Peugeot 308 2021 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2021, Model line: 308, Model: Peugeot 308 2021Pages: 244, PDF Size: 8.24 MB
Page 161 of 244

159
Praktische informatie
7Stickers
(Afhankelijk van de uitvoering)
Gebruik geen hogedrukreiniger om de
auto te wassen. Dan bestaat de kans dat
u de stickers beschadigt of dat ze loskomen.
Reinig de auto met een waterstraal met
water met een temperatuur van 25 °C tot
40 °C.
Beweeg de waterstraal loodrecht over het
oppervlak dat moet worden gereinigd.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd
water.
Page 162 of 244

160
In geval van pech
Boordgereedschap
Het boordgereedschap bestaat uit al het
gereedschap waarmee uw auto is geleverd.
De samenstelling ervan is afhankelijk van de
uitrusting van uw auto:
– bandenreparatieset,
–
reservewiel.
Toegang tot het
gereedschap
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Al het gereedschap is specifiek bestemd voor uw auto. Van welk gereedschap uw
auto is voorzien, is afhankelijk van de
uitvoering van de auto.
Gebruik het niet voor andere doeleinden.
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het verwisselen van een wiel met
een beschadigde band.
Gebruik niet een andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Als de auto niet is voorzien van de
originele krik, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats, om de door de fabrikant
voorgeschreven krik aan te schaffen.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving
zoals deze is vastgelegd in de Richtlijn
2006/42/EG over machines.
De krik is onderhoudsvrij.
Beschikbaar gereedschap
1. Wielblok om het wegrollen van de auto te
voorkomen (afhankelijk van de uitvoering)
2. Dop voor het verwijderen van slotbouten (in
het dashboardkastje) (afhankelijk van de
uitvoering)
Hiermee kunnen de speciale slotbouten met
behulp van de wielsleutel worden verwijderd. 3.
Afneembaar sleepoog
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het slepen van de auto en het
gebruik van het afneembare sleepoog.
Met bandenreparatieset
4. Bandenreparatieset (afhankelijk van de
uitvoering)
Bevat een 12V-compressor en een flacon
afdichtmiddel
Voor het tijdelijk repareren en het op
spanning brengen van een band.
5. Sticker met de snelheidslimiet
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de bandenreparatieset .
Uitvoeringen met reservewiel
5.Wielsleutel
Hiermee kunt u de wieldop verwijderen en de
wielbouten losdraaien.
6. Krik met geïntegreerde slinger
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7. Gereedschap voor het verwijderen van
sierdoppen van wielbouten (afhankelijk van
de uitvoering)
Hiermee kunnen de sierdoppen bij
lichtmetalen velgen van de wielbouten
worden verwijderd.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het reservewiel.
Page 163 of 244

161
In geval van pech
8Uitvoeringen met reservewiel
5.Wielsleutel
Hiermee kunt u de wieldop verwijderen en de
wielbouten losdraaien.
6. Krik met geïntegreerde slinger
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7. Gereedschap voor het verwijderen van
sierdoppen van wielbouten (afhankelijk van
de uitvoering)
Hiermee kunnen de sierdoppen bij
lichtmetalen velgen van de wielbouten
worden verwijderd.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het reservewiel.
Bandenreparatieset
(Type 1)
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
U kunt de band tijdelijk repareren met een
compressor en een flacon met afdichtmiddel
zodat u naar de dichtstbijzijnde garage kunt
rijden.
Ontworpen om algemene lekkages op het
loopvlak van een band te repareren.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de duur
die nodig is om een gerepareerde lekke band
op spanning te brengen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
gereedschapsset .
Samenstelling van de set
1.12 V-compressor met geïntegreerde
manometer.
2. Flacon met afdichtmiddel met geïntegreerde
slang.
3. Sticker met de snelheidslimiet.
Reparatiemethode
Verwijder het voorwerp (zoals een spijker
of schroef) dat de lekkage heeft
veroorzaakt niet uit de band.
►
Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en schakel de parkeerrem in.
►
V
olg de veiligeidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
verkeersveiligheidsvest enz.) volgens de
regelgeving in het land waar u rijdt.
►
Zet het contact af.
Page 164 of 244

