Peugeot 508 RXH 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2016Pages: 364, PDF Size: 10.31 MB
Page 61 of 364

59
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als een van de portieren of de
achterklep geopend is, als een van
de sleutels van het Keyless entry and
start-systeem zich in de auto bevindt
of als het contact is aangezet, werkt de
centrale vergrendeling niet.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Als het alarmsysteem al was
ingeschakeld, wordt dit niet automatisch
weer ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van
de buitenspiegels met de
afstandsbediening kan worden
uitgeschakeld door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal als de sleutel
van het Keyless entry and start-systeem
zich binnen het detectiebereik bevindt
ter wijl uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel ontladen raakt,
gaan de "Keyless entry"-functies over
in de waakfase als de auto langer
dan 21
dagen niet is gebruikt. Om
de functies weer te activeren, dient
u op een van de knoppen van de
afstandsbediening te drukken of de
motor te starten met de elektronische
sleutel in de lezer.
2
Toegang tot de auto
Page 62 of 364

60
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het van
buitenaf en van binnenuit openen van de
portieren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
is ook de vergrendelingsschakelaar in het
interieur buiten werking.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen of druk langer dan
2 seconden op het gesloten
hangslot om ook de ruiten te
sluiten.
Met de sleutel op zak
Via de portieren:
F D ruk, als de elektronische sleutel zich
binnen het detectiegebied bevindt, met
een vinger op de portiergreep (bij de
merktekens) om de auto te vergrendelen.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep om de supervergrendeling in
te schakelen. Via de achterklep (uitsluitend SW en R XH
BlueHDi):
F
D
ruk, als de elektronische sleutel zich
binnen het detectiegebied bevindt, op de
rechter knop van de achterklep om de auto
te vergrendelen.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op
de rechter knop van de achterklep om de
supervergrendeling in te schakelen.
F
D
ruk binnen 5 seconden nogmaals op het
gesloten hangslot om de supervergrendeling
van de auto in te schakelen.
De supervergrendeling wordt
bevestigd door het gedurende
ongeveer 2 seconden branden van de
richtingaanwijzers.
Toegang tot de auto
Page 63 of 364

61
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Druk op het symbooltje van het gesloten hangslot om de eerder
vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
De plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele
seconden.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de sleutel is een chip aangebracht die over
een specifieke code beschikt. Om te kunnen
starten, moet bij het aanzetten van het contact
de code van de sleutel worden herkend door de
startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg
zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 64 of 364

62
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen/ontgrendelen
met de geïntegreerde sleutelVergrendelen/ontgrendelen
van het bestuurdersportier
Steek de geïntegreerde sleutel in het slot om
het portier te vergrendelen of ontgrendelen.
Vergrendelen/ontgrendelen
van de overige portieren
Noodprocedure - Elektronische sleutels
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld en ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt:
-
l
ege batterij, accu ontladen of
losgekoppeld, ...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
T
rek aan de knop 1 om de geïntegreerde
sleutel 2 uit de houder te halen.
F
O
pen of sluit de auto met de sleutel.
Vergrendelen
F Controleer bij de achterportieren of de kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
F
V
erwijder met de geïntegreerde sleutel het
zwarte afdekkapje op de zijkant van het
portier.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel zonder te
forceren in de opening en duw vervolgens,
zonder te draaien, de nok het portier in.
F
V
erwijder de geïntegreerde sleutel en
plaats het afdekkapje terug.
Ontgrendelen
Trek aan de binnenportiergreep.
Het inbraakalarm (indien aanwezig)
wordt niet uit-/ingeschakeld tijdens het
openen/sluiten van de auto.
Bij het openen van een portier zal het
alarm afgaan. Door het contact aan te
zetten wordt het alarm uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 65 of 364

63
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Batterij van de elektronische
sleutel vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
D eze batterij is via het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
F
W
ip het deksel met een spits voor werp bij
de sleutelhanger los.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
S
chuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.
F
Z
et het deksel aan de voorzijde vast en klik
het dicht.
F
S
ynchroniseer de elektronische sleutel.
Storing van de
elektronische sleutel
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
O
ntgrendel of vergrendel de auto eerst met
de sleutel in het slot.
F
Synchroniseer vervolgens de afstandsbediening.Raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.
Synchroniseren
F Zet het contact af.
F D ruk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op een van de knoppen van de
afstandsbediening.
F
Z
et het contact aan.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
2
Toegang tot de auto
Page 66 of 364

64
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
Het rijden met vergrendelde portieren
kan bij een noodgeval de toegang tot de
auto voor de hulpdiensten belemmeren.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld of als
de auto is vergrendeld met de afstandsbediening
of de portiergrepen, is de knop buiten
werking. Gebruik in dat geval de sleutel of de
afstandsbediening om de auto te ontgrendelen.
F Druk op de knop om de portieren en de achterklep te ver- of ontgrendelen.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, is
de knop buiten werking.
Als u vanwege het vervoer van een
groot voor werp met de achterklep
geopend rijdt, kunt u op de knop
drukken om uitsluitend de portieren te
vergrendelen.
Bij het van binnenuit vergrendelen
worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10 km/h).
Houd om deze functie in of uit te schakelen de
knop ingedrukt tot een melding op het display
wordt weergegeven.
Als binnen 30 seconden na het
ontgrendelen geen enkel portier
is geopend, worden de portieren
automatisch weer vergrendeld.
Toegang tot de auto
Page 67 of 364

