Peugeot 508 RXH 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: 508 RXH, Model: Peugeot 508 RXH 2016Pages: 364, PDF Size: 10.31 MB
Page 31 of 364
29
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Kilometerteller
Op het display wordt in het gedeelte A de
totale kilometerstand en in het gedeelte B de
dagteller weergegeven.
Nulstelling dagteller
Druk, als de dagteller wordt weergegeven,
enkele seconden op de knop.
Meters
Kilometerteller en dagtellerVoor reizen in het buitenland kan
de eenheid van de afstand worden
aangepast: de snelheid moet namelijk
worden weergegeven in de officiële
eenheid van het land (km of mijl). De
eenheid kan bij stilstaande auto worden
gewijzigd via het configuratiemenu van
het display.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 364
30
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich
bevindt in:
-
zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te hoog. Het
waarschuwingslampje STOP gaat branden,
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop twee omwentelingen los om
de druk te laten dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Deze geeft bij aangezet contact en tijdens het
rijden de temperatuur van de motorolie aan.
Als de wijzer in gebied C staat, is de
temperatuur in orde.
Als de wijzer in gebied D staat, is de
temperatuur te hoog.
Verlaag de rijsnelheid om de temperatuur
te verlagen.
Motorolietemperatuurmeter
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Instrumentenpaneel
Page 33 of 364
31
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Motorolieniveaumeter*
Te weinig olieStoring van de motorolieniveaumeter
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil controleren met de peilstok in de
motorruimte.
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten van het contact eerst de
onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
* Volgens uitvoering. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
controleren van de niveaus.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
controleren van de niveaus.
Als het motorolieniveau te laag is, wordt de melding
"Te laag olieniveau" op het instrumentenpaneel
weergegeven in combinatie met het branden van
het verklikkerlampje Service en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.Als de melding "Ongeldige meting olieniveau" wordt
weergegeven, duidt dit op een storing in de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 34 of 364
32
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
* Volgens land van bestemming.
CHECK (automatische controle van de auto)
Automatische CHECK
Contact aan: alle pictogrammen van de
gecontroleerde functies worden weergegeven.
Na enkele seconden doven ze.
Gelijktijdig wordt automatisch een CHECK
(automatische controle van de auto) uitgevoerd.
In het geval van een storing
Er is een "kleine" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes gaan
branden en vervolgens weer uit.
U kunt de auto starten, maar raadpleeg zo
snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Er is een "grote" storing gesignaleerd: de
desbetreffende waarschuwingslampjes
blijven branden, in combinatie met het lampje
STOP of SERVICE.
Start de auto niet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Handmatige CHECK
Druk op de knop "CHECK" van het instrumentenpaneel om de
CHECK (automatische controle van de auto) handmatig te activeren.
Met behulp van deze functie kunnen op elk gewenst
moment (contact aan of bij draaiende motor) de aanwezige
waarschuwingsmeldingen worden weergegeven.
Zolang de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld*,
wordt het desbetreffende pictogram constant weergegeven.
Het display van het instrumentenpaneel geeft bij
draaiende motor en tijdens het rijden de pictogrammen
weer die een storing aangeven (in geval van een storing).
Als er geen storing wordt gesignaleerd, kunt u
de motor starten.
Dimmer verlichting
Hiermee kan de lichtsterkte van de
dashboardverlichting en de sfeerverlichting
worden ingesteld.
Bij auto's met een BlueHDi-motor:
door op de knop "CHECK" te drukken
wordt het geschatte aantal kilometers
weergegeven dat u kunt afleggen tot het
moment dat het starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Raadpleeg voor meer informatie over
het additief AdBlue
® de desbetreffende
rubriek.
Werkt alleen als de verlichting van de
auto is ingeschakeld.
Druk, als de verlichting brandt, op de
knop B om de dashboardverlichting en de
sfeerverlichting sterker te laten branden of op
de knop A om de verlichting te dimmen.
Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte
is bereikt.
Instrumentenpaneel
Page 35 of 364
33
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Onderhoudsindicator
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel kilometer
u nog ver wijderd bent van de eerstvolgende
onderhoudsbeurt volgens het onderhoudsschema van
de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de laatste nulstelling
van de onderhoudsindicator op basis van het aantal
afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor
(volgens land van bestemming) heeft de mate van
vervuiling van de motorolie ook invloed op de berekening.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende enkele seconden de
onderhoudssleutel branden. De kilometerteller
geeft de resterende kilometers tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende enkele seconden het
volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de sleutel ; de teller geeft
weer de kilometerstand en de stand van de
dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende enkele seconden het volgende aan:
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in werking
en blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Het pictogram van de sleutel brandt
in combinatie met een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-dieselmotor gaat bij
het aanzetten van het contact ook het verklikkerlampje
Service branden.
1
Instrumentenpaneel
Page 36 of 364
34
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
enkele seconden de sleutel knipperen om aan
te geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende enkele seconden het volgende aan:Afhankelijk van het gebruik van de auto
kan naast de hoeveelheid afgelegde
kilometers ook de tijd bepalend zijn
voor het moment waarop de auto een
onderhoudsbeurt nodig heeft.