162
In geval van pech
► Rol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
► Sluit de slang van de compressor aan op de
flacon met afdichtmiddel.
► Keer de flacon met afdichtmiddel om en
bevestig deze in de uitsparing op de compressor .
►
Haal het dopje van het ventiel van de lekke
band en bewaar het op een schone plaats.
► Sluit de slang van de flacon met
afdichtmiddel aan op het ventiel van de lekke
band en zet deze stevig vast.
►
Controleer of de schakelaar van de
compressor in stand " O
" staat.
►
Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12
V-aansluiting in de auto.
De compressor mag alleen op de 12
V-aansluiting voorin worden
aangesloten.
► Bevestig de sticker met
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in de
auto vlak bij de bestuurder worden
geplakt om hem/haar te herinneren aan het
feit dat er met een gerepareerde band wordt
gereden.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
► Zet het contact aan.
► Schakel de compressor in door de schakelaar
in de stand I te zetten, totdat de bandenspanning
2 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder
druk in de band gespoten; maak de slang
gedurende deze handeling niet los van de
aansluiting (kans op spatten).
Als de bandenspanning van 2 bar na ongeveer 7 minuten nog niet is bereikt,
kan de band niet met de bandenreparatieset
worden gerepareerd; neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
Zet de schakelaar in de stand " O
”.
►
Haal de stekker van de compressor uit de 12
V
-aansluiting in de auto.
Page 165 of 244

163
In geval van pech
8► Verwijder de set.
► V ervang de dop op het ventiel.
►
V
erwijder de flacon met afdichtmiddel en berg
deze op.
Het afdichtmiddel is gevaarlijk bij
inslikken en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
staat op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij een PEUGEOT-dealer of een
officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuwe flacon met
afdichtmiddel bij een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats te kopen.
► Rijd direct ongeveer 5 kilometer met matige
snelheid (tussen 20 en 60 km/u), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
►
Zet de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
Rijd niet sneller dan 80 km/u met een
band die met dit type set is gerepareerd
en rijd niet meer dan 200
km.
PEUGEOTNeem contact op met een dealer
of een gekwalificeerde werkplaats om de
band te laten verwisselen.
De bandenspanning
controleren / aanpassen
De compressor kan worden gebruikt, zonder
afdichtmiddel in de band te spuiten , om de
bandenspanning te controleren en zo nodig te
corrigeren.
►
V
erwijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
►
Rol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen.
►
Sluit de slang aan op het ventiel en zet deze
stevig vast.
►
Controleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O
" staat.
►
Rol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V
-aansluiting in de auto.
►
Zet het contact aan.
Alleen de 12V-aansluiting voorin mag
worden gebruikt om de compressor aan
te sluiten.
► Schakel de compressor in door de
schakelaar in de stand " I
" te zetten en breng
de band op de spanning die staat aangegeven
op de bandenspanningssticker van de auto. De
bandenspanning verlagen: druk op de zwarte
toets op de slang van de compressor, bij de
aansluiting op het ventiel.
Als de bandenspanning van 2 bar na 7 minuten nog niet is bereikt, kan de band
niet met de bandenreparatieset worden
gerepareerd; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
Zet de schakelaar in de stand O
zodra de
gewenste bandenspanning is bereikt.
►
V
erwijder de set en berg deze op.
►
V
ervang de dop op het ventiel.
Als de spanning van één of meer banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Page 166 of 244

