PEUGEOT 4007 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: 4007, Model: PEUGEOT 4007 2012Pages: 236, PDF Size: 17.64 MB
Page 111 of 236

6
VEILIGHEID
Plaats geen kinderzitje met de
rug in de rijrichting op de voor-
stoel als het verklikkerlampje
van de airbags blijft branden en
de melding op het display blijft
staan.
Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Storing
Als op het instrumentenpaneel dit ver-
klikkerlampje gaat branden en deze
melding op het display verschijnt, raad-
pleeg dan het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om het
systeem te laten controleren. De airbags
zouden niet meer geactiveerd kunnen
worden bij een ernstige aanrijding. Schakel voor de veiligheid van
uw kind de airbag aan pas-
sagierszijde altijd uit als u een
kinderzitje met de rug in de rij-
richting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het af-
gaan van de airbag levensge-
vaarlijk gewond raken.
Het verklikkerlampje op het paneel van
de middenconsole brandt zolang de air-
bag is uitgeschakeld, bij ingeschakeld
contact.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt verwijderd,
zet dan de schakelaar A
weer op "ON"
om de airbag opnieuw in te schakelen
en zo de veiligheid van uw passagier te
garanderen.
Het verklikkerlampje gaat uit.
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
)
zet het contact af
, steek de sleutel in
de schakelaar voor uitschakelen van
de airbag aan passagierszijde A
,
)
draai deze in de stand "OFF"
,
)
verwijder de sleutel.
Page 112 of 236

6
VEILIGHEID
Zij-airbags
De zij-airbags beschermen de bestuur-
der en de voorpassagier bij een ern-
stige zijdelingse aanrijding, om de kans
op borstletsel te verkleinen.
Elke zij-airbag is in het frame van de
rugleuning van de voorstoel geïnte-
greerd, aan de zijde van het portier.
Activering
De zij-airbag wordt aan de desbetref-
fende zijde opgeblazen bij een ernstige
zijdelingse aanrijding binnen (een ge-
deelte van) de impactzone opzij ( B
),
loodrecht op de lengteas van de auto
en vanaf de buitenzijde richting de bin-
nenzijde van de auto, op een horizon-
tale ondergrond.
De zij-airbag wordt opgeblazen tussen
de inzittende vóór en het desbetreffen-
de portierpaneel.
Window-airbags
De window-airbags beschermen de be-
stuurder en passagiers (uitgezonderd
de middelste passagier achter en de
passagiers op de 3e zitrij) bij een ern-
stige zijdelingse aanrijding, om de kans
op hoofdletsel te verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in
de stijlen en in de hemelbekleding.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zij-airbag aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijde-
lingse aanrijding binnen (een gedeelte
van) de impactzone opzij ( B
), loodrecht
op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnen-
zijde van de auto, op een horizontale
ondergrond.
De window-airbags worden opgeblazen
tussen de ruiten en de inzittenden vóór
en achter.
Bij een lichte zijdelingse aan-
rijding of bij over de kop slaan,
kan het zijn dat de airbag niet
wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren
of een frontale aanrijding wordt
de airbag niet geactiveerd.
Registratiezones voor een aanrijding
A.
Impactzone vóór.
B.
Impactzone opzij.
In het geval van een storing
Als dit verklikkerlampje gaat branden
en een melding verschijnt op het dis-
play van het instrumentenpaneel, raad-
pleeg dan het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om het
systeem te laten controleren. De kans
bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Page 113 of 236

6
VEILIGHEID
Houd u aan de volgende
veiligheidsvoorschriften voor
een maximale effectiviteit van
de airbags:
Maak er een gewoonte van om
normaal rechtop in de voorstoe-
len te zitten.
Draag altijd een correct afgestel-
de autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt
tussen de airbag en de inzitten-
den (kinderen, huisdieren, objec-
ten...). Dit kan de goede werking
van de airbag belemmeren en/of
de inzittende bij het opblazen van
de airbag verwonden.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie
over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het
PEUGEOT-netwerk (zie hoofdstuk "Praktische informatie - § Accessoires").
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het
afgaan van de airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borst-
kas.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten. Laat na een aanrijding of diefstal
van uw auto de airbagsystemen
controleren.
Werkzaamheden aan airbagsy-
stemen mogen uitsluitend door
het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalifi ceerde werkplaats
worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voor-
schriften worden nageleefd, blijft
de kans bestaan op letsel of lichte
brandwonden aan het hoofd, de
borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag
wordt namelijk zeer snel opge-
blazen (binnen enkele millisecon-
den) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gas-
sen via de daarvoor bestemde
openingen naar buiten stromen.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroor-
zaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla
er niet op.
Windowairbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de windo-
wairbags kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken
deel uit van de bevestiging van de windowairbags.