65
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Bagageruimte
Berline
F Ontgrendel de auto volledig of druk op de knop voor het openen van de achterklep
van de sleutel met afstandsbediening, en
druk op deze knop.
SW en RXH BlueHDi
F Ontgrendel de auto volledig of druk op de knop voor het openen van de achterklep
van de sleutel met afstandsbediening, druk
op de hendel A en open de achterklep.
Openen vanuit het interieur
Openen
Houd deze knop ingedrukt tot u aan het geluid
hoort dat de achterklep ontgrendeld is.
-
bij draaiende motor gaat dit
verklikkerlampje gedurende
enkele
seconden branden in
combinatie met een melding op het
display van het instrumentenpaneel,
- tijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10 km/h) gaat dit verklikkerlampje
gedurende enkele seconden branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Sluiten
F Trek de achterklep omlaag met behulp van
de handgreep aan de binnenzijde.
Als de achterklep niet goed is gesloten:
2
Toegang tot de auto
Page 68 of 364

66
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Elektrisch bedienbare achterklep (SW en RXH BlueHDi)
Openen met de
elektronische sleutel
Auto vergrendeld/
supervergrendeld
F Houd, wanneer u zich buiten de detectiezone bevindt, de knop A
van de elektronische sleutel
ingedrukt. De auto wordt dan
eerst ontgrendeld waarna de
achterklep wordt geopend.
Auto ontgrendeld
F Houd de knop A van de elektronische sleutel ingedrukt of druk op de knop B van
de achterklep om de achterklep te openen.
Openen vanuit het interieur
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen en de achterklep te openen.
Wanneer u de achterklep op afstand
opent, controleer dan of niets de beweging
van de achterklep kan hinderen.
F
D
ruk, wanneer u zich met de elektronische
sleutel op zak binnen de detectiezone
bevindt, op de knop B van de achterklep.
De auto wordt dan eerst ontgrendeld
waarna de achterklep wordt geopend.
Toegang tot de auto
Page 69 of 364

67
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Elektrisch sluiten
F Druk op deze knop C om de achterklep elektrisch te sluiten.
Probeer de achterklep bij het sluiten niet
tegen te houden; hierdoor stopt de achterklep
met sluiten en gaat deze vervolgens enkele
centimeters omhoog.
Handmatig sluiten: beweeg de achterklep een
klein eindje omhoog en omlaag, zodat deze
ontgrendeld wordt, en sluit vervolgens de
achterklep.
Zorg er voor dat tijdens het openen
of sluiten van de achterklep niemand
in de buur t staat om ver wondingen
te voorkomen. Tijdens het elektrisch openen of sluiten van
de achterklep is het op elk gewenst moment
mogelijk de beweging stil te zetten:
F
d
ruk op de knop in het interieur, op de
knop
A van de afstandsbediening of op de
knop B of C van de achterklep.
Openen of sluiten
onderbreken
Steek nooit een vinger in het
vergrendelingssysteem van de
achterklep: risico van zwaar letsel!
2
Toegang tot de auto
Page 70 of 364

68
508_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodbediening
(Berline, SW en RXH
BlueHDi)
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het
slot in de bagageruimte te komen,
F
S
teek een kleine schroevendraaier in
de opening A van het slot en kantel
vervolgens de hendel naar links om de
achterklep te ontgrendelen.Waarschuwing "achterklep open"
Als de achterklep niet goed gesloten is, zal, als
de motor draait of de auto rijdt, een melding
op het display van het instrumentenpaneel
worden weergegeven in combinatie met een
geluidssignaal (vanaf 10
km/h).
Opnieuw vergrendelen na het
sluiten
Wanneer de achterklep wordt gesloten, wordt
deze weer vergrendeld als het probleem niet is
verholpen.
Instellen van de
openingshoogte
De maximale openingshoogte van de achterklep kan
worden opgeslagen (laag plafond, ...).
Deze hoogte kan in twee stappen worden opgeslagen
door meerdere keren op de knop C te drukken:
- als tijdens het openen, op het moment dat de
achterklep de gewenste stand heeft bereikt,
de knop wordt ingedrukt, blijft de achterklep
in de desbetreffende stand staan,
-
a
ls de knop nogmaals wordt ingedrukt, wordt
de stand van de achterklep opgeslagen. Dit
wordt bevestigd door een geluidssignaal.
O
m deze opgeslagen stand te wissen moet
de knop opnieuw ingedrukt worden gehouden
tot een geluidssignaal hoorbaar is.
De achterklep is niet geschikt voor de
bevestiging van een fietsendrager.
Als een fietsendrager op de trekhaak
is bevestigd, moet de automatische
werking worden uitgeschakeld. Gebruiksvoorschriften
Als er sneeuw op de achterklep ligt, moet
de sneeuw worden verwijderd voordat de
achterklep automatisch wordt geopend.
Bij vorst kan de achterklep vastvriezen
waardoor het automatisch openen niet
werkt: ontdooi de achterklep door het
interieur te ver warmen en probeer het
daarna opnieuw.
Als u de auto in een automatische
wasstraat laat wassen, vergeet dan
niet om de auto eerst te vergrendelen
om te voorkomen dat de achterklep per
ongeluk wordt geopend.
Als de achterklep in korte tijd meerdere
keren wordt geopend en gesloten, kan
de elektromotor oververhit raken; de
achterklep kan dan niet meer worden
geopend of gesloten.
Laat de elektromotor afkoelen door de
achterklep gedurende 10 minuten niet
te bedienen.
Toegang tot de auto