164
In geval van pech
Bandenreparatieset
(Type 2)
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
U kunt de band tijdelijk repareren met een
compressor en een flacon met afdichtmiddel
zodat u naar de dichtstbijzijnde garage kunt
rijden.
Ontworpen om algemene lekkages op het
loopvlak van een band te repareren.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de duur
die nodig is om een gerepareerde lekke band
op spanning te brengen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
gereedschapsset .
Samenstelling van de set
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op
spanning brengen".
B. Aan-uitschakelaar I/O.
C. Knop voor leeg laten lopen.
D. Manometer (bar en psi).
E. Opbergvak met een kabel + adapter voor een 12V-aansluiting.
F. Flacon met afdichtmiddel.
G. Witte slang met dop voor de reparatie en het
op spanning brengen.
H. Sticker met de snelheidslimiet.
Reparatiemethode
1. Afdichtmiddel
► Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en schakel de parkeerrem in.
►
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, dragen
van een reflecterend veiligheidsvest enz.)
conform de regels die gelden in het land waar u
zich bevindt.
►
Zet het contact af.
► Draai de schakelaar (A) in de stand
"Reparatie".
►
Controleer of de schakelaar ( B
) in de stand
"O" staat.
Verwijder het voorwerp dat de lekkage
heeft veroorzaakt niet uit de band.
Page 167 of 244

165
In geval van pech
8
► Rol de witte slang G volledig uit.
► Draai de dop van de witte slang los.
►
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
lekke band.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V
-aansluiting in de auto.
Alleen de 12V-aansluiting voorin de auto
mag worden gebruikt.
► Bevestig de sticker met
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar te
herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
► Start de motor en laat de motor draaien.
Schakel de compressor pas in wanneer
de witte slang is aangesloten op het
ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt
anders buiten de band gespoten.
►
Schakel de compressor in door de
schakelaar ( B
) in de stand I te zetten, totdat
de bandenspanning 2,0 bar bedraagt. Het
afdichtmiddel wordt onder druk in de band
gespoten; maak de slang gedurende deze
handeling niet los van de aansluiting (kans op
spatten).
Als de gewenste bandenspanning na ongeveer 7 minuten niet is bereikt, is de
band niet te repareren met de
bandenreparatieset; neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
V
erwijder de set en draai de dop weer op de
witte slang. Laat geen resten vloeistof achter op
uw auto. Houd de set binnen bereik.
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
► Rijd direct ongeveer 5 kilometer met matige
snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
►
Zet de auto stil en controleer de reparatie
en de bandenspanning met de set.
2. Op spanning brengen
Page 168 of 244

166
In geval van pech
► Zet de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
►
Rol de witte slang G
volledig uit.
►
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
gerepareerde band.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V
-aansluiting in de auto.
Alleen de 12V-aansluiting voorin de auto
mag worden gebruikt.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
► Start de motor opnieuw en laat de motor
draaien.
Neem zo snel mogelijk contact op met
een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
Vergeet niet de technicus te vertellen dat u
de set hebt gebruikt. Na inspectie kan de
monteur u vertellen of de band kan worden
gerepareerd of moet worden vervangen.
►
Pas de bandenspanning met de compressor
aan (voor oppompen: zet schakelaar B
in stand
I; voor leeglopen: zet schakelaar B in stand O en
druk op knop C). Volg hierbij de informatie op het
bandenspanningslabel bij het bestuurdersportier.
Als de bandenspanning geleidelijk afneemt,
is het lek niet goed gedicht; neem contact op
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om uw auto te laten repareren.
►
V
erwijder de set en berg deze op.
Rijd niet harder dan 80 km/h en niet
verder dan 200 km.
Verwijderen van de slang en
de flacon
► Beweeg de slang 2 naar links tot deze
contact maakt met de behuizing.
►
Maak aansluiting 1
van de flacon los door
hem een kwartslag linksom te draaien.
►
T
rek de middelste slang 2 voorzichtig
naar buiten en koppel aansluiting 3 van de
luchtinlaatslang los door deze een kwartslag
linksom te draaien.
– Verwijder slang 2.
– Houd de compressor verticaal.
–
Draai de flacon 4
aan de onderzijde los.
Voer deze handelingen in omgekeerde volgorde
uit om de nieuwe flacon en de nieuwe slang te
plaatsen.
Let op dat er geen vloeistof uit de flacon
stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de
patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan slechts één
keer gebruikt worden en moet daarna worden
vervangen, ook als hij niet leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij een PEUGEOT-dealer of een
officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij een PEUGEOT-dealer of
een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe
flacon met afdichtmiddel te kopen.
De bandenspanning
controleren / aanpassen
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
► Zet de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
► Rol de witte slang G volledig uit.
► Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
band.
► Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto.
Alleen de 12V-aansluiting voorin de auto
mag worden gebruikt.
► Start de motor opnieuw en laat de motor
draaien.
Page 169 of 244