De sleutel kan gaan branden als
het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor kan de sleutel afhankelijk van
de mate van vervuiling van de motorolie
ook eerder gaan branden, wat afhankelijk
is van de rijomstandigheden van de auto. Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5 minuten. Het
op
0 zetten van de onderhoudsindicator
zal anders niet worden opgeslagen.
Enkele seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden
.
Op 0 zetten van de
onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0 gezet worden.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt
enkele
seconden weergegeven en
verdwijnt vervolgens weer.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Instrumentenpaneel
Page 37 of 364
35
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Actieradiusindicatoren additief AdBlue®
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reservoir leeg is.
Zodra de reservevoorraad van het AdBlue
®-
reservoir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gesignaleerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Als gelijktijdig een storing wordt gesignaleerd
en het AdBlue
®-niveau laag is, wordt de laagste
actieradius weergegeven. Actieradius groter dan 2400
km
Als het contact wordt aangezet, wordt er niet
automatisch een melding over de actieradius
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Druk op deze knop om
de actieradius tijdelijk
weer te geven.
Bij een actieradius van
meer dan 5000
km
is de waarde minder
nauwkeurig.
Als de motor mogelijk niet opnieuw kan worden gestart door een te laag AdBlue®-niveau
1
Instrumentenpaneel
Page 38 of 364
36
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Actieradius tussen 600 en 2400 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje UREA branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 1500 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
300 km weergegeven zolang er geen additief
is bijgevuld.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®. Actieradius tussen 0 en 600 km
Zodra het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
(bijvoorbeeld "Vul brandstofadditief bij: Starten
geblokkeerd binnen 600 km") die aangeeft
hoeveel kilometer of mijl u nog kunt rijden met
de resterende hoeveelheid additief.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang er geen
additief is bijgevuld.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om het
additief AdBlue
® te laten bijvullen.
U kunt het bijvullen ook zelf uitvoeren.
Als niet op tijd additief wordt bijgevuld, kan de
motor niet meer worden gestart.
Storing in verband met een te laag AdBlue® -niveau
Als het contact wordt aangezet, gaat het
verklikkerlampje SERVICE branden en knippert
het verklikkerlampje UREA in combinatie
met een geluidssignaal en de melding " Vul
brandstofadditief bij: Starten geblokkeerd".
Het AdBlue
®-reservoir is leeg: het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem voorkomt
dat de motor opnieuw wordt gestart.
Om de motor weer opnieuw te kunnen
starten, raden wij u aan contact op te
nemen met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om de
benodigde hoeveelheid additief te laten
bijvullen.
Als u zelf additief bijvult, moet het
reservoir met minimaal 3,8 liter AdBlue
®
worden gevuld.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bijvullen van het
additief AdBlue
®.
Instrumentenpaneel
Page 39 of 364
37
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
Als een storing in het SCR-systeem wordt gesignaleerd
Er wordt automatisch een
startblokkeringssysteem geactiveerd
als meer dan 1100 km is gereden
nadat de storing in het SCR-systeem
is gesignaleerd. Laat het systeem
zo snel mogelijk controleren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.Als een storing wordt gesignaleerd
De verklikkerlampjes UREA, SERVICE en
zelfdiagnose motor gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en de melding "Storing
emissieregeling".
De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven als de storing voor de eerste keer
wordt gesignaleerd en vervolgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens
de volgende rit na controle van de
zelfdiagnose van het SCR-systeem. Tijdens de geautoriseerde rijfase
(tussen
1100 km en 0 km)
Als een storing in het SCR-systeem is
bevestigd (nadat 50 km is gereden ter wijl
de melding van de storing permanent wordt
weergegeven), gaan de verklikkerlampjes
SERVICE en zelfdiagnose motor branden
en knippert het verklikkerlampje UREA in
combinatie met een geluidssignaal en een
melding (bijvoorbeeld "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd binnen 300 km") die
aangeeft hoeveel kilometer of mijl u nog met de
resterende hoeveelheid additief kunt rijden.
Tijdens het rijden wordt de melding elke
30
seconden weergegeven zolang de storing in
het SCR-systeem niet is verholpen.
De waarschuwing wordt opnieuw weergegeven
zodra het contact wordt aangezet.
Neem zo snel mogelijk contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Als u dit niet doet, kan de motor niet meer
worden gestart.
1
Instrumentenpaneel
Page 40 of 364
38
508_nl_Chap01_instrument-bord_ed01-2016
U hebt de limiet van de geautoriseerde
rijfase overschreden: het
startblokkerringssysteem voorkomt dat
de motor opnieuw wordt gestart.
Starten geblokkeerd
Elke keer dat het contact wordt aangezet, gaan
de verklikkerlampjes SERVICE en zelfdiagnose
motor branden en knippert het verklikkerlampje
UREA in combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling: Starten
geblokkeerd".
Om de motor weer te kunnen starten, is het
noodzakelijk dat u contact opneemt met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel