampen dient u
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen. Voor het vervangen van de LED dient u het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te raadplegen.
Mistlampen
F Maak het sierdeel los door het aan de bovenzijde los te trekken (uitsparing).
F
D
raai de twee bouten los om de unit te
verwijderen. F
M aak de stekker los.
F D raai de lamphouder los (1/4 omwenteling).
F
V
erwijder de lamphouder.
F
V
ervang de defecte lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde en bevestig het sierdeel door het vast
te drukken.
Instapverlichting in de
buitenspiegels
Storingen verhelpen
Page 259 of 393

257
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
1. Parkeerlicht (leds).
2. Achteruitrijlicht (W16W).
3.
R
ichtingaanwijzers (PY21W amberkleurig).
4.
Re
mlicht (leds).
5.
M
istachterlichten (P21W).
Achterlichten (berline)
Leds
Neem voor het vervangen van leds
contact op met het PEUGEOT-netwerk
of met een gekwalificeerde werkplaats.
Achteruitrijlichten, richtingaanwijzers (op de schermen)
F Neem de stekker van de lamp los.
F V er wijder de bevestigingsmoer van de
lamp.
F
V
er wijder de lamp voorzichtig via de
buitenzijde van de auto.
F
D
raai de lamphouder los (1/4 omwenteling)
en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
F
O
pen de achterklep en verwijder
vervolgens het afdekplaatje.
8
Storingen verhelpen
Page 260 of 393

258
308_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Maak de twee deksels links en rechts los.
F D raai de bouten die zich daarachter
bevinden los.
F
M
aak de bekleding van de bagageruimte
los om bij de stekker van de lamp te
kunnen komen.
F
N
eem de stekker van de lamp los.
F
V
er wijder de bevestigingsmoer van de
lamp.
F
V
er wijder de lamp voorzichtig via de
buitenzijde van de auto.
F
D
raai de lamphouder los (1/4 omwenteling)
en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Mistachterlicht (achterklep)
F Open de achterklep en verwijder vervolgens de grote kunststof afdekkap.
Storingen verhelpen