167
In geval van pech
8De bandenspanning
controleren / aanpassen
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
► Zet de schakela ar A in de stand
"Reparatie".
►
Rol de witte slang G
volledig uit.
►
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
band.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V
-aansluiting in de auto.
Alleen de 12V-aansluiting voorin de auto
mag worden gebruikt.
►
Start de motor opnieuw en laat de motor
draaien.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
► Pas de bandenspanning met de compressor
aan (voor oppompen: zet schakelaar B
in stand
I; voor leeglopen: zet schakelaar B in stand O en
druk op knop C). Volg hierbij de informatie op het
bandenspanningslabel.
Als de gewenste bandenspanning na ongeveer 7 minuten niet is bereikt, is de
band niet te repareren met de
bandenreparatieset; neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
V
erwijder de set en berg deze op.
Rijd met een gerepareerde band niet
meer dan 200 km; neem contact op met
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om de band te laten vervangen.
Als de spanning van één of meer banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
gereedschapsset .
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het verwisselen van een wiel met
een beschadigde of lekke band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese regelgeving
zoals deze is vastgelegd in de Richtlijn
2006/42/EG over machines.
Sommige delen van de krik, zoals de
schroeven en scharnieren, kunnen letsel
veroorzaken. Raak ze dus niet aan.
Verwijder alle vetresten.
Wiel met wieldop
Monteren: haal de wielbouten aan en
breng daarna de wieldop aan; plaats daartoe
de opening in lijn met het ventiel en druk de
wieldop vervolgens rondom vast met de palm
van uw hand.
►
Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
Page 170 of 244

168
In geval van pech
► Volg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, dragen
van een reflecterend veiligheidsvest, enz.) met
betrekking tot de regels die gelden in het land
waar u zich bevindt.
►
Zet het contact af.
Toegang tot het reservewiel
Het reservewiel ligt onder de vloer van de
bagageruimte.
Afhankelijk van het land van bestemming, is
er een stalen reservewiel, een lichtmetalen
reservewiel of noodreservewiel aanwezig.
Zie het hoofdstuk Gereedschapsset
voor
toegang tot het reservewiel.
Verwijderen van het wiel
► Draai de gekleurde centrale moer los.
► V erwijder de bevestigingsonderdelen (moer
en bout).
►
T
il het reservewiel aan de achterzijde op en
trek het naar u toe.
►
Neem het wiel uit de bagageruimte.
Terugplaatsen van het wiel
► Leg het wiel terug in de reservewielbak.
► Draai de moer op de gekleurde bout enkele
slagen los,
►
Plaats het bevestigingssysteem (moer en
bout) op het midden van het wiel.
►
Draai de centrale moer vast tot deze klikt en
het wiel goed vastzit.
► Plaats de houder met het gereedschap in het
hart van het wiel en maak de houder vast.
►
Plaats de polystyreen opbergbak terug.
Verwijderen van het wiel
De auto parkeren
Parkeer de auto op een plaats waar u
het verkeer niet hindert en zorg ervoor dat
deze op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Als uw auto is uitgerust met een
handbediende parkeerrem, trek dan de
parkeerrem aan en controleer of het
controlelampje van het remsysteem brandt.
Als uw auto is uitgerust met een elektrische
parkeerrem en de automatische werking van
de parkeerrem is niet geactiveerd, schakel
dan de parkeerrem in en controleer of het
lampje van het remsysteem en het lampje P
op de hendel van de parkeerrem branden.
Zet het contact af.